1829

Op 2 december 1829 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JONGE GERBRAND, aangevraagd door C. Dekker en Zoon te Westzaan voor kapitein Remt Christiaans Jaski.

AH 141129
In lading liggende schepen te Amsterdam. Naar Malta en Alexandria. De nieuw gebouwde en met zink beslagen Nederlandse kof de JONGE GERBRAND, kapitein R.C. Jaski. Adres bij Jan Corver & Co.

1830

AH 090130
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam. Naar Maltha en Alexandria. De nieuw gebouwde en met zink beslagen Nederlandse kof DE JONGE GERBRAND., kapt. R.C. Jaski. Adres bij Jan Corver & C.
AH 140730
Carga-lijsten. Amsterdam, 13 juli. ZEELUST, kapt. J.F. Deddes, van Stockholm; MERCURIUS, kapt. H.G. Schulte, THETIS, kapt. J.F. Galle; EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga, DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski;
RC 250930
Amsterdam, 23 september. Kapt. C. van der Drift, van Amsterdam de 3^e dezer te Lissabon gekomen, heeft op 42 gr. 16 min. noorderbr. en 10 gr. 4 min. westerlengte gepraaid het schip DE JONGE GERBRAND, kapt, R.C. Jaski, van Amsterdam naar Marseille en Alexandrië in Egypte, in welks nabijheid zich bevond het schip AURORA, kapt. A.J. de Boer, van Amsterdam naar Marseille.

1831

AH 020631
In lading liggende schepen te Amsterdam: Naar Marseille en Alexandrie. Het gezinkt Nederlands kofschip DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski. Adres bij Jan Corver & Co. Vertrekt voor of op 1 augustus.
RC 280731
Amsterdam, 26 juli. Kapitein L. Sybes, van Amsterdam te Marseille gearriveerd, heeft den 23 juni op de hoogte van Malaga gepraaid het schip DE JONGE GERBRANDT, kapt. R.C. Jaski, van Livorno of Napels naar Amsterdam.
AH 110831
Texel, 8 augustus. Binnengekomen: Zr.Ms. fregat van oorlog RUPEL, kapt. ter zee Tiemann, van Batavia; DE JONGE GERBRAND, kapt. Jaski, van Livorno;
RC 160831
Amsterdam, 14 augustus. Kapitein R.C. Jaski (opm. DE JONGE GERBRANDT), van Livorno te Amsterdam gearriveerd, heeft den 25 juli, op 46 gr. 48 min. noorderbreedte en 08 gr. 04 min. westerlengte van Greenwich, gepraaid het schip AURORA, kapt. T. Kukkens (opm: F. Kuckens), van Amsterdam naar St. Jago de Cuba; aan boord was alles wel.

Op 1 november 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE GERBRAND aangevraagd door C. Dekker en Zoon te Westzaan voor kapitein Remt Christiaans Jaski.

AC 271231
Texel, 24 december. Vertrokken: DE JONGE GERBRAND, kapt. R. Jaski, naar Marseille; ANTJE, kapt. J.K. de Vries, naar Marseille; DEBORA, kapt. W. Leeuwerik, naar Marseille;

1832

AH 070832
Terschelling, 2 augustus. Binnengekomen: DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen; DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Koningsbergen;

Op 13 augustus 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE GERBRAND aangevraagd C. Dekker en Zoon te Westzaan voor kapitein Remt Christiaans Jaski.
Deze zeebrief werd ruim voor de expiratiedatum vervangen. De reden was de te verwachten lange duur van de reis naar Marseille en Alexandrië, met nog onbekende retourreis. Ongetwijfeld was een Turkse Pas aangevraagd waarvoor waarschijnlijk een geldige zeebrief was vereist.

AH 171032
Texel, 15 oktober. Binnengekomen: SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Suriname; MEDEMBLIK, kapt. J. Gray, van Londen; WILLEM, kapt. H.W. Kiers, van Sunderland; ANTINA, kapt. R.J. Schuring, van Sunderland; PIETERTJE STAPERT, kapt. J.R. Hottinga, van Nerva; HILLEGONDA IDA, kapt. H.A. Hendriks, van Riga; HOOP EN VERWACHTING, kapt. K.K. de Boer, van Memel; JONGE GERBRAND, kapt. R.J. Jaski, van Koningsbergen;

