1817
Op 24 maart 1817 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de OROMASE, ook wel OROMAZE, aangevraagd door Baes & De Bal, Oostende, voor kapt. Pierre Petit. Een eerdere zeebrief – uit 1815 – is niet aangetroffen, maar dat behoeft geen verwondering te wekken omdat naar verluidt de Fransen bij hun vertrek uit de Zuidelijke Nederlanden in 1815 veel documenten naar Parijs hebben meegenomen.
RC 091017
Rotterdam, 8 oktober. Heden morgen zeilde de L’OROMASE (opm: brik), P. Petit, naar Dartmouth.
1820
L.v.C.
Op 1 augustus 1820 is de OROMAZE, kapt. Petit, vanuit Oostende te Antwerpen aangekomen.
Op 30 oktober 1820 werd voor L’OROMASE, eigenaar L. Baes De Bal & Cie, Oostende, een Turkse Pas afgegeven voor kapt. P. Petyt.
1821
RC 170421
Rotterdam, 16 april. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 18 april 1821:
Den 14 december is gepraaid op 6º41’ Z.B. 104º19’ O.L. het schip ROUSSEAU, Jefferson, van Amsterdam naar Batavia; hebbende 144 dagen reis.
Te Ramsgate is den 12 dezer binnengelopen het schip JOSEPH, Morris, van Antwerpen naar Bordeaux.
Te Rio de Janeiro zijn binnengelopen JOAN ELISABETH en OROMAZE (opm: brik, thuishaven Oostende) van Antwerpen.
RC 180821
Rotterdam, 17 augustus. Van Vlissingen wordt van den 14 dezer gemeld:
Van den 8 tot den 14 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, van de Marennes; de JUFVROUW MAGDALENA CLARA, H.P. de Jonge, van St. Martin; de HARMONIE, H.C. Schutt, van Noirmontier; de VROUW IKINA, G.J. Postema, van St. Martin; de VROUW ALIDA, T.E. Bart, en KLAZINA ENGELINA, L.K. Tiktak, van Oleron; de JONGE HENDRIK, B. Mulder, van Marseille de BELLE ALLIANCE, P. Collas, van Montcórdes; ORAMASO (opm: brik OROMAZE, thuishaven Oostende), P. Petit, van Rio-Janeiro;
Op 22 oktober 1821 werd voor L’OROMAZE, eigenaar L. Baes de Bal & Comp., Oostende, een nieuwe zeebrief en Turkse Pas afgegeven voor kapt. F.W. Evers.
RC 131221
Amsterdam, 11 december. Kapt. F.W. Evers, voerende het schip OROMAZE (opm: brik, thuishaven Oostende), van Antwerpen naar Rio de Janeiro, heeft ter rede van Vlissingen een anker en touw moeten kappen.
RC 151221
Rotterdam, 14 december. Van Vlissingen wordt van den 11 gemeld:
Van onze rede zijn naar zee gezeild van Antwerpen BRAMIN, E. Lovett, naar Batavia; OROMAZO, F.W. Iwers (opm: brik OROMAZE, kapt. F.W. Evers), naar Rio de Janeiro;
RC 221221
Rotterdam, 21 december. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 18 december:
Te Dartmouth is den 14 binnengelopen SOPHIA CHRISTINA, Van Vliet, van Rotterdam naar Surinamen.
Den 14 is te Falmouth gearriveerd het schip OROMAZE, Evers, van Antwerpen naar Rio de Janeiro (opm: zie RC 120122).
1822
RC 120122
Rotterdam, 11 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 8 januari:
Den 4 januari vertrok van Dartmouth JONGE ALIDA, Van der Weijden, van Vlaardingen naar Gibraltar, en SOPHIA CHRISTINA, P. van Vliet (opm: brik SOPHIA EN CHRISTINA), van Rotterdam naar Surinamen, en die zelfde dag van Falmouth OROMAZE, Evers, van Antwerpen naar Rio-Janeiro.
RC 290822
Rotterdam, 28 augustus. Van Vlissingen meldt men den 24 dezer:
Sedert onze laatste is op de rede aangekomen OROMAZO (opm: brik OROMAZE), F.W. Evers, van Hamburg.
Op 21 oktober 1822 werd voor L’OROMASE, eigenaar De Bal, Oostende, een nieuwe zeebrief afgegeven voor kapt. E. van der Zweep.
