Inloggen
JONGE GERARDA CORNELIA - ID 12531


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1817-03-21 / 1837-01-03 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1809
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: New York (N.Y.), U.S.A.
Technical Data

Net Tonnage: 166.00 lasts (commercial)
Net Tonnage 2: 332.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 27.10 Meters Registered
Beam: 4.86 Meters Registered
Depth: 4.58 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1817
Datum agenda: 1817-03-21
Register nr: 18170031
Scheepsnaam: JONGE GERARDA CORNELIA
Type: Fregat
Lasten: 144
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Stickle, Thomas
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Stickle, Thomas
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1813-03-00 MALVINA
Manager: Webster & Co, London
Eigenaar: Webster & Co, London
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Onbekend

Date/Name Ship 1813-09-00 MALVINA
Manager: John Pirie, London, Great Britain
Eigenaar: John Pirie, London, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain

Date/Name Ship 1817-03-11 JONGE GERARDA CORNELIA
Manager: Thomas Stickle, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Thomas Stickle, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 30.000,-

Date/Name Ship 1820-10-00 JONGE GERARDA CORNELIA
Manager: Elisabeth Marshall (wed. Thomas Stickle Sr.), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Thomas Stickle sr. is deze maand in Paramaribo overleden

Date/Name Ship 1825-06-04 JONGE GERARDA CORNELIA
Manager: Gerrit Stenvers Leeneman, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Gerrit Stenvers Leeneman, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 12.000,-

Date/Name Ship 1834-04-07 JONGE GERARDA CORNELIA
Manager: Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1834-05-15 MADURA
Manager: Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 5.570 voor 2/3 part

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren van het fregat de JONGE GERARDA CORNELIA van oktober 1820 tot 4 juni 1825:
Elisabeth Marshall, Amsterdam, weduwe van Thomas Stickle sr.
Thomas Stickle jr., Amsterdam

Eigenaren van het fregat MADURA sinds 15 mei 1834:
Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, 1/3e part (boekhouder)
Firma Van Rossem, Van Oordt & Co., Rotterdam, 1/3e part
Nicolas Joseph de Cock, Rotterdam, 1/3e part

Ship Events Data

0000-00-00: Kapt. Thomas Stickle van de JONGE GERARDA CORNELIA is op 11 oktober 1820 in Paramaribo overleden
1830-02-09: DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, onderweg van Suriname naar Amsterdam, is 9 februari 1830 lek en met schade aan de spiegel Cowes binnengelopen; moest lossen en in dok om te repareren.
1834-05-00: In mei 1834 is het fregat MADURA, kapt. B.C. ten Ham, in Rotterdam tot bark vertuigd.
1834-11-25: Onderweg van Batavia naar Amsterdam heeft de MADURA, kapt. B.C. ten Ham op 25 november 1834 op een niet in kaart gebrachte bank op de kust van Sumatra bij de eilanden Drie Gezusters lek gestoten en is daarna voor herstel der schade teruggekeerd naar Soerabaya.
1835-09-19: Onderweg van Texel naar Rotterdam is de MADURA, kapt. B.C. ten Ham, uit zee teruggekeerd met verlies van anker, ketting, kabels en gebroken spil.
1837-01-03: Final Fate:
De zeebrief voor het fregat MADURA, kapt. B.C. ten Ham, werd op 3 januari 1838 retour ontvangen met de vermelding dat het schip is verkocht voor de sloop.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1813
Kapitein: Easthope, Thomas

Datum vanaf: 1817
Kapitein: Stickle, Thomas
Overige informatie: 1817-03-21

Datum vanaf: 1821
Kapitein: Smith, John
Overige informatie: 1821-04-05

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Jansen, Boij
Overige informatie: 1831-10-17

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Ham, Bernardus Carolus ten
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 117
Overige informatie: *Amsterdam, 6 juni 1801, ┼Rotterdam, 28 december 1868.

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1817-04-15
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JONGE GERARDA CORNELIA
Schipper: Stickle, Thomas
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

Het fregat MALVINA is gebouwd in New York, scheepsbouwer onbekend.
Waarschijnlijk was MALVINA niet de naam die in Amerika aan het schip is gegeven. Het is een Keltische meisjesnaam; Argentinië noemt de (Britse) Falkland Eilanden de Malvina’s.
Het wanneer staat vrijwel vast. De Lloyd’s Registers 1815, 1816 en 1818 noemen 1809. Dit wordt min of meer bevestigd in maart 1813, wanneer het schip in Londen te koop wordt aangeboden ‘appears about three years old’.
De eerste, Amerikaanse, eigenaar en kapitein zijn niet bekend en vallen zonder naam van het schip ook niet te achterhalen. Temeer daar de Verenigde Staten eerst vanaf circa 1850 systematisch haar schepen begonnen te registreren.
De heer Jaap Bakker stelt dat de Amerikaanse bark door de Engelsen is gekaapt. Tussen deze landen vond een oorlog plaats van 18 juni 1812 tot het Verdrag van Gent op 18 februari 1815. De kaping zal dus in de zomer van 1812 hebben plaatsgevonden.

Dat het schip ten overstaan van het High Court of Admiralty werd geconfisceerd blijkt uit de beide verkoop-advertenties van 1813, welke aangeven dat het schip ‘free’ was, d.w.z. ‘free of encumbrances. Dit was de garantie dat daarmee geen enkele claim meer op het schip lag of kon liggen.

In maart 1813 is de bark volgens L.R. aangekocht door Webster & Co, waarschijnlijk de naamgevers van de MALVINA.
Na slechts één rondreis naar West-Indië, waar de MALVINA onder kapt. Thomas Easthope werd aangevaren, met verlies van de bezaanmast als gevolg, werd het schip in september 1813 opnieuw te koop aangeboden.
Koper werd John Pirie, behalve reder en koopman ook burgemeester van Londen. Kapitein Thomas Stickle kreeg het commando.

De MALVINA arriveerde op 2 maart 1817 onder Engelse vlag van Londen op de rede van Texel. Waarschijnlijk was het fregat verkocht aan Gerrit Herman Leeneman, Amsterdam met oplevering Amsterdam. Op 11 maart 1817 vond de overdracht plaats ten overstaan van notaris I.M.J. Valeton te Rotterdam. Het schip kreeg de naam LEENEMAN, maar heeft onder die naam nooit gevaren. Onmidellijk na aankoop werd het schip doorgepresenteerd aan kapt. Thomas Stickle, die inmiddels domicilie had gekozen te Rotterdam. De scheepsnaam werd nu JONGE GERARDA CORNELIA, thuishaven Rotterdam en de jongste eigenaar bleef kapitein.
Mogelijk was kapt. Stickle door Leeneman overgehaald om het schip te kopen, daarbij geholpen door financiering van Leeneman en verzekeringen ten aanzien van winstgevendheid. Vermoedelijk had Leeneman een profijtelijke handel op Suriname, waarop het schip inderdaad jaren dienst heeft gedaan. Notaris Valeton maakte op 11 maart het koopcontract op, direct tussen Pirie en kapt. Stickle.
Na kapitein Stickles overlijden in Paramaribo op 11 oktober 1820 zette zijn weduwe Elisabeth Marshall de rederij voort tot verkoop op 4 juni 1825. Koper werd….. Gerrit Herman Leeneman, Amsterdam.
 

