Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.Machielsen als gezagvoerder gedurende:
* 1817 t/m 1819 van de 3/m pink “Catharina Anna Helena”, gebouwd in 1814 te Amsterdam (?), 300 ton o.m., varend voor P/v/d Broecke te Amsterdam.
n Het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5081-7148-148 een akte van openbare koop/verkoop dd Amsterdam 08 november 1813 van een kof de “Gebroeders Tichelaar”. De verkoper was Francois Coffijn, particulier te Amsterdam, de notaris Reijnier Meijjes te Amsterdam en de verkoopprijs Ffrs 6258,- = NLG 2980,-.
De aankoper was Hendrik Dirk Canne, makelaar die het schip kocht voor zijn lastgever Fredrik Machielsen, scheepskapitein te Amsterdam
F.Coffijn had het schip gekocht op 08 juni 1812 blijkens acte van Gabriel Martens, commissaris der marine te Amsterdam. Het schip was nimmer gefranciseerd. Het lag november 1813 bij de scheepswerf De Schol van de meestertimmerman Haring Booy.
In het Archief van de Amsterdamse Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam011a komt voor :
38-92 02 augustus 1815, schip “Vertrouwen”, kapitein Frederich Magielsen, varend onder Hollandse vlag, boekhouder C.Willems te Nieuwendam, bestemming Rouaan, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, koksmaat, ligtmatroos en kajuitwachter
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 24 augustus 1815114
Amsterdam, 22 augustus. Volgens brief van Ostende van de 14e augustus was de vorige avond op de Roelje gestrand het kofschip VERTROUWEN, kapt. Machielsen, van Amsterdam naar Rouaan. Hetzelve had niet boven de twee voet water in en zou een gedeelte der lading lossen om weder vlot te geraken.
Rotterdamsche Courant 05 oktober 1815114
Amsterdam, 3 oktober. Te Rouen is gearriveerd F. Machielsen van Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 09 september 1817114
Amsterdam, 7 september. Kapt. Jacob Vully, den 3 september in Texel binnen van Surinamen, is den 19 juli van daar gezeild; twee of drie dagen later zouden volgen de schepen SPECULATION, kaptein Thomas Pietersz, en CATHARINA ANNA HELENA, kapt. F. Machielsen, en in het laatst van die maand het schip de VEREENIGING, kapt. A. Roos, allen naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 04 april 1818114
Amsterdam, 2 april. Kaptein F. Machielsen, voerende het schip CATHARINA ANNA HELENA, van Amsterdam naar Surinamen gedestineerd, meldt van Fahrsund (opm: Farsund, Zuid-Noorwegen), in dato 7 maart, dat hij den 10 februari uit Lushaven (opm: Loshamn, nabij Farsund), alwaar hij, wegens storm en tegenwind, binnengelopen was, naar zee gezeild en tot op Doggersbank gevorderd zijnde, uit hoofde van aanhoudende N.W. stormen getracht had Texel binnen te lopen, doch geen loods had kunnen bekomen, waarop hij, na veel stormen te hebben doorgestaan, den 3 maart met lekkagie te Fahrsund binnengelopen was, ten einde aldaar de geledene schade aan het schip en want te herstellen; echter hoopte hij binnen acht dagen de reis weder te kunnen aanvaarden.
Rotterdamsche Courant 16 mei 1818114
Amsterdam, 14 mei. Met kaptein G. Kaleshoek, den 26 maart van Surinamen vertrokken en den 10 mei in Texel binnengekomen, heeft men berigt, dat de schepen de SURINAAMSCHE VRIENDEN, kaptein Cornelis Kraay, en MARTHA EN ELISABETH, kaptein Klaas Scholl, het eerste circa drie weken en het laatste zeven dagen voor hem gezeild zijn; alsmede dat veertien dagen na hem zouden volgen de schepen de VROUWE JEANNE, kaptein Barend Calgren, en HOOP EN LIEFDE, kaptein T. Macheelsen (opm: Tede Machielsen), en den 4 april het schip WILLEM DEN EERSTEN, kaptein J. Precht, alle naar Amsterdam.
