Inloggen
MARY - ID 12771


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1819-11-30 / 1832-12-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1794
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Probaply Joseph Sims, Philadelphia (Pa.), U.S.A.
Delivery Date: 1794-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 182.00 lasts
 
Length 1: 28.00 Meters Registered
Beam: 6.31 Meters Registered
Depth: 4.37 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1819
Datum agenda: 1819-11-30
Register nr: 18190923
Scheepsnaam: MARY
Type: Fregat
Lasten: 182
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Reyn, Varkevisser & Dorrepaal
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Alexander, William
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Vorige ZB nr ?? Afgegeven 30-08-?? ex WOODRUP SIMS
Zie Z Register Het is een Amerikaans schip

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1794-00-00 WOODROP SIMS
Manager: Joseph Sims, Philadelphia (Pa.), U.S.A.
Eigenaar: Joseph Sims, Philadelphia (Pa.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Philadelphia (Pa.) / U.S.A.

Date/Name Ship 1801-00-00 BETSY WALK
Manager: Beverly, New York (N.Y.), U.S.A.
Eigenaar: Beverly, New York (N.Y.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: New York (N.Y.) / U.S.A.

Date/Name Ship 1803-00-00 BETSY WALK
Manager: George McIntosh, Norfolk (Va.), U.S.A.
Eigenaar: George McIntosh, Norfolk (Va.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Norfolk (Va.) / U.S.A.

Date/Name Ship 1804-00-00 WOODROP SIMS
Manager: George McIntosh, Norfolk (Va.), U.S.A.
Eigenaar: George McIntosh, Norfolk (Va.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Norfolk (Va.) / U.S.A.

Date/Name Ship 1805-00-00 WOODROP SIMS
Manager: Unknown, Norfolk (Va.), U.S.A.
Eigenaar: Unknown, Norfolk (Va.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Norfolk (Va.) / U.S.A.

Date/Name Ship 1807-00-00 WOODROP SIMS
Manager: Haynes, Charleston (S.C.), U.S.A.
Eigenaar: Haynes, Charleston (S.C.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Charleston (S.C.) / U.S.A.

Date/Name Ship 1810-00-00 WOODROP SIMS
Manager: Binford, Norfolk (Va.), U.S.A.
Eigenaar: Binford, Norfolk (Va.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Norfolk (Va.) / U.S.A.

Date/Name Ship 1819-07-00 WOODROP SIMS
Manager: Firma Hudig & Blokhuyzen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Hudig & Blokhuyzen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1819-11-30 MARY
Manager: Firma Reijn Varkevisser & Dorrepaal, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Reijn Varkevisser & Dorrepaal, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 3.150,-

Date/Name Ship 1830-07-06 MAASSTROOM
Manager: Firma C. Vlierboom & Zoon, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma C. Vlierboom & Zoon, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 9.525,-

Ship Events Data

1794-00-00: Building History
Joseph en Woodrop Sims waren broers. Ze woonden in Philadelphia, waren kooplieden, reders, bouwden en bezaten ‘blocks’ woningen, en bouwden waarschijnlijk ook schepen: men bezat een ‘wharf and dock’ aan de haven. Na het overlijden van Woodrop in 1793 ten gevolge van gele koorts werd het in 1794 nieuwgebouwde fregat naar hem verrnoemd: WOODROP SIMS. Waarschijnlijk in 1801 werd dit schip verkocht en vernaamd in BETSY WALK in verband met het in de vaart nemen van een groter schip met deze naam.

1832-12-00: Final Fate: Broken up

De MAASSTROOM is in december 1832 te Batavia afgekeurd en gesloopt.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1794
Kapitein: Hodgons, J.
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1801
Kapitein: Stone, Abraham
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1803
Kapitein: Reddick, Miles
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1805
Kapitein: Davis, John P.
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1807
Kapitein: Haynes, T.
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1810
Kapitein: Bryant
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1815
Kapitein: Hill, S.
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1818
Kapitein: Jenkins
Overige informatie: Mogelijk was Jenkins kapitein op het grotere schip met de naam WOODROP SIMS.

Datum vanaf: 1819
Kapitein: Sulger, J.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Willem (William)  Alexander was getrouwd met Magdalena (Cornelia) van der Poel.

 

Bataviasche Courant, 15 mei 1824

Op den 8sten mei 1824, overleed te Batavia, na eene ziekte van slechts weinige dagen, Wm. Alexander, in leven gezagvoerder van het Nederlandsche schip Mary, wordende zeer betreurd door alle die hem gekend hebben. (opm: het fregat werd onder kapt. H.B. Voss naar Rotterdam gevaren, zie BC 220524)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.Alexander was op 14 september 1819 één van de elf oprichters van het Rotterdamse zeemanscollege "Maatschappij tot Nut der Zeevaart".058.

 

W.Alexander was met vlagnummer R6  in de periode 1819 t/m 1824 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart005.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen 1832, 1833 en 1834 van de Maatschappij (Gemeentearchief van Rotterdam) staat in de rekening-Courant dat de weduwe van kapitein W.Alexander een uitkering kreeg van f 180,40, f 147,80 en f 160,10. Door de financiële situatie van de Maatschappij wisselden in deze periode de hoogte van de uitkeringen.

In de Jaarverslagen 1835 en 1836 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein W.Alexander een uitkering krijgt van f 170,- voor haar en haar kind. In 1837 is de uitkering F 151,67 voor haar en 1 maand voor haar kind. In 1838 t/m 1841, 1849, 1851 1855, 1858 en 1859 is de jaarlijkse uitkering f 150,-. en is de uitkering voor het kind vervallen (dit kind heeft vermoedelijk de maximale uitkeringsleeftijd bereikt).

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt W.Alexander als gezagvoerder gedurende:

*    1824 van het 3/m schip “Mary”, gebouwd in 1815 (volgens Verhoeff, april 2005), 338 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam.

 

In 1824 was W.Alexander gezagvoerder van het Rotterdamse fregat de "Marij" (181 lasten). De boekhouder was Reijn, Varkevisser & Dorrepaal012.

 

Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Willem Alexander op de:

“Hoop”, dd 09 september 1808 (Vlag Papenburg)

 

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant december 1813114

(opm: Hieronder volgt een selectie van gedurende december 1813 door verschillende cargadoors geplaatste advertenties van in Rotterdam in lading liggende schepen, welke een indruk geeft van de ‘lijndiensten’ op een aantal Engelse havens)

Naar Londen:

Om spoedig te vertrekken, ….