1813

PLDA 150313
Advertentie. In Lloyd’s Koffiehuis, Cornhill, zal op vrijdag 19 maart a.s., precies om half drie, worden geveild het schip MALVINA, metende 262 registerton, buitenslands gebouwd, maar vrij. Schijnt circa drie jaren oud te zijn, is gekoperd, heeft een boegbeeld en twee gladde dekken, met 5 voet 9 inches hoogte daar tussen, holte van het benedendek tot aan onderkant bovendek 11 voet 4 inches. Het schip zeilt snel en stuwt redelijk gelet op haar grootte, is uitstekend voorzien van voorraden en kan onmiddellijk naar zee, met weinig uitrusting.
Het schip ligt nu in het West India Export Dock. Een inventarislijst kan aan boord worden bekomen en bij M’ghie, Beatson en Co, 3 Castle-court, Birshin-lane.
(opm: het Amerikaanse schip was waarschijnlijk in de oorlog tussen de V.S. en G.B. door de Engelsen gekaapt, door het High Court of Admiralty in Londen verbeurd verklaard en daarmee ‘vrij’ geworden, free of encumbrances, d.w.z. gevrijwaard van alle eerdere claims, om te verhandelen)

LL 270413
Portsmouth, 22 april. Uitgezeild de MALVINA, kapt. Easthope, naar Tobago.

CM 240713
Zaterdag 24 juli. Uit Lloyd’s Marine List van 20 juli. Het schip MALVINA, kapt. Easthope, is vanuit Londen in Barbados aangekomen, Het was op zee aangevaren door het schip ST. PATRICK en had daarbij de bezaanmast verloren. Het schip is op 5 juni naar Tobago doorgezeild.

PLDA 131113

Advertentie. Het schip MALVINA, 266 register tonnen, is buitenslands gebouwd, maar vrij.

Schijnt circa drie jaren oud te zijn, is gekoperd, heeft een boegbeeld en twee gladde dekken, met 5 voet 9 inches hoogte daar tussen, holte van het benedendek tot aan onderkant bovendek 11 voet 4 inches. Het schip zeilt snel, neemt voor haar tonnage veel lading mee, en verhaalt zonder ballast, is uitstekend voorzien van voorraden en kan met weinig kosten naar zee, uitgezonderd proviand..
Het schip ligt nu aan de zuidzijde van het West India Export Dock, wijlen kapt. Thomas Easthope. Voor een inventarislijst en nadere informatie wende men zich tot
Pirie and Nichol, 5, Pope’s Head-alley.
 

1817

LL 140317
Texel, 2 maart. Binnengekomen de MALVINA, kapt. T. Stickle, van Londen.
(opm: het Engelse, voormalig Amerikaanse fregat, bouwjaar 1809, werd in Amsterdam voor 30.000 gulden verkocht aan kapt. Thomas Stickle en kreeg de naam JONGE GERARDA CORNELIA, thuishaven Rotterdam)

Op 15 april 1817 verscheen kapt. Th. Stickle met zijn 14 koppen tellende bemanning van de JONGE GERARDA CORNELIA bij de Waterschout in Amsterdam om de monsterrol te ondertekenen voor de bestemming Suriname. Als zijn vertegenwoordiger trad op de firma Klein en Leeneman in Amsterdam.

LL 281017
Nabij Torbay is gearriveerd de MALVINA (opm: fregat), kapt. Stickle, van Suriname.
(opm: Lloyd’s Signal Station moet hier een fout met de scheepsnaam hebben gemaakt; kapitein Stickle had het fregat MALVINA in maart 1817 gekocht en toen vernaamd in JONGE GERARDA CORNELIA)

OHC 011117
Amsterdam 30 oktober. Kapt. Th. Stickle voerende het schip de JONGE GERARDA CORNELIA, van Suriname in Texel binnen, is den eersten september gezeild, en zou in het midden dier maand gevolgd worden, door het schip MARGARETHA JOHANNA (opm: fregat), kapt. C. Jansen, mede naar Amsterdam
 

1818

RC 280418
Den 17 dezer bevond zich op de hoogte van Plymouth het schip (opm: fregat) JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Th. Stickle, van Suriname naar Amsterdam.

Op 12 mei 1818 tekenden kapt. T. Stickle en zijn 13 mede-opvarenden van het fregat JONGE GERARDA CORNELIA bij de Waterschout in Amsterdam de monsterrol voor de bestemming Suriname. De boekhouder was Klejn en Leeneman.

Het schip zou een snelle rondreis maken, want reeds op 13 november 1818 stonden de nu 15 opvarenden van de JONGE GERARDA CORNELIA waaronder kapt. T. Stickle opnieuw bij de Waterschout in Amsterdam om de monsterrol voor opnieuw de bestemming Suriname te tekenen. De boekhouder was Klein en Leeneman.
 

1819

Op 6 juli 1819 stonden kapt. Stickle en zijn 14 bemanningsleden opnieuw bij de Waterschout. Opnieuw was de bestemming Suriname en was Klein en Leeneman de boekhouder.

RC 071219

Amsterdam, 5 december. Te Surinamen zijn gearriveerd T. Stickle (opm: fregat JONGE GERARDA CORNELIA), D. Steenveld (opm: pink VROUW CORNELIA) en D. Haijnes (opm: brik ANNA MARIA) van Amsterdam;
 

1820

SUC 070220
Paramaribo. Uitgezeild het schip JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Th. Stickle.

Op 20 mei 1820 waren alle 16 opvarenden van de JONGE  GERARDA CORNELIA opnieuw verzameld bij de Waterschout in Amsterdam om de monsterrol te tekenen voor de bestemming Suriname. Dit was 1 persoon meer dan tijdens eerdere reizen.

SUC 231120
Paramaribo. Den 11 oktober 1820 is overleden kapt. Thomas Stickle, gevoerd hebbende het schip de JONGE  GERARDA CORNELIA, oud ruim 57 jaren. (opm: kapt. Stickle werd opgevolgd door John Smith, vermoedelijk de opperstuurman)


1821

OHC 130321
Amsterdam, 10 maart. Den 8 dezer is in Texel binnengekomen het schip JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith.

Op 29 maart 1821 tekenden kapt. John Smith en zijn 15 mede-opvarenden van het fregat JONGE GERARDA CORNELIA in Amsterdam de monsterrol voor de bestemming Suriname. Klein en Leeneman was zoals gebruikelijk de scheepsagent.

LCO 140921
Amsterdam, 12 september. Kapt. J. Afflick, voerende het schip de STREVER, in Texel binnengekomen, van Suriname is den 31 juli van daar gezeild en bericht dat met hem zijn uitgezeild, de schepen de HARMONIE, kapt. H.J. de Bloom, JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Precht en ARGYLE, kapt. M. Spreeuw.

Reeds op 28 december 1821 tekenden kapt. John Smith van het fregat JONGE GERARDA CORNELIA en zijn 15 mede-opvarenden in Amsterdam de monsterrol opnieuw voor de bestemming Suriname; Klein en Leeneman was zoals gebruikelijk de scheepsagent.
 

1822

OHC 070222
Amsterdam, 6 februari. Van Brielle wordt van den 1 februari gemeld, dat door de loodsschuit no 3 in goede staat gepraaid is het schip JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Amsterdam naar Suriname.