RC 141122
Rotterdam, 13 november. Men meldt van Vlissingen van den 10 dezer, dat van zijn quarantaine ontslagen en naar Antwerpen vertrokken is l’AIMABLE HENRIËTTE, P. Gravaille (opm: in RC 261022 genaamd C. Grapeille), van Havana.
Voorts zijn sedert onze laatste, van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild VICTORIA, R. Smith, WILHELMINE CATHARINE, P.B. de Jonge, en de AREND, R.O.KIEVIJT, naar Londen; le CHARLES, O.C. Arends, en de WILLEM, J.S. Okkes, naar Liverpool; le JEUNE NORBERT, J.B. Neurenberg, ROSALIA, R.R. de Haan, en de HOOP, H.J. Prins, naar Lissabon; l’ESPOIR, P. Camin, naar Nantes, en OROMASE (opm: brik), E. van der Zweep, naar Brazilië.
RC 171222
Rotterdam, 16 december. Den 13 dezer zeilden van Helvoetsluis Zr.Ms. korvet van oorlog EENDRAGT, kapitein Schroder, en VREDE EN VRIENDSCHAP, K. Nieuveen (opm: driemaster, kapt. Klaas Nieveen) naar Surinamen; OROMASE (opm: brik OROMAZE, thuishaven Oostende), E. van der Zweep, naar Brazilië;
1823
DC 270923
Vlissingen, 22 september. Gisteren en heden zijn alhier ter rede gekomen JOSEPH AND ANN, kapt. W. Minter, van Londen met ballast, op onbepaalde destinatie.
Naar Antwerpen bestemd: de GOEDE WELVAART, kapt. J.J. Vos (opm: kof, waarschijnlijk kapt. Israel Jans Vos), van Liverpool met klipzout; de WINDLUST (opm: kof), kapt. G.R. Engelsman, van Londen met stukgoederen; NEPTUNES (opm: NEPTHUNUS), kapt. G.G. Smit, van Dantzig met timmerhout; ZELDEN RUST (opm: kof ZELDENRUST), kapt. G.A. Jonkhoff, van Liverpool met klipzout en huiden; OROMASO, kapt. C. van der Sweep (opm: brik OROMAZE, thuishaven Oostende, kapt. E. van der Zweep), van Brasilië, met huiden;
Op 14 november 1823 werd voor de OROMASE, eigenaar Baes De Bal & Co, Oostende, een nieuwe zeebrief afgegeven voor kapt. R. Rolufs
1824
RC 200124
Vlissingen, 13 januari. VICTOR (opm: brik, Antwerpen), kapt. A. van Schie, naar Rio-Janeiro met stukgoed; ST. ANTHONIE, kapt. H.H. Lange, naar Londen met boomschors; JULIA (opm: kof, Antwerpen), kapt. Z.K. Schut, naar Pontipool met boomschors; OROMAZA (opm: brik OROMAZE, Oostende), kapt. R. Rolufs, naar Lissabon met ballast;
DC 301024
Vlissingen, 23 oktober. Van den 17dezer tot den 19 zijn op onze rede aangekomen:
Naar Antwerpen bestemd de TWEE GEBROEDERS, kapt. P. Monier, van Hull, met ballast; OROMAZO, kapt. R. Roelofs (opm: brik OROMAZE, kapt. R. Rolufs), van Rio Janeiro, met koffie;
1825
Op 6 mei 1825 werd voor de OROMASE, eigenaar De Bal Frères, Antwerpen, een nieuwe zeebrief en Turkse Pas afgegeven voor kapt. R. Rolufs.
