1807
Börsen-Halle 100407
Cadix, midden maart. Aangekomen RISING SUN, kapt. Burt, van Plymouth.
OHC 151007
Van Hamburg wordt gemeld, dat sedert enige tijd geen Engelse schepen op de Elve waren, en de vaart dus weder ongehinderd was.
Te Philadelphia is gearriveerd de RIJZENDE ZON (opm: Amerikaanse brik RISING SUN) van Tonningen
Federal Gazette 131107
Maryland. Advertentie. For freight or charter, the brig RISING SUN, Refus Burt, master, burthen 950 bbls in complete order, and ready to receive a cargo.
For terms apply to the master, or Payson & Smith.
OHC 151207
Amsterdam den 13 december. Den 8 dezer zijn in Terschelling binnen gekomen de kaperbrik LE JENA No. 2, kapt. J. Jacobs, en een brik, genaamd de REIZENDE ZON, komende van Plymouth en gedestineerd na Bremen, zijnde een prijs door bovengemelde kaper genomen.
RC 191207
Amsterdam den 17 december. Het schip, door den Franschen kaper JENA No. 2 voor deze stad opgebracht, is de Amerikaanse brik de RISING SUN, kapitein L. Burt, van Philadelphia na Bremen, laatst van Plymouth, alwaar hetzelve opgebracht is geweest; zijnde het gemelde schip, op de hoogte van Helgoland genomen.
(opm: de keizerlijke Prijsraad te Parijs verklaarde in een acte van confiscatie van d.d. 8 juni 1808 dat het schip was prijs verklaard, waarna de brik op 15 november 1808 kon worden geveild en aan Laurens Veer c.s. in Akersloot werd verkocht)
OHC 261207
Te Plymouth is opgebracht de RISING SUN, kapt. Burt, van Tonningen.
1808
Vriesche Courant 300608
Volgens brieven van Parijs, waren den 7 juni reeds verscheiden Amerikaanse schepen door de Prijsraad voor goede prijs verklaard en gevolglijk geconfisceerd, om reden dat deze schepen op hunne reizen door de Engelsen gevisiteerd waren geworden, of wel in een der Engelse havens waren binnen geweest. Onder dezelve worden opgegeven te zijn de RISING SUN, kapt. (opm: Burt), en AURORA, capt. Dashiell, van Baltimore.
RC 260708
Advertentie. Op donderdag den 4 augustus 1808, des voormiddags ten tien uren, zal de Vendumeester bij de convooijen en licenten te Amsterdam, in de Brakke Grond, in de Nes, ad opus jus habentium, verkopen, 500 kistjes thee, 740 balen koffie, 30 vaten dito, 90 kisten suiker, 70 vaten tabaksstelen, en ene partij roodhout, gelost uit het prijsschip THE RISING SUN, genomen door den Franse kaper LE JENA, No. 2.
The London Gazette 060808
Plymouth, 6 augustus. Hierbij worden de officieren en opvarenden van H.M. schip AMETHYST onder de heer kapitein Michael Seymour, die werkelijk aanboord waren van de genomen Amerikaanse brik RISING SUN en haar lading, verwittigd, dat een afrekening van de opbrengst die daaruit is voortgevloeid is neergelegd bij de de Administratie van het Gerechtshof van de Admiraliteit, in overeenstemming met de wet.
John Hawker, uitvoerende agent.
KCO 141108
Judicature over de middelen te Water en te Lande.
Ten overstaan van de Commissaris Generaal van Zijne Majesteit den Koning, tot de zaken van de convooijen en licenten, in het departement Amsterdam, zal de Vendumeester in het voornoemde departement, op dinsdag den 15de november 1808, des voormiddags ten 12 ure, aan het bureau van het Commissariaat der convooijen en licenten, op het Singel, bij het Klooster, publiek, voetstoots, verkopen:
Een extraordinair welbezeild brikschip, genaamd de RIJZENDE ZON, met staand en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen; breeder bij gedrukte inventaris omschreven, genomen door den Franschen kaper JENA No. 2.
De inventarissen zijn te bekomen ten kantore van den Vedumeester voornoemd, en bij den Boekverkoper J.W. Smit, op den Fluweelen Burgwal, bij de Halfsteeg. De veilconditien kunnen, op het secretarie der convooijen en licenten, door een ieder gelezen worden.