Op 2 september 1822 waren kapt John Smith en zijn 15 bemanningsleden weer present bij de Waterschout om voor de bekende bestemming Suriname de monsterrol te tekenen.
 

1823

Op 29 maart 1823 werd de monsterrol naast kapt. John Smith door 16 opvarenden onderschreven. Uiteraard voor Suriname en Klein en Leeneman was de scheepsagent.

AC 220823

Te Suriname zijn tussen den 5 en den 28 juni gearriveerd de VRIENDSCHAP (opm: pink), kapt. J. Visser, LOUISA EN AUGUSTA, kapt. H. Breckling (opm: brik, kapt. H. Breekeling), JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, EMANUEL, kapt. R. Maalsteed, CATHARINA ANNA HELENA, kapt. Fredrik Groen, en HET HUIS TE SPIJK, kapt. G. Doeksen, alle zes van Amsterdam.

Op 8 oktober was het voor de 15 opvarenden weer ‘aantreden bij de Waterschout’.

AC 180923

Texel, 16 september. Heden is alhier gearriveerd het schip (opm: fregat) JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Suriname.
 

1824

Op 17 mei 1824 was kapt. John Smith opnieuw met zijn 15 mede-opvarenden bij de Waterschout om de monsterrol voor Suriname te tekenen.

OHC 260824
Amsterdam, 24 augustus. Te Suriname is binnengekomen het schip JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Amsterdam.
 

1825

AC 270625

Texel, 25 juni. Uitgezeild: JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, naar Suriname; UNION, kapt. J. Davey, naar Londen.

RC 201025

Amsterdam, 18 oktober. Kapitein T.C. Claus (opm: voerende het fregat SURINAAMSCHE VRIEND), is den 31 augustus van Suriname gezeild, tegelijk met de schepen de JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, de SNELHEID, kapt. J.H. Frijburgh, HET HUIS TE SPIJK, kapt. D.G. Doeksen, SPECULATION, kapt. Th. Pietersz. en SIMONETTA MARIA, kapt. G.H. Ahlers; allen naar Amsterdam.

AC 261025

Texel, 24 oktober. Binnengekomen: JONGE GERARDA JOHANNA, kapt. J. Smith, van Suriname; GROENLAND, kapt. Frans Oom, van Straat Davis, met twee vissen en 50 kwartdelen; HOFFNUNG, kapt. Darit, van Denemarken naar Rotterdam als bijlegger; FLORA, kapt. J. Hilbrands, ELISABETH CATHARINA, kapt. E.J. Neuman, EMANUEL, kapt. H. Kolle, ELISABETH, kapt. D. Bierlow, GREVIN KAREN WEDEL, kapt. E. Christensen, TWEELING DANIEL EN WILCO, kapt. J.G. Wiersma en IDA ALIDA, kapt. C. Woldring, alle van Drammen.

AC 101125

Texel, 8 november. Gepasseerde schepen door Alkmaar, langs het Groot Noord-Hollandsche Kanaal. Den 29 oktober, JONGE GERARDA EN CORNELIA, kapt. J. Smith, van Suriname naar Amsterdam. Den 4 november, HENRIETTE, kapt. J.E. Schneebeeke, van Amsterdam naar Havanna; den 5 dito, kapt. J. Gibbs, van Alkmaar naar Londen. Schipper J.A. Wolff, den 18 oktober van Amsterdam vertrokken, is den 3 november in Keulen gearriveerd.

Op 13 december 1825 stond kapt. John Smith van de JONGE GERARDA EN CORNELIA met zijn 15 manschappen weer bij de Waterschout voor een trip naar Suriname.
 

1826

AC 120126

- Gepasseerde schepen door Alkmaar, langs het Groot Noord-Hollandsche Kanaal.

- Den eerste januari, WASHINGTON, kapt. D. Siedenburg, van Amsterdam naar Hull; DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, van Amsterdam naar Suriname.

AC 130226

Texel, 10 februari. Niets binnengekomen.

Uitgezeild: ZEEMEEUW, kapt. J.H. Veer, naar Batavia; JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J.S. Smith en CONCORDIA, kapt. W. Groen, beide naar Suriname; WILHELMINA MARIA, kapt. J. Boele, naar Madeira; DE HOOP, kapt. R.R. Berg, naar Londen; VROUW ANNA, kapt. J.T. Boer, naar Yarmouth; uit de quarantaine zijn ontslagen: Kapitein J. Colburn, van Charleston en kapt. J.J. Rijnhard, van Alexandrië.

AC 280226

Texel, 26 februari. Binnengekomen: CAMOEN, kapt. H. Visman, van Lissabon; HOPE, kapt. J. Bisschop en FRIENDS, kapt. J. Prince, beide van Londen; het Amerikaanse schip HERALD, kapt. W. Crowel, is van de quarantaine ontslagen. Niets uitgezeild.

Het schip JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Amsterdam naar Suriname, is den 21 februari te Cowes binnengelopen.

RC 180326

Amsterdam, 16 maart. De schepen WILHELMINA EN MARIA, kapt. J. Boelen Jz, van Amsterdam naar Madeira en Zuid Amerika; CONCORDIA, kapt. W. Groen en DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Amsterdam naar Suriname, THE CITY OF GENOA, kapt. R. Crawford, van Antwerpen naar St. Domingo, alle te Cowes binnen; hebbende den 8 maart derzelver reizen voortgezet.

AC 100726

Texel, 7 juli. Binnengekomen: JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Suriname; HOGARD, kapt. J. Sleepers, van Boston; DRIE VRIENDEN, kapt. E.T. ten Cate, van Oléron; COMMERCE, kapt. C. de Wit, van Fernambuc, laatst van Penzance; HARMONIE, kapt. S.T. Nielsen, van Drammen.

Ook op 24 oktober 1826 bezocht kapt. Smith met 16 mede-oppvarenden de Waterschout.

AC 241126

Texel, 22 november. Uitgezeild: ARGYLE, kapt. D. Spreeuw, JONGE WILLEM, kapt. G. van Medervoord, IPENRODE, kapt. A.F. Oosterloo, ANNA MARIA, kapt. R.J. Rinses, JOHANNES ARNOLDUS, kapt. J. Kerkhoven, JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, CONCORDIA, kapt. W. Groen en MARIA, kapt. A. Hulsen, alle acht naar Suriname;

RC 161226

Amsterdam, 14 december. Scheepvaartberichten:

- Volgens brief van kapt. J. Smith, voerende het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, van Amsterdam naar Suriname, was hij den 2 dezer reeds op 49 gr. 01 min. noorderbreedte, 05 gr. 47 min. lengte west van Greenwich, geweest, doch door harde NW en NNW winden en zware stormen tot bij Goudstaart (opm: Start Point) teruggedreven, waarop hij, daar hetzelfde weer steeds aanhield, den 6 dito tot behoud van het schip en de lading te Dartmouth is binnengelopen, na alvorens den 4 gered en vervolgens bij Goudstaart aan land gezet te hebben de equipage van de Engelse sloep WILLIAM, kapt. J. Breijer, van Falmouth naar Southampton, welk vaartuig hij, een half uur nadat het volk gered was, heeft zien zinken.

AC 231226

Den 15 december is van Dartmouth naar Suriname gezeild, het schip JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith.
 

1827

RC 100427

Amsterdam, 8 april. Het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, zou den 12 maart van Suriname naar Amsterdam vertrekken.

