1823

JAP 280523
Antwerpen, 27 mei. Gisteren had zich een buitengewone menigte begeven naar de werf (opm: van P.L. Lecarpentier) om de tewaterlating van de brik DE COCK gade te slaan. Deze verrichting bood een schitterend schouwspel en iedereen bewonderde de schoonheid en sierlijkheid van dit schip. Kenners merkten aan zijn mooie vormen en de schommelingen bij het in de Schelde glijden op dat de DE COCK een uitstekende en snelle zeiler moet zijn.

Op 26 juni 1823 werd de eerste of nieuwe zeebrief verstrekt voor de brik DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor S.S. Martin als kapitein.

RC 150723
Den 10^de dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen DE COCK, S. Martin, naar Bergen.
DC 200923
Vlissingen, 9 september. Den 13 dito. Van den 9 dezer tot heden zijn alhier ter rede aangekomen ANNEGINA (opm: kof VROUW ANNEGINA), kapt. H.J. Potjer en de TWEE GEBROEDERS, kapt. J.J. Cornelius, beide van Bergen naar Brussel gedestineerd, met stokvis en traan. En naar Antwerpen gedestineerd DE COCK, kapt. S. Martin van Noorwegen, laatst van Ostende met ballast; NOOIT GEDACHT (opm: smak), kapt. G.H. Peperboom van Petersburg met stukgoederen;
DC 151123
Vlissingen, 11 november. Van den 8 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild AMAZONE (opm: fregat, thuishaven Antwerpen), kapt. E. van der Zweep, met geweren, sabels, katoen en laken en DE COCK (opm: brik, thuishaven Gent), kapt. S. Martin, met stukgoederen, beide naar Rio Janeiro;

1824

OHC 220724
Vlissingen, den 20 juni. Den 18 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: ANNA KRANENBURG, kapt. H. Smit, van Liverpool, met klipzout; ANNA MARTHA, kapt. G.F. Stopper, van Hull, met stukgoederen; DE COCK, kapt. S.S. Martin, van Port-Louis, met suiker en peper.

1825

DC 230425
Zeetijdingen - Vlissingen, 18 april. Naar Antwerpen bestemd: DE MARIA, kapt. J. Zirck, van Liverpool met klipzout, LA JEUNE JEANNETTE, kapt. D.T. Moldenhauer, met suiker en thee en l’ISIS, kapt. G. Broutin, met katoen en suiker, beide van Havre-de-Grace; DE JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens en AUGUSTA, kapt. J.G. Sap, beide van Liverpool met klipzout; LA JOYEUSE ARRIVÉE, kapt. F. Beniest, van Hull met stukgoederen; ZEPHYR, kapt. J. Willaert, van Bordeaux met wijn en katoen; DE COCK, kapt. S. Martin, van Isle-de-France met suiker en koffie;

Op 24 mei 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de brik DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor E. den Duyts als kapitein.

DC 180625
Vlissingen, 11 juni. Voorts zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en, sedert onze laatste naar zee gezeild: BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, naar Londen en THEODORA, kapt. B. Spielman, naar Liverpool, beide met boomschors; DE COCK, kapt. E. den Duyts, naar Rio-Janeiro met stukgoederen;
AC 261125
Texel, 24 november. Aangekomen: te Buenos Aires, DE COCK, van Antwerpen.
DC 311225
Vlissingen, 24 december. Van den 21 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: LES TROIS AMIS (opm: DRIE VRIENDEN), kapt. R.Z. Schut, van Londen met stukgoederen; de HOOP, kapt. D. Bas, van Havre-de-Grace met koffie en thee; LES TROIS FRÈRES, kapt. H.H. Rieke, van Londen met stukgoederen; de JONGE AUKE, kapt. K.A. Blauw, van Nantes met wijn en pruimen; de GOEDE HOOP, kapt. H. van den Oever, van Buenos Aires, laatst van Veere en DE COCK, kapt. E. den Duits, van Buenos Aires, beide met huiden;

1826

DC 070326
Vlissingen, 14 februari. Den 18 dito. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 14 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: PROVIDENTIA, kapt. M. Madzen naar Newcastle, JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaar naar Buenos Aires met stukgoederen; ANDREAS, kapt. J. Voss naar Bordeaux en DE VROUW GEZINA, kapt. H.A. Jongebloed op avontuur, beide met ballast; DE COCK, kapt. E. den Duyts,  naar Brazilië met stukgoederen;

1827

Op 17 maart 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de brik DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor E. den Duyts als kapitein.

