Familiegegevens en opleiding
Leendert Willemsz. Spaanderman werd gedoopt te Katwijk op 06 januari 1771 als zoon van Willem Cornelisz. Spaanderman en Dirkje Leendertsd. van Duijvenbode. Hij trouwde te Katwijk in 1796 met Annetje Dirksd. den Haas . Hij overleed op 02 november 1822 te Liverpool.
Het Notarieel Archief Rotterdam op 21 oktober 1814 vermeldt hem als schipper op De Vriendschap. Bij zijn overleden was hij kapitein op de kof De Industrie054-166.
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman
De schepen van de kapitein
Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Leendert Spaanderman op de:
“Vriendschap”, dd 26 juni 1815; 31 oktober 1818
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 04 december 1817114
Advertentie. R. Hoyman, T. van Olivier, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 3 december 1817, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd de VRIENDSCHAP, gevoerd door kaptein L. Spaanderman, lang 96 voet, wijd 21 voet 9 duim, hol in het ruim 10 voet 6 duim, alles Amsterdamse maat, breder bij inventaris en berigt bij de makelaars.
Familiegegevens en opleiding
Floris werd geboren op 24 augustus 1758 te “Kalansoog. (vermeld in de overlijdensakte)
Hij trouwde met Antje Jans Oepkes, geboren te Terschelling op 30 mei 1766 , huisvrouw van wijlen Floris van Duijvenbooden. Zij overleed op 09 augustus 1826 te Terschelling
Floris van Duijvenbooden overleed op 30 mei 1826 te Terschelling, oud-kapitein, 67 jaar
Het overlijden werd aangegeven door:
* Jan Jansz Oepkes, behuwdbroeder, 44 jaar, te Terschelling, kastelein;
* Pieter de Vries, gebuur, 54 jaar te Terschelling, oud zeeman
Spelling van de familienaam in:
* huwelijksakte van dochter Maartje op 03 juli 1813 te Terschelling als Duivenbode
* overlijdensakte van zoon Floris op 05 februari 1822 te Terschelleing als Duivenboden.
De aangifte geschiedde o.a. door een oom die ondertekende met M. van Duijvenboode
* huwelijksakte van dochter Antje op 05 september 1824 te Terschelling als Duijvenboode
* overlijdensakte van Antje Jans Oepkes op .09 augustus 1826. Als haar echtgenoot wordt vermeld de oud-kapitein Floris van Duijvenbooden
* inschrijving als lid van Zeemanshoop met van Duyvenboode
* vermelding in de notulen van Zeemanshoop als van Duyvenboode
* Bouma registreert hetm diverse keren als Duyvenbode
* De Amsterdamsche waterschout registreerde hem als F. van Duivenbode en Duivenboode
*
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.van Duyvenboode werd met vlagnummer 62 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop", maar verdere gegevens worden niet genoemd002. In de Algemen Ledenvergadering van het college op 21 juli 1824 wordt Floris van Duyvenboode (oud c.60 jaar, wonende op Terschelling, adres Texelse kade in het Harlinger veerhuis in Amsterdam) aangenomen als effectief lid op voordracht van "den president van dit kollege (i.c. Dirk Kraay). Zijn vlagnummer werd 62023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 10 juli 1825 staat: “De zaak van Kapitein F. van Duyvenbooden welke twee malen heeft gestort, en thans zijn been heeft gebroken, waarop is besloten denzelven in eene volgende vergadering uit tenodigen ten einde mede naar gelang der omstandigheden te kunnen oordeelen.” In de notulen dd 28 juli 1825 wordt gemeld dat hij is gehoord en dat een commissie nader zal adviseren. In de notulen dd 10 augustus 1825 wordt gemeld dat aan hem een uitkering ad f 6,- per week is toegekend “tot tijd en wijle hij wederom een schip verkrijgt of op eene andere wijze f 300,- ’s jaars of meer mogt komen te verdienen.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van het college op 20 juli 1825 wordt melding gedaan van het verzoek van Floris van Duyvenbooden om een uitkering omdat hij zijn been heeft gebroken en geen dienst kan doen042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 13 juni 1826 staat de melding van de weduwe van kapitein F. van Duyvenbooden (dd Terschelling 01 juni 1826) dat haar man is overleden. In de notulen van 29 juni vraagt de weduwe F.van Duyvenbooden, geb. Antje Jans Oepkes, om een pensioen van f 30,- per maand. Per 27 juli 1826 constateert het Bestuur dat de weduwe niet de acte van voortdurende deelneming heeft overgelegd, die aan alle leden is uitgereikt. Het verzoek wordt derhalve afgewezen. In de vergadering dd 31 augustus 1826 wordt vermeldt dat de weduwe van Duyvenbooden is overleden en de aanvrage niet langer opportuun is. 042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 01 maart 1825 wordt melding gemaakt van een missive van kapitein F.van Duyvenbode
"... communicatie gevende, zich ter plaatse te bevinden, doch in zulke een staat, die dezelve verhinderd deze wekelijksche vergaderingen te kunnen bijwonen; eene ongelukkige val op den 21e december Ao jongstleden hem overgekomen, waarbij hij zijn linkerheup bezeerd heeft, alzoo zich moeten behelpen op krukken, om zich met moeite te begeven, waar deszelfs pligt hem kome te vorderen"023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop" van 21 juli 1824 wordt melding gemaakt van het pinkschip "Maria Johanna" onder gezag van kapitein Floris van Duyvenboode "gedestineerd naar Riga"023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
62 1826 geen opgave van s chip en boekhouder
In 1824 was F.G.van Duivenbode gezagvoerder van het Rotterdamse fregat de "Jurrina" (306 lasten). De boekhouders waren Reijn, Varkevisser & Dorrepaal012.