Op 6 oktober 1827 tekenden kapt. Smith en 16 mede-opvarenden de monsterrol voor Suriname. Door aankoop was de agent gewijzigd in Gerrit Stenvers Leeneman, nu enig eigenaar.
 

1828

AH 220328

Carga-lijsten: Amsterdam, 21 maart. DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Suriname; DIANA, kapt. G.M. Hansen, van Stralsund; VROUW GEERTJE, kapt. W.J. Pannenberg, van Emden; DE JONGE EGBERT, kapt. C. Elders, van Emden.

Op 24 april en op 27 oktober 1828 ging kapt. John Smith met 16 mede-opvarenden naar de Waterschout voor de volgende reizen naar Suriname. Scheepsagent was Stenvers & Leeneman

AH 011028

Advertentie. In lading liggende schepen, te Amsterdam, 1 oktober.

Naar de volgende plaatsen:

Suriname, NEDERLAND, kapt. K.H. Kleyn; MARGARETHA JOHANNA, kapt. A.H. Trip; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. J. B. Bodeman. Adres bij P.D. Bosscher; DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith. Adres bij Hoyman en Schuurman.
 

1829

RC 070429

Amsterdam, 5 april. Kapt. T.C. Claus, in Texel binnen, heeft de 14e maart in goede staat gepraaid, op 49 gr. 44 minuten noorderbreedte, 18 gr. 18 minuten westerlengte van Greenwich, het schip GODEFRIDA, kapt. A. Hansen, mede van Suriname naar Amsterdam.

Volgens brief van Suriname, van de 10e februari, zouden de 15e dito verscheidene schepen vandaar vertrekken, waaronder DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith en de 16e of 17e dito het schip DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Kat, beide naar Amsterdam.

AH 010729

Advertentie. Rutger Hoyman en Hermanus Isaac Rietveld, makelaars, zullen op maandag de 13e juli 1829, des avonds ten zes ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het Y verkopen de helft in een extra ordinair welbezeild gekoperd fregatschip, genaamd DE JONGE GERARDA CORNELIA, gevoerd bij kapt. J. Smith, liggende voor Amsterdam, gedestineerd naar Suriname. Breder bij biljetten en bericht bij de makelaars.

AH 150729

Advertentie. De verkoop van de helft in het extra ordinair welbezeild gekoperd fregatschip, genaamd DE JONGE GERARDA CORNELIA, gevoerd bij kapt. John Smith, welke op maandag de 13e juli 1829 geen voortgang heeft gehad, zal nu plaats hebben op maandag de 20e juli 1829 in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam. Breder bij Biljetten en bericht bij de makelaars Rutger Hoyman en Hermanus Isaac Rietveld.

Op 17 juli 1829 ondertekenden kapt. John Smith en – deze keer – slechts 14 mede-opvarenden van de JONGE GERARDA CORNELIA de monsterrol voor Suriname.

RC 250829

Amsterdam, 23 augustus. Kapt. Groen, van Suriname in Texel binnen, heeft de 11e dezer, op 48 gr. breedte en 21 gr. 20 min. lengte, gepraaid de brik PERCEVAL, van Dublin naar Quebec; alsmede de 18e dito, op de hoogte van Portland, het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Amsterdam naar Suriname.

RC 221229

Amsterdam, 19 december. Luitenant Ampt, commanderende Zr.Ms. paket-brik DE ZWALUW, van Suriname en Curaҫao te Helvoetsluis binnen, rapporteert, dat hij de 8e oktober de kolonie Suriname verlaten heeft; de vorige dag was aldaar aangekomen een driemastschip, tonende de Nederlandse vlag en gevoerd door een Engelse kapitein, waarschijnlijk het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, van Amsterdam; bij zijn uitzeilen was het schip JOANNES ARNOLDUS, kapt. Kerkhoven, van Amsterdam, aldaar nog niet gearriveerd. Verder meldt hij, in het laatst van oktober Curaҫao verlaten te hebben.
 

1830

RC 160130

Amsterdam, 14 januari. Het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, zou, volgens brief van Suriname van de 16e oktober, de eerste december van daar naar Amsterdam vertrekken.

RC 180230

Amsterdam, 16 februari. Het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, van Suriname naar Amsterdam, is de 9e februari te Cowes binnengelopen, lek en met schade aan de spiegel.

RC 200230

Amsterdam, 18 februari. Kapt. John Smith, voerende het schip de JONGE GERARDA CORNELIA, van Suriname naar Amsterdam, te Cowes binnen, meldt van daar van de 10e dezer, dat hij de 22e januari op 44º10’ NB 19º50’ WL door een orkaan belopen is geworden, welke twee dagen aanhield en alle de verschansingen wegsloeg; het schip, door het zwaar werken, veel water ingekregen hebbende, hetwelk hij niet dan met twee pompen had kunnen lozen, was hij, na de geledene schade zo veel mogelijk hersteld te hebben, de 8e dezer in zeer geramponeerde staat te Cowes binnengelopen; moest lossen om te repareren.

RC 040330

Amsterdam, 2 maart. Het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith; van Suriname naar Amsterdam, te Cowes met schade binnen, is na het lossen der lading, de 25e februari in het dok gehaald, om te repareren.

AH 120630

Carga-lijsten. Amsterdam, 11 juni. JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Smith, van Suriname; LYDIA,

Op 7 juli 1830 bezochten kapt. John Smith en zijn 16 mede-opvarenden de Amsterdamse Waterschout.
 

1831

RC 290131

Amsterdam, 27 januari. Het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, zou in het begin van december, en de schepen L' AUGUSTE, kapt. J.J. Remkes en JOHANNES ARNOLDUS, kapt. P.H. Kerkhoven, waarschijnlijk den 15 dito van Suriname vertrekken, alle drie naar Amsterdam; overigens zouden geen andere schepen in die maand de Kolonie verlaten.

AH 030231

Texel, 31 januari. Binnengekomen: DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, van Suriname; AURORA, kapt. A.J. de Boer, van Cette.

AH 120231

In lading liggende schepen te Amsterdam:

Naar Suriname. Het kofschip DE JONGE EVERT, kapt. Jan Jans Kiers. Vertrekt dadelijk na open water. Adres bij Jan Corver & Co. en B.D. Bosscher.

Naar Suriname. Het tweedeks brikschip SOPHIA, kapt. Bandik Friedriech Ipsen.

Adres bij Hoyman & Schuurman.

Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, van Amsterdam. Adres bij Hoyman & Schuurman.

Op 25 maart 1831 werd door kapt. John Smith en zijn 16 mede-opvarenden weer de Waterschout bezocht.

RC 210431

Amsterdam, 19 april. Kapt. W. Landzaad (opm: fregat SURINAME, kapt. W. Landsaat Jr), van Suriname te Amsterdam gearriveerd, heeft den 10 april tussen Douvres en de Singels gepraaid de schepen ONDERNEMING, kapt. J.A. Engels, van Amsterdam naar Batavia en DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, van Amsterdam naar Suriname.

AH 300831

Elseneur, 20 augustus. De WILHELMINA EN MARIA, kapt. J.J. Bart, van Suriname in Texel binnen, is den 20 juni van daar vertrokken en zou binnen weinig dagen gevolgd worden door de SOPHIA, kapt. B.F. Ipsen. Ook zouden half augustus zeilen de WILHELMINA, kapt. J.N. Klint, naar Amsterdam; NICOLAAS WITSEN, kapt. L. Wildschut, naar Amsterdam; DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, naar Amsterdam.