1833

AH 180633
Scheepstijdingen. Uitgezeild:Texel, 16 juni. JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, op avontuur.
AH 290833
Scheepstijdingen. Binnengekomen: Vlie, 25 augustus. JONGE GERBRAND, van Archangel.
AH 250933
Advertentie. Schepen in lading. Naar Nederlandse koloniën: Suriname. Het Nederlandse gezinkt kofschip DE JONGE GERBRAND, kapt. Remt Christiaan Jaski. Adres bij Jan Corver en Comp.
AH 161133
Uitgezeild: Texel, 14 november. MARCO BOZZARIS, kapt. J.G. Adriaan, naar Batavia; JONGE GERBRAND, kapt. R. Jaski, WILHELMINA MARIA, kapt. J.J. Bart, naar Suriname;

1834

SUC 050134
Advertentie. Kapt. R.C. Jaski, voerende het snelzeilend gekoperd kofschip de JONGE GERBRAND, zal medio februari e.k. de terugreis naar Amsterdam aannemen. Gemelde bodem is goed ingericht ter overbrenging van passagiers. Paramaribo, de 5^e januari 1834.
NSC 040234
Te Paramaribo liggen in lading naar Amsterdam:
-       het snelzeilend gekoperd tweedeks fregatschip WILHELMINA EN MARIA, kapt. J.J. Bart, mede voor passagiers. Sluit medio februari. Adres bij J.L. Gellée.
-       het gezinkt kofschip de JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, mede voor passagiers. Sluit 15 februari. Adres bij J.L. Gellée.
SUC 150234
Paramaribo, 14 februari. De 12^e dezer is alhier uitgeklaard het schip de JONGE GERBRAND, kapt. C. Jaski, naar Amsterdam met 258 vaten suiker, 53 balen schone katoen en 1.890 pond oud koper.
AH 250234
Volgens bericht van Suriname, zou 1 februari van daar vertrekken: WILHELMINA FREDERIKA, kapt. J.H. Bodeman, en 15 februari DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, beide naar Amsterdam.
RC 010334
Volgens brief van kapt. R.C. Jaski, voerende het schip DE JONG GERBRAND, in dato Suriname de 4^e januari, was hij de 22^e december in goede staat van Amsterdam aldaar aangekomen en zou hij in het begin van februari de terugreis aannemen; aan boord was alles wel.
AH 070534
Binnengekomen: Texel, 5 mei. IJSSTROOM, kapt. A.F. Oosterloo, van Batavia; DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski. Van Suriname; ZAANSTROOM, kapt. H.J. Klein, van New-Orleans; JUFFER FRESINA, kapt. J.H. Potjer, van Cephalonia; DE VREDE, kapt. K. Zwanenburg, van Lissabon; DE VRIENDSCHAP. Kapt. M.R. Kleyn, van Cette; MARGARETHA HENDRIKA, van Liverpool; ANNEGINA, kapt. J.R. Kuyper, van Noorwegen.
AH 100534
Carga-lijsten Amsterdam: DE VRIENDEN, kapt. H.M. Lelsz, van Batavia met koffie, suiker, nagelbast en huiden; DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Suriname met suiker, koper en katoen; JUFVROUW FRESINA, kapt. J.H. Potjes, van Cephalonia met krenten;
AH 140534
Advertentie. Schepen in lading. Naar Nederlandse koloniën: Suriname. Het Nederlands gezinkt kofschip DE JONGE GERBRAND, kapt. Remt Christiaan Jaski. Adres bij Jan Corver en Comp.
AH 140734
Uitgezeild:
Texel, 12 juli. ALEIDA, kapt. D.T. Doornbos, JONGE GERBRANDT, kapt. R.C. Jaski en VRIESLANDS WELVAREN, kapt. G.D. van Veen, alle drie naar Suriname;
RC 050834
Rotterdam, 4 augustus. Kapt. K. Hoek, van Cette in Texel binnen, heeft de 5^e juli, op 36º55’ NB 14º20’ WL, gepraaid het schip MARIA FREDRICA, kapt. F.H. Zeylstra, van Amsterdam naar Batavia; de 21^e dito, Portland O.N.O. 4 mijlen van zich hebbende, het schip DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Amsterdam naar Suriname en de 27^e dito, Hollandsch-eind O.Z.O. 9 mijlen van zich hebbende, het schip ANNA KATARINA, kapt. H. Veer, van Amsterdam naar Batavia, welke rapporteert, dat destijds in die nabijheid waren de schepen LA LIBERTÉ, kapt. A.H. Trip en CASTOR, kapt. H. de Jong, beide mede van Amsterdam naar Batavia.
AH 291234
Het schip DE JONGE GERBRAND, kapt. Remt Christiaan Jaski, van Suriname naar Amsterdam, was de 18^e december op de hoogte van Penzance.
AH 311234
Binnengekomen: Texel, 29 december. JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Suriname; AURORA, kapt. J.P. Ziepke en VRIENDSCHAP, kapt. H.C. Slof, beide van Cuxhaven; GEZINA, kapt. G. Buss, van Emden.

