Inloggen
JONGE MARGHIJNA - ID 11768


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-02-28 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 18??
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Material Hull: Wood
Construction Data

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-02-28
Register nr: 18140164
Scheepsnaam: JONGE MARGHIJNA
Type: Kof
Lasten: 0
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Nieten, G.H.
Plaats: Nieuwe Pekela
Kapitein op moment van verzoek: Nieten, Geert Hendrik
Opmerkingen: Eerste zeebrief
mede-reder

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1814-02-28 JONGE MARGHIJNA
Manager: Geert Hendrik Nieten, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / Netherlands

Date/Name Ship 1821-01-26 ENGELINA
Manager: Derk Hesseling de Jonge, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Derk Hesseling de Jonge, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Oude Pekela / Netherlands

Ship Events Data

1825-02-02: Final Fate:
De ENGELINA, kapt. D.H. de Jonge, is op 2 februari 1825 op Ameland gestrand

Gezagvoerders

Overige informatie van deze gezagvoerder: 

Familiegegevens en opleiding

Geert Hindriks Nieten – Nieting werd als familienaam ook wel gebruikt -  werd geboren  op 26 juni 1778, waar is niet bekend. Hij overleed Nieuwe Pekela 25 december 1841. Vader was Hindrik Nieting; naam moeder onbekend.
G.H. Nieten was gehuwd met Geessijn Berends, geboren Nieuwe Pekela 1774, aldaar overleden 9 juni 1832.
Op 34-jarige leeftijd was hij ‘kapitein van de grote kustvaart’, wellicht van de kof JONGE MARGHIJNA / JONGE MARGINA

Van hun zes kinderen verdronk Berent Geerts Nieten op 2 januari 1822 bij het vergaan van de smak VROUW JANTINA. Hindrikus Geerts Nieten en Jan Geerts Nieten, later beide schrijvende hun familienaam als Nieting, werden kapitein. HGN 1852-1854 op de kof CATHARINA, JGN 1855 tot vergaan in november 1862 eveneens op de CATHARINA, daarna 1863 tot vergaan in november 1866 op de kof WELGELEGEN.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G. Nieten was met vlagnummer 59 in de periode 1826-1830 lid van het zeemanscollege in Oostende.108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Er is geen Zuid-Nederlands schip onder zijn bevel van kapt. G. Nieten gevonden.

De schepen van de kapitein

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Geert H. Nieten als gezagvoerder van de

JONGE MARGINA, dd 29 april 1814; 20 juni 1815 en 18 september 1818. In beide gevallen was de bestemming ongewis: ‘op avontuur’.
Voor de in Veendam gebouwde kof JONGE MARGHIJNA werd op 28.2.1814 de eerste Nederlandse zeebrief afgegeven, aangevraagd door kapitein en mede-reder G.H. Nieten te Nieuwe Pekela. Latere zeebrieven van de JONGE MARGHIJNA / kapt. G.H. Nieten dateren van 20.05.1816 en 15.9.1818.

Overige bijzonderheden

G.H. Nieten, thuishaven Pekela, passeerde in 1818 twee maal het Tolkantoor in Elseneur: op 23 april onderweg van Bordeaux naar Stettin en op 8 juli van Stettin naar Amsterdam.

Rotterdamsche Courant 23 oktober 1820114 
Rotterdam, 22 oktober. Den 20, na posttijd, arriveerden in de Maas de schepen de JONGE WILLEM, H.J. Schelts, van Hamburg, en de JONGE MARIA (opm: JONGE MARGHIJNA), G.H. Nieten, van Memel (opm: Klaipeda).

Voor de door Mr. J.P.A. Wortelboer vervaardigde stamboom van G.H. Nieten wordt verwezen naar het genealogisch jaarboek Gruoninga, 56e jaargang 2011. Deze is beschikbaar in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en in de Groninger Archieven in Groningen.

 

Datum vanaf: 1814
Kapitein: NIETEN, GEERT HINDRIKS

Kapt. D.H. de Jonge was een zoon van schipper Tjebbe Derks de Jonge (eigenaar van de kof VROUW ENGELINA) en Engeltje Derks Hesseling. D.H. de Jonge, * Oude Pekela 18.11.1798,  trouwde 17.12.1822 met Geesje Jans Middel, * Oude Pekela 27.03.1800.