Tijdens deze thuisreis is kapitein John Smith overleden, waarbij het gezag als kapitein werd overgenomen door Boy Jansen, ongetwijfeld de opperstuurman. Hij bleef als zodanig in functie tot verkoop van het schip in 1834.

AH 270931

Texel, 22 september. Binnengekomen: DE VRIENDSCHAP, kapt. Klasen, van St. Petersburg, ligt in quarantaine.

23 september. WILHELMINA, kapt. J.N. Klint, van Suriname.

24 september. DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Boij Jansen, voor wijlen J. Smith, van Suriname;

AH 061031

In lading liggende schepen te Amsterdam:

Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen. Adres bij Hoyman & Schuurman.

Op 19 oktober 1831 meldden kapt. Boy Jansen en zijn 15 koppige bemanning zich bij de Waterschout in Amsterdam om de monsterrol te tekenen voor een nieuwe rondreis naar Suriname.

AH 031231

Texel, 1 december. Vertrokken: VROUW HENDRIKA, kapt. J.C. Topper, naar Batavia; JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, naar Suriname;
 

1832

RC 220332

Rotterdam, 21 maart. Volgens brief van Suriname, van den 16 januari, zou het schip LOUISA BARBARA, kapt. F.H. Zeylstra, den 10 februari, het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, tussen den 10 en 15 dito en het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, tussen den 15 en 20 dito van daar naar Amsterdam vertrekken.

AH 180432

Texel, 16 april. Binnengekomen: DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, van Suriname; MARIA EN JACOBA, kapt. S. van Duyn, van Curaçao; DE HOOP, kapt. P. Haasnoot, van Lissabon, na visitatie van de quarantaine ontslagen;

Op 5 mei 1832 meldden kapitein Jansen en zijn 15 bemanningsleden zich bij de Waterschout voor de volgende rondreis naar Suriname.

AH 230532

Texel, 21 mei. Vertrokken: DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, naar Suriname; NICOLAAS WITSEN, kapt. F. Lange, naar Suriname; ENGELINA, kapt. J.K. Jonge, naar Cardiff; WILLIAM, kapt. W. Nazeby, naar Londen, zonder van de quarantaine ontslagen te zijn; BEDALIA, kapt. H.A. Kooloe, naar Nerva.

AH 051032

Texel, 3 oktober. Binnengekomen: ANNA CATHARINA, kapt. S.H. Veer, van Batavia; NICOLAAS WITSEN, kapt. F. Lange, van Suriname; JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, van Suriname;

AH 201032

Advertentie. Schepen in lading te Amsterdam:

- Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Boy Jansen, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
 

1833 - 1834

AH 010633

Advertentie. Schepen in lading.

Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Boy Jansen, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.

Op 22 juni 1833 tekenden kapitein Jansen en zijn nu 14 mede-opvarenden de monsterrol voor een reis naar Suriname, maar via New York. De JONGE GERARDA CORNELIA werd toen nog steeds omschreven als een freqat.

Of het plan om New York aan te lopen is uitgevoerd kon niet worden vastgesteld, maar is onwaarschijnlijk. Wel is duidelijk dat met het feit dat vanaf oktober 1832 naar lading werd gezocht en het fregat eerst in oktober 1833 uitzeilde de goede tijden van gemiddeld twee rondreizen per jaar definitief voorbij waren.
De Nederlandsche Handel-Maatschappij beschikte inmiddels over een surplus aan aanbod van recent gebouwde tonnage (gepaard aan een tekort aan product in Oost-Indië), zodat de JONGE GERARDA CORNELIA voor deze traffiek niet in aanmerking kwam. De wereldhandel lag min of meer ‘op zijn gat’.

Het is dan ook geen wonder, dat het fregat na afloop van deze rondreis op 7 april 1834 werd geveild. De advertentie waarin deze veiling werd aangekondigd bevatte de ongebruikelijke maar veelzeggende zinsnede de onder beneficie van inventaris aanvaarde boedel van wijlen de heer G. Stenvers Leeneman.

AH 181033

Middelburg, 14 oktober. Op de 8e dezer 5 mijlen Z.O. Rw. van Revesiel (opm: Bevesier, thans Beachy Head) in goede staat, het Nederlands schip JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, van Amsterdam naar Suriname.

PGC 221033

Kapt. P.J. Kasse, van Suriname te Middelburg gearriveerd, heeft op 3 oktober, 5 mijl ten ZO van Bevesier, in goede staat gepraaid het schip de JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Boy Jansen, van Amsterdam naar Suriname.


1834

SUC 120134

Paramaribo, 10 januari. Heden is van hier uitgezeild naar Amsterdam het schip de JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Boy Jansen, met 378 vaten suiker, 17 balen hele en 3 balen gebroken koffij, 45 balen schone en 5 balen vuile katoen.

AH 250234

Binnengekomen.

Texel, 23 februari. HOLLAND, kapt. G.W. Barneveld Kooy, van Surabaya en Batavia; DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen; MARIA, kapt. B. de Boer, van St. Martin; GEORGE HENRIETTE, kapt. D. Dade, van Bordeaux.

AH 270234

Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, van Suriname met suiker, katoen en koffie.

AH 210334

Advertentie. G.J. Roland Holst en H.J. Rietveld, makelaars, zullen op maandag de 7e april 1834, des avonds ten zes ure, in de Nieuwe Stads Herberg aan het Y verkopen een extra ordinair welbezeild gekoperd fregatschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd DE JONGE GERARDA CORNELIA, gevoerd door kapt. Boy Jansen, volgens Nederlandse meetbrief lang 27 ellen 10 duimen, wijd 4 ellen 86 duimen, hol 4 ellen 58 duimen; behorende tot de onder beneficie van inventaris aanvaarden boedel van wijlen de heer G. Stenvers Leeneman. Breder bij de inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaars.

AH 090434 

Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op maandag 7 april 1834.

-    Het smakschip HERMANA JACOBA, kapt. Jacob van Ulphen: NLG 1.950, in slag NLG  50, opgehouden.

-    Het gekoperd pinkschips-hol DE ZEEMEEUW. NLG 5.950, in slag NLG 6,-: opgehouden.

-    Het gekoperd fregat DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Boy Jansen. NLG 5.700 in slag NLG ƒ 2.600. Koper: J.E. Lublink. (opm: een makelaar)
Koper voor 8.350 gulden werd de firma C.& A. Vlierboom te Rotterdam. Het fregat werd verdoopt in MADURA, waarvan op 15 mei 2 x 1/3e aandeel werd doorverkocht aan de Firma Van Rossem, Van Oordt & Co. kooplieden en reders te Rotterdam respectievelijk Nicolas Joseph de Cock, koopman en reder te Rotterdam. Deze verkoop vond plaats voor in totaal 5.570 gulden, d.w.z. tegen de kostprijs, zodat dit waarschijnlijk tevoren was afgesproken.

AH 190434

Texel, 17 april. Uitgezeild: JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. Boy Jansen, naar Rotterdam (opm: om aan de Rotterdamse kopers te worden opgeleverd)

DC 220434

Hellevoetsluis, 18 april. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: GEZINA, kapt. C.P. Krook, van Livorno, en MINERVA, kapt. J.J. Kupcke, van Greifswald. Heden morgen arriveerde uit zee: de JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, van Amsterdam.

