1819
RC 301119
Amsterdam, 28 november. Gearriveerd op de Wezer E.B. Bol (opm: E.B. Boll, voerende de smak JONGE MARTHA), van Koningsbergen (opm: Kaliningrad)
RC 091219
Amsterdam, 7 december. Het schip de JONGE MARTHA, kapt. E.B. Bol (opm: smak, kapt. E.B. Boll), van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) was naar Amsterdam, wegens het ijs, tussen Rendsburg en Tonningen aan het strand gelegd; doch werd, daar het weer zachter en de wind Z.W. geworden was, nog die dag te Tonningen verwacht.
1820
DC 260920
Dordrecht, 25 september. Aan deze stad is gearriveerd de JONGE MARTHA, kapt. E.B. Bol (opm: smak, kapt. E.B. Boll), van Bergen, met stokvis en levertraan.
1821
RC 270221
Rotterdam 26 februari. Den 26 dezer zeilden uit de Maas (o.m.) de JONGE MARTHA (opm: smak), E.B. Boll, naar Oleron,
RC 080521
Rotterdam, 7 mei. Den 6 arriveerden te Helvoetsluis (o.m.) de JONGE MARTHA, E.B. Boll, van Oleron;
RC 240721
Rotterdam, 23 juli. Den 21 arriveerde te Helvoetsluis (o.m.) JONGE MARTHA, E.B. Boll, van Oleron.
RC 250921
Rotterdam, 24 september. Den 22 zeilden uit de Maas (o.m.) de JUFVROUW MARTHA, (opm. JONGE MARTHA) E.B. Boll, naar Boulogne. (opm: waarschijnlijk was dit de laatste [rond]reis van de smak JONGE MARTHA; eind november 1821 rapporteerde de Nederlandse Consul Generaal May vanuit Londen dat het schip op de Engelse kust was vergaan en dat de schipper [Egbert Berends Boll uit Veendam] was overleden)
1822
Op 22 maart 1822 De voogden over de twee nagelaten minderjarige kinderen van Egbert Berends Bol en Jantje Harms Bol “beide volgens bekomene informatiën in de maand november 1821 met schip op zee op de kust van Engeland verongelukt.”