 

Datum vanaf: 1821
Kapitein: JONGE, DERK HESSELING, de
Overige informatie: 1821-03-07

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1814-04-29
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JONGE MARGINA
Schipper: Nieten, Geert H.
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

Waar, door wie en wanneer de kof JONGE MARGHIJNA is gebouwd valt niet meer na te gaan. De scheepsnaam wordt overigens ook wel geschreven als JONGE MARGINA, JONGE MARGIENA resp. JONGE MARCHINA. In een inschrijving in de gemeente Nieuwe Pekela wordt kapt. G.H. Nieten, dan 34 jaar (dus rond 1812), beschreven als capitain de grand cabotage, kapitein ter grote kustvaart. Waarschijnlijk voer kapt. Nieten toen reeds op de – vanaf 1814 bij Marhisdata bekende – JONGE MARGHIJNA, en is het bouwjaar 1812 of eerder.

1814

Op 28 februari 1814 vroeg G.H. Nieten, Nieuwe Pekela, als kapitein en mede-eigenaar voor de JONGE MARGHIJNA de eerste zeebrief aan.
Op 29 april 1814 werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt, bestemming ‘op avontuur’, dus nog niet bepaald, voor de VROUW MARGINA onder kapt. G.H. Nieten.

1815

Op 3 februari 1815 verkochten de erfgenamen van Antje Jans Cappen in het openbaar via notaris S.C. Pickardt, Pekela 1/32ste aandeel van de JONGE MARGHIJNA aan K.H. Dijkhuis uit Nieuwe Pekela.

Op 20 juni 1815 werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt, bestemming ‘op avontuur’, voor de VROUW MARGINA onder kapt. G.H. Nieten.

1816

Op 4 januari 1816 verkocht rentenier Nanno Jans Mulder in het openbaar via notaris S.C. Pickardt, Pekela 1/32ste aandeel van de JONGE MARGINA. Klaas Okkes Kuiper, schipper te Oude Pekela  werd voor 110 gulden de koper.

Op 20 mei 1816 vroeg G.H. Nieten, Nieuwe Pekela, voor de JONGE MARGHIJNA voor zichzelf als kapitein een nieuwe zeebrief aan.

1818

Op 15 september 1818 vroeg G.H. Nieten, Nieuwe Pekela, voor de JONGE MARGHIJNA voor zichzelf als kapitein een nieuwe zeebrief aan.

Op 18 september 1818 werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt, bestemming ‘op avontuur’, voor de VROUW MARGINA onder kapt. G.H. Nieten.

1820

RC 231020
Rotterdam, 22 oktober. Den 20, na posttijd, arriveerden in de Maas de schepen de JONGE WILLEM, H.J. Schelts (opm: kof, kapt. Ibe Jans Schelts), van Hamburg, en de JONGE MARIA (opm: JONGE MARGHIJNA), G.H. Nieten, van Memel (opm: Klaipeda)

1821

GRC 160121
Advertentie. De Griffier van het Vredegeregt, Kanton Pekel-A, gedenkt, ten verzoeke van E. Eertwijn Willems Boswijk, als boekhouder, en consorten, publiek te verkopen:
een Kof-schip, de JONGE MARGIENA, groot ongeveer 60 roggelasten, liggende te Schiedam, laatst door kapitein Geert H. Nieten bevaren. De voorlopige veiling zal zijn op vrijdag den 19 dezer, en de finale verkoop op vrijdag den 26 dezer maand, telkens des avonds te 5 uren te beginnen, ten huize van de Kastelein B.E. Brouwer, ter Nieuwe Pekel-A, alwaar de inventaris van het gezeide schip en annexen, drie dagen voor de voorlopige veiling, ter lezing zal liggen.
A. Wildervanck Bruins, Griffier

Op 26 januari 1821 werd de kof tijdens een veiling te Nieuwe Pekela verkocht aan kapitein Derk Hesseling de Jonge uit Oude Pekela. De verkoop geschiedde op verzoek van de boekhouder, hetgeen er op lijkt te wijzen dat de zaken slecht waren gegaan. Overigens gold dat voor de scheepvaart in het algemeen. Er was weinig handel, waardoor er nauwelijks behoefte aan schepen was, met als gevolg opleggen en (gedwongen) verkopingen.

Op 7 maart 1821 vroeg J.D. de Jonge uit Pekela voor de ENGELINA een nieuwe zeebrief aan. Kapitein werd D.H. de Jonge, met op het inschrijfformulier de opmerking ‘verdoopt, was de JONGE MARGIENA, kapt. G.H. Nieten’).