1814
Op 10 juni 1814 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door C.L. Ruijl, mede reder, Huizen, voor zichzelf als kapitein.
1815
LCO 111215
Zeetijding. Sedert onze laatste zijn in Texel uitgezeild: JUFFROUW AAGJE (opm: brik), kapt. K.H. Ruyl en NICOLETTE JANE, kapt. M. Koos, beide na Suriname.
1816
Op 17 september 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door Hoeve, van der & Koster – Cargadoors, Amsterdam, voor C.L. Ruijl, als kapitein.
1817
Op 2 oktober 1817 werd een Turkse Pas met bestemming Suriname verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door L. Veer cum suis, Noord Holland, voor C.L. Ruijl, als kapitein.
1818
Op 8 augustus 1818 werd een Turkse Pas met bestemming Suriname verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door L. Veer cum suis, Alkmaar, voor Klaas Harms Ruijl, als kapitein.
1819
RC 150519
Amsterdam, 13 mei. De Texelse loodsschipper C.S. Duinker heeft den 5 mei bij Portland geloosd (opm: geloodst) de schepen de JUFVROUW AAGJE, K.H. Ruijl, van Surinamen, en the UNITY, T. Thompson, van Baltimore, beide naar Amsterdam. Gemelde Duinker geen loodsen meer overhebbende, heeft uit dien hoofde ongeloodst moeten laten het schip APRIL, D.C. de Groot, van Surinamen naar Amsterdam, hetwelk met tegenwind op die hoogte kruiste.
Op 9 augustus 1819 werd een nieuwe zeebrief verstrekt en een Turkse Pas met bestemming Suriname verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door L. Veer (boekhouder en mede reder), Alkmaar, voor K.H. Ruijl, als kapitein.
1820
Op 15 augustus 1820 werd een Turkse Pas met bestemming Suriname verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door L. Veer (boekhouder en mede reder), Alkmaar, voor K.H. Ruijl, als kapitein.
1821
RC 310521
Amsterdam, 28 mei. Te Surinamen is gearriveerd het schip DE ZEEUW, L. Wouterse, van Middelburg; van daar zijn vertrokken de schepen JOHAN EN CATHARINA, H.H. de Groot, JUFVROUW AAGJE, K.H. Ruijl (opm: brik JUFFROUW AAGJE), de VRIENDSCHAP, J.K. de Jong, en ZORGVULDIGHEID, J. Hulsen, allen naar Amsterdam.
Op 16 oktober 1821 werd een nieuwe zeebrief verstrekt en een Turkse Pas met bestemming Suriname verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door L. Veer, Alkmaar, voor K.H. Ruijl, als kapitein.
1822
RC 210522
Amsterdam, 19 mei. Het schip de NICOLETTE JEANNE, kapt. M. Koos, zou den 25, en de schepen de JUFVROUW AAGJE (opm: brik JUFFROUW AAGJE), kapt. K.H. Ruijl, en ATALANTE (opm: fregat, ook ATALANTA), kapt. C. Zwanenburg, den 31 maart van Surinamen naar Amsterdam vertrekken.
RC 060622
Amsterdam, 4 juni. Het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, in Texel binnen van Surinamen, is den 7 april van daar gezeild, tegelijk met het schip de JUFVROUW AAGJE (opm: JUFFROUW AAGJE), kapt. K.H. Ruijl; ook lag destijds gereed het schip VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, naar Amsterdam.
RC 080622
Amsterdam, 6 juni. Het schip de JUFVROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl, van Surinamen naar Amsterdam, is den 3 mei op 32º41’ N.B. 55º15’ W.L. in goede staat gepraaid door kapt. J.K. de Jong (opm: Jacob Kersjes de Jong, voerende de pink VRIENDSCHAP), van Surinamen den 3 juni in Texel binnen.
Op 18 oktober 1822 werd een Turkse Pas met bestemming Suriname verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door L. Veer, Alkmaar, voor K.H. Ruijl, als kapitein.
RC 101222
Amsterdam, 8 december. Het schip de JUFVROUW AAGJE (opm: brik JUFFROUW AAGJE), kapt. K.H. Ruijl, van Amsterdam naar Surinamen, is den 4 dezer door een Enkhuizer visser benoorden Texel gepraaid.
