De brik BUDSTIKKEN (‘Boodschapper’) is gebouwd in Tønsberg, Noorwegen; door wie en wanneer is onbekend. De vroegste informatie die we hebben dateert van 1814, maar bewijst slechts het bestaan van de brik. Het schip was te klein om door Lloyd’s Register te worden opgenomen.
In de Cedule van 18 maart 1826 staat dat de brik NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET in Friedrichstaat (bedoelde men Friedrichstadt aan de Eider?) zou zijn gebouwd. Mogelijk is het schip aldaar op de helling gezet wegens schade, maar ‘gebouwd’ is onjuist.
De scheepsnaam NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET is een bron tot verscheidenheid.
Het woord NEDERLANDSCH wordt ook wel geschreven als NEDERLANDSCHE, TENERIFFE wordt soms als TENERIFE geschreven, en PAKET soms als PACKET.
1814 - 1815
PLDA 160714
Admiralty Court, 15 juli. BUDSTIKKEN, naam kapitein niet genoemd.
Dit schip voer onder Deense vlag, geladen met mais, en was onderweg naar Leith.
Het eigendom is hersteld.
(opm: dit betekent, dat het schip door de Engelse marine was opgebracht, verdacht van contrabande, maar door het Maritieme Hof in Londen was vrijgesproken)
SUF 060515
Woodbridge (52º05’NB 01º.19 OL’). Aangekomen BUDSTIKKEN, J.J. Kier, Noorwegen, planken enz.
1817 - 1818
RC 220317
Advertentie. J.H.A. Balwé, makelaar, zal, ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag den 31 maart 1817, des avonds ten 6 uren, in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, te Amsterdam, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd BUDSTIKKEN, gevoerd door kapt. C.C. Lie, lang over steven 61 voet, wijd 20 voet 8 duim, hol 12 voet 4 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris, zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. Te bevragen bij voornoemde makelaar.
De brik werd op 17 april 1817 onderhands voor 2.000 gulden verkocht aan koopman Jurrian Dullin en stuurman Hette Dirks, beiden te Amsterdam; de scheepsnaam werd JONGE IJBELTJE.
Op 31 mei 1817 verkreeg Jurriaan Dallin voor de JONGE IJBELTJE onder – nu – kapt. H. Dirks de eerste Nederlandse zeebrief. Op 2 juni gevolgd door een Turkse Pas voor de bestemming Cadiz.
Reeds op 27 januari 1818 werd de brik voor 1.500 gulden verkocht aan de Amsterdamse kooplieden Teyler, Van Hall, Kuijt & Co. en kreeg nu de naam CATHARINA. De specifiek in het koopcontract genoemde Noorse kapitein C.C. Tie werd vervangen door kapt. Jochem Hendrik Busch.
Het is dan ook zeer de vraag of de brik als JONGE IJBELTJE onder kapitein Dirks überhaupt naar zee is gegaan en daarmede van de zeebrief heeft gebruik gemaakt. Een monsterrol noch een enkele zeetijding van het schip is gevonden.
Onderstaande advertentie van 21 mei 1818 doet dan ook zeer vreemd aan. Tenzij Hette Dirks zich niet bij de verkoop met 500 gulden verlies (25%) heeft neergelegd en de kersverse eigenaars hebben gepoogd de brik snel door te verkopen, hetgeen in elk geval niet is gebeurd.
RC 210518
Advertentie. R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, A. van Hall en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 25 mei 1818, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd de JONGE IJBELTJE, gevoerd door kaptein Hitte Dirks, lang 61 en 1 half voet, wijd 20 voet 3 duim, hol 11 voet 6 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars en bij Van den Bey en Comp.
Op 9 oktober 1818 ontvingen Teijler van Hall, Kuit & Comp. voor de brik CATHARINA, kapitein Jochem Hindrik Busch, een nieuwe zeebrief alsmede een Turkse Pas voor Gibraltar en Cadiz.
Uit het feit dat er ruim acht maanden waren verstreken tussen aankoop en zeebrief, tezamen met de zeer lage aankoopprijs van 1.500 gulden, mag worden geconcludeerd dat de brik grote reparaties moet hebben ondergaan.
Op 15 oktober werd ten overstaan van de Waterschout te Amsterdam door kapt. Jochem H. Busch en zijn vier mede-opvarenden een monsterrol getekend voor de bestemmingen Cadiz en Gibraltar
RC 271018
Amsterdam, 25 oktober. Sedert onze laatste is uitgezeild K. Visman naar St. Thomas, T. Heijes naar Lissabon, J.H. Busch naar Cadix en Gibraltar (opm: brik CATHARINA) en B. Donema naar Londen.
1819
LL 080119
Gibraltar, 19 december. Binnengekomen de CATHARINA, kapt. J.H. Busch, van Amsterdam en Cadix.