RC 030527
Rotterdam, 2 mei. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild BLORA, kapt. F.A. Laming, DE LEEUW, kapt. J. Verbrugge, DE VROUW HENDRIKA, kapt. K. van den Oever, NEPTUNES, kapt. P. Waerens en DE DRIE GEBROEDERS, kapt. H. Ricke, naar Londen; DE TROMP, kapt. R.F. Nolles, naar de Marennes; CHRISTINE, kapt. D.J. Cassens, naar Hamburg, DE COCK, kapt. E. den Duijts, naar Batavia;
RC 151227
Amsterdam, 13 december. Kapt. W. Blom, voerende het schip DE PRINS VAN ORANJE, de 2^e augustus van Amsterdam te Batavia gearriveerd, meldt van daar, in dato de 6^e dito, dat hij de 31^e mei, op 3 graden 20 minuten noorderbreedte en 17 gr. 6 min. Westerlengte van Greenwich, gepraaid heeft de brik DE COCK, kapt. E. den Duits, van Antwerpen naar Batavia of Padang.

1828

RC 080328
Rotterdam, 7 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd VROUW GERDINA, kapt. Sok, van Bordeaux; ETTON, kapt. Vollands, van Hull; ORPHEUS, kapt. Duff en DE COCK, kapt. Den Duijts, van Batavia en JONGE JOHANNA, kapt. Paeijveldt, van Londen.
AH 120328
Carga-lijsten. Antwerpen, 6 maart. JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, van Carthagena; DE COCK, kapt. E. den Duyts, van Batavia; JONGE JOANNA, kapt. J. van Puyvelde, van Londen.

1829

AH 120229
Advertentie. Er wordt verzocht niets te borgen aan de equipage van het brikschip DE COCK, liggende in het dok te Vlissingen, tenzij op schriftelijke order van de kapitein of deszelfs gemachtigden, alzo men anders voor geen betaling instaat.

Op 27 maart 1829 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor J. Joosens als kapitein. Deze zeebrief werd bij K.B. van de koning op 28 oktober 1830 ingetrokken omdat het schip toen als Belg werd beschouwd. Het schip was onderweg van Indië, maar devieerde naar Rotterdam waar de lading werd gelost. De Cock verplaatste daarop zijn rederij van Gent naar Rotterdam waarna een nieuwe Nederlandse zeebrief werd afgegeven zodat men van de relatief hoge vrachten van de Nederlandsche Handel-Maatschappij kon gebruikmaken.

RC 300429
Rotterdam, 29 april. De 23^e en 24^e dezer zijn van Vlissingen naar zee gezeild DE JONGE JUFFROUW LUPPINA, kapt. B.H. Plukker, naar ….. en DE COCK, kapt. J. Joosens, naar Batavia, beide van Gent.