Bouma025 vermeldt F.G.van Duyvenbode als gezagvoerder gedurende:
* 1823 t/m 1824 op het fregat “Jurrina”, gebouwd in 1817, 570 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam; (kennelijk is Jurrina de juiste naam. Bouma vermeldt geen Josina resp Jorina
* 1827 t/m 1830 op hetzelfde schip en voor dezelfde reders
* 1829 t/m 1830 van het 3/mschip “Maria Johanna”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor H.Honig te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Floris van Duivenbo(o)de als gezagvoerder van de:
“Maria Johanna”, dd 24 februari 1815; 20 oktober 1815; 12 juli 1817;
“Twee Gezusters”, dd 27 oktober 1818
“Maria Johanna”, dd 05 oktober 1820; 18 mei 1821; 23 oktober 1821; 05 juni 1822, 01 mei 1823 en 19 juli 1824.
Het Archief van de Waterschout in Amsterdam bevat een monsterrol van de pink “Maria Johanna” onder kapitein Floris van Duivenbode uit Terschelling bestemd naar Riga gedateerd op 19 juli 1824.
Overige bijzonderheden
In het Gemeente Archief van Amsterdam is met nr.216-224 aanwezig een logboek van het fregat de "Josina", kapitein F.van Duivenboode, bestemming Nederlands Oost-Indië, januari-december 1824.
F.G.van Duyvenbode wordt vermeld zonder opgave van geboorte, trouw en overlijden. “Bekend in 1824 als kapitein op het 306 last metende fregat Jorina van de rederij Varkevisser en Dorrepaal te Rotterdam”. Hij voer de kapiteinsvlag nummer 62 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop054-316.
Rotterdamsche Courant 04 april 1820114
Advertentie. J. Tentije, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, G.J. Roland Holst, A. van der Sluis en H. Smit, makelaars, zullen, op maandag den 10 april 1820, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Pinkschip, genaamd DE TWEE GEZUSTERS, gevoerd door kapitein F. van Duijvenbode (opm: Floris van Duyvenbooden), lang 104 voet 5 en 1 halve duim, wijd 27 voet 8 duim, hol 15 voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars. (opm: voortaan MARIA JOHANNA)
Rotterdamsche Courant 04 april 1822114
Amsterdam, 2 april. Het schip (opm: pink) MARIA JOHANNA, kapt. F. van Duivenbode, van Cette (opm: Sète) naar Amsterdam, volgens onze vorige op de Spaanderbank geraakt, is, na het kappen van een anker en touw, welke men echter hoopt op te vissen, met behulp van drie vissers-vaartuigen, door de kapitein, op goede mannen zeggen aangenomen (opm: bij mondelinge overeenkomst), afgebragt; hetzelve is, niettegenstaande het geweldig stoten, digt gebleven en werd nog den 1 april te Amsterdam verwacht.
Familiegegevens en opleiding
Jacob Willemsz van Duijn werd gedoopt te Katwijk op 16 januari 1791 als zoon van Willem Jacobsz van Duijn en Aaltje Klaasd. van Kuyeren.
Hij trouwde te Katwijk in 1815 met Haasje Pietersd. Groen.
Hij overleed te Katwijk op 24 mei 1872. 54-023
Foto van kapitein J.van Duijn (nr.124) beschikbaar047.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.van Duijn, adres Boissevain & Co, werd met vlagnummer 487 effectief lid van Zeemanshoop per 03 september 1839 op voorspraak van P.Bakker. Zijn schip was de "Lucipara's"002. Ten tijde van de inschrijving was van Duyn 45 jaar. Toegevoegd is “Lid tot voeren der vlag” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 27 augustus/03 september 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacob van Duijn, oud 45 jaar, zullende voerend het schip Lucipara’s , wonend in Katwijk aan Zee, adres bij Boissevain & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Bakker023.
J.van Duijn was van 1848-1856 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Hij was lid van het Amsterdamse college Zeemanshoop met de vlagnummers 487/194, en van het Rotterdamse college Maatschappij tot Nut der Zeevaart met vlag R13654-023.
Jacob van Duin was met vlagnummer R136 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart van 1821/6 t/m 1857005. (ik weet niet of dit gegeven bij de juiste J.van Duin/Duyn staat en ook de einddatum klopt niet met opgaven in Sweijs!)
