1815
Op 03-07-1815 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jacob Cornelis Janssen.
1816
LCO 010116
Zeetijding. Sedert onze laatste is bij Texel binnengekomen de JONGE BAREND (opm: kof), J.C. Janssen van Kadix
Op 23-11-1816 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Cornelis Janssen.
1817
LCO 310117
Amsterdam, 29 januari. Van Texel uitgezeild de JONGE BAREND, J.C. Janssen naar Kadix.
Op 24-09-1817 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Cornelis Janssen.
1818
Op 10-08-1818 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Cornelis Janssen.
1819
Op 22-09-1819 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Cornelis Janssen.
RC 261019
Amsterdam, 24 oktober. Kapt. C.H. Schreuder, van Lissabon in Texel binnen, heeft den 13 oktober gepraaid de schepen de JONGE BAREND, kapt. J.C. Jansen, en de VIGILANTIE, kapt. G.H. de Boer, van Amsterdam naar Kadix (opm: Cadiz).
RC 181119
Amsterdam, 16 november. Kapt. G.H. de Boer, voerende het schip de VIGILANTIE, van Amsterdam naar Kadix (opm: Cadiz) gedestineerd, meldt van Kadix, van den 26 oktober, dat hij, na gedurende zijn reis zeer goed weer gehad te hebben, den 24 dito, ‘s morgens te half negen uren, met harde wind, aldaar in goede staat gearriveerd was, zo als ook diezelfde morgen, te elf uren, het schip de VRIEND, kapt. R.C. Nolles, en nog die dag, ‘s avonds te vijf uren, het met hem uit Texel gezeild schip de JONGE BAREND, kapt. J.C. Jansen, mede van Amsterdam.
LC 191119
Amsterdam, November. Volgens brieven uit Kadix (opm: Cadiz), in dato 26 oktober, was de ziekte (opm: de pest) afnemende en de sterfte op 80 personen daags verminderd; er werd aanstalte gemaakt om de volgende dag de schepen te doen lossen; in de baai aldaar waren den 24 oktober van Amsterdam gearriveerd, des morgens ten 8½ uren, de VIGILANTIE, kapt. De Boer, en ten 11 uren de VRIENDSCHAP, kapt. Nottes (opm: Roelof Tjeerd Nolles), des namiddags de JONGE BAREND, kapt. Jansen, zijnde de eerste en de laatste den 9 oktober, en de tweede den 25 september uit Texel gezeild.
1820
LCO 240520
Amsterdam, 21 mei. Texel. Kapt. J.C. Janssen, voerende het schip (opm: kof) de JONGE BAREND, is den 20 mei van quarantaine ontslagen.
Op 30-10-1820 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Cornelis Janssen.
1821
LCO 200421
Amsterdam, 18 april. Texel. Het schip (opm: kof) de JONGE BAREND, kapt. L.C. Janssen, van Kadix, den 12 dezer binnengekomen, is den 17 dezer van quarantaine ontslagen.
1822
Op 22-08-1822 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
1823
AH 121123
Texel, 10 november. Het schip JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, heden alhier gearriveerd van Oudsoen, heeft den 8 dezer op 10 mijlen ten zuiden van Texel gepraaid het schip DE HOPENDE VISSCHER (opm: DE HOPENDE VISSER), kapt. M. van den Berg, van St. Petersburg naar Havre-de-Grace bestemd, hebbende dezelve een man van zijn equipage verloren.
1824
Op 18-02-1824 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
Op 16-08-1824 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
AC 061224
Texel, 4 december. Binnengekomen JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Liverpool.
1825
AC 160325
Texel, 9 maart. Uitgezeild JANNA HAZINA, kapt. D.J. de Jong en JONGE BAREND, kapt. B.J. van Wijk, beide naar Liverpool, de laatste eergisteren reeds.
AC 060725
Texel, 4 juli. De wind West en NW. Binnengekomen: een kof, de naam onbekend.
Gisteren na posttijd binnengekomen: JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk Dz, van Nerva.