Hollandsch Brikscheepje MARIA CHARLOTTA, kaptein Willem Alexander. Adres by J. van Ommeren Fz, Cargadoor.

 

Rotteramsche Courant 27 juli 1815114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als last-hebbende van hun Principalen, en geauthoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op donderdag 3 augustus 1815, des namiddags ten 4 uren, ten huize van George Crabb, kastelein in het Badhuis, in de Boompjes, in het openbaar te veilen en te verkopen: een extra welbezeild Brigantijnschip, genaamd MARIA-CHARLOTTA, laatste gevoerd bij kaptein W. Alexander, lang over steven 73 voeten, wijd, bij de eerste balk voor het groot luik binnen zijn huid, 21 voeten 3 duimen, hol, in het ruim, bij de eerste balk voor het groot luik op zijn uitwatering, 13 voeten, alles Amsterdamsche maat, met alle deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, zoals hetzelve is liggende, even buiten de Schiedamschepoort, aan de scheepstimmerwerf van de heren P. van Swyndrecht en Zoon; breder bij Inventaris en nader onderrigting bij bovengemelde makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 04 september 1817114

Te Rotterdam liggen in lading naar…:

HavreBaltimore: het Brikschip de HOOP, kaptein Willem Alexander, om den 20 dezer te vertrekken.

 

Rotterdamsche Courant 19 juni 1821114

Rotterdam, 18 juni….

…..Den 16 zeilden MARY, W. Alexander, naar Batavia; EGMOND, T. Scottland, naar Montrose; de VROUW ANNAGINA, S.H. Spelde, naar Liverpool, en arriveerden WABUSH, J.A. Jucker, van Baltimore, en ERWACHTING, J.C. Deihneke, van Memel (opm: Klaipeda)……

 

Rotterdamsche Courant 30 maart 1822114

Rotterdam, 27 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 maart:….

    Te Liverpool is gearriveerd VLASBLOEM; te Batavia den 7 december 1821 VROUW CATHARINA ELIZA (opm: fregat DE VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Amsterdam, en den 8 MARY, Alexander, van Rotterdam; van Batavia zijn vertrokken den 18 november 1821 LORD WELLINGTON, Anderson, naar Antwerpen, den 21 ROTTERDAM, Waters, naar Amsterdam; den 2 december TEXEL, Hosman, en ZELIMA, Neurenberg (opm: driemaster, thuishaven Gent, kapt. Christian J. Neurenberg), naar Antwerpen; den 9 HELVETIUS, Swift, naar Antwerpen, en den 12 DELPHINA, Boelen, naar Amsterdam.

 

 

 

Datum vanaf: 1819
Kapitein: Alexander, Willem
Overige informatie: William Alexander: * onbekend, † Batavia 08.05.1824

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.B.Voss was met vlagnummer R107 in de periode 1826 t/m 1833 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 zijn niet meer beschikbaar. Het is mogelijk dat kapitein Voss in één van de jaren uit de genoemde periode tot het College is toegetreden058.

In Het Jaarverslag 1833 van het College (gemeentearchief Rotterdam, J/126) staat dat “kapitein H.B.Voss N.o 107 van hetzelve vervallen ( is) verklaard.” ( de reden is niet vermeld).

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.B.Voss als gezagvoerder gedurende:

*   1829/1830 op het 3/m schip “Mary”, gebouwd in 1815 (volgens Verhoeff, april 2005), 338 ton o.m., varend voor Reyn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

H.B.Voss verzorgde per 27 september 1827 vanuit Hellevoetsluis met de Mary een troepentransport van 4 manschappen en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 10 februari 1828 na 136 dagen waarbij onderweg 1 militair was overleden

 

 

Datum vanaf: 1824
Kapitein: Voss, H.B.
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1825
Kapitein: Palm, J.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Gedoopt te Schiedam op 10 juni 1774. Overleden te Schiedam op 11 september 1842.005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. de Gorter was met vlagnummer R25 in de periode 1819 t/m 1842 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen 1835 en 1836 van het College te Rotterdam (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat hij jaarlijks een “tijdelijke onderstand” van f 100,- van de Maatschappij kreeg toegewezen, in de periode 1837 t/m 1841 verhoogd tot jaarlijks f 200,-058.

In de Jaarverslagen 1849 en 1851, van het College staat in de rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein J. de Gorter een uitkering krijgt van f 150,-. In 1855 kreeg zij nog 1 maand uitkering ad f 12,50. Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden dat zij in januari/februari 1855 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J. de Gorter als gezagvoerder gedurende:

*    1829 van het fregat “Columbus”, gebouwd in 1802, bouwlocatie niet vermeld, 300 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;

*    1831 t/m 1833 van de bark-galjoot “Maasstroom”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld,400 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Amsterdamsche Courant 25 juni 1814 in de rubriek  Schepen in Lading

“Naar Nantes, zal met den eersten vertrekken, het Smak-Schip de Jonge Ary, van Schiedam, kapt. Jacob de Gorter; adres bij Hartman, Lubbers en Coopman en de Witt en Lenaertz”.

 

De "Anna Sophia" op de rede van Havanna057:

23 augustus 1819       "... verkogten den Capt de Gorter boots voor twee hondert Spaanse daalders  op dato afgeleevert ...".

            In de ledenlijsten van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart in de AAKZ001 wordt van 1829-1841 met vlagnummer 25 genoemd kapitein J.de Gorter. Omdat de AAKZ pas in 1830 met de publicatie van deze lijsten begon, maar het college in 1819 werd opgericht kan deze kapitein de Gorter wèl al vanaf die oprichting lid zijn geweest met het genoemde vlagnummer.

Van Sluijs013 vermeldt een Jacob (de) Gorter in 1818-1820 als kapitein van de brik de “Dagenraad”, varend van Rotterdam naar Suriname.

Wellicht is het de “Dagenraad” geweest die in 1819 op de rede van Havanna lag.

 

Rotterdamsche Courant 19 maart 1816114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als last-hebbende van hunne Principalen, en geauthoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op heden den 19 maart 1816, ten 12 uren ‘s middags, in het Badhuis, in de Boompjes, in het openbaar te veilen en te verkopen:

-  Een extra welbezeild Sloepschip, genaamd de OMNIBUS, laatst gevoerd door kapt. Jacob de Gorter, lang over steven 58 voeten, wijd, binnen den huid, bij den voorkant van het groot luik, 17 voeten 9 duimen, hol, in het ruim, bij den voorkant van het groot luik, van de buikdenning tot onder het dek, 9 voeten 3 duimen, alles Amsterdamse maat, met deszelfs rondhout, staande en loopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, liggende in de Wijnhaven, aan de Zuidzijde, voor de Huizinge van de Heer J. van Ommeren.