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 januari 1855 wordt door een lid bezwaar gemaakt tegen “een storting te ontvangen van kapitein J. van Duyn welke kennis heeft gegeven dat hij in commercieele betrekking is op reis gegaan naar Curaca.”
De schepen van de kapitein
Van 1822-1825 wordt hij vermeld als kapitein op de 114 last metende brik “Katwijk aan Zee”, varend voor de rederij Varkevisser & Dorrepaal. Vervolgens was hij kapitein op de kof “Mercurius”(1829-1836), de “Industrie” (1837-1838), de bark “De Amstel” (1839), de bark “Lucipara’s (1839-1845) en de bark “De Amstel” (1845-1852).
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
487 1839 fregat de Lucipara`s Boissevain en Co
1840-1844 fregat de Lucipara`s Boisevain en Kooy
1845-1851 bark de Amstel idem
1852-1853 geen opgave van schip en boekhouder
194 1854-1864 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J van Duyn/Duin als gezagvoerder gedurende:
* 1822 t/m 1829 op de brik “Katwijk”, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 388 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser en Dorrepaal te Rotterdam;
* 1829 t/m 1836 van de kof “Mercurius”, gebouwd in 1802, bouwlocatie niet vermeld, 75 ton o.m., varend voor van Duivenbode te Katwijk. Het schip werd in 1836 geveild te Rotterdam;
* 1829-1836 op de kof “Mercurius”, bouwjaar en -jaar niet vermeld, 92 ton o.m., rederij niet vermeld;
* (Bouma vermeldt niet een kapitein van Duijn/Duin als gezagvoerder van een schip met de naam “Industrie”).
* 1840 t/m 1845 op het fregat “Lucipara’s”, gebouwd in 1839 te Alblasserdam, 625 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam;
* 1846 t/m 1852 op de bark “Amstel”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 752 ton o.m. en varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In 1824 was J.van Duin gezagvoerder van de Rotterdamse brik de "Katwijk" (208 lasten, gebouwd in de Oostzee). De Boekhouders waren Reijn, Varkevisser & Dorrepaal012.
J.van Duijn verzorgde per 18 mei 1844 vanuit Nieuwediep met de “Lucipara’s” een troepentransport van 3 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 augustus 1844 na 100 dagen065.
Rotterdamsche Courant 11 oktober 1821114
In Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Batavia: alleen voor passagiers, het gekoperd Brikschip KATWIJK, kapt. Jacob van Duijn.
Rotterdamsche Courant 10 november 1821114
Rotterdam, 9 november. Van Helvoetsluis wordt ….
….Van den 9 wordt gemeld: de drie schepen, waarvan te voren gemeld, zijn POMERANIA, J.C. Wendt, van Wolgast, als bijlegger op order; JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, van Nieuwpoort; ANNA SOPHIA, F. Tupper, van Bergen; des namiddags zeilden ELIZABETH, J. Browlie, naar Glasgow; CATWIJK, H. van Duijn, naar Batavia, en arriveerde de KROONPRINS VAN ZWEDEN,, J. Peters, van Wolgast.
Rotterdamsche Courant 12 oktober 1822114
Batavia, 22 juni. Te Batavia is in het laatst van april of het begin van mei gearriveerd het schip de DRIE GEZUSTERS, M. Azon Jacometti, van Rotterdam, hebbende geen doden op deszelfs reis gehad, alsmede den 3 juni het schip de JONGE JACOBUS, J.J. Boon, van Rotterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop, en den 5 juni het schip DIJKZIGT, A. Schaap, van Rotterdam, laatst van Plymouth.
Ook waren er gearriveerd de schepen KATWIJK, J. van Duijn, en JORINA, T. van Duijvenbode, van Rotterdam, en de ARINUS MARINUS, J. Hahn, van Amsterdam, van welke het schip KATWIJK reeds den 21 juni de terugreis naar Rotterdam aanvaard had. De schepen JORINA en de JONGE ANTHONIJ, kapt. F. Azon Jacometti, waren den 26 juni naar Japan gezeild, en de schepen ARINUS MARINUS, de DRIE GEBROEDERS en DIJKZIGT zouden spoedig met troepen naar Borneo vertrekken…..
Rotterdamsche Courant 16 november 1822114
Rotterdam, 15 november. ….Den 14 arriveerden de VROUW JANTJE, W. Kuijt, en de GOEDE VERWACHTING (opm: kof), T.J. Nuisker, van Bordeaux, en KATWIJK (opm: brik), J. van Duijn, van Batavia.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
P.C.Stelling was van 1829 t/m 1830 gezagvoerder van de brik “Katwijk”, geen gegevens over bouwplaats en -jaar, 388 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam.
(Bron voor deze opgave niet genoteerd. Staat niet in de derde uitgave van Bouma025 maar is wel aan hem doorgegeven.)
Overige bijzonderheden
Geen
|