Te Surinamen is gearriveerd A. Roos van Amsterdam, laatst van Havre; dezelve zou omstreeks den 20 april met een lading koffij en katoen de terugreis aannemen, en J. Nobel van hier, laatst uit Engeland.
Rotterdamsche Courant 17 september 1818114
Amsterdam, 15 september. De schepen CONSTANTIA, kapt. M. Spreeuw, en DE HARMONIE, kapt. H.J. de Bloom, den 12 september in Texel binnengekomen van Surinamen, zijn beide den 31 juli van daar vertrokken, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. Thomas Pietersz; de VRYHEID, kapt. Rinse Sjeerd Rinses; JOHANNA PHILIPPINA, kapt. Willem de Boer; AURORA, kapt. Albert Ahlers; IGNATIA EN JENNY, kapt. Jan Nobel; en CATHARINA ANNA HELENA, kapt. Freerk Machielsen; naar Amsterdam.
In het Archief van de Amsterdamsche Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van Fredrik Machielsen op de:
“Jo. Jacob”. dd 30 november 1802;
“Sonne”, dd 17 mei 1806 (Deense vlag), 24 februari 1807 (D.); 30 juni 1807 (D.);
“Waakzaanheid”, dd 13 juni 1809 (Papenburger vlag);
“Vertrouwen”, dd 25 mei 1814; 02 augustus 1815;
“Catharina Anna Helena”. dd 27 juli 1817; 05 december 1817; 06 augustus 1819; 23 september 1820.
Familiegegevens en opleiding
C.F.Jansen werd geboren in Burchauf Fehmarn op 30 april 1778.
Hij trouwde met Neeltje Plas, geboren te Schellingwou op 21 december 1781 en overleden in 1833. Het echtpaar kreeg een zoon op 04 oktober 1814.
C.F.Jansen overleed in 1837
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In het Inschrijfregister van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop" staat achter de naam C.F.Jansen alleen het vlagnummer 12 en de opmerking "overleden"002.
K.F.Jansen wordt in de tweede algemene ledenvergadering van het College Zeemanshoop op 31 mei 1822 aangenomen als effectief lid op voorstel van de heer Teunissen en krijgt vlagnummer 023.
Hij werd per 12 oktober 1825 deelnemer in het Weldfadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
C.F.Jansen was van 1823-1828 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
C.F.Jansen was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" en wel in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 47 en van 1832 t/m 1836 met nummer 17008.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van 26 juli 1827 vraagt kapitein C.F.Jansen zich af of kapitein P.F.Wegener, niet meer varend en tot een ander beroep overgegaan zijnde, wel voldoet aan de reglementaire voorschriften inzake de te storten bijdragen. Volgens hem zou deze kapitein een hogere bijdrage moeten geven. In de vergadering dd 30 augustus 1827 wordt gemeld dat het Bestuur het hier niet mee eens is.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 mei 1837 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is C.F.Jansen042.