LCO 240119
Amsterdam, 22 februari. Te Livorno is binnengekomen J.H. Busch (opm: brik CATHARINA), van Gibraltar.
RC 270719
Amsterdam, 25 juli. Den 3 juli is, na een reis van 63 dagen, te Lissabon lek binnengelopen het schip CATHARINA, kapitein J.H. Busch, van Livorno naar Amsterdam; zal denkelijk moeten lossen om te repareren. (opm: gelet op de aankomst in Texel eerst op 1 december zal de lading inderdaad zijn gelost)
LL 141219
Texel, 1 december. Binnengekomen de CATHARINA, kapt. J.H. Busch, van Livorno.
1820
De Turkse Pas werd conform de wet na het einde van de rondreis via de Directeur der Inkomende- en Uitgaande Rechten in Noord-Holland naar Den Haag opgezonden en op 5 januari geroyeerd.
Op 12 augustus 1820 werd de zeebrief van 9 oktober 1818 geroyeerd wegen verkoop van het schip. Deze zeebrief was opgezonden door R. Scherius te Amsterdam, wellicht een der participanten in de CATHARINA. Naast Jurriaan Dallin met 2/3e eigendom werd nu kapitein Cornelis Cornelisz Kleeff te Amsterdam voor 1/3e part eigenaar en tevens de nieuwe kapitein. De scheepsnaam werd gewijzigd in COERIER.
1821
Op 26 juni 1821 verkregen J. Dallin en C.C. Kleeff voor de COERIER onder kapitein Kleeff een nieuwe zeebrief alsmede een Turkse Pas voor de bestemming Genua en Livorno. Het schip was buitenslands gebouwd.
Op 20 juli 1821 tekenden de 5 opvarenden van de COURIER inclusief kapt. C.C. Kleeff in Amsterdam ten overstaan van de Waterschout een nieuwe monsterrol voor de bestemming Genua en Livorno.
RC 011121
Amsterdam, 30 oktober. Het schip de COURIER, C.C. Kleeff, van Amsterdam naar Genua en Livorno, zou, volgens brief van Genua van den 18 oktober, te Toulon met zware averij zijn binnengelopen.
LCO 261121
Amsterdam, 24 november. Te Genua is den 10 dezer binnengekomen C.C. Kleef (opm: brik COURIER), van hier. Dezelve moet naar Spezia verzeilen, om 40 dagen quarantaine te houden, alzo hij te Port Mahon is binnen geweest.
(opm: in die tijd bestond quarantaine uit 40 dagen; het woord quarantaine is van het Franse quarante, 40, afgeleid)
1822
RC 090222
Amsterdam, 7 februari. Te Genua is gearriveerd C.C. Kleef (opm: brik COURIER)
RC 051122
Amsterdam, 3 november. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen C.C. Kleef (opm: brik COURIER), G.J. Postema (opm: VROUW IKINA), van Bordeaux.
1823
In 1823 zijn van de COURIER geen gegevens gevonden. Kapitein Kleeff was na aankomst in Amsterdam in november 1822 al bedankt en kreeg nog diezelfde maand het commando over het fregat EMANUEL. Waarschijnlijk werd het brikje, gezien de slechte economische situatie, opgelegd in afwachting van verkoop. Die lukte in mei 1824.
1824
Op 26 mei 1824 verkocht Jurriaan Dallin, koopman te Amsterdam, voor 2.400 gulden de brik COURIER aan Anton Beruff, voormalig Nederlands consul-generaal op de Canarische Eilanden, doch thans wonend te Amsterdam. De brik kreeg als nieuwe naam NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET en Jacob J. Lausen als nieuwe kapitein.
Op 10 juni 1824 werd aan A. Beruff, Amsterdam, voor de NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET onder kapt. J.J. Lausen een nieuwe zeebrief afgegeven.
Op 14 juni 1824 werd tegenover de waterschout in Amsterdam een monsterrol getekend door de vijf opvarenden van de NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET, waaronder kapt. Jacob J. Lausen, voor een reis naar Teneriffe. De boekhouder was A. Beruff in Teneriffe; de Amsterdamse correspondenten waren Kuiper en Wilten.
1825
AC 280925
Amsterdam, 26 september. Door Alkmaar zijn langs het Noord-Hollandsch Kanaal gepasseerd: Den 24 september, de ZAANVLIET, kapt. Olfert Sijmons, van Bayonne naar Amsterdam; TENERIFFE PACKET (opm: brik NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET), kapt. J.J. Lausen, van St. Cruz de Teneriffe, naar Amsterdam.
1826
Op 4 maart 1826 werd de brik NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET door Anton Beruff voor 2.050 gulden verkocht aan Johann Peter Karthaus, koopman te Amsterdam. Scheepsnaam en kapitein bleven ongewijzigd.