1830

RC 270230
Rotterdam, 26 februari. De schepen CONCORDIA, kapt. R. Falck en APOLLO, kapt. D. Steur, zijn reeds de 12^e dezer ter rede van Vlissingen gekomen, doch wegens het ijs genoodzaakt geweest om weer zee te kiezen en eerst de 20^e binnen die haven gekomen; alsmede L’AVONTURE, kapt. H.A. Kraay, van de Havanna; DE PRINS VAN ORANJE, kapt. J. de Meire en MARIA MATHILDA, kapt. J. Lofgreen, van Rio-Janeiro, DE VIJF GEBROEDERS, kapt. J.F. Poodst en NATHALIA, kapt. R. Nanning, van Batavia; welke alle naar Antwerpen zijn gedestineerd; benevens nog DE COCK, kapt. J. Joosens, van Batavia naar Gent en DE VROUW JANTINA, kapt. J.O. Kuyper, van Bordeaux naar Brussel.
RC 130330
Rotterdam, 12 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd PRINS VAN ORANJE, kapt. De Meire, van Rio-Janeiro; ADVENTURE, kapt. Kraay, van Havannah; VIJF GEBROEDERS, kapt. Poodts, APOLLO, kapt. Steur en DE COCK, kapt. Joossens, van Batavia; HULL-PACKET, kapt. Kraan, van Hull; JONGE PETRUS, kapt. Berg, van Dantzig; EENSGEZINDHEID, kapt. Kuipe, van Marseille en COLUMBUS, kapt. Drinkwater, van New-York.
RC 141230
Rotterdam, 13 december. De 12^e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis CATHARINA, kapt. E.R. Huisman, KLARA MARGARETHA, kapt. E.P. Dik, CORNELIS DASSE VIËTOR), kapt. H. Bosker, FLORA, kapt. D. Rooderkerk, HUSSINA (opm: mogelijk: ANNEGINA), kapt. J.R. Kuiper, CONCORDIA, kapt. F.A. Eddes en WILLEM, kapt. F. Parlevliet, van Liverpool; DE EERSTELING, kapt. H.F. Klie, van Cardiff; DE VROUW MARIA, kapt. A. Riedyk, van Kadix; KLASINA EN DIRKJE, kapt. C. Schilperoord, van Lissabon; DE COCK, kapt. J. Joossens, van Batavia. (opm: vanwege de krijgshandelingen als gevolg van de Belgische opstand kon de op 12 maart in Antwerpen aangekomen DE COCK kennelijk niet meteen worden gelost of weer vertrekken; getuige aankomst ‘van Batavia’ is de lading kennelijk alsnog in Rotterdam aangevoerd)

1831

AH 190231
Advertentie. Publieke verkoping. Gerrit Duuring, Dirk Herbert Joosten, Jacob Cornelis Mijnssen en Edward Levien Jacobsen, makelaars te Rotterdam, zijn van mening, als lasthebbende van hun meesters en geautoriseerd door de heer agent van Lloyds, ten behoeve van assuradeuren, ten overstaan van de heer griffier van de Rechtbank van Koophandel, na gedane aangifte conform de wet, op vrijdag den 25 februari 1831, des voormiddags ten elf uur, in het Notarishuis op de Geldersche Kade, te verkopen: 427 balen Oost Indische koffie, alle meerder en minder door zeewater beschadigd. Onlangs aldaar aangebracht van Batavia, per schip DE COCK, kapt. J. Joossens. En dat bij kavelingen, zoals die zijn liggende, als nader bij notitie zal worden aangewezen. Nadere onderrichting bij bovengemelde makelaars. (opm: bij K.B. van de koning van 28 oktober 1830 werden als reactie op de opstand der Belgen alle zeebrieven van Zuid-Nederlandse schepen ingetrokken; daarop verplaatste de rederij haar zetel van Gent naar Rotterdam, waarna [opnieuw] een Nederlandse zeebrief kon worden afgegeven)
LCO 121231
Antwerpen, 7 december. Alhier richt men nieuwe batterijen op naar de zijde van de rivier. Uit het oogpunt van hare commerciële welvaart, worden de uitzichten voor deze stad gedurig donkerder; inzonderheid bedroeft men zich over de onlangs gebeurde ontbinding van het handelshuis Bisschop Basteyns en N.J. de Cock, welke laatste zich te Rotterdam gevestigd heeft.

Op 13 december 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de brik DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor J.M.F. Flemming als kapitein.

