Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt E.Lucas als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1833 van het 3/mschip “Sumatra” ex Fortitude, gebouwd in 1819, bouwplaats niet vermeld, 506 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Volgende alinea’s uit referentie ⁰⁶⁸.

Pieter Bezemer werd geboren te Schiedam op 30 oktober 1747. Hij was de zoon uit het tweede huwelijk van Ary Bezemer en Jannetje Prins. Deze Ary was drie maal getrouwd en uit die huwelijken had hij 5 zonen en 10 dochters. Drie van die zonen hadden aanvankelijk het beroep van hun vader, die zalmvisser was.

Pieter Bezemer trouwde op 21 augustus 1782 met Pieternelletje Wuyster, die ook van zeemansafkomst was. Zij overleed op 06 januari 1796. Het echtpaar kreeg drie zonen en drie dochters, waaronder de latere kapitein Ary Bezemer. (zie aldaar).

“In aanmerking nemende, dat deze geheel brave familie zich aan het zeemans leven gewijd had, is het niet vreemd, dat onze PIETER BEZEMER dat voorbeeld volgde. Hij ging dan ook reeds met zijn negende jaar, als jongen, ter koopvaardij varen en naderhand alsmede ter vischvangst, tot dat hij trapsgewijze tot Matroos, Stuurman en vervolgens tot Kapitein of Schipper opklom; zich eindelijk tot het varen op de Groenlandsche walvisvangst bepaalde, en een twintigtal reizen derwaarts volbragt heeft, waarvan de meesten als Kommandeur.”.

Het artikel vertelt dan uit een journaal over drie reizen op Groenland. “De reis op Groenland werd doorgaans in de maand April aanvaard; zoo gingen als Kommandeur van het schip Schiedam, bemand met 47 koppen, in die maand naar zee. … Op 78o noorderbreedte werd het voorland gezien, en tevens eene menigte walvisschen. Men schoot er een vast, zoodat de eerste visch in zes uren tijds gevangen werd … Den 31ste Mei 1789 was   noodlottig voor het schip Schiedam. Op dien dag kwam een groot veld, waar eene flarde tegen aan lag, sterk aanzetten …; men spande vier sloepen voor, om het dreigend gevaar te ontkomen … doch de Schiedam … geraakten bezet tusschen twee flarden.”. Het schip wer geleidelijk aan gekraakt en men moest een onderkomen opzetten op het ijs. Na veel ontberingen “kwamen de dood afgematte schipbreukelingen aan boord van het schip, gevoerd door J.S.Walig. …

Deze noodlottige schipbreuk schrikte onzen wakkerek BEZEMER niet af. Hij deed naderhand nog vijf reizen op Groenland …

Bij de omwenteling, die ons Vaderland in eene Bataafschse Republiek herschiep, trad BEZEMER den 3den Junij 1795 in de Zeedienst van den Staat als Luitenant, … Hij erlangde het bevel over ’s Lands Brik de Vlieg, destijds gewapend met 8 stukken en 14 draaibassen. … Den 10den October daaraanvolgende, werd hem het bevel opgedragen over ‘sLands Korvet of Sloep, de Havik van 18 stukken, behoorende tot het eskader onder den Schout-bij-Nacht E. LUCAS, bestemd naar Kaap de Goede Hoop, om deze kolonie van de Engelschen te hernemen.”. Het verslag maakt melding van de wederwaardigheden op deze expeditie en de terugkeer als krijgsgevangene van de Engelsen.

“Na eene krijgsgevangenschap van 10 maanden, … werd hem het bevel opgedragen over ’s Lands Brigantijn Maasnymph, … waarmede hij gestationeerd lag in de  Maas, bij Zeeburg.” Het verslag vermeldt de gebeurtenissen tijdens een nachtelijke aanval door enkele Engelse vaartuigen in de nacht van 18 augustus 1800, waarbij kapitein Bezemer zich zeer moedig en doortastend gedroeg.

“Het bevel over ’s Lands transportschip, Sibilla Antoinette, werd hem in den jare 1801 opgedragen. Hij erlangde daarna andermaal dat van de Brigantijn de Maasnymph, waar meede hij twee reizen naar Bergen in Noorwegen volbragt. …

In het jaar 1804, werd hij tot den rang van Eersten Luitenant ter Zee bevorderd, welke toenmaals gelijk stond met dien van Majoor bij de Armée. Sedert dien tijd verliet hij de dienst en leefde buiten betrekking.

In het jaar 1816, 69 jaren oud zijnde, voer hij, met een jeugdig vuur bezield, als Kapitein van eene Brik van 80 lasten en zeven man equipage weder ter Koopvaardij, en zwalke nog drie jaren rond, tot dat de moeijelijkheden, die hij moest ondervinden, bij het uit- en inklaren van zijnen bodem, hem begonnen te vervelen, zoodat hij niet langer Kapitein wilde blijven”. Hij probeerde nog wel als stuurman een plaats te krijgen op een schip van zijn zoon, maar die voelde daar niet voor, evenmin als zijn rederij. Hij ”werd tevreden gesteld met het oppertoezicht over den aanbouw van een Koopvaarder te Antwerpen, de Vasco de Gama, bestemd voor zijn zoon; en toen die bodem met alle mogelijke naauwkeurigheid door hem was nagegaan en voltooid, gaf die brave zeeman in de armen van zijns oudsten zoons, den 19den October 1823, te Antwerpen zijnen geest …”.

Het artikel spreekt van de “buitengewone ligchaamskrachten”, waar Pieter niet prat op ging en anderen noemde die sterker waren dan hij. Hij “verhaalde in zijne jeugd op Bordeaux te hebben gevaren met nog acht zeelieden”, die allen nog sterker zouden geweest^.068.

 

De schepen van de kapitein

Geen

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 09 juli 1816¹¹⁴

In Rotterdam liggen in lading, naar: ….

Lissabon: het Brikschip ATALANTE, kapt. Pieter Bezemer. ….

 

 

Familiegegevens en opleiding

Een Jan Kroon werd geboren op 27 mei 1782 te Amsterdam. Deze was in 1837 (of 1818?) lid met nr. 84 van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”. Volgens een monsterrol in het archief van Dordrecht was hij in 1818 gezagvoerder op de “Vrouwe Sophia” en vertrok vanuit Dordrecht ⁰⁶⁴.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Kroon was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" en wel in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 95 en van 1832 t/m 1836 met nummer 27⁰⁰⁸.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In 1824 was Jan Kroon gezagvoerder op de Amsterdamse pink "Jan en Cornelis" (350 lasten, gebouwd in Holland). De boekhouders waren de Gebr. Hartsen. Het schip werd in 1826 gesloopt⁰¹².

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.Kroon als gezagvoerder gedurende:

*    de “Vrouwe Sophia” wordt niet genoemd in Bouma

*    1822 t/m 1826 van de pink “Jan & Cornelis”, gebouwd in 1796 bij de werf van Swieten ergens in Nederland, plaats niet genoemd, 650 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip werd in 1826 gesloopt.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout^11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jan Kroon op de:

“Resolutie”, dd 09 juni 1810

“Vrouw Sophia”, dd 02 november 1814; 04 augustus 1815; 30 juni 1817 en 04 december 1818;

“Vrouwe Margaretha”, dd. 11 november 1820;

“Jan & Corneles”, dd 06 augustus 1822.

 

Van Sluijs⁰¹³ vermeldt het volgende inzake Jan Kroon op de brik “Vrouw Sophia”:

Asd. Crt 25 oct. 1815         17 september te Malaga aangekomen kapt. Jan Kroon van Dordrecht naar Smirna

Asd. Crt. 08 april 1816       03 februari 1816 te Smirna. “1^e Holl. schip na de gelukkige ommekeer aldaar aangekomen, kapt. Jan Kroon,  van Dordrecht”

Asd. Crt. 31 dec. 1816        van Smirna onder convooi van Ned. oorlogsschip naar R’dam  Kapt. Jan Kroon

Asd. Crt. 1818                     id Kapt. J.Kroon van Dordrecht.

 

Overige bijzonderheden

Ontleend aan van Blokland-Visser⁰⁶⁴:

Op 11 april 1818 (Monsterrol 10 in het Gemeentearchief te Dordrecht) is hij kapitein op het schoener “De Vrouwe Sophia” en vertrekt met 13 man uit Dordrecht.

 

Rotterdamsche Courant 09 april 1816¹¹⁴

Te Smirna (opm: Izmir, Turkije) is, den 3 februari, gearriveerd het brikschip de VROUW SOPHIA, kapt. Jan Kroon, van Dordrecht, laatst van Malaga; zijnde het eerste schip, onder Hollandse vlag, dat, sedert de gelukkige ommekeer van zaken hier te lande, aldaar is aangekomen.

 

Dordtse Courant 22 mei 1817¹¹⁴

Dordrecht, 21 mei. Het schip de VROUW SOPHIA, kapt. J. Kroon van Smirna (opm: Izmir) is gistermiddag aan deze stad gearriveerd, na zondag namiddag uit de quarantaine te Hellevoetsluis ontslagen te zijn.

 

Dordrechtsche Courant 29 juni 1819¹¹⁴

Advertentie. De ondergetekende, voerende ’t Nederlandse brikschip de VROUW SOPHIA, onlangs van Smirna (opm: Izmir) voor deze stad gearriveerd, waarschuwt een ieder, geen crediet aan zijn equipage te geven, dewijl, dit geschiedende zonder deszelfs voorkennis, daarop geen betaling zal geschieden.

Dordrecht, 28 juni 1819.                                                  Jan Kroon

 

Rotterdamsche Courant 06 maart 1821¹¹⁴

Amsterdam, 4 maart. Te Smirna (opm: Izmir) is gearriveerd J. Kroon, van Amsterdam, in veertig dagen;

Te Kopenhagen N.J. Wichman, van Amsterdam.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.Spiegelberg werd met vlagnummer 115 per 29 maart 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein L.H.Schneider. Als zijn schip is genoemd de “Henriette en Henri Wassenaar”. Toegevoegd is “bedankt” ⁰⁰².

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop op 22/29 maart 1825 wordt vermeld de voordracht/benoeming tot effectief lid van Klaas Spiegelberg, oud 34 jaar, wonende op de Haarlemmerdijk bij de Oranjestraat nr.134. De voordracht geschiedde door L.H.Schneider, het vlagnummer was 115⁰²³.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      115                          1825          brik                  Paramaribo                                          C.Brandligt

                                        1826          brik                  Paramaribo                                          J.J.Poncelet

                                     1827-1833    brik                  Paramaribo                                          J.J.Poncelet & Zⁿ

                                     1834-1835    geen vermelding van schip en boekhouder

       69                        1836-1837    fregat              Henriette en Henri                               P.J.N.Vereul

                                     1838            fregat              Wassenaar                                           idem

                                     1839-1844    fregat              Wassenaar                                           W.P.Pook van Baggen

                                     1845-1846    fregat              Wassenaar                                           Van Baggen & C^o

 

Van Sluijs⁰¹³ en Bouma⁰²⁵ vermelden kapitein K.Spiegelberg als gezagvoerder in de periode maart-oktober 1835 van de schoenerkof (brik) (resp. kof met brikstuig) “Edams Welvaren”. De kiel van het schip werd gelegd op 21 november 1825 op de werf De Goede Verwachting te Edam van de Wed.J.van der Voort, geb. Croese, terwijl het op 27 april 1827 te water werd gelaten. Spiegelberg voer voor de rederij P.J.N.Vereul te Amsterdam.

Kennelijk heeft Spiegelberg in 1835 één reisje met dit schip gemaakt.

 

Van Sluijs⁰¹³ en Bouma⁰²⁵ vermelden K.Spiegelberg van 1826 t/m 1834 als gezagvoerder van de 2-deks gekoperde brik “Paramaribo”, gebouwd in 1808, 252 ton o.m.. In 1826 was de boekhouder C.Brandligt uit Amsterdam, de overige periode J.J.Poncelet & Zⁿ uit Amsterdam

 

Van Sluijs⁰¹³ en Bouma⁰²⁵ vermelden kapitein K.Spiegelberg als gezagvoerder gedurende:

• * 1822 t/m 1823 van de brik “Vrouw Margaretha”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar;
• * 1825 van de pink “Dido”, bouwgegevens ontbreken, varend voor C.Brandligt te Amsterdam;
• * 1826 t/m 1834 van de 2-deks gekoperde brik “Paramaribo”, gebouwd in 1808, 252 ton o.m.. In 1826 was de boekhouder C.Brandligt uit Amsterdam, de overige periode J.J.Poncelet & Zⁿ uit Amsterdam;

               maart-oktober 1835 van de schoenerkof (brik) (resp. kof met brikstuig) “Edams Welvaren”. De kiel van het schip werd gelegd op 21 november 1825 op de werf De Goede Verwachting te Edam van de Wed.J.van der Voort, geb. Croese, terwijl het op 27 april 1827 te water werd gelaten. Spiegelberg voer voor de rederij P.J.N.Vereul te Amsterdam.

Kennelijk heeft Spiegelberg in 1835 één reisje met dit schip gemaakt.

*     1837 t/m 1839 van het 3/m schip “Henriëtte & Henri”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 360 ton o.m., varend voor P.J.N.Vereul te Amsterdam;(deze opgave klopt niet met die uit de AAKZ⁰⁰¹ en ik acht die meer betrouwbaar dan deze opgave uit Bouma);

*     1840 t/m 1848 van het 3/mschip “Wassenaar”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 619 ton o.m., varend voor W.P.Pook van Baggen te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Klaas Spiegelberg als gezagvoerderr van de:

“Vrouw Margaretha”, dd 07 juni 1822; 17 juli 1823;

“Paramaribo”, dd 17 maart 1826; 29 maart 1827; 10 oktober 1827; 11 juni 1828; 10 maart 1829; 09 oktober 1829; 27 juli 1830; 28 juni 1831; 15 juni 1832; 11 juli 1833 en 12 februari 1834;

“Edams Welvaren”, dd 30 maart 1835;

“Henriette & Henry”, dd 25 januari 1826; 19 april 1837

 

Overige bijzonderheden

Van 1827-1835 was Klaas Spiegelberg kapitein van de “Edams Welvaren”, eigendom van de rederij Vereul te Amsterdam. Spiegelberg werd als kapitein opgevolgd door Jacob Meyer. De brik-getuigde kof “Edams Welvaren” (190 ton) werd op 27 april 1827 te Edam te water gelaten^010-p.50.

Óf deze mededeling is onjuist óf er is nog een tweede Klaas Spiegelberg. (zie volgende alinea).

 

Rotterdamsche Courant 01 augustus 1822¹¹⁴

Amsterdam, 30 juli. Kapt. K. Spiegelberg, voerende het schip de VROUW MARGARETHA, VAN Amsterdam naar Gibraltar gedestineerd, meldt van Kadix, dat hij, na twee maal tot voor de Straat (opm: van Gibraltar) geweest, doch telkens terug geslagen te zijn, den 5 juli, om niet te ver weg te drijven, te Kadix binnengelopen was en, zo hij hoopte, binnen enige dagen zijn reis zoude voortzetten.

 

Rotterdamsche Courant 12 november 1822¹¹⁴

Amsterdam, 10 november. Kapt. K. Spiegelberg, voerende het schip de VROUW MARGARETHA, den 25 september van Gibraltar te Smirna (opm: Izmir) gearriveerd, meldt van daar, dat hij in de Middellandse Zee veel met harde tegenwinden heeft moeten worstelen, gelijk ook in de Archipel (opm: Griekse Archipel); den 10 september had hij zich bij Cerigo in het midden ter Turkse vloot bevonden, welke bestond uit 120 à 130 zeilen, zijnde zes linieschepen, 9 fregatten en enige corvetten en brikken; de overige waren transportschepen, vol met Turkse troepen; hij was door een der oorlogsschepen gepraaid. De vloot kwam van Parras en is te Candia binnengelopen, met Ali-pacha aan boord; vervolgens heeft hij de vloot weder bij Hydra ontmoet en de andere dag aldaar zeer zwaar horen bombarderen.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt P.Muller als gezagvoerder gedurende:

*    1826 van de brik “Vrouw Margaretha”, geen vermelding van bouwplaats en –jaar, 145 ton o.m., varend voor C.Engelberts te Amsterdam. Kapitein Muller zou in 1826 zijn overleden.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 01 oktober 1814

Amsterdam, 9 september. Volgens een brief van Gend in dato 22 September wordt gemeld, dat het schip SPES NOVA, kapt. P.R. Muller, van St. Martin naar Oostende komende, was op strand geraakt, doch door behulp van schuiten en volk weder vlot geworden en in de haven van Oostende gebracht; helzelve was lek.

Staat deze advertentie bij de juiste kapitein?