LC 230825
Harlingen. Den 20 dito binnen gekomen de kofschepen: MERCUUR, kapt. B.S. Hooghout, van Riga; de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk; JOHAN HENDRIK WILHELM, kapt. H. Slehnis; de smakschepen: GESINA CHARLOTTA, kapt. G. van Veen; de VROUW CATHARINA, kapt. N. Jacobs, alle van Noorwegen, beladen met hout.
DC 151225
Hellevoetsluis, 13 december. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk van Riga, als bijlegger naar Antwerpen.
DC 311225
Vlissingen, 17 december. Voorts zijn sedert onze laatste voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk van Riga, laatst van Veere met lijnzaad.
1826
DC 070126
Vlissingen, 30 december. Heden, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk van Riga, laatst van Veere met lijnzaad.
DC 180326
Vlissingen, 11 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 9 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: LE COUREUR, kapt. B. Bousin, naar Havre-de-Grace met geweren en suiker; CHRISTINE VOS, kapt. N.A. Smaal, naar Oléron met ballast; DE MARIA, kapt. A. Vollemare, naar Bayonne met lijnwaden; de JONGE BAREND, kapt. B. van Wijk, op avontuur.
AC 050526
Texel, 2 mei. Binnengekomen: Gisteren nog: BUITENWERF, kapt. J.E. Gust en JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, beide van Oleron.
LC 090526
Harlingen, 7 mei. Den 3 mei binnen het kofschip de JONGE BAREND, kapt. B.B. van Wijk, met zout van Oléron.
LC 130626
Harlingen. Den 8 juni uitgezeild het kofschip de JONGE BAREND, kapt. Barend R. van Wijk, met paarden en koeien naar Petersburg.
Op 28-09-1826 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
1828
RC 150328
Lloydslijst van 11 maart: Te Liverpool JONGE BAREND (opm: kof, kapt. B.R. van Wijk) van Harlingen.
RC 180928
Rotterdam, 17 september. De 16e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis DE JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Memel.
Op 27-09-1828 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
1830
LC 110530
Harlingen. Uitgezeild: den 8 mei de kofschepen de VRIENDSCHAP, kapt. G. Haverbult; de ONDERNEMING, kapt. K.L. Domenie en de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, alle drie met ballast op avontuur.
RC 040930
Rotterdam, 3 september. De 1e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis CORNELIUS DASSE VIËTOR, kapt. H. Bosker, van Liverpool; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Backet, van Dramme; de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Libau en ANNA MARGARETHA, kapt. C. Permien, van Riga.
Op 21-09-1830 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
1831
LC 220431
Harlingen. Uitgezeild: Den 13 april. Het kofschip DE JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, met schors naar Liverpool.
AH 070631
Texel, 5 juni. Binnengekomen: SARA ANNA CORNELIA, kapt. K. Hofkamp, van Lissabon; DE JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Liverpool.
AH 090731
Vlie, 6 juli. Vertrokken: de VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Grooth, naar Christiansand; GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth, naar Christiansand; de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, naar Noorwegen.
AH 160831
Texel, 12 augustus. Binnengekomen: JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Liverpool.
1832
AH 050432
Vlie, 2 april. Vertrokken: JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, naar Riga.
GRC 050632
Lijst van schepen die de Sont zijn gepasseerd. Den 22 mei JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Riga naar Schiedam.
RC 030732
Den 1 dezer zeilde uit de Maas JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk naar Archangel.
LC 091032
Harlingen, 4 oktober. Binnengekomen den 1 oktober het kofschip de JUFFER SARA, kapt. A. Sluik, ledig van Amsterdam; het kofschip de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, met stukgoederen van Archangel.
1833
Op 21-06-1833 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
AH 020733
Scheepstijdingen. Vlie, 28 juni. Uitgezeild: De JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, HERSTELLING, kapt. A.H. Karsijns en VROUW HENDRIKA, kapt. H. E. Boswyk, alle drie op avontuur.
LC 020733
Harlingen. Uitgezeild: Den 27 juni het kofschip de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk en het sloepschip OXENBURG, kapt. N. Erichsen, beide met ballast op avontuur.