Op 23 maart 1826 werd aan J.P. Karthaus, Amsterdam voor de NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET onder kapt. J.J. Lausen een nieuwe zeebrief en Turkse Pas afgegeven.
Op 28 maart 1826 tekende in Amsterdam kapt. Jacob J. Lausen met zijn vijf (bij uitzondering één meer dan tot nu toe) bemanningsleden een nieuwe monsterrol voor de NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET voor de bestemming Teneriffe. De boekhouder was Karthaus, Hasenclever & Comp.
RC 180426
Amsterdam, 16 april. Het schip (opm: brik) de NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET, van Amsterdam naar Teneriffe, na verlies van ankers en touwen, is met assistentie in het Nieuwe Diep gebracht.
AC 110926
Texel, 9 september. Binnengekomen: NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET, kapt. J.J. Lausen, van Teneriffe.
AC 111126
Advertentie. T. van Olivier, H.A. Balwé, J. Boelen en G.W. Sesink Clee, makelaars, presenteren, op maandag den 1 november 1826, des avonds ten 6 ure precies, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, te verkopen een extraordinair welbezeild Nederlands brikschip, genaamd de NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET; gevoerd door kapt. J.J. Lausen. Lang over steven 17 ellen 60 duimen; wijd bij de eerste balk voor het grote luik, binnen zijn huid 5 ellen 70 duimen; hol in het ruim, bij de eerste balk voor het grote luik, op zijn uitwatering 3 ellen 51 duimen, Nederlandse maat, met alle deszelfs rondhouten, staand- en lopend want, ankers, touwen, zeilen enz. Alles breder bij inventaris. Het schip ligt binnen de Boom, bij de Nieuwe Stads Herberg. Nadere onderrichting bij bovengemelde makelaars.
Vermoedelijk heeft er een gedeeltelijke verkoop van aandelen plaatsgevonden; de brik kreeg in THETIS een nieuwe naam; boekhouder bleef Karthaus en kapitein Jacob J. Lausen)
Op 6 december 1826 werden een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt aan J.P. Karthaus voor de THETIS onder kapt. J.J. Lausen.
Op 15 december 1826 werd door de vijf opvarenden de monsterrol getekend voor de brik THETIS voor een reis naar Port-à-Port (Oporto); boekhouder was de firma Karthaus Hazenkleber en Comp..
1827
LCO 020227
Kapt. J.J. Lausen voerende het schip THETIS (opm: brik, ex-NEDERLANDSCH TENERIFFE PAKET) van Amsterdam naar Port-à-Port meldt van Ramsgate in dato den 19 januari dat hij na het kappen van twee ankers en touwen, met veel schade aan zeilen, aldaar is binnengelopen, het schip was nochtans dicht.
RC 170227
Amsterdam, 17 februari. De schepen THETIS, kapt. J.J. Lausen, van Amsterdam naar Port-à-Port en DE JONGE ALIDA, kapt. A.G. van Berkel, van Londen naar Lissabon, beiden de Ramsgate binnen, hebben den 2 dezer derzelver reizen vervolgd.
RC 041027
Amsterdam, 2 oktober. Sedert onze laatste is binnengekomen J.J. Lausen (opm: brik THETIS) van Genua.
1828
RC 050828
Advertentie. G.J. Roland Holst, F. der Kinderen, J. Corver, A. van der Sluijs, J. Swart Abrahamz en C.A. Schröder, makelaars, zullen op maandag den 11 augustus 1828, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, verkopen:
- Een extraordinair welbezeild brikschip genaamd THETIS, lang 17 ellen 16 duimen, wijd 5 ellen 70 duimen, hol 3 ellen 51 duimen, Nederlandse maat, met deszelfs complete inventaris.
Breder bij biljetten vermeld en bericht bij de bovengenoemde makelaars en bij de kargadoors Van den Beij en Kroon.
Nadat verkoop van de THETIS tijdens de veiling uitbleef werd de brik opgelegd in afwachting van latere verkoop. Kapitein Lausen werd bedankt en kreeg in november een ander schip.
1829
Op 28 augustus 1829 werd de zeebrief van de THETIS, kapt. J.J. Lausen, via de Ontvanger naar Den Haag teruggezonden, waar het document op 29 augustus werd geroyeerd wegens ‘schip verkocht’. In de lijst welke de koning jaarlijks krijgt van uitgeschreven Nederlandse schepen staat ‘door verkoop vreemd eigendom geworden’, dus naar het buitenland verkocht.
Onder de naam THETIS is het schip verder niet gevonden; een nieuwe scheepsnaam is aan Marhisdata onbekend, zodat het Final Fate niet kon worden vastgesteld.