DC 160725
Vlissingen, 9 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en 7 en 8 dezer van onze rede naar zee gezeild: THE EAGLE, kapt. H.R. Duckwater, naar Mexico met stukgoederen; THE MARS, kapt. E.H. Renoreff, naar Rio de Janeiro met steen; PIETER EN MARIA, kapt. C.P. Eggers met stukgoederen en HENDRIKA, kapt. E.S. Vet met boomschors, beide naar Londen; OROMASE, kapt. R. Rolufs naar Alexandrie en DELPHINE, kapt. S. Martin naar Batavia, beide met stukgoederen;
1826
DC 070326
Vlissingen, 14 februari. Van den 12 dezer tot heden zijn op onze rede aangekomen en voor Antwerpen bestemd: GALATHEE, kapt. J. Gerdes, van Triest met fruit, olie en stukgoederen; de IRIS (opm: sloep), kapt. B. Arfsten, van Villanova met fruit; THE COURIER, kapt. H.J. Hudson, van Charlestown met rijst en katoen, hetzelve moet quarantaine houden; THE MARINER, kapt. J. Douglas, met wijn en olie; DE VROUW ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer, van Londen met stukgoederen; BRILLOP TAGER, kapt. T. Hansen, van Messina met fruit; AGENORIA, kapt. H. Winson, van Charlestown met rijst en verfhout; OROMAZE, kapt. R. Rolufs, van Alexandria met wol, zijnde deze twee van hun quarantaine ontslagen;
Op 10 april 1826 werd voor de OROMASE, eigenaar De Bal Frères, Antwerpen, een Turkse Pas afgegeven voor kapt. R. Rolufs.
DC 010626
Vlissingen, 20 mei. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en gisteren en heden van onze rede naar zee gezeild: DIE VENUS, kapt. M. Fisher, naar Flensburg met ballast; OROMASO, kapt. R. Roluffs (opm: brik OROMAZE, kapt. R. Rolufs), naar Batavia met troepen;
1827
RC 060327
Rotterdam, 7 maart. Te Batavia liggen ter rede Zr.Ms. fregat MELAMPUS, korvetten LIJNX, AREND; piniche No. 4; schepen RECOVERIJ, MARIA, MATHILDA, AUGUSTE, DE GEZUSTERS, THALIA, L' AUGUSTE, OEIJ SINJO;
brikken DIJKZIGT, PENHOIJ, DE DRIE MARIA'S, FONGSIE, CLEMENTINA, DE HOOP, OROMASE, MARIA, FATAHILWAHAP, ELIZABETH, A.B.C., EXPERIMENT, GOLLEK; schoeners HAPHIEN, SEMANKA, KASSOOR.
RC 240327
Rotterdam, 23 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 20 maart:
DE KOLONIST (opm: pink), kapt. L. Wildschut, van Suriname naar Amsterdam en OROMASE (opm: brik), kapt. R. Rolufs, van Batavia naar Antwerpen, te Cowes binnen, zijn begonnen te lossen om te repareren.
Op 2 augustus 1827 werd voor de OROMAZE, eigenaar De Bal Frères, Oostende, een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas afgegeven voor kapt. R. Rolufs.
1828
L.v.C.
De brik OROMAZE, kapt. R. Rolufs, is 9 juli vanuit Padang te Antwerpen aangekomen.
DC 150728
Amsterdam, 12 juli. Met de Amerikaanse brik VANCOUVER, den 16 maart ll. van Batavia vertrokken, zijn geen officiële berichten ontvangen. De bijzondere zijn, zo men verneemt, geruststellende. Den 24 maart zou van Batavia vertrekken het snelzeilend schip ANTONIE, toebehorende aan de heer A. van Hoboken, hetwelk den 2 maart l.l. na een reis van 109 dagen, uit het vaderland was aangekomen. Men kan derhalve elk ogenblik berichten van latere dagtekening tegemoet zien.
De Nederlandse brik OROMAZE heeft brieven van Padang, op de westkust van Sumatra, aangebracht, lopende tot den 19 februari l.l. Het was destijds aldaar zeer rustig. Het Nederlandse schip PADANG zou tegen het laatst van februari insgelijks naar Nederland vertrekken. Men heeft met Zr.Ms. schip KORTENAER, uit Indië ontvangen vier en twintig kisten met steenkolen, gevonden in de residentie Bantam op het eiland Java. Men zal met die steenkolen onverwijld de nodige proeven nemen, en van deze belangrijke ontdekking nut trachten te trekken tot bevordering der vaart van stoomschepen in Indië.
Op 31 oktober 1828 werd voor de OROMAZE, eigenaar De Bal Frères, Oostende, een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas afgegeven voor kapt. R. Rolufs.