In de notulen van de Algemene Vergadering 13 september 1822 staat o.a.: "Een Brief Ter Tafel van Capt.C.F.Jansen ... waarin zijn Ed. Janssen Bedankte voor het Kollegie Met betaling zijner nog openstaande Boetens van 18 st. Waarop de heer van der Meulen Aan de President voorstelde om Een Kommissie te Benoemen Ten Einde Captein C.F.Janssen omtrend zijn Ed denkwijze in het vriendelijke terug te brengen. Tot deze Kommissie wierden Benoemd de Capiteins Grim, Kreemer, en Jonker die dezelfve zeer Bereidwillig Aksepteerden". Op 11 oktober 1822 meldde de notulen: "Den Capitein C.F.Jansen geeft kennis dat hij zig voor eenige tijd buiten de stad zal begeven en uit dien hoofde van de boete verzocht te worden geexcuseert hetwelk hem ingevolge de wet is geaccordeerd"023. Kennelijk is de onenigheid bijgelegd en heeft de interventie van de commissie succes gehad.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
12 1825-1835 geen opgave van schip en boekhouder
In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich een eigendomsbewijs/rederijcedule (archiefnummer 5081-7147-88) van het sloepschip “Louisa Augusta”. de eigendomsverklaring werd opgemaakt te Amsterdam op 15 maart 1814 door de vrederechter Nicolaas Breukelen te Amsterdam. De verkopers waren reders te Bergen, Noorwegen (niet met name genoemd). De aankoper was Theodorus Johannes Weddik, “voor zijn huis van negotie Weddik & Wendel te Schellingwoude”.
De te voeren kapitein werd Carel Fredrik Jansen, kapitein ter koopvaardij en geboren Deen, wonende te Schellingwoude
Bijzonderheden: Carel Fredrik Jansen, geboren Deen, kocht het schip in november 1812 te Bergen (Noorw.) ten behoeve van de feitelijke eigenaren Weddik & Wendel te Amsterdam, en liet de koopbrief op zijn naam stellen om het schip de Deense vlag te kunnen laten voeren. Het schip vertrok na aankoop uit Bergen (Noorwegen) met een lading stokvis, bestemd voor Amsterdam, doch het schip werd door de Engelsen op 8 maart 1813 genomen en opgebracht naar Yarmouth, daar geconfisceerd en op publieke veiling in juli 1813 teruggekocht door genoemde Carel Fredrik Jansen, weer in opdracht van Weddik & Wendel. Weer voer hij, in ballast, naar Bergen (Noorwegen), nam weer een lading stokvis voor Amsterdam in en bereikte veilig Amsterdam.113
Het Stadsarchief van Amsterdam bevat een monsterrol (38-94)011a, dd 09 december 1814, kapitein Carel Frederik Jansen (van Schellingwoude) , de pink “”De Vr Maria”, varend onder Hollandse vlag met bestemming Suriname, boekhouders Weddik & Wendel, 20 bemanningsleden en wel opperstuurman, onderstuurman, schrijver, bootsman kok, zeilmaker, timmerman, ondertimmerman, dokter, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, koksmaat en kajuitwachter.
Tevens met nummer 38-91 een rol dd 01 april 1814, kapitein Carel Frederik Jansen, sloep “Louisa Augusta”, varend onder Hollandse vlag met bestemming Berg in Noorwegen, boekhouders Weddik & Wendel, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, 3 matrozen, kok en jongen.
Tenslotte rollen op naam van de “Koophandel, dd 08 april 1819 en 22 september 1820.
Overige bijzonderheden
Carel Frederik Jansen was in 1820 kapitein van de "Koophandel".
Ontleend aan: "De laatste reis van Carel Fredriks. Verslag van de reis met het fregatschip Nieuwe Zeelust naar Batavia". J.M.Fredriks. Typoscript, Vianen 1998, 95 pp. Op de voorzijde een tekening van het schip door J.Mooij, dd.1818.
Schip wordt niet vermeld in Bouma025.
Rotterdamsche Courant 31 januari 1818114
Amsterdam, 29 januari. Volgens brieven van Batavia, van den 1 tot 6 september, was het schip COLUMBUS, kapt. H. van Uijen, den 27 augustus aldaar in twee dagen van Samarang (opm: Semarang) gearriveerd, alwaar in goede staat nog liggende was het schip WATERLOO, kapt. D. Hensken. Ter rede van Batavia was liggende Zijner Majesteits fregat WILHELMINA, kolonel Dibbets, alsmede de particuliere schepen HENRIETTA ELISABETH, kapt. C.F. Jansen, half beladen; FORTITUDE, kapt. S. Aggentz; SELLINA, kapt, G. Jansen, en AUGUSTE, kapt. J. Grevelink, ledig, benevens verscheidene Amerikaanse en Engelse schepen, welke door hun lage concurrentie in de vrachten bij de geringe voorraad producten aan de Nederlandse schepen weinig vooruitzigt overlieten om spoedig lading te bekomen. Er was een Amerikaans schip door het Gouvernement, met rijst bevracht. Het schip de HOOP, kapt. M.D. Irnken (opm: eerste drie letters van de naam slecht leesbaar), was den 6 september in het opzeilen naar de rede.
