1836
DC 260336
Maassluis, 23 maart. Den 24 dito. Kapt. O. Kievijt, te Hellevoetsluis binnen, rapporteert gepraaid te hebben, op 28 juli, de brik WILLEM, kapt. Klomp, op 45º40’ NB 9º50’ WL; op 31 juli, de brik NIJVERHEID, kapt. Bouwman, op 40º60’ NB 12º WL (opm: mogelijk 41º NB 12º WL); op 12 september, de KOOPHANDEL, kapt. Neurenberg, op 37º28’ ZB 5º52’ OL; op 20 november, in Straat Sunda, het Amsterdamse schip NEPTUNUS, kapt. Kraaij, en de Rotterdamse bark CATHARINA, kapt. Rietmeijer, en op 24 januari de brik JOHANNES ARNOLDUS, kapt. Kerkhoven, op 10º12’ ZB 11º50’ WL; aan boord van deze schepen was alles wel.
PGC 290336
Kapt. O. Kievyt, van Batavia te Helvoet binnen, heeft, op zijn uitreis van Rotterdam naar Batavia, de 31e juli op ruim 40º NB 12º WL, gepraaid de brik de NIJVERHEID, kapt. F.J.J. Bouman, van Rotterdam naar Batavia, alsmede, op deszelfs terugreis naar Rotterdam, de 20e november in Straat Sunda de schepen NEPTUNUS, kapt. P. Kraai, van Dordrecht, en CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, van Rotterdam, beide naar Batavia; aan boord was alles wel.
JC 300336
Batavia, 29 maart. Alhier zijn aangekomen: de 25e maart het Nederlandse schip de DRIE GEBROEDERS, kapt. S.Y. Parma, met een passagier, van Amsterdam de 17e oktober vertrokken; de 29e maart het dito schip CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, van China vertrokken de 9e maart.
1837
RC 070137
Rotterdam, 6 januari. Den 9 september 1836 lagen te Batavia ter rede: (o.a.) barken MERCURIUS, CATHARINA, JAVA, YOUSSERIN, TAN GOANSING, FATAL HAIR enJOHANNA WILHELMINA.
RC 240137
Rotterdam, 23 januari. Den 22 januari arriveerde te Helvoetsluis CATHARINA, F. Rietmeyer, van Batavia.
RC 020337
Rotterdam, Den 1 maart zeilden JACOBUS, J. Lourens, NICKERIE, J. Bunnemeyer, VLASHANDEL, H.H. Uil, HARMONIE, B.J. Mulder, FACTORY, J. Parlevliet en CATHARINA, F. Rietmeyernaar Batavia, VENILIA, R.J. Kranenburgen, AMPHITRITE, J.A. Jaborg, naar New-York;TWEE VRIENDEN G.S. Bakker, en HILLECHINE, H.H. Brakke, naar Belfast, en deTREKVOGEL, J. Spanjersberg, naar Lissabon.
RC 171037
Rotterdam, 16 oktober. Kapt. F. Rietmeyer, voerende het schip CATHARINA, den 4 juli vanBatavia vertrokken naar Rotterdam, berigt van St. Helena den 1 september, dat te Batavia,onder anderen, waren aangekomen, den 30 juni MARIA, D. Keus, en JACOBUS, J. Lourens;den 1 juli HET VERTGROUWEN, W.B. Bakker, en DILIGENCE, H. Bos, en den 3 dito deBROEDERTROUW, J.H. Hazewinkel; in Straat Sunda ontmoet, den 4 juli, RHOON ENPENDRECHT, A. Schaap, GENERAAL CHASSẾ, M. Harkema, BATAVIER, J.F. Scharper,en DE SCHELDE, C.M. Van Dijcke; den 5den de KONINGIN DER NEDERLANDEN, eenschip met standaard waarin de letters A.S. en een schip met blaauwe vlag waarin W.d.B.
RC 211037
Rotterdam, 20 oktober. Den 18 arriveerde te Helvoetsluis CATHARINA, F. Rietmeyer, van Batavia, en zeilde Zr.Ms. stoomschip CERBERUS, kapitein-luitenant-ter-zee Van Frank.
RC 181137
Rotterdam, 17 november. Den 17 dezer zeilden CATHARINA, F. Rietmeyer, naar Batavia, en de VIJF GEBROEDERS,F. Poodts, naar Havanna. De wind N.O.
RC 281137
Rotterdam, 27 november. Den 25 dezer zeilden van Helvoetsluis MARIA EN ADRIANA, F.Parlevliet, naar New-York; MACASSAR, H.F. Gieseke, NEÊRLANDS KONINGIN, J.C. Hahn,CATHARINA, F. Rietmeyer, en FARONICA, D.G. Doekes, naar Batavia.