1823
AC 221023
Texel, 20 oktober. Heden zijn alhier uitgezeild de schepen IDA ALEIJDA (opm: fregat VROUW IDA ALEYDA), kapt. Jacob Klaasz Sipkes, naar Batavia; COURIER, kapt. P. Schakel (opm: brik, kapt. P. Schackel), van Zaandam naar Rio de Janeiro; VROUW DIEUWERTJE (opm: brik), kapt. A. Thompsen, naar St. Jago de Cuba (opm: Santiago de Cuba); GOEDE VERWACHTING (opm: fregat), kapt. Joh. Bernh. Bodeman en JUFVROUW AAGJE (opm: brik JUFFROUW AAGJE), kapt. Klaas Harms Ruijl, beide naar Suriname;
1824
AC 130224
Van den 30 november tot den 21 december 1823 zijn te Suriname aangekomen ARGYLE, kapt. D. Spreeuw; PAULINA, kapt. A.J. Struyk; VEREENIGING, kapt. W. de Boer; GOEDE VERWACHTING, kapt. J.W. Bodeman; CONCORDIA, kapt. W. Groen; SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff; ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos; WILHELMINA, kapt. W. Swart; WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Johannesen; ANNA MARIA, kapt. J.D. Hanes; IPENRODE, kapt. A.F. Oosterloo; JUFVROUW AAGJE (opm: brik JUFFROUW AAGJE), kapt. K.H. Ruijl; MARIA, kapt. E.D. Dekker, en MARGARETHA JOHANNA, kapt. K. Jansen, alle van Amsterdam.
Op 4 oktober 1824 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door de Wed. L. Veer, Alkmaar, voor K.H. Ruijl, als kapitein.
AC 221124
Texel, 19 november. Uitgezeild: SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, JUFFROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl, en VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, alle drie naar Suriname;
AC 061224
Amsterdam, 4 december. Den 28 november is te Ramsgate binnengelopen het schip JUFFROUW AAGJE, kapt. Ruijl, van Amsterdam naar Suriname.
1825
AC 120125
Scheepstijding: Op 6 januari is van Ramsgate gezeild het schip JUFFROUW AAGJE, kapt. Ruijl, van Amsterdam naar Suriname.
Op 17 september 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt en een Turkse Pas verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door S. Bakker, Krommenie, voor K.H. Ruijl, als kapitein.
AC 151125
Texel, 13 november.
Uitgezeild: JUFFROUW AAGJE (opm: brik JUFFROUW AAGJE), kapt. K.H. Ruijl, WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos, NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl, COLONIST (opm: pink KOLONIST), kapt. L. Wildschut, MONNIKENDAM, kapt. V.H. Kramer, alle zes naar Suriname;
AC 231125
Texel, 20 november. Den 14 november was op de hoogte van Dungeness, het schip JUFFROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl, van Amsterdam naar Suriname.
AC 011225
Posities van schepen: Te Cowes, de GOEDE VERWACHTING, van Rotterdam naar Belfast; de JUFFROUW AAGJE, kapt. Ruijl, van Amsterdam naar Suriname;
RC 031225
Amsterdam, 1 december. Het schip JUFFROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl, van Amsterdam naar Suriname, is den 22, de schepen de COURIER, kapt. P. Schakel, van Amsterdam naar Curaçao, DE LEMMER, kapt. J. Tammes, van Amsterdam naar Bordeaux, en de ONDERNEMING, kapt. M. Roderkerk, van Rotterdam naar Liverpool, den 23, en het schip WILHELMUS EN JEANNE, kapt. R. Anker, mede van Rotterdam naar Liverpool, den 24 november te Cowes binnengelopen.
1826
LCO 160626
Zeetijdingen. Het schip FANNIJ, kapt. J.Y. van der Zweep, van Antwerpen naar Rio Janeiro of Buenos Aires, was den 3de, en het schip JUFFROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl, van Surinamen naar Antwerpen, den 7 juni op de hoogte van Portland.
Op 11 november 1826 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JUFFROUW AAGJE, aangevraagd door Simon Bakker, Krommenie, voor K.H. Ruijl, als kapitein.