Rotterdamsche Courant 31 januari 1818114
Amsterdam, 29 januari. Volgens brieven van Batavia, van den 1 tot 6 september, was het schip COLUMBUS, kapt. H. van Uijen, den 27 augustus aldaar in twee dagen van Samarang (opm: Semarang) gearriveerd, alwaar in goede staat nog liggende was het schip WATERLOO, kapt. D. Hensken. Ter rede van Batavia was liggende Zijner Majesteits fregat WILHELMINA, kolonel Dibbets, alsmede de particuliere schepen HENRIETTA ELISABETH, kapt. C.F. Jansen, half beladen; FORTITUDE, kapt. S. Aggentz; SELLINA, kapt, G. Jansen, en AUGUSTE, kapt. J. Grevelink, ledig, benevens verscheidene Amerikaanse en Engelse schepen, welke door hun lage concurrentie in de vrachten bij de geringe voorraad producten aan de Nederlandse schepen weinig vooruitzigt overlieten om spoedig lading te bekomen. Er was een Amerikaans schip door het Gouvernement, met rijst bevracht. Het schip de HOOP, kapt. M.D. Irnken (opm: eerste drie letters van de naam slecht leesbaar), was den 6 september in het opzeilen naar de rede.
Rotterdamsche Courant 10 augustus 1819114
Amsterdam, 8 augustus. Op 30 gr. 15 min. breedte 21 gr. 23 min. (opm: Wester)-lengte is gepraaid het schip de KOOPHANDEL, kapitein C.F. Jansen, van Amsterdam naar Batavia.
Batavische Courant 02 oktober 1819114
Batavia, 1 oktober. Bekendmaking. Tijdens het aanwezen alhier van het Nederlandse schip FLORA, gevoerd door de kapt. W. Tieman, toebehorend aan de Maatschappij van Koophandel en Zeevaart te Amsterdam, hadden de ondergetekenden het genoegen op den 13 februari j.l, bij een bekendmaking in deze courant, van de oprichting van de maatschappij kennis te geven en de gelegenheid aan te bieden om ten hunnen kantore voor aandelen in dezelve te tekenen, en daar thans het tweede schip van de maatschappij, genaamd de KOOPHANDEL, gevoerd door de kapt. C.F. Jansen, reeds ter dezer rede is gearriveerd, een derde spoedig staat te volgen, de intekening in Nederland met het beste succes voortgang heeft en Zijne Majesteit onze koning zelf voor een aanzienlijke som deelhebber is geworden, zijn zij andermaal aangemoedigd de ingezetenen van onze oosterse bezittingen, de intekening (die alsnog tot ultimo december aanstaande zal open blijven) ten hunnen kantore aan te bieden, alwaar het ontwerp en de voorwaarden voor een ieder ter lezing liggen.
Batavia, den 1 oktober 1819. Van Rijck, Prediger & Co
Rotterdamsche Courant 20 januari 1820114
Amsterdam, 18 januari. Kapt. C.F. Jansen, voerende het schip (opm: pink) de KOOPHANDEL, den 15 mei 1819 uit Texel gezeild naar Batavia, meldt in een brief van Anjer, in de Straat Sunda, in dato 10 september, dat hij de volgende dag de rede van Batavia dacht te bereiken; het schip en de lading waren in de beste staat en de passagiers en equipagie allen gezond.
Rotterdamsche Courant 12 februari 1820114
Amsterdam, 10 februari. Den 1 oktober 1819 lag ter rede van Batavia Z.M. oorlogschip NASSAU, benevens de Nederlandse koopvaardijschepen FRANKLIN, C. Zwaan; de (opm: pink) DRIE GEBROEDERS, wijlen P.J. Manselman (opm: kapt. Paulus Jansen Manzelman); CORNELIA SARA, J. Marcussen; ELISABETH, C. Pakes (opm: fregat ELIZABETH, kapt. Cornelis Pakes); ASIA, J. Spoor, CORNELIA, F. Sipkes; SELIMA (opm: driemaster, thuishaven Brugge), F. Wens; MARIA LOUISA, Brijane; de KOOPHANDEL (opm: pink), C.F. Jansen; de VROUW CATHARINA (opm: fregat), J. van Dijk, en RUIMVELD (opm: gekomen van Samarang), W. van Leunen; alsmede een aantal brikken en kleinere vaartuigen.
Van bovengemelde schepen lagen op hun vertrek CORNELIA SARA, J. Marcussen, naar Holland; de DRIE GEBROEDERS, wijlen P.J. Manselman, ASIA, J. Spoor, en FRANKLIN, C. Swaan, naar Amsterdam. Het schip CORNELIA, F. Sipkes, zou in de volgende week beginnen deszelfs lading voor Amsterdam in te nemen.
Den 25 september lag te Sourabaija Z.M. oorlogs-korvette VENUS.
Rotterdamsche Courant 30 maart 1820114
Amsterdam, 28 maart. Den 23 oktober 1819 lagen ter rede van Batavia ….
….de Nederlandse koopvaardijschepen FRANKLIN, C. Swaan, ASIA, Muller, CORNELIA, F. Sipkes, SELIMA, F. Wens, de KOOPHANDEL, C.F. Jansen, de VROUW CATHARINA, J. van Dijk, naar Holland, en ELISABETH (opm: ELIZABETH), C. Pakes; van deze zouden nog in de maand oktober vertrekken de schepen FRANKLIN en CORNELIA, naar Amsterdam, de VROUW CATHARINA naar Holland; in het begin van november ASIA, Muller, naar Cowes en Amsterdam; omstreeks half november HIBERNIA, L. Leuwen (opm: naam slecht leesbaar), naar Rotterdam, en in december de KOOPHANDEL naar Amsterdam. ….
Rotterdamsche Courant 06 mei 1820114
Londen, 2 mei. Te Kaap de Goede Hoop is den 11 februari gearriveerd het schip (opm: pink) de KOOPHANDEL, C.F. Jansen, van Batavia naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 13 mei 1820114
Londen, 9 mei. Den 27 december 1819 zijn te Batavia gearriveerd de schepen MARIA, M. Amsterdam, van Antwerpen, en ARINUS MARINUS, Langeveld, van Banca; van daar zijn vertrokken den 1 dito het schip FRANKLIN, Swaan, naar Amsterdam, den 11 dito SELINA, Wens, naar Ostende, den 19 HERCULES, King, en den 22 KOOPHANDEL, Jansen, naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 27 maart 1821114
Rotterdam, 26 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lists van den 20 en 23 maart 1821:
Het schip de KOOPHANDEL, naar Batavia gedestineerd, is den 8 januari gepraaid…..
Rotterdamsche Courant 15 mei 1821114
Amsterdam, 12 mei. Kapt. C.F. Jansen, voerende het schip (opm: pink) de KOOPHANDEL, meldt in een brief van den 8 januari, dat hij alstoen, na een reis van 69 dagen uit Texel, zeilende was op 36º49’ Z.B. en circa 18 graden geobserveerde lengte, hebbende de Kaap de Goede Hoop ten noorden van Zich; het schip en de equipagie waren in de beste staat.
Bataviasche Courant 06 oktober 1821114
Te Batavia aangekomen:
….5 Okt. Ned. schip ANTOINETTA JACOBA, D. Kraaijer, naar Amsterdam, passagiers 43 gepasporteerde militairen; dito dito DE KOOPHANDEL, C.F. Jansen, naar dito, passagiers o.a. 47 gepasporteerde militairen der marine; dito dito MAGBAR, Seck Oemar Bin Abdulla bin Boegies, naar Indramaijoe, Cheribon, Tagal, Paccalongang en Samarang; dito brik MENTOR, W. Scott, naar Bencoelen…..
Rotterdamsche Courant 02 februari 1822114
Amsterdam, 31 januari. Den 6 oktober 1821 zijn Straat Sunda gepasseerd de Nederlandse schepen ANTOINETTA JACOBA, D. Kraijer, en de KOOPHANDEL, C.F. Jansen, van Batavia naar Amsterdam.
Bataviasche Courant 16 februari 1822114
Batavia, 15 februari. Met het laatste schip alhier van Kaap de Goede Hoop aangekomen, zijn ons geen couranten medegebracht.
De mondeling ontvangen berichten, lopende tot 16 december a.p. (opm: verleden jaar), melden, dat aldaar acht Nederlandse schepen in de Tafelbaai geankerd lagen. Onder deze bevonden zich 's Konings brik IRENE, kapt.luit. Lucas, en de schepen JAN EN CORNELIS, kapt. Duijff en de KOOPHANDEL kapt. Janssen. De beide eersten hadden de reis naar het vaderland reeds weder voortgezet.
De KOOPHANDEL had averij aan deszelfs roer.
De COLUMBUS kapt. Grevelink, was in goede staat aldaar aangekomen en zou tegen den 19 december de reis herwaarts weder aannemen.
Het Nederlandse schip FLORA (opm: fregat, kapt. W. Blom, zie RC 190222), van hier naar Amsterdam bestemd, is in het opzeilen der rede van de Kaap, bij het Robbeneiland, aan de grond geraakt en geheel verloren. De equipage en passagiers zijn allen gered, doch van de goederen en lading, bestaande in 5.000 pikols (opm: à 61,7613 kg) koffij, schijnt weinig geborgen te zijn.
Rotterdamsche Courant 19 februari 1822114
Amsterdam, 17 februari. ….
….Verder, dat in de Baai-Fals lag het schip KOOPHANDEL, kapt. C.F. Jansen, mede van Batavia naar Amsterdam, met verlies van het roer, en dat in de Tafelbaai lagen Zr.Ms. oorlogsbrik IRENE, kapt.luit. Lucas; de ONDERNEMING, kapt. H. Murk Lelsz, en de ANTOINETTE JACOBA (opm: pink), kapt. D. Kraijer, alle van Batavia; de laatste heeft zijn roer verloren.
Rotterdamsche Courant 14 maart 1822114
Amsterdam, 12 maart…..
….Voorts heeft men met dit schip het berigt dat het schip de KOOPHANDEL, van Batavia naar Amsterdam, den 15 januari gereed zou zijn om van de Kaap te vertrekken.
Rotterdamsche Courant 13 april 1822114
Amsterdam, 11 april. Het schip de KOOPHANDEL, kapt. C.F. Jansen, van Batavia naar Amsterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop, is den 3 februari St. Helena gepasseerd.
Rotterdamsche Courant 23 april 1822114
Rotterdam, 22 april. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 16 en 19 april:
Het schip IPENRODE, Oosterloo, van Surinamen naar Amsterdam, is den 15 dezer te Deal binnengelopen.
Te Falmouth is den 15 binnengelopen het schip KOOPHANDEL, Jansen, van Batavia naar Amsterdam, door gebrek aan levensmiddelen en water; hetzelve heeft Batavia den 5 oktober 1821 verlaten, en is in december, met verlies van het roer, aan de Kaap binnen geweest)