RC 150534

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, om in het laatst dezer maand te vertrekken, het Nederlands gekoperd barkschip MADURA (opm: ex-fregat JONGE GERARDA CORNELIA), kapt. B.C. ten Ham, mede voor passagiers, waarvoor hetzelve zeer goede inrichtingen heeft. Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer & Hudig & Blokhuyzen.

In mei 1834 moet het fregat in Rotterdam tot bark te zijn vertuigd.
Dat de bark naar Batavia werd gezonden zonder in het regime van de N.H.M. te passen wijst op wetenschap dat er voor dit schip In Oost-Indië toch passende privé-lading beschikbaar zou zijn; de naam MADURA duidt trouwens ook op sterke Oost-Indische banden.

DC 100634

Hellevoetsluis, 8 juni. Gisteren namiddag zeilden in zee: JACOB CORNELIUS, kapt. B.H. Schuring, naar Sunderland. Van de morgen arriveerde uit zee: Zr.Ms. stoomboot SURINAME, kapt.luit. Franck; en zeilde naar zee: MADURA, kapt. B.C. ten Ham, naar Batavia; DE HOOP, kapt. J. Teunis (opm: kapt. Lourens Teunis Kerkstra), naar Suriname. De wind N.O.

JC 081034

Batavia, 6 oktober. Heden is alhier aangekomen het schip MADURA, kapt. B.C. ten Ham, met twee passagiers, van Rotterdam vertrokken de 9e juni.

JC 291134

Batavia, 26 november. Heden is alhier aangekomen het schip MADURA, kapt. B.C. Tenham, van een verloren reis naar Amsterdam, als hebbende gestoten op de kust van Sumatra bij de eilanden Drie Gezusters (opm: zie AH 200435).
Dat de MADURA zo snel was beladen en weer vertrokken bewijst dat het schip geen lading van de N.H.M. maar ‘eigen’ lading in had gehad, namelijk koffie, suiker, huiden en tin.
 

1835

AH 030335

Soerabaya, 5 november. Uitgezeild: MADURA, kapt. B.C. ten Ham, naar Batavia en Amsterdam.

AH 200435

Kapt. B.C. ten Ham, voerende het schip MADURA, van Batavia naar Amsterdam, te Batavia terug gekomen, meldt van daar van de 29e november, dat hij de 25e dier maand onder de kust van Sumatra, in 10 vademen water, met wenden gestoten heeft op een kleine bank, van harde zandgrond, tot dusverre geheel onbekend en op geen kaarten of aanwijzingen aangetekend, gelegen op de navolgende peilingen, als: het Noorder Eiland N.½ O.; het Noordelijke der eilanden de Drie Gezusters N. ten W. ½  W. à N.N.W.; het Zuidelijkste der Drie Gezusters N.W., naar gissing circa ½ mijl afstands; het middelste der Drie Gezusters juist open met het Noordelijkste en Zuidelijkste eiland. Het schip weer afgewonden zijnde, peilde men dadelijk weer 10 vademen water. Kapt. Ten Ham rapporteert verder voor vijf jaren met het schip HERO, kapt. H. Poppen, op vijf scheepslengten van gemelde bank ten anker gelegen, doch destijds niets daarvan bespeurd te hebben.

Het schip lek geworden zijnde, makende 18 à 20 duimen water in het uur, was hij naar Batavia teruggekeerd en zou uit hoofde op Onrust geen gelegenheid was, naar Soerabaya zeilen om te repareren. (Zijnde hetzelve de 30e dier maand derwaarts vertrokken).

DC 280735

Dordrecht, 27 juli. Van Soerabaya waren gezeild de schepen MADURA en AURORA naar Amsterdam, ONS GENOEGEN en ONDERNEMING over Passaroeang, en DORTENAAR naar Nederland, alsmede VROUW HENDRIKA, naar Passaroeang.

AH 260835

Carga-lijsten Amsterdam: MADURA, kapt. B.C. ten Ham, van Batavia met koffie, suiker, huiden en tin; VEREENIGING, kapt. A.A. Herman, van Batavia met koffie, suiker en bindrottingen; MARGARETHA CATHARINA, kapt. H. Mulder, van Batavia met koffie, suiker, huiden en bindrottingen; JONGE WILLEM, kapt. . van Meedevoort, van Suriname met suiker en katoen; PARAMARIBO, kapt. J.C. Topper, van Suriname met suiker en katoen.

AH 210935

Texel, 18 september. Uitgezeild: MADURA, kapt. B.C. ten Ham, naar Rotterdam.

AH 220935

Texel, 19 september. Terug uit zee, kapt. B.C. ten Ham. MADURA, met verlies van anker, ketting, kabels en gebroken spil.

AH 091035

Texel, 7 oktober. Uitgezeild: Zr.Ms. brik PANTHER, kapt. luit. A.C. Edeling en Zr.Ms. brik BRAK, kap. Luit. De Vriese, naar Helvoetsluis; MADURA, kapt. B.C. ten Ham, naar Rotterdam;

RC 031135

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, mede voor passagiers, het Nederlands gekoperd tweedeks fregatschip MADURA, kapt. B.C. ten Ham, om spoedig te vertrekken. Adres bij Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.

RC 261135

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, mede voor passagiers:

Het Nederlands gekoperd tweedeks fregatschip MADURA, kapt. B.C. Ten Ham, om spoedig te vertrekken.

RC 241235

Rotterdam, 23 december. De 21e dezer, des namiddags, zeilden van Helvoetsluis SUMATRA, kapt. J. Josens, ANNA, kapt. A. Hazekamp en MADURA, kapt. B.C. ten Ham, naar Batavia; NEDERLAND, kapt. J.P. Carst, naar Baltimore; DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker en MARIA EN ADRIANA, kapt. P. Janzen, naar New-York; CATHARINA JULIA, kapt. P.H. Hazewinkel en JOHANNA GEZINA (opm: JOHANNA GEZIENA ook JOHANNA GESINA), kapt. P.G. Schuur, naar Londonderry; ALCYON, kapt. C. van der Linden, naar Havanna;
 

1836

JC 160436
Batavia, 15 april. Alhier zijn aangekomen de 12e april de Nederlandse bark MADURA, kapt. B.C. ten Ham, van Rotterdam de 21e december vertrokken, en de dito bark CATHARINA JOHANNA, kapt. J.E. Schneebeeke, van Amsterdam de 22e dito vertrokken.

RC 090836

Rotterdam, 8 augustus. Kapt. S. van Delden Az., van Soerabaya en Batavia, laatst van St. Helena, in Texel binnen, heeft de 11e april bij Pulau Babi gepraaid de schepen CATHARINA JOHANNA, kapt. J.E. Schneebeke, van Amsterdam en MADURA, kapt. B.C. ten Ham, van Rotterdam en de 13e dito bij Anjer het schip MARY EN HILLEGONDA, kapt. D.A. de Jong van Rotterdam, alle naar Batavia.

DC 290936

Vlissingen, 27 september. Volgens rapport der zeeloodsen is voor de wal met loodsen aan boord het schip MADURA, kapt. B.C. ten Ham, van Batavia.