1835

AH 050135
Carga-lijsten Amsterdam. DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Suriname met suiker.
AH 080135
Advertentie. Schepen in lading. Naar Nederlandse koloniën: Suriname. het Nederlandse gezinkt kofschip DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski.
Adres bij Jan Corver en Comp.

Op 6 februari 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE GERBRAND aangevraagd door C. Dekker en Zoon te Westzaan voor kapitein Remt Christiaans Jaski.

AH 200335
Uitgezeild: Texel, 18 maart. JOHANNA, kapt. R. Maalsteed en OLIVIER VAN NOORD, kapt. G. de Jong naar Batavia; JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski; JONGE WILLEM, kapt. G. van Meedevoort; SURINAME, kapt. R. van der Mey; SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen; PARAMARIBO, kapt. J.C. Töpper; JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wyk, de laatste zes naar Suriname;
AH 031035
Binnengekomen: Texel, 1 oktober. JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Suriname;
AH 071035
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Suriname met suiker en katoen; JOHANN CHRISTOPH, kapt. M.C. Scheel, van Petersburg met lijnzaad; JANTINA, kapt. H.H. de Weerd, van Petersburg met lijnzaad, zeildoek , ravensdoek en borstels.
AH 171135
Uitgezeild: Texel, 15 november. VROUW HENDRICA, kapt. H. Zoetelief, naar Batavia; JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, naar Suriname.
PGC 041235
Het schip de JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Amsterdam naar Suriname, en DOROTHEA, kapt. B.J. De Boer, van Riga naar Bordeaux, zijn den 22 november te Torbay binnengelopen.
RC 101235
Rotterdam, 9 december. Het schip DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Amsterdam naar Suriname, in Torbay binnen, heeft de 2^e dezer de reis voortgezet.

1836

AH 140536
Binnengekomen: Texel, 12 mei. JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Suriname, ligt quarantaine;
AH 170536
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE GERBRAND (opm: kof), kapt. R.C. Jaski, van Suriname met suiker en katoen;
AH 270536
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, de Middellandse Zee, de Levant, enz.:
Naar Genua en Livorno. De Nederlandse kof DE LEMMER, kapt. J. Tammes.
Adres bij C.J. de Greys en Zoon en J. de Rooy.
Naar Triëst. Het gezinkt Nederlands kofschip DE JONGE GERBRAND, kapt. Remt Christiaans Jaski. Adres bij Jan Corver en Comp.

1837

Op 31 maart 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE GERBRAND aangevraagd door C. Dekker en Zoon te Westzaan voor kapitein Remt Christiaans Jaski.

PGC 171137
Het schip (opm: kof) de JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, met hout van Riga naar Bordeaux, is volgens brief van Laeso van 30 oktober, in de nacht tussen 28 en 29 oktober aldaar gestrand, geheel dichtgebleven zijnde, hoopte men dezelve weder af te brengen (opm: zie PGC 281137 en 051237).
PGC 281137
De kof de JONGE GERBRAND, kapt. B.C. Jaski (opm: R.C. Jaski), van Riga naar Bordeaux is op 28 oktober op Laesö gestrand, volgens brief van daar van 8 november, op 29 oktober na een anker en een touw te hebben laten slippen, weder afgebracht, doch de volgend dag, bij hevige storm, waardoor de kapitein, die tot regeling zijner scheepszaken aan de wal was, belet werd naar boord terug te keren, door het breken der ankerketting en van het beste touw, na veel gestoten en het roer verloren te hebben, opnieuw gestrand. De equipage, welke het schip met de grote boot verlaten had, de 31ste dito, bij bedaard weder, met de kapt. weder aan boord gekomen zijnde, was alstoen bezig met het lossen der lading, teneinde het schip, hetwelk op 4½ voet water zat, weder af en te Aalborg binnen te brengen. Hetzelve is op 15 november aldaar binnengebracht. (opm: zie PGC 171137 en 051237)
PGC 051237
Kapt. R.C. Jaski, voerende het schip de JONGE GERBRAND, van Riga naar Bordeaux, meldt van Aalburg van 13 november, dat het schip na te Laesö van het strand afgebracht te zijn en het afgestoten roer, waarvan de onderste 4 haken afgebroken waren, door het verplaatsen van een der bovenhaken, weder ingehangen te hebben, met hulp van een boot en 6 manschappen, op 16 november in de haven van Aalburg binnengebracht is om te repareren, de lading waarvan het grootste gedeelte te Laesö op het strand gelost was, was nog aldaar liggende. (opm: zie PGC 171137 en 281137)

