Inloggen
BOSCO - ID 1069


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1918-12-21 / 1919-11-28 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1918
Nat. Official Number: 11514 ROTT 1918
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Aux. Sailing Vessel
Type: Schoener
Masten: Three masts
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Scheepswerf Gebr. Muller, Foxhol, Groningen, Netherlands
Delivery Date: 1918-12-21
Technical Data

Engine Manufacturer: Firma D. Goedkoop Jr., Werf ' 't Kromhout', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 2
Power: 130
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Kromhout Ruwoliemotor, 15 3/4-17 3/4
Speed in knots: 8
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 386.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 274.00 Net tonnage
Deadweight: 575.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 1: 42.35 Meters Length overall (Loa)
Beam: 7.98 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.58 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1918-12-21 BOSCO
Manager: Jacobus Vellinga, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Nederlandsche Handels- & Vrachtvaart Maatschappij, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NHFR

Ship Events Data

1918-00-00: In aanbouw als ALMA voor de N.V. Vrachtvaart-Maatschappij 'Neerlandia', Rotterdam. Voor de tewaterlating verkocht.
1918-12-21: Dagregister deel 22 nummer 1360. Drie en twintig December negentien honderd achttien. Eigendom verklaring. Ondergeteekende Jacobus Vellinga, directeur der te Rotterdam gevestigde N.V. Nederlandsche Handels en Vrachtvaart Maatschappij, verklaar hiermede in zijn gemelde hoedanigheid dat het driemast motorschoenerschip “Bosco” groot ongeveer 600 ton laadvermogen volbouwd in het jaar 1918 aan de werf van de Heeren Gebr. Muller te Foxhol in eigendom toebehoort aan de door hem vertegenwoordigende N.V. en nog nimmer aan eenig hypotheek kantoor werd te boek gesteld. Rotterdam, 21 December 1918. N.V. Nederlandsche Handels en Vrachtvaart Maatschappij. Getekend Jac. Vellinga. In de kantlijn staat bijgeschreven: Gebrand met 11514 ROTT 1918 door den scheepsmeter A. Smit te Groningen.
1919-11-28: Final Fate:
Op weg van Rotterdam naar Jersey met een lading kaïniet (fosfaat) op 2 mijl ten oosten van de vuurtoren van Cap de la Hague (Normandië) op de rotsen gestoten en gezonken. Zeven van de elf bemanningsleden zijn omgekomen.
NRC 01.12.1919: Men meldt ons uit Cherbourg dat de Nederlandse driemastschoener 'Bosco', onder commando van kapitein Leentjes, schipbreuk heeft geleden nabij Kaap Nez de Jobourg, ten zuiden van kaap Le Hague. De sleepboot 'Centauer', behorende tot de sleepbootdienst van de haven van Cherbourg, trachtte onmiddelijk hulp te verlenen en slaagde er in, vier opvarenden te redden. Deze werden aan wal gebracht en ontvingen te St.Germaison des Vaux de eerste verzorging. Zeven leden van de bemanning, o.w. de kapitein, zijn verdronken. De 'Bosco' was op weg van Rotterdam naar Jersey, komende van IJmuiden met een lading fosfaat. De 'Bosco' is een nieuw driemastmotorschoenerschip. Het werd gebouwd op de werf van Gebr. Mulder, te Foxhol en is 775 m3 netto groot. Het vaartuig, dat voorzien is van een Kromhoutmotor van 130 Pk, behoort aan de N.V. Nederlandse Handelsvracht Mij. te Rotterdam. Op 5 october aanvaarde de 'Bosco' haar eerste reis en wel van Delfzijl naar Kemi. (Finland)