 

 

Datum vanaf: 1830
Kapitein: Gorter, Jacob de
Overige informatie: 0

Algemene informatie

1798

American State Papers
The ship WOODRUP SIMS, captain Hodgson, captured by the JACOBIN and ATALANTA frigates, and sent to Rochefort the 12th September, remains with a perishable cargo on board, and no report can yet be obtained of the commission of marine: this vessel, on her last voyage to Bordeaux, was detained 9 months.

1800

New York Gazette 22.01.1800
Capt. Franklin, of the schooner LUCKY, from St. Sebastians, informs us, that about 14 days before he sailed, the ship WOODRUP SIMS, capt. Hodgson, was captured by the HEUREAX (opm: vermoedelijk HEUREUX), French privateer, of Bordeaux, mounting 22 French 12 pounders and 230 crew.
(opm: De WOODROP SIMS vervoerde o.a. stempels voor medailles [Indian Peace medals. genaamd the Seasons Medals] en 2.000 musketten voor het Amerikaanse leger, geladen in Londen. Bron: Numismatic News.)

Constitutional Diary, 23.01.1800
Philadelphia. The sloop LUCKY, Capt. Franklin, of Philadelphia, has just arrived from St. Sebastians. Capt. Franklin informs that about the 30th of October, the ship WOODRUP SIMS, Hodgson, of Philadelphia, was captured by …………..

1801

London Morning Post, Tuesday 21.07.1801
Falmouth, July 17. Arrived the American ship WOODROP SIMS, Captain Abraham Stone, in 32 days from Norfolk, in Virginia, with 404 hogsheads of tobacco. She has since proceeded to Dunkirk. 

1803

De WOODROP SIMS lijkt een aantal jaren te zijn ingezet voor het vervoer van tabak van Virginia naar Europa, en wijn vanuit Frankrijk terug naar de Verenigde Staten.
Van 1801 tot 1805 voerden de V.S. oorlog met de Barbarijnse Kapers. Deze Berbers hadden Marokko, Algerije en Tunesië als thuisbasis van waaruit zij koopvaardijschepen aanvielen en hoge sommen losgeld vroegen. In 1803 werd de WOODROP SIMS door de Amerikaanse marine als transportschip gecharterd voor een reis naar de Middellandse Zee. Uit allerlei journaals en correspondentie is geput om te trachten over deze periode een beeld te krijgen wat het schip heeft gedaan. Daarbij is er voor gekozen de in chronologische volgorde geplaatste teksten niet te vertalen. Helaas is niet duidelijk geworden waarom de BETSY WALK in de Middellandse Zee haar oude naam WOODRUP SIMS terugkreeg.

Naval documents related to the United States Wars with the Barbary Powers, Volume II, part 3 of 3
Naval operations including diplomatic background from January 1802 through August 1803
Gedateerd 28 april 1803 wordt het charter van de Amerikaanse schoener FEDERAL EAGLE uitgeschreven voor een reis van Boston, Mass. naar Gibraltar.

Andere Charters die op een soortgelijke wijze zijn opgemaakt, waren:
1 juni 1803 – BETSY WALK, George McIntosh, owner, of Norfolk, 325 tons; voyage from Norfolk to Algiers.  (opm: captain Henry Brown, waarschijnlijk supercargo)

8 november 1803 – WILLIAM AND MARY, James and William Bennett, owners; voyage from Norfolk to Gibraltar or Malta.10 januari 1804 – WOODROP SIMMS, George McIntosh, owner; voyage from Norfolk to Gibraltar or Malta.

To Degen, Purviance & Co, Leghorn, Italy, from Secretary of the Navy.Navy Department, 1 June 1803.
Should W. Kirkpatrick Esq draw on you for the amount of freight payable to the owner of the BETSY WALK captain Mills Reddick – for the transportation of a cargo of naval stores from Norfolk to Algiers, you willl be pleased to honour this draft and charge the amount thereof in your account with this dept.

To Daniel Bedinger, Navy Agent, Norfolk, from Secretary of the Navy,Navy Department, 3 June 1803.
You will receive by this mail a letter from George Harrison Esq enclosing bill of lading of sundry articles which, should they arrive in time, are to be shipped in the ship BETSY WALK with the timber and plank which you have procured for Algiers. If after these articles are put on board there should be room enough to send some beef and pork you may send out in her a sufficient quantity to fill her up provide it does not exceed 100 barrels of each. In case you should put beef and pork on board you will direct the commander of the BETSY WALK to land it at Gibraltar, delivering it to John Gavino Esq at that place and taking his receipt therefor, and you will write to Mr. Gavino enclosing bill of lading and invoice, the freight you may pay at Norfolk drawing on me. Keep the freight of the beef and pork separate from the freight of the other articles in our accounts, as well as in your drafts on me should it be necessary for you to draw in both cases.
I enclose a passport from the Spanish Government for the BETSY WALK which you will be pleased to give to capt. Henry Brown (Supercargo ??).

To Mr. Beverly, former owner of the American ship BETSY WALK, New York, N.Y.
From Secretary of the Navy, Navy Dept, June 9, 1803.
The ship BETSY WALK which it appears was sold by Mr. Wheeler of Norfolk to Mr. George McIntosh by your order, has been chartered by the Agents of this dept. at Norfolk, for the purpose of transporting naval stores to Algiers. The Agent informs me, that she has been detained by the French Consul at Norfolk, in consequence of an alleged insufficiency in the authority given by you to Mr. Wheeler to sell her.
This is a subject of considerable importance to the American Government, which I hope will excuse the liberty I take of requesting that you will be pleased to transmit immediately to Mr. Wheeler, all the requisite papers and vouchers to substantiate the sale. I am the more anxious on this subject since we cannot in season procure another vessel of a description suitable for the purpose for which the BETSY WALK has been chartered.

