| 1911-11-10: |
Final Fate:
Op 10-11-1911 om 09.00 uur vertrokken van London naar Gothenburg met een lading oud glas is tijdens stormweer met orkaankracht met sneeuwbuien op 5 december gestrand op de Noorse kust bij Oxö gestrand en wrak geworden. De bemanning redde zich met de sloep en arriveerde veilig te Ulvensund.
Uittreksel uitspraak R.v/d Scheepvaart d.d. 12 januari 1912.
Wegens tegenwind heeft men op de rede van Southend ten anker gelegen vanaf de avond de 10e november tot de morgen van 13 november. Die dag ging men om 6.00 uur anker op, om 16.00 uur passeerde men Sunck lichtschip. Vandaar is gestuurd langs de kust en banken tot men op 14 december om 17.00 uur Smith Knoll op gegiste afstand van 5 mijl was gepasseerd. Daarna is koers gezet op Hanstholm N.O. t. Oosten per kompas. Op de reis daarheen had men te kampen met slecht weer en tegenwind. 27 november om 16.30 uur passeerde men Hanstholm gegiste afstand 7 mijlen in peiling Oost. De wind was toen Z.O. frisse koelte, slecht zicht wegens sneeuw en regen. Daarna is koers gezet op Skagen langs de Jutland kust kruisend bleef men, lodend tussen de 60 en 15 vadem lijn. De kust bleef echter door sneeuw en regen steeds onzichtbaar. In de namiddag van 3 december nam de wind steeds meer toe. Om 22.30 was deze aangewakkerd tot een Z.O. storm en was men verplicht (pos. 57.57. N.B. - 09. 40 O.L.) voor dichtgereefde bazaan en stagfok met opgehaald zwaard over SB gedraaid te blijven drijven. Te middernacht werd aan het lood, dat steeds meer water aangaf, bemerkt dat de storm het schip snel in N.W. richting naar de Noorse kust dreef. Toen is het schoener zeil, dicht gereefd bijgezet, doch daar het zo hard stormde, dat de steekbout zich begon te begeven, is het om 17.00 uur van 4 december weer gestreken, waarop het schip over SB boeg Z.Z.w. en Z.w. voorliggend, weer naar het N.W. begon af te drijven. Op 5 december om 19.00 uur werd in lij het licht van Oxö , ongeveer in het W. gepeild . Met dichtgereefd schoenerzeil en kluiver, het lijzwaard onder, is toen getracht Christiansand Fjord te bezeilen. Toen het niet doorzeilde, is nog getracht het schoenerzeil tot een rif uit te reven. Het stormde intussen met orkaankracht. Terwijl men nu bezig was te trachten van de kust vrij te zeilen, ging de kluiver de lucht in, brak het zwaard en vloog het schoenerzeil aan flarden. Op order van de schipper heeft de bemanning de kapokzwemvesten aangedaan. Inmiddels werden noodseinen gegeven. Nog heeft men beide ankers laten vallen en de volle ketting uit te laten lopen. wel draaide het schip hierdoor even op de wind, doch daarna dreef het met anker en achterwaarts verder naar de kust, waar het om 20.00 uur bij Oxö op de klippen werd geslagen. Geweldige brekers sloegen over het schip, zodat men niet meer aan dek kon verkeren, de bemanning vluchtte in het tuig. De ter hulp uitgekomen reddingboot kon het schip niet bereiken, De reddingboot, die achter op de luiken stond, was al spoedig na de stranding weg geslagen, ze te gebruiken was niet mogelijk geweest, daar men ze niet anders dan op de klippen had kunnen zetten. Toen de steng brak, meende van Warendorp, dat het de mast was die brak. Hij begaf zich toen aan lij te water om te trachten de reddingboot te bereiken, die zich achter de klip bevond, waarop het schip gestrand was, op een afstand van 30 meter, het gelukte van Warendorp en daarna op dezelfde manier ook de kok, de matroos en de kapitein (J. Drost) te bereiken. De gebruikte zwemvesten bewezen daarbij, volgens de verklaring van de getuigen zeer goede diensten. Met de reddingboot arriveerde men 23.00 uur te Ulvensand. Op 6 december zag men het schip terug en was een totaal wrak geworden schip. De bemanning is, met achterlating van een matroos, die bij de redding zijn rechterbeen gekneusd had en deswege in het ziekenhuis was opgenomen, via Christiansund naar Holland terug gekeerd. Het journaal is bij de stranding verloren gegaan. Het schip was voor fl 25.000, - verzekerd. Desgevraagd gaf schipper Drost op, dat hij in de namiddag van 4 december er niet aan gedacht heeft na te gaan, of het wellicht mogelijk was Christiania Fjord te bezeilen. Met het vaarwater en de daar meestal heersende winden bekend verwachtte hij, dat de wind spoedig naar het westen zou lopen en dat inderdaad heeft plaats gevonden. Zware en de langdurige storm uit het Z.O. is naar de mening van de raad uitsluitend de oorzaak van deze ramp. Schipper noch stuurman kan enig verwijt treffen. De schipper kon niet verwachten dat het slechte weer zolang en zo zwaar uit dezelfde hoek zou aanhouden.
|