(zie ook artikel in NRC 14.09.1921 en 13.02.1922, betreffende oproep aan Tieleman Connelis Hamerslag, destijds bootsman a/b. Eiseres wil een nieuw huwelijk aangaan.)
1920-01-27: Nederlandsche Staatcourant 27-01-1920 Nr. 18: No. 8. Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart betreffende het zinken van het motorzeilschip Bosco. Het motorzeilschip Bosco is op 29 November 1919 nabij Kaap de la Hague op een klip geloopen en gezonken, waarbij van de uit 11 personen bestaande bemanning 7 zijn verdronken. Overeenkomstig het voorstel van den hoofdinspecteur voor de scheepvaart besloot een commissie uit den Raad voor de Scheepvaart, dat deze de oorzaak van de ramp zou onderzoeken, waarna de behandeling plaats had in 's raads openbare zitting van 18 December 1919. Als getuigen onder eede werden gehoord Pieter Ganzeveld, wonende te Slochteren, en Hendrik Rietveld, wonende te Rotterdam, ten tijde van voormelde ramp matrozen op de Bosco. De raad nam verder kennis van de stukken van het voorloopig onderzoek, ingesteld door de scheepvaartinspectie. Uit een en ander is den raad het navolgende gebleken. De driemastmotorschoener Bosco behoort aan de N. V. Nederlandsche Handel en Vrachtvaart Maatschappij, te Rotterdam. De Kromhoutmotor heeft een capaciteit van 120 R.I'.K. Volgens meetbrief is het schip groot 385/273 reg. ton. De bemanning bestaat uit 11 koppen, gezagvoerder A. Leentjes uit Rotterdam. 25 November 1919 vertrok de Bosco, goed uitgerust, van Rotterdam naar Jersey meteen lading kunstmest. 28 November, des avonds 9 uur, peilde men het licht van Kaap de la Hague aan bakboord vooruit, men stuurde W. I N. Er stond een zuidelijke bries, helder zicht, geen deining. Men had alle zeilen bijstaan, met uitzondering der gaffeltopzeilen. De motor werkte eveneens. De stuurman had van 8—12 uur de wacht met den matroos Ganzeveld. Te 12 uur des nachts had men het licht ongeveer 2 streken aan bakboord, vrij dichtbij. De wacht, werd afgelost, de kapitein en de stuurman waren aan dek, de lichtmatroos Rietveld stond op uitkijk. Deze zag den kapitein een peiling nemen en naar beneden gaan. Onmiddellijk daarna voelde hij dat het schip over den grond schuurde, en zag hij het licht daarop aan stuurboord. De Bosco stootte daarna op de rotsen, liep bijna onmiddellijk vol water en begon snel te zinken. Een poging om de boot los te krijgen mislukte en allen geraakten te water. Vier man slaagden er in in den mast een toevlucht te zoeken, de anderen, waaronder de kapitein en de stuurman, verdwenen met het schip in de diepte. Den volgenden morgen te 11 uur werden de overgebleven schipbreukelingen door de reddingboot gered. Het schip is gestrand ongeveer 3 K.M. beoosten den lichte toren van Kaap de la Hague, 7 a 800 meter uit den wal. Daar de kapitein en de stuurman bij de ramp het leven hebben verloren, vermag de raad niet met zekerheid de oorzaak dezer stranding vast te stellen. Immers de nautisch deskundige gegevens ontbreken. Afgaande op de verklaring der gehoorde matrozen liep de koers van de Bosco vrij dicht langs den wal. Het is den raad echter onverklaarbaar, hoe bij liet heersende helder zicht en matige bries het schip op de klippen is geloopen. Aldus gedaan op 18 December 1919 door de heeren mr. A. J. Cnoop Koopmans, voorzitter; W. Allirol, D. H. Hinlopen, C. J. Canters, leden; J. S. Brouwer, plaatsvervangend lid, in tegenwoordigheid van 's raads secretaris mr. HL B. Tjeenk Willink, en uitgesproken door den voorzitter ter openbare zitting van 30 December 1919. Get.) A. J. Cnoop Koopmans. W. Allihol. Hinlopen. C. 'd. Canteks. J. S. B Bouwer. H. B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H. B. Tjeenk Willink, Secretaris.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1919
Kapitein: Leentjes, A. - Rotterdam (overl. 1919)