OC 301231
Het Rotterdamsche Avondblad behelst van den 27 het volgende:
Heden morgen zeilde van voor onze stad naar Helvoet, om met den eerste gunstige wind naar Batavia te stevenen, het schip DE KOK (opm: brik DE COCK), kapt. Flemming, zijnde dit het eerste schip van deze stad naar de hoofdstad van Neêrlands bezittingen in Oost-Indien, voor rekening van een der onlangs hier ter stede gevestigde commercie huizen van Antwerpen gedestineerd is. De reder, de heer De Cock, heeft het dezen morgen gewaagd zich naar Antwerpen te begeven, om van daar zijne echtgenote in persoon af te halen, niettegenstaande de gehele beurs hem het gevaar heeft trachten te doen zien waarin hij zich roekeloos stelt. Niets echter heeft hem in zijn besluit doen wankelen; hij meende dat de Antwerpenaren, hoe zeer ook op zijn persoon vergramd, echter niets tegen hem dorsten te ondernemen, wijl het alle schreeuwers maar gene daders zijn; moge hem zijn genius niet verlaten en welvarend hij eerlang in ons midden terugkeren. 

1832

MCO 030132
Uit Rotterdam meldt men van den 27 dezer, dat die morgen van daar naar Hellevoet vertrokken was, om met de eerste gunstige wind naar Batavia te stevenen, het schip (opm: brik) DE COCK, kapitein J.M.F. Flemming, bevracht voor rekening van de heer De Cock, die, even als verscheidene andere handelshuizen, zich sedert de Belgische opstand uit Antwerpen naar Rotterdam verplaatst heeft.
JC 240432
Batavia, 22 april. Den 20 arriveerde alhier de brik DE COCK, kapt. J.M.F. Flemmink, den 30 december vertrokken van Rotterdam en heden het schip de IJSTROOM, kapt. A.F. Oosterlo, met een passagier, den 28 december vertrokken van Amsterdam, en het schip IDA ALIJDA, kapt. Jan Sipkes Fz., met een passagier, den 30 december vertrokken van Amsterdam.
RC 271132
Rotterdam, 26 november. Sedert den 4 juni tot den 21 juli dit jaar zijn te Batavia uit Nederland aangekomen de schepen CLARA HENRIETTA, kapt. W. Blom, DRIE GEBROEDERS, kapt. K.H. Ruyl en DE ONDERNEMING, kapt. J.A. Engels, van Amsterdam; MARIA, kapt. J.A. Pronk, BATAVIER, kapt. J. Joossens en JACOBUS, kapt. B. van der Tak, van Rotterdam; KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. P. Sipkes, van Dordrecht en DE ZEEUW, kapt. J.J. ter Hofstede, van Middelburg; en zijn van daar uitgezeild HANDEL-MAATSCHAPPIJ, kapt. P.H. Willers, VROUW HENRICA, kapt. J.C. Topper, SURINAME, kapt. W. Landsaat en ANNA CATHARINA, kapt. S.H. Veer, naar Amsterdam; DE HARMONIE, kapt. P. Rijnbende, DE COCK, kapt. J.M.F. Flemming en BATAVIER, kapt. A. Schaap, naar Rotterdam en DE STAD DORDRECHT, kapt. K. Schinkel, naar Dordrecht.

1833

JC 040533
Voor zo veel ons tot dus ver bekend geworden is, zijn ten gevolge der maatregelen van Engeland en Frankrijk tegen Nederland de successievelijk van hier naar Nederland vertrokken schepen HENRIETTE KLAZINA, CLARA HENRIETTE, de IJSTROOM, de HARMONIE, de MARIA en de ZEEUW alle aangehouden en naar Engeland opgebracht. De IJSTROOM was echter, ten gevolge van het nader besluit, dat de schepen, beladen met aan bederf onderhevige goederen zouden worden ontslagen, weder vrij gegeven en in Texel aangekomen. Kapt. K.H. Ruijl, voerende het schip de DRIE GEBROEDERS, was op zee gewaarschuwd en is in de Eems binnengelopen. De JONGE JACOBUS, van hier naar Rotterdam vertrokken, was te La Coruña binnen. De schepen HANDEL-MAATSCHAPPIJ, de VRIENDEN, de VROUW HENDRIKA en de DE COCK waren alle behouden in Nederland aangekomen alvorens de blokkade was in werking gebracht.

