Inloggen
HOLLAND - ID 10719


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1915
Categorie: Tug
Voorstuwing: Steamship
Type: Zeesleepboot
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Scheepswerf & Machinefabriek 'Delfshaven', H.H. de Ridder, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Delivery Date: 1915-00-00
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Machinefabriek 'Delfshaven', A.C. de Ridder, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Steam, Triple Expansion
Number of Cylinders: 3
Eng. additional info: 10 9/10, 17 1/10 & 28 7/10-14
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 113.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 4.00 Net tonnage
 
Length 1: 70.10 Feet (British) Registered
Beam: 22.20 Feet (British) Registered
Ship History Data

Date/Name Ship 1915-00-00 HOLLAND
Manager: N.V. Houthandel v/h Altius & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Houthandel v/h Altius & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PBQM

Date/Name Ship 1916-00-00 HOLLANDIA
Manager: Archangelsk Commercial Port, Archangel (Arkhangelsk), Russia
Eigenaar: Archangelsk Commercial Port, Archangel (Arkhangelsk), Russia
Shareholder:
Homeport / Flag: Archangel (Arkhangelsk) / Russia
Additional info: Op 22.10.2015 verkocht aan E.I. Kottsov, Archangel. Ook als namen HOLLAND en GOLLANDIJA genoemd.

Date/Name Ship 1932-00-00 HOLLANDIA
Manager: Murmansk Commercial Port, Murmansk, Russia
Eigenaar: Murmansk Commercial Port, Murmansk, Russia
Shareholder:
Homeport / Flag: Murmansk / Russia