1829
RC 031229
Amsterdam, 1 december. Het schip OROMAZE, kapt. R. Rolufs, de 12e juli van Sumatra naar Antwerpen vertrokken, is de 19e en het schip GEORGIANIA, kapt. Warren, de 29e september van Berbice naar Londen vertrokken, de 21e november te Falmouth binnengelopen; beide hebben de 22e hunne reizen voortgezet.
1830
RC 020130
Rotterdam, 1 januari. Te Vlissingen zijn gearriveerd OROMASE, kapt. M.R. Rulofs, van Padang (opm: vergelijk RC 090330; de aankomst in Antwerpen was vertraagd als gevolg van ijs), en ELISABETH EN HARRIET, kapt. J. Judje, van Riga naar Antwerpen en DE ONDERNEMING, kapt. C. Haasnoot, van Lissabon naar Amsterdam.
RC 090330
Rotterdam, 8 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE CAMILLE, kapt. Backer en VROUW HELENA, kapt. De Vries, van Londen; VROUW JANTINA, kapt. Kuiper en FREDERIK WILHELM DRIE, kapt. Dirksens, van Bordeaux; AURORA, kapt. Wygers van Sevilie (opm: Sevilla); MERCURE, kapt. Smit, ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, HARLINGER, kapt. Harrison en MARIA MATHILDA, kapt. Lovgreen, van Rio-Janeiro; HARMONY, kapt. Reus, CONCORDIA, kapt. Bonjer en MAGDALENA, kapt. Lutje, van Riga; ELISA, kapt. Hend, PLEADAS, kapt. Lassen, van New York; ELISA, kapt. Harkema, van Valparaiso; EIZO DE WEND, kapt. Hellinga, van Marseille; FORTITUDO, kapt. Bulsing en HEROS, kapt. de Jonge, van Batavia; WILHELMINA, kapt. Hand, van Messina; FRANCISCUS, kapt. Demeire, van Kadix; VOLTIGEUR, kapt. Wagenaar, van Villa Nova; ENGELINA, kapt. Stenze, HENDRIKA, kapt. Harding en STAD EN LANDE, kapt. Leven (opm: kapt. T.D. Leeuw), van Liverpool; MARIA JOHANNA, kapt. Breems, van Palermo; OROMASE, kapt. Rolufs, van Padang; LIBERATOR, kapt. Gelissen, van Savannah en MIQUITONNAISE, kapt. Leveneur, van St. Malo.
Op 16 april 1830 werd voor de OROMAZE, eigenaar De Bal Frères, Oostende, een nieuwe zeebrief afgegeven voor kapt. J. Willaert. Als gevolg van de Revolutie in najaar 1830 waaruit België ontstond werd deze zeebrief bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830, Staatsblad No. 73, ingetrokken omdat het schip in een van de Zuidelijke Provinciën van het Rijk thuis behoorde.
JC 260830
Batavia, 23 augustus. Heden arriveerden alhier het schip HANDEL MAATSCHAPPIJ, kapt. P.H. Willers, met Zr.Ms. troepen, de 5e mei vertrokken van Amsterdam, het schip IDA ALEYDA, kapt. J. Sipkes Fz., met vijf passagiers, de 12e mei vertrokken van Amsterdam, de brik ROTTESTROOM kapt. H. Kreeft, de 27e april vertrokken van Rotterdam, en de brik OROMAZE, kapt. J. Willaert, met een passagier, de 30e april vertrokken van Antwerpen.
Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen waaronder de OROMAZE, maar omdat de brik niet in het land was had dit niet onmiddellijk gevolgen.
1831
Vanwege de oorlogssituatie op de Schelde als gevolg van de Afscheiding, en tot juli 1833 de weigering van Nederland om Belgische schepen vrije doorvaart over de Schelde te verlenen, werd Antwerpen niet meer aangelopen. Vanuit haar nieuwe thuishaven Oostende maakte de OROMAZE vanaf maart 1831 tot oktober 1832 enkele reizen onder Belgische vlag. Als eerste in 1831 nog eens naar Batavia, waar lading van privé handelaren zal zijn geladen. Vanaf oktober tot december 1833 is de brik vermoedelijk in Oostende opgelegd. In november-december 1833 verplaatste de rederij haar zetel van Oostende naar Rotterdam om op deze wijze voor het schip – dat werd vernaamd in ANJER – de Nederlandse vlag te kunnen (her)krijgen. Dit stelde het schip in staat deel te nemen aan de door de Nederlandsche Handel-Maatschappij met gesubsidieerde vrachten gehanteerde lading-pool vanuit Oost-Indië. Tot 1839 zou de rederij deze optie benutten; de loshaven was in alle gevallen Rotterdam.