Op 29 mei 1833 werd de zeebrief van DE COCK door J.M.F. Flemming geretourneerd en door de Staatsraad in Den Haag op 31 mei geroyeerd met als reden ‘van eigenaar veranderd’. Teneinde het na de opstand der Belgen in 1831 door Engeland en Frankrijk opgelegde embargo van Nederlandse schepen te omzeilen (Nederland weigerde de vrije doorvaart van de Belgen over de Schelde)  werd in 1833 namelijk een groot aantal schepen ‘provisioneel van eigenaar veranderd’, of ‘naar het buitenland verkocht’ en op die manier uitgevlagd. De brik DE COCK kwam onder de vlag van Kniphausen te varen onder de nieuwe naam HEINRICH. De meeste schepen keerden al vrij snel terug naar de Nederlandse vlag, voor de brik HEINRICH / DE COCK gebeurde dat pas op 5 februari 1834.

JC 040933
De 31e augustus is alhier (opm: Batavia) gearriveerd de Pruisische brik HEINRICH, vroeger genaamd de DE COCK, kapt. J.M.F. Flemming de 25 mei vertrokken van Rotterdam. (opm: de zeebrief van kapt. Flemming was 29 mei 1833 geretourneerd wegens ‘van eigenaar veranderd’; bij de lijsten te Batavia aangebrachte ladingen in JC 070933 wordt de brik HEINRICH, kapt. Flemming, van Rotterdam, omschreven als onder de vlag van Kniphausen)

1834

Op 5 februari 1834 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de brik DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor S. Molenaar als kapitein. Dat hier opnieuw van een ‘eerste’ zeebrief sprake is komt doordat de brik technisch gezien uit het buitenland, Kniphausen, naar de Nederland vlag was teruggekeerd.

DC 030334
Hellevoetsluis, 1 maart. Heden morgen zeilden in zee: de COCK, kapt. S. Molenaar, naar Batavia; TWEELINGEN DANIEL EN WILCO, kapt. H.F. Klein, op avontuur; CONCORDIA, kapt. F.H. Eddes, naar Newry; ZEELUST, kapt. J. Noord, naar Belfast.
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam: de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
JC 250634
Batavia, 20 juni. Heden is alhier aangekomen de brik DE COCK, kapt. J.G. Molenaar, van Rotterdam vertrokken de 1^e maart.
DC 061234
Hellevoetsluis, 3 december. Den 4 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: de COCK, kapt. J.G. Molenaar, en JONGE ELIZABETH, kapt. H. de Witt, beiden van Batavia; CHRISTINA JOHANNA, kapt. A. Plokker, van Alicante; de HOOP, kapt. L. Berkhoff, van Lissabon; ELISABETH CORNELIA, kapt. J. Parlevliet, van Villa Nova.
RC 111234
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia, voor goederen en passagiers, het Nederlands gekoperd brikschip DE COCK, kapt. S.G. Molenaar. Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
DC 301234
Veere, 26 december. Den 28 dito. Heden morgen zeilden naar zee: DE COCK, kapt. S.G. Molenaar, naar Batavia,

1835

JC 150435
Te Batavia is aangekomen de 12^e april de Nederlandse brik DE COCK, kapt. S.G. Molenaar, de 28^e december vertrokken van Rotterdam.
RC 200835
Rotterdam, 19 augustus. De 17^e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis DE COCK, kapt. S.G. Molenaar, van Batavia.
RC 030935
Rotterdam, 2 september. De 31^e passato, des namiddags arriveerde te Helvoetsluis DE VROUW MARIA, kapt. J.J. Welters, van Carolinerzijl; de 1^e dezer, des morgens, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. J. Keyzer, van Batavia, gesleept wordende door Zr.Ms. stoomboot CURAÇAO en zeilden ’S GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, PRINSES MARIANNE, kapt. A. Plug en DE COCK, kapt. H. Schut, naar Batavia.
RC 191135
Rotterdam, 18 november. Kapt. E.D. Dekker, van Suriname in Texel binnen, heeft de 2^e oktober, op 25º NB 55º WL, gepraaid het schip DE COCK, kapt. H.S. Schut, van Rotterdam naar Havanna; aan boord was alles wel.