On 12 Sept. (1803) the U.S. ship BETSEY WALK, Capt. Miles Reddick, from Norfolk out seventy days arrived with a load of timber and JM’s letter of 31 May 1803. The cargo consisted of “8 Oak water wayes / 10 Pieces Stern post & Clamps / 10 oak breast hooks / <?> Cut water / 100 floor timbers, Strait timber / 20 Hawze timbers / 85 Pine beams / 166 4 inch Oak Plank / 7—Six inch Oak Plank / 131—two inch Pine Plank / 120 Casks of Spikes / 40 barrels of lamb [lamp?] black / 4 logs & 10 boards of Mahogany / one trunk of dry goods / One box Containing 3 Telescopes / One tierce of Sugar / One hhd. Pepper / Three barrels of Coffee / five Cages for redbirds / 3 Squirrels & Cages / Six Boxes & one hhd. of China.” “I had prepeared The requisite Persons to prevent The deys great Squalls on account of Bringing no Powder Cordage or Canvass. The Spikes were damaged by Salt water The floor timbers were Strait, and only Calculated for Gun Carriages—They Should have been Crooked timber and The Note attended to—The wood in General was The best Cargo of timber They ever recd. from The UStates.” Also on board as a private account were “Twenty one barrels of tar / 40 barrels of Pitch / 76 dozen of Handspikes / 23 Thsd. two hundred & Thirty hhd Staves.” This cargo was landed between 13 and 30 Sept. 1803. The freight charge amounted to £2,044. “The Cargo as pr. invoice Cost in the U States … 10898 dollars—The articles taken to aid The annuities Cost at Norfolk 1126$—which Sums—together makes—The amt. of The Cargo to be 12024$—The articles to grease The wayes prevent Squalls on acct of no Powder Cordage or Cables Sent is 1712$ which deducted—leaves a Cargo The Cost in The U States to Ansr. on The Annuities to The Amt of—10312$.”

New York Evening Post 28.10.1804
Gibraltar, October 22 (1803). Arrived the American ship BETSEY WALK, Riddick, 9 days from Algiers.

1804

Barbary war  1801-1805

To lieutenant Isaac Hull, commanding U.S. brig ARGUS  from Secretary of the Navy,
Navy Department, February 9, 1804.
Since my letter to you on the subject of convoying the BETSY WALK (now called the WOODRUP SIM) I have received information that she has an Algerian protection against all the Barbary powers. As she has such a protection it may be unnecessary to afford her convoy – the subject however is still committed to the discretion of yourself and Mr. Gavino

Extract from journal of the U.S. brig ARGUS, Lieutenant Isaac Hull, U.S. Navy.
Wednesday 21st March 1804. Moored in Gibraltar Bay a.m., at 9 loosed sails to dry at 10 the wind increasing furled sails and veered the long service of both cables in the hawse. Arrived the ship WOODROP SIMS 30 days from Norfolk with stores for the squadron, latter part blowing heavy launched top gall masts.

To Secretary of the Navy.
From Lieutenant Isaac Hull, U.S. Navy.
United States brig ARGUS, Gibraltar Bay, 22nd March 1804.
Sir, I have been honoured with your letters of 24th January and 9th February by the WOODRUP SIMMS, which vessel arrived here last evening. i have since consulted Mr. Gavino on the subject of giving her convoy, and have determined, as everything is perfectly tranquil on this station, and the ARGUS ready for sea, to sail immediately for Syracusa, with the ship under convoy, and shall make every exertion, to return to my station as soon as possible.

To captain Edward Preble, U.S. Navy,
From John Gavino, U.S. Consul, Gibraltar.
Gibraltar, 22nd March 1804. Dear Sir, Although I had nothing new, I wrote you on the 3rd instant under cover to Governor Ball with sundry enclosed re an English convou. And the 17th by the ship WOODROP SIMS captain Miles Reddick who arrived yesterday from Norfolk, with a cargo of provisions for the use of your squadron, and have directed her to proceed to Syracuse to Mr. George Dyson, to whom I now enclose Bill of Lading and Invoice. She goes convoyed by the ARGUS captain Hull. As nothing new occurs here yet I think it should be proper some state vessel was on this station as two Imperial brigs of war are in the seas to protect their trade against the Emperor of Morocco. He will avail himself of this pretext to fit out his cruisers, and after play a trick upon such nation as may be unguarded.

Extract from journal ARGUS.
Thursday 22 March 1804. Moored in Gibraltar Bay, loosed sails and got the T.G. masts on end, fired a gun and made the signal for the WOODRUP SIMS to weigh. Sent 8 men to assist her got under way. The wind hauling to the eastward obliged her to anchor again furled sails employed stowing away provisions.
Friday 23rd March. These 24 hours commence with moderate breezes from the eastward, got  the WOODROP SIMS under way at ½ past 8 p.m, unmoored and at 9 weighed and proceed out of the Bay having the ship under convoy.

To captain Edward Preble, U.S. Navy,
From John Gavino, U.S. Consul, Gibraltar
Gibraltar, 4 April 1804. Dear Sir, I have not heard form you since my last respects to you under date 22nd ult. Re the victualing ship WOODROP SIMS, capt. Reddick, who proceeded for Syracuse under convoy of the ARGUS captain Hull to whom I advanced supplies to the amount of $ 1069-10-.

To sailing master Humphrey Magrath, U.S. Navy, of U.S. brig ARGUS.
From captain Edward Preble, U.S. Navy.
Syracuse Harbow, U.S. ship CONSTITUTION, 16th April 1804.
Sir, Agreeable to your request to return to the U.S. for the recovery of your health, you are hereby permitted to return in the store ship BETSEY WALK.

To lieutenant Charles Stewart, U.S. NAVY, commanding U.S. brig SYREN.
From captain Edward Preble, U.S. Navy.
Syracuse Harbor, U.S. ship CONSTITUTION, April 22d 1804.
Sir, You will sail immediately to join the squadron in the blockade of Tripoly, take under convoy to Malta the ship WOODROP SIMMS and your prize, which you will see safe into that port, and if necesary you may stop 24 hours at Malta to arrange the business of the prize, but no longer. Cruize off Tripoly until I join you with this ship. Station the ARGUS and ENTERPRISE to the westward of the town and take your station with the VIXEN to the eastward of it, until farther orders.

Extract of diary of captain Edward Preble, U.S. Navy, commodore of U.S. squadron on the Mediterranean.
Sunday 22 April 1804. At 10 a.m. the WOODROP SIMS store ship sailed for Malta, with her cargo. A report that the French intend to take possession of this place induces me to devide our provisions and stores by sending that ship to that place. The SYREN sailed on a cruize off Tripoly, with orders to see the store ship into Malta.