DC 011036

Hellevoetsluis, 28 september. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: MADURA, kapt. B.C. ten Ham, van Batavia; DRIE GEBROEDERS, kapt. J. de Cleer, en SUSANNA HELENA, kapt. J.A. Riecke, beiden van Emden; GUTTE HOFFNUNG, kapt. D. Jansen, van Bremen.

RC 131036

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

Naar Batavia, mede voor passagiers, het Nederlands gekoperd barkschip MADURA, kapt. B.C. ten Ham, om in de loop dezer maand te vertrekken. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.

DC 221136

Vlissingen, 18 november. Heden morgen zeilden naar zee: ZEEMEEUW, kapt. D.M. Noordhoek; KLAZINA EN DIRKJE, kapt. A. Schilperoord, en de VROUW ANNA, kapt. W. de Zeeuw Baggus, allen naar Lissabon; ANNETTA, kapt. J. van den Oever, en MARGARETHA, kapt. T.K. Mulder, beiden naar Liverpool; MARIA, kapt. F. Parlevliet, en NOOIT GEDACHT, kapt. M. Lovius, naar Nantes; KINDERDIJK, kapt. J.A. Bangma, naar New York; AVONTUUR (opm: AVENTURE), kapt. S. Lams, naar Havanna; de JONGE MARIA, kapt. G.J. Meeuw, naar Smirna; de JONGE ADRIANA, kapt. C.F. Hempel, en MADURA, kapt. B.C. ten Ham, beiden naar Batavia;

DC 241136

Hellevoetsluis, 21 november. Gisteren namiddag zeilden naar zee: NEPTUN, kapt. J.P. Visser, naar Duinkerken; en arriveerde uit zee: JUFFER FRESINA, kapt. J.H. Potjer, van Marennes. Heden morgen zeilden naar zee: JONGE ADRIANA, kapt. J.M. Hempel, en MADURA, kapt. B.C. ten Ham, beiden naar Batavia.

DC 291236

Hellevoetsluis, 25 december. Gisteren namiddag zeilden naar zee: JOHANNA, kapt. E. Bergman, naar Batavia; KOOPHANDEL, kapt. F. Popke, en AMPHITRITHE, kapt. M. Krull, beiden naar Suriname; WILLIAM, kapt. R. Monkman, naar Hull; KLEINKINDEREN, kapt. A. den Breems, en VROUW MAARTJE, kapt. J. Spanjersberg, beiden naar Lissabon; VERTROUWEN, kapt. R.J. Bakker, naar Gibraltar; DRIE GEBROEDERS, kapt. P. Admiraal, naar Marseille; MARY, kapt. B. Smaal, naar Leith; het VERTROUWEN, kapt. L. Overgaauw, naar New York; HEERLIJKHEID, kapt. H.L. Fredrichs, naar Bordeaux; FORTUNA, kapt. A. v.d. Weyden, naar Nantes. Nog zeilde naar zee: MADURA, kapt. B.C. Tenham, naar Batavia.
 

1837

RC 210137

Rotterdam, 20 januari. Den 20 zeilden MAASSTROOM, P.S. Schuil, en MADURA, B.C. Ham naar Batavia.

JC 240537

Batavia, 20 mei. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark MARGARETHA, kapt. W. Barchan, met een passagier, de 13e januari vertrokken van Londen, en de dito bark MADURA, kapt. B.C. ten Ham, met een passagier, de 29e januari vertrokken van Rotterdam.

RC 160937

Rotterdam, 15 september. In de Javasche Couranten tot den 27 mei vindt men het volgende:

Te Batavia lagen ter rede Zr.Ms. brik ORESTES, Nederlandse schepen GENERAAL CHASSẾ, MAASSTROOM, PEKALONGAN, LORD MINTO en MERCURY, brikken TWEE GEZUSTERS, TARTAR, TEKSIN, PATRIOT en ELIZA, barken MADURA, FATHOOR RACHMAN, DIEDERIKA, MARGARETHA en LOUISA, schoeners MARZOEK, ALCESTA, DE HOOP OP WELVAART, ANTING, GOANHIEN, CAROLINA en CATHARINA,

RC 101037

Rotterdam, 9 oktober. Den 7 dezer arriveerden MADURA, B.C. ten Ham, van Batavia; MAASNYMPH, J.T. Verschuur, van Wymess en YPRESS, P. Dunk, van Londen.

Ook nu moet de MADURA zonder veel wachttijd zijn geladen, dus met ‘eigen’ lading,

RC 111137

Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag den 14 november 1837, des n.m. ten vier ure, in het Locaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, No. 458, te veilen: het Nederlands fregatschip MADURA, gevoerd wordende door kapt. B.C. ten Ham, volgens meetbrief lang 27,10 el, wijd 4,87 el, hol 4,58 el, en alzo groot 142 lasten, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende in de Leuvehaven.

Over de uitkomst van deze veiling  bestaat geen onzekerheid: de zeebrief die op 3 januari 1838 werd teruggezonden naar Den Haag werd daar geroyeerd, ‘zijnde hetzelve gesloopt’.

 

Akten

Gemeente-Archief Rotterdam Archiefnummer Rott.1.01.2520.1817.238

DVD XI - 5142
CEDULE

Naam schip genaamd zullende worden
JONGE GERARDA CORNELIA, genaamd geweest MALVINA en daarna LINNEMAN

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Rotterdam, 19 maart 1817

type schip driemastschip

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Thomas Stickle, schipper te Rotterdam, enig eigenaar.
te voeren door kapt. Thomas Stickle, in geheel eigendom bevaren

grootte in tonnen 163 gemeten lasten

tuigage / aantal dekken drie masten

afmetingen

kiellegging

tewaterlating schip is buitenslands gebouwd

plaats / datum registratie

nummer van registratie deel

notaris

prijs NLG.

Bijzonderheden: bij de eigendomsverklaring is gevoegd een acte van verkoop en transport voor Isaac Marinus Josué Valeton, notaris te Rotterdam, in dato 11 maart 1817, waarbij John Pirie, koopman te Pope Head Alley, Cornhill (UK), het schip verkoopt aan Thomas Stickle te Rotterdam.
(zie bijlage)





researcher/datum research: ML / 150210





BIJLAGE bij acte Rotterdam 1817 / 238, schip JONGE GERARDA CORNELIA


Ik, ondergetekende, Thomas Stickle, voerende het schip JONGE GERARDA CORNELIA, thans liggende in het Nieuwe Diep, verklare bij deze hetzelfde schip te zijn, hetwelk eerst genaamd is geweest MALVINA, en daar na LINNEMAN, blijkens transport in dato 11 dezer voor de notaris J.M. Valeton alhier gepasseerd.
Rotterdam, 19 maart 1819, Th. Stickle


ML / 150210

Naam JONGE GERARDA CORNELIA
Archiefinstelling Stadsarchief Rotterdam
Jaar 1817
Toegang 1.01
Inventaris 2520

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1413.1819.46

foto 039
CEDULE

Naam schip JONGE GERARDA CORNELIA, bevorens genaamd geweest MALVINA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 4 juni 1819

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Thomas Stickle, Rotterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Thomas Stickle, in eigendom bevaren

grootte in tonnen 166 lasten of 332 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te New York

plaats / datum registratie Amsterdam, 4 juni 1819

nummer registratie deel 12, folio 33, recto, vak 5

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de koopacte
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 15263
(opm: Thomas Stickle kreeg op 21 maart 1817 de eerste zeebrief voor de JONGE GERARDA CORNELIA)




researcher/datum research: ML / 080214

Naam JONGE GERARDA CORNELIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1413
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam
archiefnummer 5074/1419-1819-46