1836

DC 120336
Hellevoetsluis, 10 maart. Heden morgen arriveerden uit zee: NEERLANDS KROONPRINSES, kapt. D. Varkevisser, van Batavia; de COCK, kapt. H. Schut, van Havanna, laatst van Lissabon; MARIA, kapt. H.T. Mulder, van Havre de Grace; COMMERCIAL PACKET, kapt. G. Hart, van London.
RC 290336
Advertentie. C. Rueb, J. Rueb en C. Rueb Cz., makelaars te Rotterdam, last hebbende van hun meester, zijn van mening om, ten overstaan van de heer griffier van de rechtbank van koophandel binnen deze stad, op vrijdag de 1^e april 1836, des voormiddags ten elf ure, in het Huis der Notarissen, op de Gelderschekade, in het openbaar te verkopen: 309 kisten zo gezond als beschadigd Wit en 93 kisten beschadigd Blond Havanna suiker, alhier alzo aangebracht per het schip DE COCK, kapt. H. Schut, van Havanna, liggende als per notitie wordt aangewezen en daags vóór en op de dag van de verkoop te zien.

Op 12 juli 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de brik DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor H. Schut als kapitein.

RC 190736
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Liverpool, het Nederlands gekoperd brikschip DE COCK, kapt. H. Schut, om spoedig te vertrekken.
DC 270836
Hellevoetsluis, 24 augustus. Heden morgen zeilden naar zee: ZEELUST, kapt. D.J. Mik, JOHANNA GEZIENA, kapt. P.G. Schuur, en de COCK, kapt. H. Schut, allen naar Liverpool;

1837

RC 130637
Rotterdam, 12 juni. Den 10 februari lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. fregatten DIANA en BELLONA, brik ORESTES en corvet CASTOR; civiele schoeners POSTILLON, NIOBẾ en HAGEDIS; Nederlandse schepen de IJSTROOM, JAVA’S WELVAREN, de DRIE MARIA’S, BARON VAN DER CAPELLEN, GRACE, ATYE TORACHMAN, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, HENDRIKA, JOHANNA SUSANNA, MEDORA, TALSUM, BOEROENG, PALEMBANG, HELENA CHRISTINA, KOLONEL KOOPMAN, PRINSES MARIANNE, MIDDELBURG en ATIAT; brikken CLEMENTINE, NIJVERHEID, DOROTHEA, DE NOORD, DE COCK en VAN SPYK; barken JADUL KARIM, ANNA AUGUSTUNA, REMBANG en BANTAM; schoeners HAPSOEN, GOANSOEN, DIANA, CALYPSO en MARY; kotter TOLERANTIE;
RC 200737
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Batavia: het gekoperd Brikschip DE COCK, kapt. H. Schut, hebbende uitmuntende inrigtingen voor passagiers ligt gereed.
Idem: het gekoperd Fregatschip BELLONA, kapt. R. Rolufs, hebbende uitmuntende inrigtingen voor passagiers, om den 23 dezer te vertrekken.
Idem: het gekoperd Barkschip VROUW JOHANNA ELISABETH, kapt. …., hebbende uitmuntende inrigtingen voor passagiers, om den 26 dezer te vertrekken.
Idem: het gekoperd Barkschip INDIAAN, kapt. O. Kievyt, voor goederen en passagiers.
           Adres ten Kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen
RC 270737
Rotterdam, 26 juli. Den 26 zeilden HEBE, M.B. Minold, naar Nerva; ARCHIBALDT, J.G. Windt, naar de Oost Zee; STAD DORDRECHT, J. van Nassau, en DE COCK, H. Schutt, naar Batavia; FORTUNA, L. Berkhof, naar Nantes. De wind W.Z.W.