1838

Op 3 oktober 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE GERBRAND aangevraagd door C. Dekker en Zoon te Westzaan voor kapitein B.F. Nepperus.

1840 

ZP 010240
Het schip DE JONGE GERBRAND, kapt. Nepperus, van Amsterdam naar Marseille, is de 29^ste januari zwaar lek en met verlies van verschansingen, zeilen, boten en met meer andere schade te Falmouth binnengelopen. (opm: zie ZP 010540)
ZP 060240
Het schip DE JONGE GERBRAND, kapt. Nepperus, van Amsterdam naar Marseille, lek te Falmouth binnengelopen, moet volgens brief van daar van de 30^ste januari lossen om te repareren.
ZP 010540
Het schip de JONGE GERBRAND, kapt. Nepperus, van Amsterdam naar Marseille, met schade te Falmouth binnengelopen, heeft de 26^e april na volbrachte reparatie de reis weder voortgezet. (opm: zie ZP 010240)

1841

AH 270841
Zeetijdingen. Kapt. Bart, van Curaçao in Texel binnen, rapporteert, buiten het Engels Kanaal van een loods vernomen te hebben, dat dezelve gepraaid had het schip SURINAME, kapt. van der Meij, van Amsterdam naar Suriname, welk schip door aanzeiling de boeg ingestoten was, en koers stelde naar Douvres, het schip echter niet lek. Het schip is volgens nader bericht 22 augustus Ramsgate binnengelopen, zo mede de JONGE GERBRAND, kapt. Nepperus, van Amsterdam naar Sijra bestemd, insgelijks aangezeild geworden.
AH 300841
Zeetijdingen. Uitgezeild. Ramsgate, 24 augustus, Nepperus, de JONGE GERBRAND, van Amsterdam naar Syra.
GRO 100941
Aankomst en vertrek van schepen. Binnengekomen. Cowes den 3 september. Nepperus, JONGE GERBRAND, van Amsterdam naar Konstantinopel.
NSC 131241
Smyrna, 19 november 1841. Te Konstantinopel is op den 16^de dezer aangekomen de kof EMMA, kapitein Levering, van Amsterdam; men verwachte aldaar de kof JONGE GERBRAND, kapitein Nepperus, van Amsterdam.
AH 151241
Zeetijdingen. Binnengekomen. Syra, 17 november, Nepperus, JONGE GERBRAND, van Amsterdam.

1842

AH 210142
Zeetijdingen. Binnengekomen. Konstantinopel, 16 december, Nepperus, JONGE GERBRAND, van Syra.
AH 200442
Zeetijdingen. Binnengekomen. Marseille, 13 april, Nepperus, JONGE GERBRAND, van Konstantinopel.
AH 220642
Zeetijdingen. Uitgezeild. Marseille, 15 juni. Nepperus, JONGE GERBRAND, naar Alexandria.
AH 140942
Zeetijdingen. Binnengekomen. Alexandria. E. voor 20 augustus. Nepperus, JONGE GERBRAND van Marseille, dezelve zou in de volgende maand naar Holland vertrekken.

1843

AH 140743
Scheepstijdingen. Uitgezeild. Marseille 7 juli. Nepperus, JONGE GERBRAND, naar Rotterdam.
AH 070843
Scheepstijdingen. Binnengekomen. Helvoetsluis, 5 augustus, B.T. Nepperus, de JONGE GERBRAND, van Marseille.
AH 090843
Advertentie. De houders van cognossementen over goederen, te Dordrecht van Marseille aangebracht, met het schip de JONGE GERBRAND, kapitein B.F. Nepperus, worden verzocht zich ten spoedigste te melden, ten kantore van den scheepsmakelaar J.B. ’t Hooft aldaar.
Dordrecht, den 7^de augustus 1843.

