Familiegegevens en opleiding
Albert Alberts Sluik werd geboren/gedoopt op 13/21 juli 1805 te West-Terschelling als zoon van Albert Hendriks Sluijk, koopvaardijkapitein (zie aldaar) en Albertje Jans Swart. Hij huwde te Harlingen op 28 juli 1830 met Dieuwke Scheltes Blok, geboren op 13 maart 1807 te Harlingen en overleden aldaar op 19 oktober 1839. Albert huwde voor de tweede maal te Harlingen op 27 augustus 1840 met Tjietske Jarigs Blokmaker, geboren op 08 mei 1819 te Harlingen als dochter van Jarig Cornelis Blokmaker en Hitje Hendriks de Vries. Na het overlijden van Albert Sluik hertrouwde zij in maart 1846. Zij overleed te Harlingen op 07 januari 1847.
Albert A. Sluik overleed op 14 augustus 1843 aan boord van het schip “Gouverneur Baron van Zuylen van Nijevelt”. Er is een overlijdensacte te Harlingen dd 26 oktober 1843, waarop vermeld is”Uit het journaal van de schoenerkofschip Gouverneur etc. op de reize van Nieckerie naar Amsterdam zeilende op de hoogte van 29o14’noorderbreedte en 59o 31’lengte West van Greenwich op maandag 14 augustus 1843 na een kortstondige ongesteldheid is overleden Albert Sluik Jr.”De genoemde plaats bevindt zich midden op de Atlantische Oceaan, ca 2000 km oostelijk van Florida.
Gegevens verkregen per e-mail dd 04 december 2003 van de heer Fred Reenders te Enschede (fred@reenders.com) die zich bezighoudt met de genealogie van o.a. het geslacht Sluik/Sluijk.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Sluik Jr werd met vlagnummer 443 per 10 november 1835 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.J.Dijk. Als zijn schip is vermeld de “Johanna”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 27 oktober/03 november 1835 werd als effectief lid voorgedragen Albert Sluik Jr. oud 30 jaar, voerend de kof “Dolphijn”, wonende te Harlingen en met als adres J.A.de Jongh te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.J.Dijk023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1843 vraagt de wed. A.Sluik Jr , geb. T.Blokmaker uit Harlingen om een uitkering.Op 30 november 1843 gaat het Bestuur accoord met een uitkering voor haar, 2 kinderen en 4 vóórkinderen ingaande 01 november 1843. De uitkering aan de vóórkinderen zal aan de voogd geschieden.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 januari 1844 staat een brief uit Harlingen van H.A.Sluik, “zich beklagende over het bedrag der uitkeering aan zijne pupillen, de kinderen van wijlen kapit. A.Sluijk Jr toegekend.” In de notulen dd 29 februari 1844 staat een reactie van het Bestuur, die wijst op de relevante artikelen 80 en 83 van het Reglement, die de hoogte van de uitkeringen regelen 042
In de Bestuursvergadering dd 26 maart 1846 staat een bericht van Tjietske Blokmaker, de vroegere weduwe van Albert Alberts Sluik dat zij is hertrouwd met Hendrik Meijer. Zij vraagt een continuering van de uitkering voor haar kinderen, waar mee het Bestuur accoord gaat. 042.
In de Bestuursvergadering dd 28 maart 1847 vraagd de heer H.A.Sluik, de voogd van de kinderen van wijlen Albert Sluik Jr, om een uitkering voor het kind Albertina Sluij op grond van artikel 83 van het Reglement. Op 29 april 1847 gaat het Bestuur accoord.042. (art.83 regelt de uitkering voor kinderen waarvan de vader is overleden en de moeder is hertrouwd.)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 december 1843 wordt aan T.Blokmaker, de weduwe van kapitein A.Sluik Jr, een uitkering toegestaan voor haar en haar 2 kinderen “benevens aan vier vóórkinderen van den overledenen … “023 (hieruit is te concluderen dat kapitein Sluik in de laatste maanden van 1843 is overleden) .
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 april 1846 wordt een brief gememoreerd van Tjietske Blokmaker, vroeger weduwe van Albert A.Sluik, waarin ze meldt dat ze is hertrouwd met Hk. Meijer te Harlingen. Zij verzoekt om een uitkering voor kinderen uit haar 1e huwelijk en kinderen uit een eerder huwelijk van kapitein Sluik, hetgeen wordt toegestaan023.
De schepen van de kapitein
Reenders (zie hierboven) vermeldt nog twee monsterrollen uit het Amsterdamse Gemeentearchief en wel:
11/juli 1825, kof “de Jonge Juffrouw Sara”, bestemming Dantzig, Albert Sluik, 19 jaar, matroos, gage f 19,-
17 juni 1828, kof “de Jonge Juffrouw Sara”, bestemming avontuur, stuurman, oud 22 jaar, gage f 30,-.