1839

DC 290139
Hellevoetsluis, 26 januari. Heden arriveerden alhier, onder meer anderen, de schepen DE COCK, kapt. H. Schut, van Batavia, en AGENORIA, kapt. W. van der Kolff, van New-York,

Op 7 februari 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de brik DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor H. Schut als kapitein.

Op 3 maart 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de brik DE COCK, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, P. Willems als kapitein.

ZP 210339 – 344
Het schip (opm: brik) DE COCK, kapt. J. Willems, van Rotterdam naar Batavia is de 15^e maart met schade wegens aanzeiling op de hoogte van Eddystone, te Plymouth binnengelopen.
AH 220339
Plymouth, 17 maart. Binnengekomen DE COCK (opm: brik), kapt. P. Willems, van Rotterdam naar Batavia, met schade na op de hoogte van Eddystone, door de PARMALIA aangezeild te zijn.
RC 110439
Het schip DE COCK, kapt. P. Willems, van Rotterdam naar Batavia, te Plymouth binnen, heeft den 3 dezer de reis voortgezet.

1840

LCO 251140
Zeetijding. Kapt. W. de Zeeuw Baggus, van Malaga, te Helvoet binnen, rapporteert den 15 november, 5 mijlen Z.O. van Portland gezien te hebbend ene brik, tonende Rotterdamse vlag, met no. 167, zijnde die van kapt. P. Willems, voerende het schip DE COCK, van Rotterdam naar Batavia.

1841

JC 130341
Batavia, 10 maart. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip ANNA EN LOUISA, kapt. K. de Jong, met enige passagiers, vertrokken van Amsterdam de 20e november, de dito brik DE COCK, kapt. P. Willems, vertrokken van Rotterdam de 30e oktober.
JC 301041
Batavia, 29 oktober. De Nederlandse koopvaardijbrik DE COCK (opm: bouwjaar 1823), gezagvoerder P. Willems, komende van Manilla en laatstelijk van Macao, geladen met diverse koopmansgoederen, is op de 24e dezer op de noord-oostelijkste zijde der Agnieten eilanden (opm: pos 5º53’ ZB 106º35’ OL) gestrand. Op het door de agenten van die bodem en eigenaren der lading aan het marine departement gedaan verzoek om hulp werd onmiddellijk Zr.Ms. stoomschip HEKLA, gecommandeerd door de luitenant ter zee der 2de klasse B.H. Staring, derwaarts gezonden en is het aan de onvermoeide ijver van die commandant, zomede van de officieren en equipage van gemeld stoomschip te danken dat een groot gedeelte der lading behouden en op het eiland Onrust aan de wal gebracht en geborgen is, hebbende het genoemde commanderende officier, in weerwil van al het mogelijke te hebben aangewend, niet mogen gelukken gezegde brik weder in vlot water te brengen als zittende vol water. Hoewel de equipage gelukkiglijk gered is, is de gezagvoerder P. Willems, aan het stuurrad staande, door het overslaan van het roer in de zijde inwendig gekwetst geworden.
JC 031141
Advertentie. Op de vendutie van de 3^e november bij Voute & Guérin zal worden verkocht, voor rekening van wie zulks aangaat, het wrak van het op de Hoornse eilanden gestrande brikschip DE COCK (opm: zie JC 301041).
JC 061141
Advertentie. Vendu-departement, op vrijdag de 12^e november 1841 tegen 4 pCt. vendu-salaris, verkoping in de Westzijdse pakhuizen van het entrepot, voor rekening van wie zulks zou mogen aangaan, van de inventaris van het gestrande brikschip DE COCK, waaronder ankers, kettingen, touwwerk, zeilen, ra’s, stengen, klokken, enz., alles daags voor de vendutie te zien (opm: zie JC 301041).