1844

Op 22 maart 1844 werd een eerste zeebrief (bedoeld wordt nieuwe) verstrekt voor de WILLEM CORNELIS, aangevraagd door W. Kaars Sijpestein, Krommenie, voor kapitein J.J. Reincke.

1846

NRC 080546
St. Ubes, 28 april. De WILLEM CORNELIS, kapt. Reincke, van hier naar de Oostzee, heeft gisteren bij het uitzeilen gestoten, is lek teruggekomen met schade aan het roer en thans bezig de lading te lossen.
NRC 140946
Carga lijsten. Amsterdam. Riga, Reineke, WILLEM CORNELIS, 1 lad. Hout: W. Poel & Co.
GCO 171146
Lijst der Nederlandsche Schepen, welke de Sond gepasseerd zijn. 7 november. WILLEM CORNELIS,(Crommenie) Reineke, van Windau naar Amsterdam.
NRC 121246
Scheepstijdingen. Amsterdam, 11 december. Het schip WILLEM CORNELIS, kapt. Reincke, van Windau herwaarts gedestineerd, was volgens brief van Oud Hellesund van den 22^ste november, aldaar wegens tegenwind, doch in goede staat liggende.

1847

NRC 220747
Zeetijdingen. Vreemde havens. Bolderaa, 5 juli, WILLEM CORNELIS, Jonker, naar Elseneur.
NRC 120847
Zeilklaar liggende schepen. Rotterdam, 11 augustus. De Nederlandse kof WILLEM CORNELIS, R.B. Jonker, naar Archangel.
NRC 021147
Archangel, 4-16 oktober. Het schip WILLEM CORNELIS, kapt. Jonker, naar Amsterdam bestemd, is gisteren alhier lek uit zee teruggekomen. Het zou zo spoedig mogelijk gelost worden om te onderzoeken of door en snelle reparatie de reis nog niet zou kunnen worden voortgezet. (opm: gevaar van invriezen bij te laat vertrek)
NRC 061247
Amsterdam, 4 december. Aangaande het schip WILLEM CORNELIS, kapt. Jonker, van Archangel herwaarts gedestineerd, met schade uit zee teruggekomen, wordt volgens brief in dato Archangel 13 november gemeld, dat hetzelve aldaar zou moeten overwinteren.
GCO 180148
Zeetijdingen. Lijst van schepen, naar Nederland gedestineerd of van daar uitgezeild, wegens schade of tegenwind in de onderstaande havens binnengelopen.
Te Archangel: WILLEM CORNELIS, kapitein Jonker, van Archangel naar Amsterdam, met schade terug gekomen.

1851

GCO 100651
Bolderaa, den 27 juni. Binnengekomen: WILLEM CORNELIS, Jonker, van Amsterdam.
NRC 220851
Bolderaa, 10 augustus. Binnengekomen. EENSGEZINDHEID, Visser, WILLEM CORNELIS,  Jonker, beide van Amsterdam.
NRC 050951
Bolderaa, 23 augustus. WILLEM CORNELIS, Jonker, naar Elseneur. (opm: de kof WILLEM CORNELIS, bouwjaar 1829, onder kapt. Roelof Bouwes Jonker, vertrok op 27 augustus 1851 van Riga met een lading lijnzaad bestemd voor Amsterdam en is sindsdien vermist; passage van Elseneur is niet gerapporteerd, zodat het schip in de zuidelijke Oostzee moet zijn vergaan)

1861

De arrondissementsrechtbank te Leeuwarden geeft op 21 mei 1861 Geertruida Danhof toestemming tot het aangaan van een tweede huwelijk; sedert 27 augustus 1851 bestaat het regtsvermoeden van overlijden van de stuurman Riekert Tjeerds Visser van Schiermonnikoog. Stuurman Visser voer op het kofschip "Willem Cornelis", gevoerd door kapitein Roelof Bouwes Jonker; dit schip is op 27 augustus 1851 met een lading lijnzaad vertrokken van Riga bestemd naar Amsterdam alwaar hetzelve nimmer is aangekomen (...) en het hoogstvermoedelijk is dat dit schip met deszelfs bemanning waartoe gedaagde behoorde is vergaan en hij alzoo omgekomen.'