To Tobias Lear, U.S. Consul General, Algiers,
from Richard O’Brien, on board u.s. schooner ENTERPRIZE.
Extract of remarks written at sea, 24 April 1804.
The SYREN sailed with us and is intended for Malta in order to convoy a Greek Russian ship a prize to the SYREN and NAUTILUS, and to convoy the WOODROP SIMS, capt. Reddick, a store ship from the U. States for the fleet.

Extract of log book U.S. frigate CONSTITUTION Sunday 22 April 1804.
Noon moderate breezes. At 10 a.m. sailed on cruise off Tripoly the U.S. brig SYREN, She took under convoy fort Malta the WOODROP SIMS store ship. The ENTERPRIZE sailed from this port bound to Tunis with Consul Obrien. Sailed also the NAUTILUS where she is ordered to receive some repairs.

Extract of journal U.S. Brig SIREN of 18 guns Sunday 22 April 1804.
Commences with light airs and variable. At 6 a.m. hoisted in the barge. The Commodore made signal for us and the ENTERPRIZE to get under way. At ½ past 7 the ENTERPRIZE weigh’d anchor and stood out of the harbour (Syracuse), made signal for our convoy to get under way. ½ past 10 wind haul’d to the E weigh’d and stood out of the harbour.
The NAUTILUS’s prize and our ship under convoy with the store ship WOODRUP SIMMS ahead. At (our prize ship) not being able to beat out of the harbour, wore round stood in and came to an anchor – saw the NAUTILUS under way coming out.

Extract of journal U.S. Brig SIREN  23 April 1804.
Beating out of the bay. At ½ past 8 came too in the harbour of Malta in 10 fathoms with the store ship – at 10 furld all sail and hoisted out the barge.

To Tobias Lear, U.S. Consul General, Algiers, from Richard O’Brien, on board U.S. schooner ENTERPRIZE.
Extract of remarks written at sea. 24 April 1804
Dear Sir,
The SYREN sailed with us and is intended for Malta in order to convoy a Greek Russian ship a prize to the SYREN and NAUTILUS and to convoy the WOODROP SIMS, capt. Reddick a store ship from the U. States for the fleet.

Extract from diary of captain Edward Preble, U.S. Navy, Commodore of U.S. Squadron in the Mediterranean, Sunday 29 April 1804.
About one mile from Valette I embarked in the cutter for Malta, where I found the store ship WOODROP SIMS safe arrived. I also found here the brig ST. F. CRUSIFISO prize to the NAUTILUS and the POLACRE prize to the SYREN; both reported to me not to be sea worthy to cross the Atlantic Ocean. Desired the Agent to haul the brig up, until farther orders and directed the prize master to take passage with the dispatches in the store ship.

Extract FROM diary of captain Edward Preble, U.S. Navy, commodore of U.S. squadron on the Mediterranean. Thursday, 7th June 1804.
Mr Higgins reported the cargo of provisions and stores delivered by vessel BETSEY WALK, capt. Reddick, was very much damaged, deficiënt, and in very bad order.

To captain Edward Preble, U.S. Navy,
From Master Commandant Charles Stewart, U.S. Navy.
Report of the proceedings, occurrences etc. of the U.S. brig SIREN, 13 June 1804.
Sir. Pursuant to your order of the 22nd April we sailed at 8 a.m. the ships WOODROP SIMMS and MADONA CATAPOLIANE in company – the wind setting in preventing the prize from getting out and I accordingly proceeded with the WOODROP SIMMS for Malta, which place we arrived at the 23rd.

To Secretary of the Navy, from Capt. Edward Preble, U.S. Navy.
Messina, July 5th 1804. The provisions that came out in the WOODROP SIMS (opm: in Malta) was delivered in excessive bad order. Many of the casks of rice, butter etc were without heads and some not half full. The beef and pork badly hooped and without pickle, the canvass was almost every bolt damaged and the twine wet and rottedn, so much so indeed, as to renden both useless for sails. The damage has been occasioned by careless and bad stowage in a leaky ship.

To Daniel Bedinger, Navy agent and Superintendent of Navy Yard, Norfolk, Va,
From Secretary of Navy.
Navy Dept. August 31, 1804. I this morning received your letter of the 26th inst. enclosing Mr. Higgins receipt for the cargo of the WOODROP SIMS (ex BETSY WALK), a letter from captain Reddick to Mr. Geo McIntosh, also a letter from Mr. McIntosh to you – all which are herewith returned to you.
Mr. Higgins certificate establishes the fact that a considerable part of the cargo of the WOODROP SIMS was damaged when delivered at Malta, also that there was a deficiency in quantity in some of the articles. As you have not transmitted to me a satisfactory account of the manner in which this damage was sustained and deficiency occasioned, my conduct must be governed by the charter party and Mr. Higgins certificate the only official papers in my possessions – I cannot therefore authorize any further payments to the owners of the WOODROP SIMS for the freight of her cargo.
I observe that Mr. McIntosh states to you his conviction of the entire correctness of the circumstances stated in captain Reddicks note to him and grounds his conviction principally upon the circumstance of the articles sent out by him on his own account (consisting of tierces of coffee, of loaf and clayed sugars, pepper, tobacco and rum) being delivered in good order. I mention this circumstance not with a view to examine capt. Reddicks evidence or Mr. McIntoshs conviction, but to enquire how it came to pass that Mr. McIntosh was permitted to send out his own vessel chartered exclusively for the public purpose, and adventure of his own – my letters to you of the 22nd December 1803 and 10th and 24th January 1804 are considered perfectly explicit.
By the letter of the 22nd December you were requested to procure a vessel on public account and the articles to be sent in her to the Mediterranean were designated. By the subsequent letters you were expressly directed to fill the ship with public stores. The extreme impropriety of suffering any private individual in a vessel chartered exclusively for public purposes must be apparent to you.

1805

WOODROP SIMS, capt. John P. Davis, sailed Norfolk 21.03.1805; at Bordeaux 10.05.1805, at Charleston 28.06.1805, (other source: carrying 40 hogsheads of vintage 1802 Claret champagne in cases of 12 bottles each, ‘old’ Lafitte in cases of 12 pint and half bottles each, as well as in cases of 34 pint and half bottles each, and 292 hogsheads of ‘cargo wine’).