1827
RC 030727
Advertentie. J. de Wit A.E.zoon, N. van Santen, P.J. Alkens, C.A. de Wit, P. van Voorthuizen P.zn., S. Bousquet en I.J. de Wit, makelaars, zullen op vrijdag den 6 juli 1827, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in Den Brakke Grond, in de Nes, verkopen: Ene partij van 130 vaten Surinaams suiker, alhier aangebracht per de schepen JUFFROUW AAGJE en IPENRODE, kapiteins K.H. Ruijl en A.F. Oosterloo, van Suriname; liggende als bij de biljetten wordt aangewezen.
Op 19 december 1827 werd de zeebrief van de JUFFROUW AAGJE door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar Den Haag geretourneerd, onder vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 22 december 1827 royement volgde.
1828
Op 15 januari 1828 werd de eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief verstrekt voor de ATLAS, aangevraagd door J. Donnet, Antwerpen, voor J. Jörgensen als kapitein.
AH 190128
Advertentie. Te Amsterdam liggen in lading:
Naar Rio de Janeiro, ATLAS (opm: ex-JUFFROUW AAGJE, brik), kapt. J. Jörgensen.
Naar Bahia, HENRIËTTA, kapt. J.H. de Vries.
1829
RC 280229
Amsterdam, 26 februari. Het Nederlandse schip ATLAS (opm: brik, thuishaven Antwerpen), kapt. J. Jörgensen, met zout van Bonavista de 23e oktober 1828 te Rio de Janeiro gearriveerd, is, volgens brief van Rio de Janeiro van de 14e november, door een rover, voerende 20 stukken en Portugese vlag, welke 300 aan slavenhaalders ontroofde negers aan boord had, van het grootste gedeelte der provisie en touwwerk, alsmede het volk van hun klederen, beroofd geworden, waarna het door een Engels schip van een en ander weder voorzien is en de reis heeft voortgezet, aan boord hebbende 3 matrozen, door genoemd rovervaartuig van een vroeger beroofd schip mede genomen en nu aan kapt. Jörgensen overgegeven.
RC 011029
Rotterdam, 30 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE STAD ANTWERPEN, kapt. E. van der Zweep en VASCO DI GAMA, kapt. C. Brandaris, naar Batavia met troepen; ANTWERPEN, kapt. H.C. Schultz, naar Arnede; DE NIJVERHEID (opm: brik, thuishaven Brugge), kapt. J. Rickmers, naar Nice; DE ATLAS, kapt. J. Jurgenson, naar St. Jago;
1830
LvC
ATLAS, kapt. J. Jürgensen, 30 juni 1830 aangekomen in Antwerpen uit Rio de Janeiro
ATLAS, kapt. J. Jürgensen, 20 augustus 1830 aangekomen te Cádiz, uit Antwerpen
Kapt. Jürgensen maakte met de ATLAS vanaf 1833 tot 6 augustus 1835 drie reizen naar Cuba
(opm: Nederlandse zeebrieven en de meeste krantenberichten schrijven de kapiteinsnaam als Jörgensen)
Op 20 juli 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ATLAS, aangevraagd door J. Donnet, Antwerpen, voor J. Jörgensen als kapitein.
Bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) werden de zeebrieven van alle schepen welke in de Zuidelijke Nederlanden thuis behoorden ingetrokken. Hieronder bevond zich de brik ATLAS die nu de Belgische nationaliteit verkreeg.
1831
RC 151231
Rotterdam, 14 december. De ATLAS, van Rotterdam naar Charlestown, is volgens schrijven van Weymouth, den 7 in Chiswell Cove op strand gezet, waarbij twee man van de equipage verdronken zijn. Men vreesde dat dit schip bij een volgend getijde aan stukken zou slaan, indien de wind niet noordwaarts liep. (opm: zie RC 171231)
RC 171231
Rotterdam, 16 december. Uittreksel uit de Lloydslijst van den 13 december: De ATLAS, van Rotterdam naar Charlestown, die in Chiswell Cove op strand zit (opm: zie RC 151231), is bijna een wrak geworden.