RC 260521
Rotterdam, 25 mei. Van Vlissingen wordt van den 22 gemeld:
Sedert den 16 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen MATHILDA, kapt. S. Whiley, van Londen; l’AVANTURIER, J.D. Poadts (opm: brik AVENTURE, thuishaven Oostende, kapt. Joseph Poodts), van de Havana; ENGELINA, D.H. de Jonge, van Glasgow.
RC 300621
Rotterdam, 29 juni. Van Vlissingen wordt van den 25 gemeld: van den 22 tot den 25 zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen de DRIE GEZUSTERS, J. Sipkes, naar Riga; ENGELINA, D.H. de Jonge, naar de Oostzee;
LC 210921
Harlingen. Den 13 september binnen gekomen het smakschip de VROUW GESINA, kapt. N.H. Baas, met hout van Noorwegen; het kofschip ENGELINA, kapt. D.H. de Jong, met hout van Dantzig (opm: Gdansk).
LC 091021
Harlingen. Den 4 oktober uitgezeild de kofschepen ENGELINA, kapt. D.H. de Jonge, de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, beide met ballast op avontuur.

1822

LC 260322
Harlingen. Den 13 maart uitgezeild de kofschepen VERWACHTING, kapt. Steven de Vries, met stukgoederen naar Engeland, de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, ALIDA CLAZINA (opm: kof), kapt. K.L. Tiktak, de VROUW ENGELINA, kapt. IJ.H. de Jong (opm: kof ENGELINA, kapt. D.H. de Jonge), alles met ballast op avontuur.

1823

AC 221023
Texel, 20 oktober. Heden zijn alhier uitgezeild de schepen VROUW GEZINA (opm: smak), kapt. N.H. Baas, naar Lissabon; VROUW ENGELINA, kapt. D.H. de Jong (opm: kof ENGELINA, kapt. Derk Hesseling de Jonge), naar Port-à-Port (opm: Oporto);

1825

RC 050225
Amsterdam, 4 februari. Kapitein G.A. Jonkhoff (opm: voerende het kofschip ZELDENRUST), van Drobach, in het Vlie binnen, rapporteert, dat den 23 januari van Mandal vertrokken zijn de schepen de VROUW ENGELINA (opm: kof ENGELINA), kapt. D.H. de Jonge, naar Amsterdam,.

RC 170225
Amsterdam, 15 februari. Op de Vrijheidsplaat was vervallen en vervolgens verbrijzeld het kofschip de VROUW ENGELINA, kapt. D.H. de Jonge, met hout, van Mandal naar Amsterdam; het volk was aan de wal gebracht.
(opm: kof ENGELINA, bouwjaar < 1814; de mede-opvarenden van kapt. Derk Hesseling de Jonge uit Oude Pekela waren Andries J. Rietsneijer, stuurman, Gerardus C. Verkade, kok, en Eelke H. Duit, matroos. De Hydrografische Dienst registreerde 53,26º N.B. 5º35,5’ O.L. als positie van wrak nr. 411, VROUW ENGELINA, gezonken op 02.02.1825) 
RC 170225
Amsterdam, 15 februari. Volgens brief van Ameland van den 7 dezer waren in de jongste storm en hoge vloed vier vissersvaartuigen en drie zogenaamde droge schepen (opm: zonder volk), aldaar thuis behorende, totaal verongelukt, en alle de overige beschadigd geworden; alle de dijken lagen plat en het gehele eiland was overstroomd; te Hollum, op het West einde, waren verscheidene huizen ingestort, doch over het geheel slechts circa 100 schapen en enig hoornvee verloren gegaan.
Behalve de hier bovengemelde dacht men, dat nog een schip verbrijzeld zou zijn, alzo enige balen ongesponnen katoen aangespoeld waren, benevens enig los hout en een nachthuis, waarop CHARLOTTE, alsmede een stuk hout, waarop JOHN. 
Men dacht, dat de lading houtwaren van kapt. D.H. de Jonge (opm: kof ENGELINA) naar de Friese kust zou gespoeld zijn.

 

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, diverse zeebrieven
Stadsarchief Amsterdam, archief van de Waterschout inzake monsterrollen
Groninger Archieven - notaris S.C. Pickardt, Pekela - Archiefnummer 0033-3.2.1815
Groninger Archieven - notaris S.C. Pickardt, Pekela - Archiefnummer 001-4.1.1816
AC = Amsterdamsche Courant
GRC = Groninger Courant
LC = Leeuwarder Courant
RC = Rotterdamsche Courant