AH 100933
Binnengekomen: Texel, 7 september. JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Archangel.
AH 130933
Carga-lijsten Amsterdam: De JONGE BAREND, kapt B.R. van Wijk, van Archangel met rogge en matten.
AH 161133
Texel, 14 november. Uitgezeild: De JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, op avontuur.
AH 111233
Arrivementen: Te Weymouth, 4 december. JONGE BAREND, kapt. R.R. van Wijk, van Amsterdam.
PGC 241233
De schepen de JONGE BAREND, kapt. R.R. van Wijk, van Amsterdam naar Bordeaux, en JOHANNA GEBINA, kapt. R.H. Nagel, van Amsterdam naar Nantes, beide te Weymouth binnen, hebben tussen 12 en 14 december de reis vervolgd.
1834
AH 040134
Arrivementen Te Torbay, 27 december. JOSINA WILHELMINA, kapt. J.C. van der Veer, De JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk en JOHANNA GEBINA, kapt. R.H. Nagel, van Amsterdam naar Bordeaux.
AH 050234
Arrivementen: Te Bordeaux, 23 januari. De JONGE BAREND, kapt. Barend Roelofs van Wijk, van Amsterdam.
AH 080334
Texel, 6 maart. Binnengekomen: JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk en JOHANNA WILHELMINA, kapt. J.H. Roggenstroh, van Bordeaux.
AH 150334
Carga-lijsten Amsterdam: ADRIANA JACOBA, kapt. T.J. Reus, van Cette met wijn, voorloop, brandewijn, tuinzaden en Spaans groen; De JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Bordeaux met wijn.
AH 280434
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën: Suriname. Het Nederlands schip de JONGE BAREND, kapt. Barend Roelofs van Wijk. Adres bij B.D. Bosscher.
Op 10-05-1834 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
AH 050634
Texel, 3 juni. Uitgezeild: JONGE BAREND, kapt. R.R. van Wijk en CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, beide naar Suriname.
NSU 080834
Paramaribo, 7 augustus. In lading liggen naar Amsterdam het gekoperd tweedeks brikschip LEONIDAS, kapt. B.H. Corbière, adres bij L.D.L. van Bommel. sluit 27 augustus, en het schoener-kofschip de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, adres bij Gebr. Reijns, sluit 14 augustus.
AH 161034
Scheepstijdingen: Kapt. J.J. Bart, voerende de WILHELMINA EN MARIA, 31 augustus van Suriname vertrokken en 14 oktober in Texel binnen, rapporteert dat 6 dagen, vóór hem gezeild was, de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wyk, naar Amsterdam bestemd, welke schip hij 6 september op 18º breedte 56º lengte, alles wel aan boord zijnde, gepraaid heeft, verder rapporteert gen. kapt., dat gelijk met hem waren vertrokken, de LEONIDAS, kapt. B.M. Corbiere, de CATHARINA, kapt. K.M. Hillers en een dag vóór hem DE SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. J.A. de Lang, alle drie naar Amsterdam en de 27e dito het schip DE HOOP, kapt. L. Teunis (opm: kapt. Lourens Teunis Kerkstra), naar Middelburg; wijders dat de WILHELMINA FREDERIKA, kapt. J.A. Boeman en de HENRIETTE, kapt. J.C. Willems, 14 dagen na hem, naar Amsterdam en Middelburg zouden zeilen.
AH 061234
Binnengekomen:
Texel, 4 december. De JONGE BAREND, kapt. F. van Wyk, van Suriname.
AH 061234
Carga-lijsten Amsterdam: De JONGE BAREND, kapt. B.K. van Wyk, van Suriname met katoen, suiker en katoen.
1835
AH 200335
Texel, 18 maart. Uitgezeild: JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski; JONGE WILLEM, kapt. G. van Meedevoort; SURINAME, kapt. R. van der Mey; SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen; PARAMARIBO, kapt. J.C. Töpper; JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, alle zes naar Suriname.
AH 260835
Texel, 24 augustus Binnengekomen: VIER GEBROEDERS, kapt. O.F. Fockema en VROUW FENNEGINA, kapt. A.K. Braam van Londen; JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Suriname.