RC 051237
Rotterdam, 4 december. Den 3 dezer zeilden MACASSAR, H.F. Gieseke, CATHARINA, F.Rietmeyer, VARONICA, D.G. Doekes (opm: VERONICA, D.G. Doeksen), en INDIA, P. Vis,naar Batavia,
1838
JC 210338
Batavia, 18 maart. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, vertrokken van Rotterdam de 3e december, het dito schip NEERLANDS KONINGIN, kapt. J.C. Hahn, vertrokken van Rotterdam de 25e november, en de dito bark DECIMA, kapt. K.J. Bolhuis, met een passagier, vertrokken van Amsterdam de 6e november.
ZP 211238 – 268 Het schip (opm: bark) CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, van Rotterdam naar Batavia, teLissabon binnengelopen, heeft volgens brief van daar van 26 november de verschansingenen boten verloren en meer andere schade bekomen.
1839
ZP 110139 – 285
Het schip (opm: bark) CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, van Rotterdam naar Batavia, teLisbon met schade binnen – zie nommer 268 – heeft na geëindigde reparatie de 26edecember de reis weder voortgezet.
ZP 220739 – 448
De 10e april lagen ter rede van Batavia de schepen ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong,CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, MARIA, kapt. Bergman – laatst gemelde zou eentussenreis naar Calcutta doen – CATHARINA, kapt. Rietmeijer, COLUMBIA, kapt. Zeydevelden DIANA, kapt. Lindeman. Volgens brief van Batavia in dato 10 april zou van daar vertrekken de schepen CATHARINA,kapt. Rietmeijer, DIANA, kapt. Lindeman naar Rotterdam en COLUMBIA, kapt. Zijdeveldnaar Amsterdam, allen de 11e april, CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, TWEECORNELISSEN, kapt. Veenstra, ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong en HELENA, kapt. Blomnaar Amsterdam en ORION, kapt. Henrichs naar Rotterdam, alle in het eind dier week,YSTROOM, kapt. Detering naar Amsterdam en EENDRAGT, kapt. Gieschke naarRotterdam, beide in het laatst van april en ANTHONY, kapt. Klomp naar Rotterdam medio mei.
DC 151039
Dordrecht, 14 oktober. kapt. F.H. Eddes, voerende het kofschip CONCORDIA, de 13e dezervoor deze stad gearriveerd, rapporteert op vrijdag de 4e oktober, op de hoogte van het eilandWight gepraaid te hebben het barkschip CATRINA (opm: CATHARINA), kapt. F. Rietmeijer,zijnde 01º08’ west van Greenwich, en op 50º32’ N.B. Nog passeerde dezelve op maandagde 7e dito, in het Kanaal op 51º09’ N.B. en 00º23’ oost van Greenwich, de fregatschepen ISIS, kapt. Abbema, en HENDRIKA, kapt. Admiraal, alsmede het barkschip JACATRA, kapt.Velthoven, tonende de Rotterdamse nommervlag nr. 118.
1841
JC 100441
Batavia, 8 april. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, van Kaap de Goede Hoop vertrokken de 16e februari.
JC 140441
Advertentie. Voor gehele bevrachting naar plaatsen beoosten de Kaap de Goede Hoop, dan wel voor gehele of gedeeltelijke belading naar Rotterdam wordt aangeboden het wel bezeilde schip CATHARINA, groot 218 tonnen, en gevoerd door F. Rietmeijer.Adres bij Reijnst & Vinju.
1842
JC 261042
Batavia, 23 oktober. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip de VRIENDSCHAP, kapt. H.W. de Boer, vertrokken van Amsterdam de 15e juli, het dito schip de TWEE CORNELISSEN, kapt. S. Veenstra, met twee passagiers, vertrokken van Amsterdam de 15e juli, en de dito bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, met enige passagiers, vertrokken van Rotterdam de 30e juli.
1844
JC 270744
Batavia, 25 juli. De 23e juli is hier aangekomen de Nederlandse bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, de 1e april van Rotterdam vertrokken.
1845
JC 200945
Batavia, 18 september. De 17e dezer is hier aangekomen het Nederlandse schip AMBARAWA, kapt. P. Karst, met twee passagiers, vertrokken van Amsterdam de 15e juni, en de dito bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, vetrokken van Rotterdam de 17e april.
1846
AH 170346
Amsterdam, 16 maart. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende schepen, als voor: (o.a.) Voor Rotterdam: De JOHANN JACOB, kapt. L. van Geelkerken; CATHARINA, kapt. F. Rietmeyer; ANNA, kapt. P. Ebels; DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, kapt. L. Hus; MAAS, kapt. J. van Waning.