1807

Federal Gazette & Baltimore Daily Advertiser 13.11.1807
Lloyd’s List September 29. WOODROP SIMS, at Falmouth, Virginia
The ship WOODROP SIMS, Haines, has arrived at London from Virginia.
Federal Gazette & Baltimore Daily Advertiser 18.12.1807
From Capt. House’s Marine List. The WOODROP SIMS,Haynes, of this port chartered for Charleston, to sail the 20th November.

1811

New York Evening Post 22.05.1811
Arrived ship WOODROP SIMS, Bryant, 5.. days from London.

1818

Niles Weekly Register 1818.07.00
“Spanish America” – no longer we trust.
Great and glorious news. – The ship WOODROP SIMS arrived at Baltimore on Wednesday last, in the short passage of 55 days from Buenos Ayres – capt. Jenkins informs that the United States frigate CONGRESS was to sail from that port about the 1st May.

1819

RC 120619
Rotterdam, den 11 juni. Den 10, des morgens, arriveerde het schip WOODRUP SIMS, kapt. J. Sulger, van Savanna.
RC 060719
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndrecht en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als lasthebbenden van hunne Principalen, en geauthoriseerd door de Regtbank van Koophandel, en na gedane aangifte bij de Ontvanger der Registratie, zijn van mening, op donderdag den 15 juli 1819, des namiddags ten vier uren, in het Logement genaamd Het Badhuis, in de Boompjes, publiek te veilen: het Fregatschip, genaamd WOODRUP SIMS, gevoerd door kapitein J. Sulger, te Rotterdam gemeten, lang circa 93 voeten 3 duimen, wijd 24 voeten 6 en 1 half duimen, hol 16 voeten 3 duimen, of 181 lasten, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere Scheeps-gereedschappen, zo als hetzelve thans is liggende aan de kaai der Boompjes, nabij het Bolwerk; kunnende aldaar daags voor- en op de dag van de veiling door een ieder worden bezigtigd. Iemand nader onderrigting begerende, spreke de gemelde makelaars. (opm: gekocht door Hudig en Blokhuyzen, Rotterdam; nieuwe naam MARY, kapt. William Alexander)

Op 30 november 1819 werd de eerste zeebrief en Turkse Pas aangevraagd ten behoeve van de MARY door Reyn Varkevisser & Dorrepaal, Rotterdam, voor kapt. William Alexander.
Op 3 december 1819 werd opnieuw een zeebrief aangevraagd voor de MARY.
Kennelijk waren nog steeds niet alle formaliteiten vervuld, want eerst op 8 december 1819 werden een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas voor de bestemming Batavia verstrekt voor de MARY, aangevraagd door Varkevisser & Dorrepaal, Rotterdam, voor kapt. William Alexander.

1821

RC 010321
Rotterdam, 28 februari. Volgens nadere berichten van Batavia van den 21 oktober 1820 was aldaar gearriveerd J. Bruhn, van Amsterdam, en vertrokken het schip MARY, W. Alexander, naar Rotterdam.
RC 160621
Rotterdam, 13 juni. Den 14 zeilden BRUNSWICK, T. Bevan, naar Baltimore; HESPERUS (opm: brik), W. Rijnbende, naar Surinamen; de MEDUSA, N. le Rossignol, naar Jersey; Zr.Ms. fregat van oorlog DE SCHELDE, kapt. J.M. Polders, en MARY, W. Alexander, naar Batavia, en arriveerden FAVORI, G.J. Brandt, van Riga; ANNA DOROTHEA, H.N. Davids, van Randers; kapt. Macdonough, met de brieven van den 13, van Harwich. De wind O.N.O.
RC 190621
Rotterdam, 18 juni. Den 15 arriveerde te Helvoetsluis het schip de GOEDE TROUW, K.J. Masker, van Cette (opm: Sète).
Den 16 zeilden MARY, W. Alexander, naar Batavia; EGMOND, T. Scottland, naar Montrose; de VROUW ANNAGINA, S.H. Spelde, naar Liverpool,

1822

RC 300322
Rotterdam, 27 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 maart:
Te Liverpool is gearriveerd VLASBLOEM (opm: kapt. Gerardus Hulshof[f]);
te Batavia den 7 december 1821 VROUW CATHARINA ELIZA (opm: fregat DE VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Amsterdam, en den 8 MARY, Alexander, van Rotterdam;

1823

DC 270223
Hellevoetsluis, 21 februari. Den 22 dito. Gisteren na posttijd arriveerden uit zee MARY, kapt. W. Alexander, en BATAVIA, kapt. M.W. Harris, beide van Batavia, de laatste van Plymouth.

1824

BC 140224
Te Batavia zijn onder meer aangekomen:
Den 7 februari het schip CORNELIA, kapt. S.H. Veer, den 7 september 1823 van Antwerpen met 4 passagiers.
Den 8 februari het schip MARY, kapt. W. Alexander, den 11 september 1823 van Rotterdam met 8 passagiers.
BC 150524
Advertentie. Op den 8 mei 1824 overleed te Batavia, na een ziekte van slechts weinige dagen, Wm. Alexander, in leven gezagvoerder van het Nederlands schip (opm: fregat) MARY, wordende zeer betreurd door allen, die hem gekend hebben. (opm: geen ondertekening)
BC 220524
Den 16 mei arriveerde te Batavia het schip JORINA, kapt. F. van Duyvenboden, de 19e december 1823 van Rotterdam vertrokken, en den 17 dito het schip DELPHINA (opm: driemaster, Gent), kapt. J. Boelen, van Amsterdam den 11 januari met passagiers en Zr.Ms. troepen, en het schip CHRISTINA BERNARDINA, kapt. H.H. Zeylstra, den 15 januari van Amsterdam.
Den 17 mei is van Batavia vertrokken het schip MARY, kapt. H.B. Voss, naar Rotterdam.
OHC 121024
Amsterdam 11 oktober. Te Helvoet is binnen gekomen het schip (opm: fregat) MARY, kapt. H.B. Voss, van Batavia.

1825

Op 13 mei 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARY, aangevraagd door Varkevisser & Dorrepaal, Rotterdam, voor kapt. J. Palm.

DC 160625
Hellevoetsluis, 13 juni. Heden zeilde in zee: MARY, kapt. J. Palm naar Batavia. De wind NO.