Ship Events Data

1915-00-00: Final Fate:
Gebouwd om voor de eigenaar in Archangel te worden gebruikt. Werd in september/oktober 1915 door Bureau Wijsmuller van Rotterdam naar Archangel uitgebracht. Per 1 januari 1916 niet meer in de LIJST van Nederlandse schepen.
Op 5 oktober 1915 aanvaring/gestrand. Na vlot te zijn gebracht op 22 oktober 1915 afgeleverd te Archangel.Sleepboot in 1915 overgenomen door E.I. Kottsov te Archangel (voor sleepvaart op de Noordelijke Dvina (Dwina). Komt 1916 in de vaart voor Archangelsk Commercial Port, Archangel - HOLLAND / HOLLANDIA / GOLLANDIJA. In 1932 in de vaart voor Murmansk Commercial Port, Archangel - HOLLAND / HOLLANDIA / GOLLANDIJA
In LR terug te vinden vanaf 1946 tot in 1960 als geregistreerd "HOLLANDIA". (zie attachment)
1915-10-00: Type bericht: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)
De Raad voor de Scheepvaart heeft een onderzoek ingesteld en uitspraak gedaan inzake de aanvaring en stranding van de sleepboot HOLLAND in de Witte Zee op 5 oktober jl.
Schipper van de HOLLAND is E. de Boer; eigenaar van het vaartuig het Bureau Wijsmuller te ‘s-Gravenhage.
De schipper, als eerste getuige gehoord, verklaarde, dat het schip onder Hollandse vlag voer en dat het een certificaat van deugdelijkheid bezat.
Getuige moest het vaartuig naar Archangel brengen en voer te dien einde 15 september van Rotterdam uit.
De reis was voorspoedig totdat het schip begin oktober in de buurt van Archangel kwam. Het weer was vrij goed. Op 4 oktober verloor de HOLLAND het bakboordanker.
Getuige veronderstelt dat het kwam door de deining die er 's nachts was geweest.
Men bleef toen uitsluitend aangewezen op het stuurboordanker.
Te 8 uur 's morgens veranderde de wind van NW in ZW en nam voortdurend in hevigheid toe. Er kon geen volle kracht meer gestoomd worden.
Het schip maakte veel water en de kaartenhut dreigde omver te gaan.
Ten gevolge van minder goed geklonken naden maakte het schip ook door de zijden water. De zes luiken waren goed gesloten, de pompen bleven steeds bij.
Te halfzes besloot getuige met het vaartuig terug te keren. Men kon toen goed sturen.
In vijf vaam water ging de HOLLAND voor anker liggen en men liet op plm. 25 vaam na, de gehele ketting vieren.
Te 7 uur kwam een schoener voor de boeg. Het vaartuig vertoonde geen lichten.
Door de stoom op te houden en hard stuurboordroer te geven, gelukte het de HOLLAND nog juist even uit te wijken, zodat de schoener achter kwam te liggen.
Men kon elkander niet verstaan. Getuige vermoedt, dat de ankerkettingen van de beide vaartuigen in elkander vast geraakten.
Gedurende twee uur kon men niet los komen. Op de HOLLAND werd nog ge tracht de ketting in te hieuwen, doch dat gelukte niet. De kust was vanwege de duisternis niet te zien. Op een gegeven ogenblik stiet de HOLLAND met het achterschip tegen de schoener, zij gierde echter weer af.
Het gelukte niet de ketting te kappen en de schepen botsten ten tweede male tegen elkaar. Deze keer bleef de HOLLAND vastzitten en kapte men het anker teneinde met de kop op het strand te komen. Deze poging slaagde. De schoener raakte los en dreef weg onder het geven van noodseinen. Men heeft van het schip niets meer gehoord of gezien. De toestand aan boord werd uiterst gevaarlijk en na gehouden scheepsraad besloot men bij het rijzen van het water de HOLLAND te verlaten en op het strand te kamperen. Dat is geschied. Toen men de volgende morgen aan boord terugkeerde, bleek het houtwerk weggeslagen te zijn en de masten waren losgeraakt. Getuige ging aan wal en telefoneerde naar Archangel om hulp van een sleepboot. Wegens het slechte weer kwam deze pas na verloop van acht dagen. De wind liep in die tijd om en het schip kwam nog gevaarlijker te zitten, zodat de opvarenden vele bange uren beleefden.
Toen de 13e oktober eindelijk de sleepboot kwam, brak de motor. De verdere berging werd door de firma Altius beredderd. Getuige begaf zich per sleepboot met zijn bemanning naar Archangel, ten einde meer hulp te halen. Er werden toen verschillende sleepboten uitgezonden. De HOLLAND is tenslotte in Archangel binnengesleept en gedokt. De koelkast bleek ingedrukt en de roersteven was men kwijt; ook de inventaris bleek teloor te zijn gegaan De gezagvoerder verklaarde nog, dat men getracht heeft een zware stalen tros uit te brengen, om als anker te gebruiken; dit gelukte echter niet. De tweede getuige, de 1e machinist P.J Monthe, verklaarde, dat de machine van de HOLLAND uitstekend werkte. Wat het gebeurde betreft, deelde getuige mee dat, toen de HOLLAND in 5 vaam water voor anker lag, met de gezagvoerder werd afgesproken, dat de machine voortdurend gereed zou blijven om te manoeuvreren. Getuige bleef achterin tot een matroos hem kwam waarschuwen, dat er een schip in zicht was. De eerste machinist begaf zich toen naar de machinekamer en is daar gebleven tot de kapitein hem zei, dat het schip op het strand zat.
De stokers en de tweede machinist liepen voortdurend naar het dek. Zij waren zeer angstig. Aan dek waren ijzeren scharnierenluiken, die een weinig trokken, omdat zij van geslagen ijzer waren. De hoekijzers waren niet gelast en maakten dus naden. Dientengevolge waren de kolen in de bakboordbunker voortdurend nat. Het water werd echter door de pompen goed bijgehouden. Getuige achtte de HOLLAND volkomen zeewaardig. Toen de eerste machinist in de nacht van de stranding aan dek kwam, was het stormweer. Sneeuw en hagel sloegen hem in het gezicht. 't Was stikdonker en er stond veel branding. De machine heeft tot het einde toe uitstekend gewerkt. Toen getuige later te Archangel in de machinekamer kwam, was nog alles in orde, alleen zat er zand tussen de metalen. Het was daar aangespoeld toen de machinekamer vol water was gelopen. Toen men in verband met de zware storm terugkeerde, was er nog 10 à 12 ton kolen, een voorraad, voldoende voor plm. 48 uren, aan boord. De verklaringen van de laatste getuige, de matroos K. Koning, kwamen met die van de gezagvoerder en de eerste machinist overeen.
De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van de stranding van de sleepboot HOLLAND moet worden toegeschreven aan het feit, dat dit vaartuig, tijdens hevige storm ten anker liggende, is aangevaren door een ander vaartuig, waarbij het anker van laatstgenoemd vaartuig in de ketting van de HOLLAND is gekomen, waardoor de schepen niet vrij van elkander konden komen. De HOLLAND is bij het hierop gevolgde gieren aan de grond geraakt en gestrand. Doordat zich in de ankerketting geen sluitings bevonden en men de kettingbak, welke als zoetwater tank gebruikt werd, niet kon bereiken, was men niet in staat de ketting te ontsluiten om zodoende te trachten voor de zee weg te komen. Door deze gebreken in het grondtakel, is, naar 's Raads mening, de stranding mede veroorzaakt. Een ankerketting behoort van sluitings voorzien te zijn en de Raad nam met instemming kennis van de mededeling van de Scheepvaartinspectie dat maatregelen genomen zijn om te voorkomen, dat op sleepboten de kettingbak tevens als watertank wordt gebruikt.