JC 050846
Batavia, 3 augustus. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark MARIA, kapt. E. Bergman, met 8 passagiers, vertrokken van Rotterdam de 7e april, de dito bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, vertrokken van Rotterdam de 15e april
1847
JC 110847
Batavia, 8 augustus. Gisteren zijn hier aangekomen het Nederlandse schip SUZANNA CHRISTINA, kapt. J. Hoekstra, de 4e april vertrokken van Londen, het dito schip EDOUARD, kapt. J.M. de Winter, de 16e april vertrokken van Rotterdam, de dito bark TRITON, kapt. H. Olie, de 13e april vertrokken van Amsterdam, en de dito bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, de 13e april vertrokken van Rotterdam.
1848
DC 250348
Dordrecht, 24 maart. Door de Nederlandsche Handel-maatschappij zijn bevracht de navolgende schepen:Voor Rotterdam: JOHANNES MARINUS, kapt. J. van Delft Cz.; CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer; LOUISE, kapt…..; VLASHANDEL, kapt. P.L. Dupain; KORTENAER, kapt. B.P. Martens; LUCIE, kapt. J. van der Schaft; MARY EN HILLEGONDA, kapt. J. Martens.
JC 160848
Batavia, 14 augustus. Heden is hier aangekomen de dito bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, de 20e april vertrokken van Rotterdam.
1849
NRC 110749
Rotterdam, 10 juli. Wij vernemen, dat de volgende Nederlandse schepen naar Chili en Californië zijn vertrokken: Zeilende zijn: van Rotterdam naar Valparaiso het barkschip CATHARINA, kapt. Rietmeijer.
1850
NRC 270650
Rotterdam, 26 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn de volgende 22schepen bevracht, als: (o.a.) Voor Rotterdam: CATHARINA, kapt. Calander, KENAU HASSELAAR, kapt. Lindeman,FORMOSA, kapt. Verschuur, GERARDUS JACOBUS, kapt. Ruysch, REIJERWAARD, kapt.Wierickx, HENDRIKA, kapt. Reiniersen, en RIDDERKERK, kapt. Noltee.
NRC 211050
Batavia 26 augustus. Van de scheepsvrachten valt het volgende te melden: De CATHARINA is in Nederland gecharterd voor China à NLG 120 zonder meer.
1852
RC 220752
Rotterdam, 21 juli. Door de Nederlandsche Handels Maatschappij zijn op heden bevracht geworden de navolgende 27 schepen, als: (o.a.) Voor Rotterdam: JAPARA, kapitein ……(opm: C.C. Kramers), JOHANNA MARIA, kapt. J. C.F. Lupcke Jr.; CERES, kapt. F. Mellema; ELIZABETH, kapt. P. Serlé; NIEUW LEKKERLAND, kapt. M.B. Hoffman; REIJERWAARD, kapt. P. Wierickx; EUGENIE, kapt. E.G. Bargman; KENAU HASSELAAR, kapt. O. Lindeman; HENDRIKA, kapt. H. Reiniersen; CATHARINA, kapt. W. Calander; ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. H.G. Hinrichs.
1857
NRC 020357
Rotterdam, 1 maart. De grote sleephelling op de Papendrechtse Veerdam tegenover Dordrecht is voltooid en in gebruik genomen. Eergisteren ochtend heeft met het beste gevolg de eerste opsleping plaats gehad van een barkschip, genaamd ANNA EN HELENA, van de heer P. Smits Fz, kapt. C.M de Boer. Deze onderneming belooft van veel nut voor de handel te zijn.
NRC 210857
Rotterdam, 20 augustus. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 7 schepen als: (o.a.) Voor Dordrecht: ANNA HELENA, kapt. C.M. de Boer.
1858
NRC 030158
Hongkong, 14 november 1857. Het alhier van Newcastle gearriveerde schip (opm: bark) ANNA HELENA, kapt. C.M. de Boer, heeft de 1e november in een tyfoon zware schade aan zeilen en romp bekomen.
1860
NRC 150660
Rotterdam, 14 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn heden bevracht de navolgende 26 schepen, als: (o.a.) Voor Amsterdam: JACOB EN ANNA, kapt. J.F.D. Petersen; LOUISE ROELOFFINE, kapt. J.A. Sijbrandi; CORNELIA EN HENRIETTA, kapt. S. v.d. Mey; BALTIMORE, kapt. P. Tjebbes; HENRICUS GERARDUS, kapt. C. v.d. Zee; ANNA EN ELISA, kapt. C.J. Jaski; ZEEMEEUW, kapt. H.L. Kayzer; JACQUELINE EN ELISA, kapt. B. Sickens; ANTOINETTE SERAPHINE, kapt. A. Viëtor; MARGARETHA SIMONETHA, kapt. F.J. Hoffman; BROEDERTROUW, kapt. G. Rotgans, en ANNA EN HELENA, kapt. P. Don, beiden van Dordrecht; NIEUWLAND, kapt. P.G. Pott; CANTON, kapt. H.J. Tweehuys, en BEZOEKIE, kapt. W.H. Rusman, de 3 laatste van Rotterdam.