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
443 1835 kof Dolphijn Barend Visser & Zn te Harlingen
330 1836 geen vermelding van schip en boekhouder
1837-1841 kof Johannes Barend Visser & Zn te Harlingen
1842 sch.kof Zuylen van Nyevelt idem
Bouma025 vermeldt A.Sluik Jr als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1836 van de kof “Dolphijn”, gebouwd in 1817, bouwlocatie niet vermeld, 59 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen. Het schip werd in 1837 geveild in Harlingen;
* 1838 t/m 1846 van de kof “Johannes”, gebouwd in 1837 te Harlingen, 96 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
* 1843 t/m 1844 van de sch.brik “Gouverneur Baron van Zuylen van Nijevelt”, gebouwd in 1840 te Harlingen, 221 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
Het NSM te Amsterdam bezit een schilderij van dit schip door D.A.Teupken uit 1844.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout bevat monsterrollen op naam van kapitein Albert Sluik Jr op de:
“Dolphijn”, dd 11 juli 1835 en 11 december 1835
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Tonnis Willems Stuit (volgens het doopceel Stuut) werd geboren te Veendam op 28 juli 1806 als zoon van Willem Jans Stuut en Marijke Manuels.
Hij trouwde op 15 februari 1844 te Veendam met Grietje Luppers Dijkhuis, geboren te Veendam op 29 augustus 1817 als dochter van Luppes Dijkhuis en Hieltje Egberts Koiter.. Zij overleed op 08 januari 1891.
Tonnis overleed te Veendam op 19 februari 1880, 73 jaar.allegroningers
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Lid van het Veendammer zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart met vlagnummer 54 in de periode 1841 t/m 1870.
In de Algemene Vergaderingen van 12/19 mei 1835 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Willem Stuit, oud 28 jaar, voerend de kof “Johanna Maria”, wonende te Veendam en met adres van Ulphen en Ruys te Amsterdam, op voordracht van kapitein W.J.Stuit023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 21 juli 1846003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1869 vraagt kapitein T.W.Stuit om onderstand. Het Bestuur wil eerst een onderzoek naar zijn behoeftigheid. Op 27 januari 1870 is een inzending van de financiële toestand van kapitein Stuit, maar het Bestuur stelt een besluit uit. In de vergadering dd 24 februari 1870 staat: “Toegestaan de uitkeering à f 8,40 ’s maands behoudens des verzoekers verplichtingen aan het collegie ingaande 1 November 1869.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 maart 1880 staat een aanvraag om de reglementaire uitkering door de wed. G.L.(initalen van de meisjesnaam?) Stuit geb. Dijkhuis, welke in de vergadering van 29 april 1880 werd toegekend.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 29 maart 1870 staat vermeld dat per 01 november 1869 een uitkering 1e klasse werd toegekend aan T.W.Stuit “behoudens de verpligting jegens het Collegie”023 (wat die laatste toevoging betekent, weet ik niet. Wellicht de verplichting tot contibutiebetaling?)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 mei 1880 staat vermeld dat per 01 mei 1880 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. T.W.Stuit geb. Dijkhuis te Veendam.023
De schepen van de kapitein
lid van de colleges Zeemanshoop uit Amsterdam en Maatschappij tot Nut der Zeevaart uit Veendam036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
A98/Vd54 1852-1868 sch. Beerta Hendrika Barend Visser & Zn, Harlingen
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
421 1835 kof Johanna Maria geen opgave
308 1836-1838 kof Vriesland Barend Visser & Zn te Harlingen
1839-1841 sch.kof Josina Wilhelmina idem
1842-1850 kof Johannes idem
1851-1853 sch. Beerta Hendrika idem
98 1854-1868 sch. Beerta Hendrika idem
1869-1879 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en aankomst van schepen in Amsterdam093
Naam Kapitein Naam van het Schip Vertrek Aankomst
T.W.Stuit Beerta Hendrika 25 mei 1860 27 april 1861
Beerta Hendrika 28 mei 1861 24 augustus 1861
Beerta Hendrika 20 september 1861 22 januari 1862
Beerta Hendrika 03 april 1862 05 oktober 1862
Beerta Hendrika 18 april 1863 25 mei 1864
Beerta Hendrika 27 juli 1864 geen melding
Beerta Hendrika 07 juli 1868 21 augustus 1868
Beerta Hendrika 12 september 1868 18 november 1868
Bouma025 vermeldt T.W.Stuit als gezagvoerder gedurende:
-
* 1834 t/m 1836 op de kof “Johanna Maria”, gebouwd in 1831, 145 ton o.m., reder niet vermeld. het schip werd in 1836 herdoopt in “Vriesland”;
-
* 1836 van de 1843 van de kof “Vriesland” ex Johanna Maria, gebouwd in 1831, bouwplaats niet vermeld, 108 ton o.m., varend voor Barend Visse & Zn te Harlingen;
-
* 1839 t/m 1842 van de kof “Josina Wilhelmina”, gebouwd in 1834 te Veendam, 70 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
-
* 1847 t/m 1852 van de kof “Johannes”, gebouwd in 1837 te Harlingen, 96 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
-
* 1852 t/m 1868 van de 2-mast schoener “Beerta Hendrika”, gebouwd in 1858 bij D.&L.Alta te Harlingen, 158 ton o.m., varend voor Barend Visser te Harlingen.
Overige bijzonderheden
D.A.Teupken Sr schilderde in 1837 het kofschip “Johanna Maria” varende bij Huisduinen. Het schip draagt een collegevlag waarop het nummer 21 zichtbaar is, maar vermoedelijk moet dit 421 zijn van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Het schilderij bevindt zich in de collectie van het NSM en een afbeelding is opgenomen in het boekje van van der Plas c.s.54.