L.v.C.
01-02-31 aangekomen in Oostende, uit Batavia met suiker, koffie en indigo.
Op onbekende datum vertrokken met bestemming Batavia
03-12-31 aangekomen in St. Helena, op terugreis uit Batavia. Bestemming vermoedelijk Oostende, maar aankomst aldaar niet gevonden.
1832
L.v.C.
09-08-32 met een lading zout en fruit aangekomen in Oostende, uit St.Ubes (=Setubal)
06-10-32 aangekomen in Oostende, uit Liverpool; de lading bestond uit zout.
1833
RC 191233
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, voor goederen en passagiers, om ten spoedigste te vertrekken, het Nederlands gekoperd brikschip ANJER, kapt. Jan Cornelis Jansen. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen. (opm: de rederij Gebr. de Bal uit Oostende had zojuist haar zetel naar Rotterdam verplaatst, zodat de ex-OROMAZE nu als Nederlands schip onder de naam ANJER kon worden ingeschreven voor het – gesubsidieerde – vervoer van lading naar en van Oost-Indië; zie ook DC 120434)
Op 23 december 1833 werd voor de ANJER door Gebr. De Bal te Rotterdam een eerste zeebrief en een Turkse Pas aangevraagd op naam van kapt. J.C. Jansen.
1834
RC 040134
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia voor goederen en passagiers, om ten spoedigste te vertrekken, het Nederlands gekoperd brikschip ANJER, kapt. Jan Cornelis Jansen. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
DC 150234
Hellevoetsluis, 16 februari. Na de middag zeilde in zee ANJER, kapt. J.C. Jansen, naar Batavia.
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam: de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
AH 221234
Het schip DE GEZUSTERS, kapt. Jan Ingerman, van Batavia naar Amsterdam, was de 12e december op de hoogte van Torbay.
Het schip ANJER, kapt. J.C. Jansen, van Samarang en Batavia, naar Rotterdam, was de 12e december op de hoogte van Penzance.
RC 231234
Rotterdam, 22 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van de 19e december.
De HARMONIE, kapt. Rijnbende, van Rotterdam naar Batavia, is gepraaid door de ANJER, kapt. Jansen, ter hoogte van Penzance gearriveerd, zeilende met een nood-fokkemast, hebbende zijn fokkemast veertien dagen te voren op 3º NB in een storm verloren.
1835
RC 010135
Rotterdam, 31 december, 1834. De 29e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis ANJER, kapt. J.C. Jansen, van Batavia, laatst van Vlissingen.
RC 030235
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, voor goederen en passagiers, het Nederlands gekoperd brikschip ANJER, kapt. J.C. Jansen, om spoedig te vertrekken.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
Op 22 maart 1836 werd voor de ANJER door Gebr. De Bal te Rotterdam een nieuwe zeebrief aangevraagd op naam van kapt. J.C. Jansen
RC 280335
Rotterdam, 30 maart. De 28e, des morgens, zeilden van Helvoetsluis KLAZINA EN DIRKJE, kapt. A. Schilperoord, naar Lissabon; DE JONGE WILLEM, kapt. J. Barkenstein, naar Bordeaux; Zr.Ms. korvet TRITON, kapt. Van Zon, naar Texel en de ANJER, kapt. J.C. Jansen, naar Batavia, zijnde alle wel in zee gekomen, behalve de twee laatsten, die bij de Goereesche Haven ten anker gekomen zijn.
De 29e, des morgens, zeilde ANJER, kapt. J.C. Jansen, naar Batavia.
JC 010835
Batavia, 29 juli. Heden is alhier aangekomen de Nederlandse brik ANJER, kapt. J.C. Jansen, de 29e maart van Rotterdam vertrokken.
AH 281235
St. Helena, 4 november. Binnengekomen ANJER, kapt. Jansen, van Batavia, dezelve heeft de reis naar Rotterdam dadelijk voortgezet. RHOON EN PENDRECHT, kapt. A. Schaap, van Batavia, dezelve is de 7e mede naar Rotterdam gezeild.