AH 290835
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Suriname met suiker, manufacturen, katoen en kwassiehout (opm: middel tegen de koorts).
Op 09-10-1835 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
AH 241035
Texel, 22 oktober. Uitgezeild: JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wyk, naar Suriname.
AH 021135
Texel, 31 oktober. Uitgezeild: EENSGEZINDHEID, kapt. P.T. Kuiper, HARMONIE, kapt. A. van der Meyden, JONGE BAREND, kapt. R.B. van Wijk en SNELHEID, kapt. C. Wessels, naar Suriname.
RC 031135
Rotterdam, 2 november. Het schip de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Amsterdam naar Suriname, volgens de havenlijst van Texel de 22e oktober van daar uitgezeild, was, volgens brief van het Nieuwe Diep van de 29e oktober, aldaar nog liggende.
1836
AH 170236
Scheepstijdingen: Suriname. Nog in lading liggende schepen de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk; DE JONGE CORNELIS, kapt. H.T. van Slooten; SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen en DE HARMONIE, kapt. A. van der Meyden, alle naar Amsterdam.
AH 050436
Texel, 3 april. Binnengekomen: ALWINA CLARA, kapt. J.C. Matthiessen, van Fernambuck; JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Suriname.
AH 070436
Texel, 5 april. Van de quarantaine ontslagen: JONGE BAREND, kapt. B. van Wijk, van Suriname.
AH 110436
Carga-lijsten Amsterdam: JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Suriname met suiker.
AH 241136
Binnengekomen: Texel, 22 november. JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Suriname.
AH 261136
Carga-lijsten Amsterdam: JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Suriname met suiker, katoen, kwassiehout en cacao.
1837
SUC 310137
Den 24sten november 1836 in Texel gearriveerd de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk.
AH 150327
Texel, 13 maart. Uitgezeild de JONGE BAREND (opm: kof), kapt. B.R. van Wijk naar New York.
AH 170637
Den 18 mei in New York gearriveerd JONGE BAREND, kapt. van Wijk van Amsterdam.
PGC 010837
In New York lagen op 11 juli in lading de schepen JONGE BAREND (opm: kof, kapt. B.R. van Wijk), TRITON, kapt. B.H. Schuring en AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd, naar Amsterdam.
AH 290837
Texel, 26 augustus. Binnengekomen JONGE BAREND, B. van Wijk van Charleston.
AH 031037
Vlie, 29 september. Uitgezeild JONGE BAREND, R.R. van Wijk, op avontuur.
GRC 211137
Texel, 18 november. Binnengekomen JONGE BAREND, B.R. van Wijk van Oudsoen
1838
Op 29-03-1838 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Barend Roelofs van Wijk.
LC 170738
Harlingen. Uitgezeild: Den 11 juli de kofschepen de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, naar Noorwegen en de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, naar Christinastad.
LC 201138
Harlingen. Binnengekomen: Den 17 november het smakschip JETSKA CORNELIA, kapt. K.E. Vos, van Arendahl, het kofschip de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk, van Memel.
1839
Op 11-02-1839 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Ooites Stuit.
GRC 080339
Den 1 maart uit het Vlie gezeild de JONGE BAREND (opm: kof), O.J. Stuit op avontuur.
AH 190339
Arrivementen: Te Liverpool, 12 maart JONGE BAREND, Stuit van Harlingen.
GRC 290339
Te Liverpool is den 21 maart begonnen met laden, de JONGE BAREND, J.O. Stuit voor de Oostzee.
GRC 090439
Den 30 maart van Liverpool uitgezeild de JONGE BAREND, J.O. Stuit naar Nerva.
GRC 250639
Schepen die de Sont gepasseerd zijn. Den 16 juni de JONGE BAREND (Harlingen) kapt. J.O. Stuit van Nerva naar Harlingen.
GRC 020739
Harlingen, 29 juni. Den 29 sten binnengekomen de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit van Nerva.
LC 160739
Harlingen. Uitgezeild: Den 8 juli de kofschepen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, beide naar Noorwegen, de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, naar de Oostzee.
AH 050939
Elseneur, 28 augustus. JONGE BAREND, Stuit, van Christinestad naar Harlingen.
AB 180939
Harlingen, 13 september. Binnengekomen de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit van Christianastadt (opm: Christiania, nu Oslo).
LC 291039
Harlingen. Uitgezeild: den 23 oktober het kofschip de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, naar Bordeaux.
1840
PGC 030340
Het schip de JONGE BAREND, kapt. Stuit, van Bordeaux naar Amsterdam, is de 22 februari te Falmouth binnengelopen.
AH 170340
Texel, 15 maart. Binnengekomen de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, van Bordeaux.
AH 200340
Advertentie: De houder van cognossementen aan order over goederen alhier aangebracht per het schip (opm: kof) de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, van Bordeaux, gelieven zich ten spoedigste te adresseren aan de Cargadoors Jan Corver en Comp. op den Buitenkant, naast Zeemanshoop.
AB 200440
Het Vlie, 17 april. Uitgezeild JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit naar de Oostzee.
GRC 150540
Arrivementen: Te Memel, 26 april. De JONGE BAREND, J.O. Stuit.
LC 260540
Harlingen. Binnengekomen: Den 22 mei de kofschepen de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, van Memel en AMASIS, kapt. L.L. Ruijl, van Dantzig.
LC 090640
Harlingen. Uitgezeild: Den 5 juni het kofschip de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, Christinastadt.
LC 080940
Harlingen. Binnengekomen: Den 23 augustus de kofschepen HENDRIKA, kapt. W.J. Drewes, van Stettin, de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, van Christinastad.
1841
Op 22-03-1841 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Ooites Stuit.
GRC 300341
Harlingen, 27 maart. Uitgezeild den 26sten de JONGE BAREND, Stuit, op avontuur.
GRC 200441
Harlingen, 17 april. Binnengekomen de JONGE BAREND (opm: kof), J.O. Stuit van Brewig.
LC 040541
Buitenlandsche scheepvaart te Harlingen. Den 22 april uitgezeild het kofschip de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit naar Noorwegen.
LC 180541
Buitenlandsche scheepvaart te Harlingen. Den 14 mei binnengekomen het kofschip de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, van Christiaansand.
LC 010641
Buitenlandsche scheepvaart te Harlingen. Den 26 mei uitgezeild het kofschip de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit naar Noorwegen.
AH 150641
Vlie, 12 juni. Binnengekomen JONGE BAREND, Stuit van Christiaansand.
AH 250641
Terschelling, 21 juni. Uitgezeild de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit naar de Oostzee.
GRC 310841
Schepen den Sont gepasseerd. Den 21 augustus de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit van Umea naar Harlingen.
LC 210941
Buitenlandsche scheepvaart te Harlingen. Den 18 september uitgezeild de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit op avontuur.
GRC 221041
Arrivementen: Te Dantzig, 4 oktober JONGE BAREND, Stuit, van Harlingen.
GRC 161141
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn: Den 4 november JONGE BAREND (Harlingen), kapt. Stuit, van Dantzig naar Harlingen.
LC 071241
Buitenlandsche scheepvaart te Harlingen. Den 21 november binnengekomen JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit van Dantzig.
1842
GRC 090842
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn: Den 28 juli. JETSKA ANTINA (Veendam), kapt. Vos, van Danzig naar Dieppe; de JONGE BAREND (Harlingen), kapt. Stuit, van Riga naar Harlingen.
1843
Op 10-03-1843 wordt voor de JONGE BAREND door Barend Visser en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Ooites Stuit.
1844
LC 080344
Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal aldaar, op woensdag den 20 maart 1844, des namiddags ten 3 ure precies, in het Heeren Logement van D. Minnema, in het openbaar veilen het welbezeild Nederlands kofschip, genaamd de JONGE BAREND, gevoerd bij Jan Ooites Stuit, liggende in de Zuiderhaven te Harlingen, groot volgens zeebrief 95 lasten of 181 tonnen, met deszelfs complete inventaris. Nadere informatiën ten kantore van de heren Barend Visser en Zoon en van den notaris, te Harlingen. (opm: de kof, bouwjaar 1815, werd voorafgaand aan de veiling op 17 maart 1844 onderhands voor 7.000 gulden verkocht aan kapt. G.G. Smit te Nieuwe Pekela; nieuwe scheepsnaam JONGE GERRIT)
Op 11-04-1844 wordt voor de JONGE GERRIT door kapt./ eigenaar Geert Geerts Smit uit Pekela een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
LC 300444
Harlingen, 23 april. Uitgezeild JONGE GERRIT, kapt. G.G. Smit naar de Oostzee.
NRC 290544
Kroonstad, 18 mei. Binnengekomen JONGE GERRIT, Smit van Harlingen.
AH 230744
Kroonstad, 10 juli. Uitgezeild JONGE GERRIT, Smit naar Amsterdam.
GRC 060844
Den 25 juli de Sont gepasseerd JONGE GERRIT (Pekela), Smit van Petersburg naar Amsterdam.
AH 090844
Vlie, 5 augustus. Binnengekomen JONGE GERRIT, G.G. Smit van Kroonstad.
GRC 230844
Amsterdam, 17 augustus. Uitgezeild JONGE GERRIT, Smit naar Dantzig.
AH 100944
Dantzig, 1 september. Binnengekomen JONGE GERRIT, Smit van Amsterdam.
AH 280944
Dantzig, 19 september. Uitgezeild JONGE GERRIT, Smit naar Amsterdam.
AH 211044
Vlie, 14 oktober. Binnengekomen JONGE GERRIT, Smit van Dantzig.
1845
AH 220445
Texel, 20 april. Uitgezeild JONGE GERRIT, G.G. Smit naar Liverpool.
AH 060545
Liverpool, 1 mei. Binnengekomen JONGE GERRIT, Smit van Harlingen.
GRC 170645
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn. 9 juni: Smit, de JONGE GERRIT (Pekela), van Liverpool naar Nerva.
GRC 050845
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn: 23 juli: Smit, de JONGE GERRIT (Pekela), van Nerva naar Amsterdam.
GRC 090945
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn. 29 augustus: Smit, de JONGE GERRIT (Pekela), van Amsterdam naar de Oostzee.
GRC 211045
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn: 12 oktober: kapt. Smit, de JONGE GERRIT (Pekela), van Riga naar Amsterdam.
DC 011145
Dordrecht, 31 oktober. In de avond van de 25ste dezer, omstreeks 6 ure, is de visbotter van Jan Pieterse Snoek, oud 65 jaren, op het IJ, van Zeeburg komende, overzeild door het Lemmerse beurtschip van L.J. Kooper, en na weinige ogenblikken omgeslagen en gezonken; waarbij Snoek is verdronken, en de knecht, H.J. Schilder, zich in de top van de mast redde, waar hij, na ongeveer 2½ uur, door een sloep van het in de nabijheid liggende schip de JONGE GERRIT, kapt. G.G. Smit, is afgehaald.
1846
NRC 110446
Kleven, 23 maart. De 19e dezer is alhier binnengelopen de JONGE GERRIT, kapt. Smit, van Amsterdam naar Windau (opm: Ventspils), zijnde lek en met averij.
GRC 280446
Den 16 april de Sont gepasseerd de JONGE GERRIT (Pekela), Smit, van Amsterdam naar Windau.
AH 140546
Te Windau, 1 mei, JONGE GERRIT, Smit, van Amsterdam.
GRC 160646
Den 9 juni de Sont gepasseerd de JONGE GERRIT (Pekela), Smit, van Windau naar Amsterdam.
AH 230646
Vlie, 20 juni. Binnengekomen JONGE GERRIT, H.G. Smit, van Windau.
Op 01-07-1846 wordt voor de JONGE GERRIT door kapt./ eigenaar Geert Geerts Smit uit Pekela een zeebrief aangevraagd voor zichzelf ,
NRC 080746
Vlie, 6 Juli. Vertrokken JONGE GERRIT, H.G. Smit. naar Dantzig.