(opm: bouwjaar Amerika < 1807, kapt. J. Jörgensen, thuishaven Antwerpen; de brik bleef behouden, zonk nabij Liverpool in 1841 maar werd gelicht en hersteld; kreeg in 1842 de naam PRÉCURSEUR en zonk in het Kanaal op 2 september 1845, zie RC 090945, een taaie rakker)
1834
MCO 060234
Vlissingen den 3 februari. Van den 30 januari tot 2 februari, zijn van onze rede naar zee gezeild, van Antwerpen: CONSTELLATION, kapt. B. Sampson, naar Malino; LUCILLE, kapt. J. Meijer, naar Newport; de HOPENDE ZEEMAN, kapt. C. Plath, naar Nantes; ATLAS, kapt. J. Jörgensen, naar Mayo, alle vier met ballast.
MCO 120634
Vlissingen den 10 juni. Sedert eergisteren zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: LE CONSTANT, kapt. A. van Schie, van Liverpool, met klipzout; ATLAS, kapt. J. Jörgensen, van St. Jago-di-Cuba, met suiker en koffij.
AH 180834
Antwerpen, 14 augustus. Uitgezeild ATLAS, kapt. Jörgensen, naar Havana.
MCO 190834
Vlissingen den 18 augustus. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild: de JONGE CAROLINA, kapt. J. Jacobsen, naar Hull, met ballast; ATLAS, kapt. J. Jörgensen, naar Rio Grande, met stukgoederen.
1835
VCO 200135
Vlissingen, den 19 januari. Sedert den 16 dezer tot heden, zijn hier ter rede gekomen, voor Antwerpen bestemd: ATLAS, kapt. J. Jörgensen, van Havannah, met suiker en koffie en de ELIZA, kapt. Y. van der Zweep, van Rio Janeiro, met koffie en huiden.
AH 290135
Carga lijsten.
Antwerpen. ATLAS, kapt. J. Jörgensen: 682 k. suiker, 335 b. koffie, J.B. Donnet; 40 k. suiker, P. de Gorter.
VCO 260335
Vlissingen, den 25 maart. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen, en van onze rede naar zee gezeild de ATLAS, kapt. J. Jörgensen, naar de Havannah.
VCO 080835
Vlissingen den 7 augustus. Sedert den 5 dezer tot heden is alhier ter rede gekomen, voor Antwerpen bestemd: de ATLAS, kapt. J. Jörgensen, van Havannah, met suiker.
1836
LvC:
Kapt. Martin Schmidt maakte gedurende 1836 – 1839 met de ATLAS 12 rondreizen van Antwerpen naar Liverpool en eenmaal naar Lissabon.
DC 011036
Vlissingen, 28 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild: de VROUW JOHANNA, kapt. J.L. de Vries, naar Bergen; HERMAN, kapt. J. Allijn, naar Newport, beiden met ballast; SUSANNA HELENA, kapt. A.J. Ricke, en FORTUNA, kapt. F. Beukelaar, beiden naar Emden, en die HOFFNUNG, kapt. T.H. Tjarck, naar Hamburg, alle drie met stukgoederen; ATLAS, kapt. M.C. Schmidt, naar Liverpool, met schors; CONCORDIA, kapt. J.C. Pahlson, naar Newport; ANTONIUS, kapt. G. Roskamp, naar Riga; die HOFFNUNG, kapt. F. Reemts, naar Leer, en die PERLE, kapt. W. Koop, naar Rostock, alle vier met ballast; HELENA, kapt. F.O. Adens, naar Emden, met stukgoederen.
1837
VCO 070237
Vlissingen, den 6 februari. Sedert den 3 dezer tot heden is alhier ter rede gekomen, voor Antwerpen bestemd: de ATLAS, kapt. M.C. Smidt, van Liverpool met klipzout.
VCO 140337
Vlissingen, den 15 maart. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen, en van onze rede naar zee gezeild de ATLAS, kapt. M. Schmidt, naar Cork, met boomschors.
1838
LvC:
In mei-juni 1838 onderging de ATLAS enkele herstellingen op de werf in Baasrode.
1839
ZP 210339
Het schip ATLAS, kapt. Smith (opm: Belgische ex-Zuid-Nederlandse brik, kapt. Martin Schmidt), van Liverpool naar Antwerpen, lag de 19e maart, zwaar lek zijnde, met een Nederlandse loods aan boord bij Blankenberg ten anker.