1826

BC 040126
Van Batavia vertrokken schepen:
Den 28 december de brik PEENHOEY, kapt. Lie Kaypiet, naar Timor-Koepang;
den 30 december de brik HIAPIOEH, kapt. Lim Konghoey, naar Pekalongang;
den 31 december het schip CAROLINA EN JACOBA, kapt. W. MacDonnald, naar Banka met Zr.Ms. troepen, de brik NEDERLANDER, kapt. H. Batten, naar Soerabaija met een passagier, en de brik DE JONGE CASPARUS, kapt. Abdul Rachman, naar Cheribon;
den 1 januari het schip MARY, kapt. J. Palm, naar Rotterdam met een passagier, en de brik HARRIET, kapt. G. White, naar Soerabaija met een passagier,
DC 010626
Hellevoetsluis, 26 mei. Den 29 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: MARIJ, kapt. J. Palm en VROUW MARIA, kapt. T. van den Berg, beiden van Batavia;

1827

Op 18 augustus 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARY, aangevraagd door Varkevisser & Dorrepaal, Rotterdam, voor kapt. H.B. Voss.

RC 290927
Rotterdam, 28 september. De 27e, des morgens, zeilden van Helvoetsluis Zr.Ms. brik van oorlog VALK, luitenant van Es; MARY, kapt. H.B. Voss, naar Batavia.

1828

JC 120228
Batavia, 9 februari. Heden arriveerde alhier het schip MARY, kapt. H.B. Voss, met Zr.Ms. troepen, den 27 september vertrokken van Rotterdam.

1829

JC 290829
Den 26 augustus is te Batavia gearriveerd het schip MARY, kapt. H.B. Voss, met een passagier, den 10 mei van Rotterdam vertrokken.

1830

RC 020330
Rotterdam den 1 maart. Den 28 passato, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ROME, kapt. B. Deyer, van Savannah, zijnde na visitatie van de quarantaine ontslagen, en is op de haven aangekomen MARY, kapt. H.B. Voss, van Batavia.
RC 030730
Advertentie. Het Contract van Associatie met wijlen den heer J.H. Dorrepaal en den heer J.H. Hodges geexpireerd zijnde, zullen de zaken van Reijn Varkevisser, Dorrepaal en R. & G. Varkevisser, Dorrepaal & Hodges door ons worden gelikwideerd, als daarmede uitsluitend belast; terwijI de commisiehandel op denzelfden voet wordt voortgezet door de heren G. Varkevisser Rzn., A. M. Varkevisser en J.H. Hodges, onder de firma van Varkevisser en Hodges, blijkens de circulaire.
Rotterdam 1 juli, 1830.
R. Varkevisser,
G. Varkevisser R. Zn.
OHC 030730
Advertentie. N. Montauban van Swijndregt, H. Montauban van Swijndregt en F. van Dam, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag den 6e juli 1830 des namiddags ten vier ure, in het logement Het Groot Hotel van Engeland, te veilen: Het buitengewoon snelzeilende Nederlandse gekoperde tweedeks-fregatschip, genaamd MARY, lang 28 el, wijd 6,31 el, hol 4, 37 el, en alzo groot 182 lasten, volgens meetbrief, met al deszelfs rondhout, staande en lopende wand, ankers, touwen, zeilen en verdere zeer complete inventaris, zoals hetzelve thans is liggende in de Zalmhaven, achter de scheepstimmerwerf genaamd de Naarstigheid, en kunnende daags voor en op den dag der veiling door een ieder te worden bezichtigd.
  NB. Voorgeschreven schip, nu onlangs van Batavia geretourneerd, heeft deszelfs lading in de beste orde uitgeleverd, en is zeer geschikt voor de vaart op de Oost- en Westindiën.
(opm: het schip, bouwjaar 1794, werd gekocht door C. & A. Vlierboom en kreeg MAASSTROOM als nieuwe naam onder kapt. J. de Gorter)

Op 7 juli 1830 werd de zeebrief van de MARY, kapt. H.B. Voss, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met de vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 8 juli royement volgde.

RC 220730
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Suriname, het snelzeilend gekoperd Nederlands tweedeks pinkschip de MAASSTROOM (opm: in de respectieve koopaktes omschreven als een fregat), kapt. Jacob de Gorter, alsmede voor passagiers.

Op 17 augustus 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MAASSTROOM, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. J. de Gorter.

RC 141030
Rotterdam, 13 oktober. De 11e dezer, des namiddags, zeilden van Helvoetsluis ANTHONY, kapt. A. Schaap, BATAVIA, kapt. M. Azon Jacometti en DE VIER GEBROEDERS, kapt. J.C.F. Lupcke, naar Batavia; de MAASSTROOM, kapt. J. de Gorter, naar Suriname.

1831

RC 171131
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia, om spoedig te vertrekken, het snelzeilend gekoperd Nederlands tweedeks pinkschip DE MAASSTROOM, gevoerd door kapt. J. de Gorter; biedende hetzelve zeer geschikte gelegenheid aan om passagiers derwaarts over te voeren. Men adressere zich ten kantore van Kuijper, Van Dam & Smeer en Hudig en Blokhujizen, alsmede bij de kapitein aan boord.
AC 291231
Hellevoetsluis, 27 december. Vertrokken: Zr.Ms. korvet DE MEERMIN, kapitein luitenant Diemer, naar Batavia; HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, naar Batavia; BATAVIA, kapt. A. Schaap, naar Batavia; ZUID HOLLAND, kapt. P.S. Schuil, naar Batavia; MAASSTROOM, kapt. J.D. Gorter, naar Batavia; KORTENAAR, kapt. H. Glazener, naar Batavia; HARMONIA, kapt. P. Rijnbende, naar Batavia; ADRIANUS JACOBUS, kapt. J. Parlevliet Fz., naar Batavia; D’KOEK, kapt. J.M.F. Flemming, naar Batavia; ALEXANDER, kapt. A. Cassia, naar Suriname; MARIA, kapt. E. Reyns, naar Suriname; COMMERCE, kapt. R. Gibbs, naar Londen.