AH 230746
Dantzig, 12 juli. Binnengekomen JONGE GERRIT, Smit, van Amsterdam.
NRC 180846
Elseneur, 11 augustus. Gepasseerd JONGE GERRIT, Smit, van Dantzig naar Amsterdam.
AH 250846
Cargalijst Amsterdam. JONGE GERRIT, Smit, van Dantzig met een lading hout.
GRC 220946
Amsterdam den 16 september, vertrokken kapt. Smit JONGE GERRIT, naar Riga.
NRC 191146
Bolderaa, 7 november. Uitgezeild JONGE GERRIT, Smit naar Elseneur.
1847
AH 220347
Texel, 19 maart. Uitgezeild JONGE GERRIT, H.G. Smit naar Dantzig.
NRC 040547
Dantzig, 25 april. Uitgezeild JONGE GERRIT, Smit naar Harlingen.
NRC 170547
Vlie, 13 mei. Binnengekomen JONGE GERRIT, H.G. Smit van Dantzig.
NRC 170647
Bolderaa, 6 juni. Binnengekomen JONGE GERRIT, H.G. Smit van Harlingen.
NRC 220747
Bolderaa, 9 juli. Vertrokken JONGE GERRIT, Smit naar Elseneur.
NRC 030847
Vlie, 31 juli. Binnengekomen JONGE GERRIT, H.G. Smit van Riga.
AH 040947
Dantzig, 25 augustus. JONGE GERRIT, Greetsma van Amsterdam en JONGE GERRIT,Smit van Harlingen.
NRC 041047
Vlie, 30 september. Binnengekomen JONGE GERRIT, H.G. Smit van Dantzig.
1848
PGC 210148
Advertentie. Mr. B. Haitzema Viëtor, notaris te Winschoten, gedenkt op maandag de 31e januari 1848, des avonds te 6 uren, ten huize van de Weduwe B.E. Brouwer te Nieuwe Pekela, in openlijke veiling te verkopen: Een wélbevaren kofschip genoemd de JONGE GERRIT, groot 181 tonnen of ongeveer 130 roggelasten, bevaren door de kapt. Hindrik G. Smit, thans liggende te Harlingen, met complete inventaris. (opm: voor NLG 7.775 gekocht door B. van Loon & Zn in Harlingen; nieuwe naam CONCORDIA, kapt. J.O. Stuit)
Op 24-02-1848 wordt voor de CONCORDIA door B. van Loon en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Ooites Stuit.
NRC 210448
Osterrisoer, 4 april. De kof CONCORDIA, van Harlingen, is hier heden binnengelopen, zijnde de 28e maart op 56º31’ N.B. en 06º31’ W.L. door een groter schip aangezeild geworden, waardoor dezelve de fokkemast verloor. Kapt. Stuit en een matroos waren bij de botsing over boord gesprongen. De overige manschap is er goed afgekomen. ( opm: de kapitein blijkt niet omgekomen te zijn, volgens bericht AH 260548, nog gewoon aan boord.)
NRC 290448
Fredriksværn, 12 april. Het schip CONCORDIA, van Harlingen naar Laurvig, is aangezeild geworden en de 4e dezer met verlies van de kapitein te Rüsoer binnengelopen. (opm: zie NRC 210448)
AH 260548
Vlie, 23 mei. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit van Osterrisoer.
AH 060648
Vlie, 2 juni. Uitgezeild CONCORDIA, J.O. Stuit naar Noorwegen.
NRC 110748
Vlie, 8 juli. Uitgezeild CONCORDIA, J.O. Stuit, naar Uleaborg.
NRC 150848
Uleaborg, 25 juli. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit van Harlingen.
NRC 230848
Uleaborg, 5 augustus. Uitgezeild CONCORDIA, Stuit naar Harlingen.
NRC 280948
Vlie, 23 september. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit van Uleaborg.
AH 171048
Vlie, 13 oktober. Uitgezeild CONCORDIA, J.O. Stuit, naar Drammen.
NRC 251148
Drammen, 2 november. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit van Harlingen.