1836
DC 120136
Veere, 8 januari. Hellevoetsluis, 8 januari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: ANJER, kapt. J.C. Jansen, van Batavia.
RC 060236
Advertentie. Publieke verkoping. G. Duuring, D.H. Joosten, G.J. Zompoll, G. Duuring Jr., D. van den Abeelen, J, Kolff en J.F. Sauerbier, makelaars te Rotterdam, als last hebbende van hun meesters, zullen, ten overstaan van de heer griffier van de rechtbank van koophandel, na gedane aangifte conform de wet, op donderdag de 18e februari 1836, des voormiddags ten elf ure, in het huis der notarissen, aan de Gelderschekade, verkopen een partij van 652 balen Java koffie, alhier direct van Batavia aangebracht per het schip ANJER, kapt. J.C. Jansen en dat bij kavelingen, zo als die zijn liggende in een pakhuis onder de Boompjes, wijk A, no. 72, alwaar diezelve daags vóór en op de verkoopdag voor een ieder te zien zullen zijn. Nadere onderrichting bij bovengenoemde makelaars.
RC 170336
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading, naar Batavia:
Met uitmuntende inrichtingen voor passagiers, het Nederlands gekoperd barkschip JAVA, kapt. Haye Peters; vertrekt de 21e dezer.
Met zeer goede inrichtingen voor passagiers, het Nederlands gekoperd brikschip ANJER, kapt J.C. Jansen; vertrekt in het laatst dezer maand.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.
DC 280436
Hellevoetsluis, 25 april. Heden morgen zeilden naar zee: STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, en ANJER, kapt. J.C. Jansen, beiden naar Batavia;
AH 060836
Liverpool, 31 juli. Gepraaid, 26 mei, op 5º NB 30º WL, ANJER, kapt. Jansen, van Rotterdam naar Batavia.
JC 200836
Batavia, 16 augustus. Heden is alhier aangekomen de Nederlandse brik ANJER, kapt. J.C. Jansen, van Rotterdam vertrokken de 25e april.
1837
RC 070137
Rotterdam, 6 januari. Den 9 september 1836 lagen te Batavia ter rede:
Zr.Ms. brik ORESTES, civiele schoeners HAAI en ANADYOMENE,
Nederlandse schepen RESOLUTIE, APOLLO, MARIA, JOEDEL BARIE, MEDORA, BOEROONG, WIJNHANDEL, SCHOON VERBOND, PEKALONGAN, GENERAAL CHASSẾ, HANDEL-MAATSCHAPPIJ, ZAANSTROOM, MERCURIUS, BATAVIA, ORTELIUS en JOHANNA CORNELIA; brikken ANJER, TARTAR, CHARLOTTA, MACHLAAR, INDRAMAYOE, KIMWAN, WILLEM en CLEMENTINE; barken MERCURIUS, CATHARINA, JAVA, YOUSSERIN, TAN GOANSING, FATAL HAIR en JOHANNA WILHELMINA;
RC 280137
Rotterdam, 27 januari. Den 26 dezer arriveerde in Helvoetsluis ANJER, J.C. Jansen, van Batavia. De wind N.O.
LC 070237
Familiebericht. Heden avond ontvingen ik en mijne kinderen het smartelijk berigt, dat onze geliefde, veel belovende zoon en broeder, Christiaan DeMaille de Boer, op deszelfs terugreize van Batavia, met het Brikschip ANJER, op den 23 december l.l, in de ouderdom van ruim 18 jaren, in een hevige storm, over boord geslagen en verdronken is.
Hoe treffend dit verlies voor ons is, kunnen slechts zij beseffen, die de overledene gekend hebben. Wed. A.H. de BOER
Leeuwarden, den 1 februari 1837. Mede uit naam mijner Kinderen.
Op 1 april 1837 werd voor de ANJER door Gebr. De Bal te Rotterdam een nieuwe zeebrief aangevraagd op naam van kapt. L. Hawegh.
RC 010437
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Batavia: het Fregatschip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, met goede inrigtingen voor passagiers, om den 25 te vertrekken.
New-York: (mede voor passagiers) het gekoperd Brikschip ANJER, kapt. J.C. Jansen.
Adres ten Kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
RC 060537
Rotterdam, 5 mei. Kapitein J. Barkenteyn, van Konstantinopel (opm: Istanbul) te Antwerpen gearriveerd, heeft den 17 april op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid het schip ANJER, kapt. L. Hawich (opm: brik, kapt. L. Hawegh), van Rotterdam naar Batavia.
1838
RC 270638
Advertentie. Schepen in lading.
Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ANJER, kapt. L. Hawegh.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer en Blokhuyzen.
Op 3 augustus 1838 werd voor de ANJER door Gebr. De Bal te Rotterdam een nieuwe zeebrief aangevraagd op naam van kapt. D.R. Kleve. Deze werd op 12 oktober 1839 geroyeerd omdat de ANJER (op 1 oktober) was verkocht. De brik heeft vervolgens ruim vier maanden stilgelegen en is in die periode waarschijnlijk grondig overhaald. Dat laatste valt te herleiden uit het grote verschil in prijs van aankoop, NLG 8.200, en de verkoop voor NLG 16.000 op 14 maart 1842, zonder dat daar een sterke verbetering van de economische omstandigheden tegenover stond.
RC 090838
Advertentie. Schepen in lading.
Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ANJER, kapt. D.G. Kleve (opm: nieuwe kapitein).
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer en Blokhuyzen.
1839
DC 100939
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening, als last hebbende van hunne principalen, op dinsdag 1 oktober 1839, des namiddags ten vier ure, in het locaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A nr. 458, publiek te veilen: het snelzeilend gekoperd Nederlands Brikschip ANJER, laatst gevoerd door kapt. D.R. Kleve, volgens meetbrief lang 24,20 el, wijd 4,80 el, hol 4,05 el, en alzo groot 209 ton, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve thans is liggende in de Haringvliet alhier. (opm: koper voor NLG 8.200 werd kapt. F.A. Lammerts, Hindelopen; nieuwe scheepsnaam VREDE EN VRIJHEID)
1840
ZP 020640
Het schip VREDE EN VRIJHEID (brik, ex-ANJER), kapt. Lammerts, van Dantzig naar Antwerpen, is volgens brief van Kopenhagen van de 25e mei, lek aldaar binnengelopen.
Op 18 februari 1840 vroeg F.A. Lammerts, Hindeloopen, voor zichzelf als kapitein een nieuwe zeebrief aan op naam van de VREDE EN VRIJHEID. Deze werd op 16 maart 1842 doorgehaald wegens verkoop.
PGC 111240
De schepen de GOEDE TROUW, kapt. K.J. Masker, van Amsterdam, en VREDE EN VRIJHEID, kapt. F.A. Lammerts, van Stettin, beide naar Petersburg, zijn de 21 november te Baltishport (opm: Paldiski) binnengelopen om te overwinteren.
1841
AH 130541
Petersburg, ? mei. Uitgezeild VREDE EN VRIJHEID (opm: brik), kapt. Lammerts, naar Reval.
1842
Op 1 april 1842 vroeg J. Boelen & Co, Amsterdam, een nieuwe zeebrief aan voor de ELMINA onder kapt. E.M.C. Baak.
1843
OHC 130643
Amsterdam, 12 juni. Den 10de dezer is te Texel binnengekomen het schip (opm: brik) ELMINA, kapt. E.M.C. Baak, van de kust van Guinea.
Op 5 september 1843 vroeg J. Boelen & Co, Amsterdam, een nieuwe zeebrief aan voor de ELMINA onder kapt. J.J. van Eeusom.
OHC 160943
Amsterdam, 18 september. Den 16 dezer is te Texel uitgezeild het schip ELMINA, kapt. J.J. van Eusom, naar St. George d’Elmina.
1844
AC 210844
Amsterdam, 20 augustus. Volgens brief van kapt. J.J. van Eeusom, voerende de brik ELMINA, van de kust van Guinea in Texel binnen, in dato 19e dezer, was hij de 18e dito in groot gevaar geweest om op lager wal te vervallen, waarbij de verschansing aan beide zijden, een gedeelte van het galjoen en het groot zeil waren weggeslagen, de fokkera gekraakt, en het schip onder zwaar zeilen met behulp der beide pompen nauwelijks lens te houden was, echter had hij voor de nacht gelukkig het Nieuwe Diep bereikt, alwaar het schip thans weinig water maakt. De 16e juni had kapt. Van Eeusom bij Kaap Palmas gepraaid het schip ACCRA, kapt. Luddes, van hier naar de kust van Afrika, alwaar aan boord alles wel was.
1845
Op 2 april 1845 vroeg Joh. Boelen, Amsterdam, een nieuwe zeebrief aan voor de ELMINA onder kapt. J. Baak Edzn. Op 2 november 1848 werd deze zeebrief door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten te Amsterdam naar Den Haag geretourneerd onder vermelding ‘schip verkocht voor sloop’, waarna op 4 november royement volgde.
AH 250445
Den Helder, 23 april. In de loop van deze maand zullen van Den Helder naar Curaçao vertrekken de schepen RAPHAËL, kapt. T. Visser en HUNDEREN (opm: kof), kapt. K. Ouwehand en naar de kust van Guinee het schip ELMINA, kapt. Baak (opm: brik; kapt. J. Baak Edzn). Er is dus wederom gelegenheid voor het publiek om brieven over het postkantoor van Den Helder derwaarts te verzenden.
NRC 041145
Amsterdam, 3 november. Volgens brief van kapt. Ouman, voerende het schip AFRIKA, in dato Bonny 17 augustus, was hij aldaar nog steeds wachtende op het restant zijner lading. Het schip ELMINA, kapt. J. Baak Ezn, was van daar naar Calabar verzeild. Aan boord van beide schepen was alles wel.
1847
NRC 291047
Texel, 27 oktober. Binnengekomen ELMINA, kapt. J. Baak, Ez., van de westkust Afrika.
(opm: na lossing werd de brik, bouwjaar waarschijnlijk 1804, enige maanden opgelegd, ongetwijfeld in afwachting van positieve ontwikkelingen in de economische situatie; toen deze zich niet aandienden werd het schip in februari 1848 te koop aangeboden om uiteindelijk in september te worden verkocht voor de sloop, zie o.a. NRC 050948)
NRC 291047
Carga lijsten, Amsterdam.
ELMINA, kapt. Baak, 436 vaten palmolie, J. Boelen en Co.
1848
AH 230248
Advertentie. Openbare verkoping, te houden te Amsterdam op de 13e maart 1848, van het gekoperd en kopervast brikschip genaamd ELMINA, gevoerd door kapt. J. Baak Edz, volgens de meetbrief lang 24 ellen, wijd 4 ellen 63 duimen en hol 4 ellen 10 duim, alzo gemeten op 193 tonnen of 102 lasten, zijnde in den jare 1845 zwaar vertimmerd, geheel vernageld en verkoperd. (opm: zie ook NRC 240548 en 050948)
NRC 220548
Advertentie. G.J. Roland Holst, F. der Kinderen, Jan Corver, H.I. Rietveld, G.W. Sesink Clee, C.A. Schröder, B.D. Bosscher, A.W. Abrahamsz en G.J. Boelen, makelaars, zullen op maandag de 22e mei 1848, des avonds ten zes ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, verkopen: een extra-ordinair welbezeild gekoperd en kopervast brikschip, genaamd ELMINA, varende onder Nederlandse vlag, gevoerd door kapt. J. Baak Ezn, volgens meetbrief lang 24 ellen, wijd 4 ellen 63 duimen, hol 4 ellen 1 duim, en alzo gemeten op 198 tonnen of 105 lasten.
Breder bij inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaars, of bij de cargadoors De Vries & Co, IJgracht no.13 te Amsterdam. (opm: zie ook AH 230248, NRC 240548 en 050948)
NRC 240548
Verkoping van Schepen, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam, maandag 22 mei:
- Het brikschip ELMINA, kapt. J. Baak Ezn, NLG 10.000, in slag NLG 100. Opgehouden. (opm: vergelijk NRC 050948)
NRC 050948
Verkoping van Schepen, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam op maandag 4 september 1848:
- Het extra-ordinair wel-bezeild, gekoperd en kopervast brikschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd ELMINA, gevoerd door kapt. J. Baak Ez, groot 198 tonnen of 105 lasten, NLG 6.650, NLG 30 blok. (opm: de koper was een scheepssloper, vergelijk het eerdere bod, zie NRC 240548; de brik is waarschijnlijk in Engeland in 1804 gebouwd)