KOOPBRIEF schip MALVINA, thans genaamd LEENEMAN (het schip heeft de naam LEENEMAN mogelijk nooit gedragen, zie JONGE GERARDA CORNELIA)

plaats en datum acte Rotterdam, 11 maart 1817

soort schip driemastschip

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper John Pirie, koopman te Pope Head, Cornhill (UK)

eigenaar/aankoper Thomas Stickle, kapitein ter zee, wonende te Rotterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris M.J. Valeton, Rotterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 30.000,-

bijzonderheden thans genaamd LEENEMAN VAN AMSTERDAM (ML:
(vergelijk acte AMSD5074/1419.1821.36. Mogelijk is de naam LEENEMAN een “intended name” en moet het zijn de JONGE GERARDA CORNELIA, zie vooral ook cedule 1819)






researcher/datum research ML-290905

Naam LEENEMAN
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1415.1821.36

deel III, foto 036, 037
CEDULE

Naam schip JONGE GERARDA CORNELIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 28 maart 1821

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Elisabeth Marshall, weduwe van Thomas Stickle, Amsterdam, enig eigenaresse

te voeren door kapt. J. Smith

grootte in tonnen 166 lasten of 332 tonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd in Amerika

plaats / datum registratie Amsterdam, 28 maart 1821

nummer registratie deel 6, folio 106, verso, vak 7

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte, waarbij haar man, thans wijlen Thomas Stickle, het schip had gekocht. Elisabeth Marshall is door vererving eigenaresse van het schip geworden, met haar minderjarige zoon Thomas Sticke Jr.
Het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 20146





researcher/datum research: ML / 290514

Naam JONGE GERARDA CORNELIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1821
Toegang 5074
Inventaris 1415
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1821-36

BIJLBRIEF / ACTE AAN-/VERKOOP
schip MALVINA

plaats en datum acte Amsterdam, 11 maart 1817

soort schip fregat

gevoerd door kapt.

Bouwwerf / verkoper John Pirie, koopman te Pope Head Alley, Cornhill, Grott Britannië

Eigenaar / aankoper Thomas Stickle, kapitein ter zee, wonend te Rotterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken drie masten

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Isaac Marinus Josué Valeton, notaris te Rotterdam

prijs (bij aan-/verkoop NLG. 30.000,-

bijzonderheden: acte van 19 maart 1821 voor notaris Mr. J. Crommelin te Amsterdam, waarbij John Afflick, wonend te Amsterdam, en Michiel Spreeuw, wonend op het eiland Texel, beide kapiteins varend op Suriname, verklaren, dat zij zeer wel hebben gekend wijlen Thomas Stickle, laatst kapitein op het schip de JONGE GERARDA CORNELIA, en gewoond hebbend te Amsterdam, en verklaren dat Thomas Stickle in de maand oktober 1820 te Paramaribo is overleden, dat deze Thomas Stickle heeft nagelaten een weduwe Elisabeth Marshall en een enig kind, eveneens genaamd Thomas Stickle, en dat, voor zover zij weten, Thomas Stickle senior is gestorven zonder testament, zodat de goederen van Thomas Stickle Sr. zijn toegevallen aan Elisabeth Marshall en Thomas Stickle Jr.



researcher/datum research ML-080306

Naam MALVINA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1821
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1416.1825.37

deel V, foto 039, 040
CEDULE

Naam schip JONGE GERARDA CORNELIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 3 december 1825

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Gerrit Stemvers Leeneman, Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. John Smith

grootte in tonnen 144 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd in Amerika

plaats / datum registratie Amsterdam, 3 december 1825

nummer registratie deel 11, folio 77, verso vak 5

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Willem Lodewijk Brussel,, Amsterdam, voor en namens de eigenaren





researcher/datum research: ML / 230715

Naam JONGE GERARDA CORNELIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1825
Toegang 5074
Inventaris 1416
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1825-37

ACTE AAN-/VERKOOP
schip JONGE GERARDA CORNELIA

plaats en datum acte koop/verkoop, Amsterdam, 4 juni 1825

soort schip fregat

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper E. Marchall, weduwe F. Stickle

eigenaar/aankoper Gerrit Herman Leenemans, Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Mr. J. Commelin, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 12.000,-

bijzonderheden








researcher/datum research ML-160706

Naam JONGE GERARDA CORNELIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1825
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.299a Foto DVD III – 066-069 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: de JONGE GERARDA CORNELIA,
thans MADURA

Plaats en datum acte openbare verkoping, Amsterdam, 7 april 1834

Soort schip Nederlands gekoperd fregatschip

Bouwwerf / verkoper Gerrit Abraham Cramer als gemachtigde van mejuffrouw Cornelia Jansen, weduwe van Gerrit Stenvers Leeneman (Weduwe Jansen was enig erfgename omdat haar echt met Gerrit Stenvers Leeneman geen descendenten had voortgebracht)

Gevoerd door kapt. Boij Jansen

Eigenaar / aankoper Johannes Engelhardus Lublink, makelaar, voor zijn meesters, de heren C.& A. Vlierboom te Rotterdam, vertegenwoordigd door Casper Vlierboom

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 142 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 27,10 m., breed 4,86 m., hol 4,58 m.

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Amsterdam, 8 april 1834

Nummer van registratie deel 11, folio 53, recto vak 6

Notaris Hermanus Isaac Rietveld, makelaar te Amsterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 8.350,-

Bijzonderheden: schip ligt tijdens deze veiling in het Oosterdok te Amsterdam.
(opm: .mogelijk was de naam G.H. Leeneman = Gerrit Henvers??)





Researcher/datum research ML/060307

Naam MADURA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1834
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.299b Foto DVD III – 066-069 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: MADURA,
ex- de JONGE GERARDA CORNELIA

Plaats en datum acte koop/verkoop, Rotterdam, 15 mei 1834

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper Casper Vlierboom, voor zijn firma C. & A. Vlierboom, kooplieden en reders te Rotterdam, 2/3e part (behoudt 1/3e part)

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Firma Van Rossem, Van Oordt & Co. kooplieden en reders, te Rotterdam (1/3e part), en Nicolas Joseph de Cock, koopman en reder te Rotterdam (1/3e part)

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 142 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 27,10 m., breed 4,86 m., hol 4,58 m.

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 16 mei 1834

Nummer van registratie deel 31, folio 99, verso, vak 3 en 4.

Notaris Willem Kleij, notaris te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 5.570,- (2/3e part)

Bijzonderheden: schip ligt bij deze verkoop te Rotterdam







Researcher/datum research ML/060307

Naam MADURA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1834
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Gemeente-Archief Rotterdam Archiefnummer Rott.1.01.2520.1817.238
Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1413.1819.46
ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1819-46
Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1415.1821.36
ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1821-36
Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1416.1825.37
Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.299a
Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.299b
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
Stadsarchief Amsterdam, Waterschout Amsterdam
Lloyd’s Register online
De heer Jaap Bakker
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
CM = Caledonian Mercury (Edinburgh, vertaald)
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
LCO = Leydsche Courant
LL = Lloyd's List
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
PLDA = Public Ledger and Daily Advertiser (Londen, vertaald)
RC = Rotterdamsche Courant
SUC = Surinaamsche Courant