NRC 061248
Drammen, 15 november. Uitgezeild CONCORDIA, Stuit naar Harlingen.
1849
NRC 060149
Texel, 4 januari. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit van Drammen.
NRC 010349
Vlie, 26 februari. Uitgezeild CONCORDIA, J.O. Stuit naar Noorwegen.
AH 280349
Vlie, 24 maart. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit van Osterrisoer.
AH 160649
Bolderaa, 5 juni. Uitgezeild CONCORDIA, Stuit naar Elseneur.
NRC 160749
Terschelling, 11 juli. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit van Riga.
NRC 070849
Elseneur, 1 augustus. Gepasseerd CONCORDIA, Stuit van Amsterdam naar Umea.
NRC 210949
Elseneur, 12 september. Gepasseerd CONCORDIA, Stuit van Umea naar Harlingen.
NRC 091149
Fredrikstad, 15 oktober. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit van Dordrecht.
NRC 241149
Vlie, 21 november. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit van Fredrikstad.
1850
Op 08-03-1850 wordt voor de CONCORDIA door B. van Loon en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Ooites Stuit.
NRC 220350
Harlingen, 18 maart. Uitgezeild CONCORDIA, J.O. Stuit naar Noorwegen.
NRC 220450
Agger Kanaal voor 5 april. CONCORDIA, Stuit, van Harlingen naar Rüsöer.
NRC 160550
Vlie, 13 mei. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit van Osterrisoer.
NRC 240650
Vlie, 21 juni. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit, van Osterrisoer.
NRC 100850
Bolderaa, 31 juli. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit, van Harlingen.
AH 300950
Vlie, 26 september. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit, van Riga.
NRC 211150
Vlie, 18 november. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit, van Drammen.
1851
NRC 110351
Vlie, 8 maart. Uitgezeild CONCORDIA, J.O. Stuit naar Noorwegen.
NRC 030451
Vlie, 30 maart. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit, van Osterrisoer.
NRC 100551
Vlie, 7 mei. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit, van Christiansand.
AH 130651
Bolderaa, 2 juni. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit, van Harlingen.
NRC 300751
Vlie, 27 juli. Gearriveerd CONCORDIA, J.O. Stuit, van Riga, CONCORDIA, P. de Boer, van Memel.
NRC 300851
Fredrikstad, 11 augustus. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit, van Harlingen.
NRC 061151
Vlie, 2 november. Gearriveerd CONCORDIA, J.O. Stuit; CONCORDIA, K.J. Zeven beiden van Drammen.
1852
Op 08-03-1852 wordt voor de CONCORDIA door B. van Loon en Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Ooites Stuit.
NRC 240352
Vlie, 20 maart. Uitgezeild CONCORDIA, J.O. Stuit naar Noorwegen.
AH 170452
Vlie, 14 april. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit, van Fredrikstad.
NRC 250552
Bolderaa, 15 mei. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit, van Harlingen.
NRC 030752
Elseneur, 28 juni. Gepasseerd CONCORDIA, Stuit, van Riga naar Harlingen.
NRC 150752
Vlie, 11 juli. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit, van Riga.
AH 240752
Vlie, 21 juli. Uitgezeild CONCORDIA, Stuit op avontuur.
NRC 140852
Bolderaa, 5 augustus. Binnengekomen CONCORDIA, Stuit van Harlingen.
AH 040952
Bolderaa, 26 augustus. Uitgezeild CONCORDIA, Stuit naar Elseneur.
NRC 120952
Texel, 10 september. Binnengekomen CONCORDIA, J.O. Stuit, van Riga.
NRC 071052
Cuxhaven, 3 oktober. De Nederlandse kof CONCORDIA, kapt. Stuit (opm: bouwjaar 1815, kapt. Jan Ooites Stuit), in ballast van Harlingen naar Noorwegen bestemd, is de 30e september j.l. bij Helgoland gezonken. De bemanning is door kapt. Haacke, voerende de Hannoverse schoener PAX, gered en alhier aangebracht. (opm: een bericht in NRC van 31 maart 1853 meldt, dat de bemanning al op 28 september door de PAX was gered)