1832

JC 260532
Batavia, 25 mei. Heden arriveerde alhier het schip MAASSTROOM, kapt. J. de Gorter, den 28 december (opm: 1831) vertrokken van Rotterdam.
JC 030732
Ter rede van Batavia liggende schepen:
Zr.Ms. wachtschip ORESTES, Zr.Ms. roei-kanonneerboot No.10, de koopvaardijschepen SURINAME, JAPAN, MAASSTROOM, MARQUIS OF HASTING, HELENA CHRISTINA, MERCURY, FATHAL RACHMAN, IDA ALYDA, PEKALONGANG, BATAVIA en OEY SINJO, de brikken CLARA HENRIETTA, INGSOEN en GOANLIE, de schoeners SERIUS en SOTTIE, en zeven buitenlandse schepen.
RC 161032
Rotterdam, 15 oktober. Te Batavia lagen ter rede Zijner Majesteits wachtschip ORESTES, Zr.Ms. roeikanonneerboot No. 10, en de koopvaardijschepen SURINAME, JAPAN, DE MAASSTROOM, MARQUIS OF HASTINGS, HELENA CHRISTINA, MERCURY, IDA ALIJDA, BATAVIA, brik CLARA HENRIETTA, Engels schip EUCHANTORSS, brik EARL, Amerikaanse brikken PALESTINE, KENT en COLON, Hamburgs schip FLORA.
RC 291132
Rotterdam, 28 november. Te Batavia lagen ter rede Zr.Ms. wachtschip ORESTES, korvet AMPHITRITE en roeikanonneerboot No. 15, schepen DE MAASSTROOM, IDA ALYDA, MARIA, DE ZEEUW, BATAVIER, CAROLINA JACOBA, MERCURY, DE VEREENIGING, brikken DE ONDERNEMING, HARRIET, ONDERNEMER, CLEMENTINE, CLARA HENRIETTA, Engels schip EUCHANTORSS en brik FAITH, Amerikaans schip FORUM en Hamburgse brik CONCORDIA.

1833

JC 010133
Ter rede van Batavia liggende de koopvaardijschepen MAASSTROOM, JESSY, l’ESPERANCE, CAROLINA JACOBA, MERCURY, GRACE, SCHOON VERBOND, BOEROONG en ROSALIE, de brikken GOAN OAN, TWEE GEBROEDERS, INDRAMAIJOE, CLEMENTINE, BETSY, FATAHILWAHAP, en ONDERNEMING, de schoeners INDUS, GOANHIEN, MAINE, en de barken REMBANG, MATHILDA, LE CHARLES, en NEDERLANDER, benevens een Engels, een Amerikaans en een Hamburgs schip.
AH 050133
Scheepstijdingen. Batavia, 23 augustus. De MAASSTROOM, kapt. J. de Gorter die de 9e naar Rotterdam uitzeilde, is in lekke staat naar Anjer teruggekeerd en zal waarschijnlijk moeten wederkeren om op Onrust onderzocht te worden.
AH 050233
Scheepstijdingen. Men meldt van St. Helena, d.d. 11 december, dat het schip de MAASSTROOM, kapt. Jacob de Gorter, van Batavia naar Rotterdam bestemd, te Batavia afgekeurd is. (opm: het voormalig Amerikaans fregat WOODROP SIMS, ex-Nederlandse MARY, bouwjaar 1794; zie ook RC 300333)
RC 300333
Rotterdam, 29 maart. Uittreksel uit de Lloydslijst van 26 maart.
De MAASSTROOM (opm: kapt. J. de Gorter, zie AH 050233), naar Rotterdam bestemd, is de 23e november te Batavia verkocht voor 5.000 guldens en de tuigage en inventaris voor 10.000 guldens (opm: zie AH 050233).

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.35
__________________________________________________

Bijlbrief / Acte van aan-/verkoop
Naam schip: WOODRUP SIMS,
thans te noemen MARY

Plaats en datum acte koop/verkoop, 20 juli 1819

Soort schip fregat

Te voeren door kapt.

Bouwwerf / verkoper Jan Hudig en Cornelis Gerbrand Blokhuyzen, handelende onder de firma Hudig & Blokhuyzen, kooplieden te Rotterdam

Eigenaar / aankoper Reijn Varkevisser, in naam van zijn sociëteit van negotie firma Reijn Varkevisser & Dorrepaal, kooplieden te Rotterdam

Groot volgens meetbrief, in tonnen 181 lasten van 2 tonnen
(meetbrief Rotterdam 29 juni 1819)

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 88 voet 2.10/12e duim, breed 24 voet 6. 6/12e duim,
diep 16 voet 9.1/12e duim

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en nummer van registratie Rotterdam, folio 192, verso, vak 2 en 3, deel 9

Datum van registratie 22 juli 1819

Notaris Jan Martinus Beyerman, notaris te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 3150,-

Bijzonderheden: Hudig & Blokhuyzen verklaren het schip in volle eigendom te bezitten, zijnde in openbare veiling te Rotterdam ten overstaan van de makelaars N.&H. Montauban van Swijndregt & F. van Dam door hen gekocht op 15 juli 1819. (schip lag te Rotterdam aan de Boompjes)
Opm. naam WOODRUP SIMS is niet erg goed leesbaar.






Researcher/datum research ML/150906

Naam MARY
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1819
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.246 Foto DVD II – 61 en 62 __________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: MARY, thans de MAASSTROOM

Plaats en datum acte openbare veiling, Rotterdam, 6 juli 1830

Soort schip gekoperd Nederlands fregat

Bouwwerf / verkoper firma Reijn Varkevisser en Dorrepaal, kooplieden te Rotterdam, in liquidatie

Gevoerd door kapt. H.B. Voss (?)

Eigenaar / aankoper firma C. & A. Vlierboom, kooplieden en reders te Rotterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief, afgegeven 4 mei 1830 te Rotterdam: 343 tonnen of 182 lasten

Tuigage en aantal dekken 2 dekken

Afmetingen lang 28 m., breed 6,31 m., hol 4,37 m.

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 8 juli 1830

Nummer van registratie deel 5, blad 46, vak 6

Notaris Wilhelmus Johannes Rietstap, griffier rechtbank Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 9.525,-

Bijzonderheden: de veiling werd door Nicolaas & Hubertus Montauban van Swijndregt, en Frederik van Dam gehouden in het Groot Hotel van Engeland, Rotterdam. Het schip lag toen in de Zalmhaven te Rotterdam.
Reijn Varkevisser & Dorrepaal hadden het schip gekocht van de heren Hudig & Blokhuyzen te Rotterdam, volgens acte van 22 juli 1819 voor Jan Martinus Beijerman, notaris te Rotterdam.


Researcher/datum research ML/070207

Naam MAASSTROOM
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1830
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, Verbalen zeebrieven diverse bestanden
N.A. Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.56.65.35
N.A. Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.56.65.246
Naval documents related to the United States Wars with the Barbary Powers, Volume II – IV
Naval operations including diplomatic background from April 10 to September 6, 1804
De heer Axel Kühn, Karlsruhe
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordrechtsche Courant
JC = Javasche Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant