1814
Jan Durkse Bakker had in 1814 nog een schuld, waarvoor optraden: de curatoren C.P. Sjollema (de scheepsbouwer) en G. van Asperen (schout), beide te Grouw, en G.G. Ritsma, Hardegarijp, van de boedel van wijlen Ate Y. Faber, zeilmaker te Grouw (crediteur voor NLG. 210,92), Wed. Jurgen Joosten, grofsmitse te Grouw (crediteure voor NLG. 158,40) en erven wijlen Jan Simons, Grouw (crediteuren voor NLG. 130,90)
Op 12-08-1814 wordt voor de OP HOOP VAN BETER, door kapt./ eigenaar Jan Durks Bakker uit Grouw een eerste zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
Op 29 augustus 1814 wordt te Amsterdam een monsterrol opgemaakt voor een reis naar Hamburg.
Hierna zal het schip de binnenvaart in gaan.
1823
LC xx0523
Advertentie. De notaris S.P. van Goinga, te Heerenveen, zal op vrijdag den 30 mei 1823, bij de beschrijving, en den 6 juni aanvolgend, bij de finale toezegging, telkens des namiddag ten drie ure, ten huize van P.H. Elzinga, logementhouder in de Terbandsterschans, publiek verkopen: een best Tjalkschip, genaamd OP HOOP VAN BETER (opm: binnenvaarder), groot 23 lasten, met zeil en treil, ankers, touwen, staand en lopend want, alles zodanig en in dier voegen als door de eigenaar Jan Dirks Bakker, schipper, wonende te Grouw, tot op heden is bevaren, liggende in het vaarwater aan de Heerenwal onder Nieuwehaske, Grietenij Haskerland.
Wie gading maakt, kome op voormelde tijden en plaatse, en kope op alsdan voor te lezen condities, welke inmiddels ten kantore van den notaris zijn te vernemen.