(opm: de lekkage was vermoedelijk het gevolg van een stranding; de brik werd in april-mei naar de werf in Baasrode gebracht voor herstel en herbouw en ging in 1840 weer in de vaart)
1840
ZP 171240
Cowes, 13 december. Het schip ATLAS, kapt. Michaelsen, van Liverpool naar Antwerpen, met schade alhier binnengelopen, heeft na geëindigde reparatie op de rede gehaald ten einde met de eerste gunstige gelegenheid de reis voort te zetten.
(opm: kapt. M. Michaelsen maakte met de ATLAS in 1840-1841 in totaal vijf rondreizen vanuit Antwerpen naar Liverpool; dit was een indicatie dat het oude schip nog redelijk waterdicht was, want dat was een eerste vereiste bij het vervoer van zout dat anders zou oplossen en wegspoelen)
1841
MCO 050141
Vlissingen den 4 januari. Voor Antwerpen bestemd zijn alhier ter rede gekomen: LE JEUNE HENRY, G. Kuper, van Londen, met lood, is binnen de haven gekomen; ATLAS, kapt. M. Michaelsen, van Liverpool, met klipzout.
OHC 150641
Den 6de juni is, na op de Burbo bank gestoten te hebben en 5 vadem water gezonken, het dien ochtend van Liverpool naar Antwerpen vertrokken schip ATLAS, kapt. M. Michaelsen.
(opm: brik, bouwjaar < 1807, ex-Zuid-Nederlander, werd gelicht en in Liverpool hersteld; in september 1841 in Liverpool te koop aangeboden, eind 1841 naar Antwerpen gezeild en in mei 1842 gekocht door F. Consales, Oostende; de nieuwe naam werd PRÉCURSEUR)
1842
MCO 280742
Vlissingen, 27 juli. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: PRÉCURSEUR, J.A. Schottey, naar Algiers met hooi (opm: waarschijnlijk esparto gras)
1843
MCO 150743
Vlissingen, den 14 juli. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: PRÉCURSEUR, J. Schottey, naar Liverpool, met schors.
1844
MCO 221044
Vlissingen, den 21 oktober. Voor Antwerpen bestemd is alhier ter rede gekomen PRÉCURSEUR, J. Schottey, van Cadix, met stukgoederen.
MCO 071244
Vlissingen den 6 december. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: PRÉCURSEUR, J. Schottey, naar Villa-Nova, met stukgoederen.
1845
AH 080945
Londen, donderdag 4 september. De stoomboot ZEPHYR, kapt. James Beer, van Topshane (opm: Topsham) naar Londen zeilende, heeft heden morgen, bij zijne terugreize, op omtrent drie uren afstand van Portland, ene sloep opgenomen, in welke zich kapt. Schottey en vijf matrozen bevonden, van de Belgische brik PHRASIER (opm: brik PRÉCURSEUR, gebouwd Plymouth, Mass 1806; tot 1830 Zuid-Nederlander, laatstelijk als ATLAS [zie ook RC 171231], kapt. Jacques Schottey, zie RC 090945), uit Antwerpen naar Algiers voor enige dagen vertrokken. De kapitein heeft verhaald dat zijn schip gisteren ten negen ure ’s avonds gezonken is, ingevolge een lek. Gedurende den nacht is de andere boot van het schip, in welken de stuurman en de andere matrozen zich bevonden, van de sloep afgescheiden geworden, en de kapt. weet niet wat er van hen geworden is.
LvC:
opm: kapt. Schottey heeft met de PRÉCURSEUR in totaal twee rondreizen gemaakt naar Cadiz, drie naar Liverpool en twee naar Algiers; op de derde uitreis is het schip gezonken.
RC 090945
Rotterdam den 8 september. De Belgische brik LE PRÉCURSEUR D’ANVERS (opm: PRÉCURSEUR, thuishaven Antwerpen, zie ook AH 080945), kapt. J.A. Schottey, van Antwerpen naar Algiers, is, volgens brief van Weymouth van den 3 dezer, den vorige nacht in het Kanaal verongelukt; een gedeelte van het volk was te Weymouth aangebracht, en men dacht dat de overigen mede in veilige haven waren (opm: alle tien opvarenden werden gered).