Inloggen
ONS GENOEGEN - ID 10498


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1829-11-26 / 1858-03-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1829
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Werf 'De Drie Haringen' - (H. Booij & Zn), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Launch Date: 1829-07-03
Delivery Date: 1829-11-00
Technical Data

Gross Tonnage: 222.00 lasts
Gross Tonnage 2: 416.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 31.53 Meters Registered
Beam: 6.30 Meters Registered
Depth: 4.71 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 00-00-1843
Type: Rigging changed
Omschrijving: Het fregat ONS GENOEGEN is in 1843 vertuigd tot bark en verdoopt tot ANJER.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1829
Datum agenda: 1829-11-26
Register nr: 18290774
Scheepsnaam: ONS GENOEGEN
Type: Cargo
Lasten: 222
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Smit & Zoonen, E.
Plaats: Koog aan de Zaan
Kapitein op moment van verzoek: Zameren, C. van
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Turksche pas naar Oost Indien

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1829-11-26 ONS GENOEGEN
Manager: Evert Smit, Koog aan de Zaan, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Evert Smit, Koog aan de Zaan, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Koog aan de Zaan / Netherlands

Date/Name Ship 1843-05-04 ANJER
Manager: Cornelis Ernst Duijts Corneliszn, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

bark ANJER: eigenaren per primo april 1843

C.E. Duyts Corneliszoon, Amsterdam (boekhouder en 4/16e part)
A.E. Santhagens, Amsterdam (2/16e part)
H. van Voorthuysen, Amsterdam (1/16e part)
A.J. Mickenhagen, Amsterdam (1/16e part)
A. Willet, Amsterdam (1/16e part)
J.H. Meijer, Amsterdam (1/16e part)
Mevr. M. Preijer, weduwe J. Heid (Amsterdam (1/16e part)
Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam (1/16e part)
J.A. Lelieveld, Amsterdam (1/16e part)
firma Johannes Meijjes & Zoon, Amsterdam (1/16e part)
W. van Tijen, Amsterdam (1/16e part)
G. van Tijen, Amsterdam (1/16e part)

Ship Events Data

1841-09-22: Damaged
Op 22 september 1841 heeft het fregat ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, tijdens een windvlaag de fokkemast verloren waarna voor reparatie Soerabaija werd aangedaan.
1851-01-00: Grounded
In januari 1851 is de ANJER, kapt. P. Esink, in de Dardanellen aan de grond gelopen maar met assistentie weer vlot gekomen.
1853-10-10: Damaged
Op 10 oktober 1853 heeft de ANJER, kapt. P. Esink, nabij Galloper op een wrak gestoten, het roer verloren en andere schade opgelopen.
1858-00-00: Final Fate: Broken up

De ANJER, kapt. H.G. Biesthorst, is in februari-maart 1858 gesloopt.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Cornelis. van Zameren werd geboren te Den Helder op 01 september 1802 als zoon van Tijs Cornelis van Zameren, sjouwer en Trijnke Cornelisd. Kunst.

Hij trouwde als zeeman op 02 januari 1826 te Amsterdam, 23 jaar, met Grietje van der Meij , diensbode, 23 jaar, geboren te Ameland op 10 december 1801 als dochter van Cornelis Symons van der Meij en Akke Reinders, beiden overleden.

Getuigen ware o.a. Jacob Broertjes, oom van de echtgenoot, koopman, 50 jaar en Dirk Foppe Baas, koopvaardijkapitein, 33 jaar.

Grietje overleed op 27 september 1877 namiddags half 5 op de Oudeschans nr. 3, Amsterdam, 75 jaar.

Het echtpaar had in ieder geval 1 zoon (02 oktober 1826) en drie dochters ( 22 juli 1828; 26 januari 1830 en 15 januari 1832).

Cornelis overleed op 06 december 1833 003, 118 en Stadsarchief Amsterdam

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van Zameren was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag” en wel in 1827 met vlagnummer 175, in 1828 t/m 1830 met vlagnummer 174 en van 1832 t/m 1833 met nummer 43 008.

 

  1. van Zameren werd met vlagnummer 192 per 24 oktober 1826 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”op voordracht van kapitein C.Jessen. Toegevoegd is “overleden”002

In de Algemene Vergaderingen van “Zeemanshoop” van 03/10 oktober 1826 werd Cornelis van Zameren voorgedragen/benoemd als effectief lid met vlagnummer 192 op voordracht van kapitein C.Jesse. Hij was 24 jaar en woonde op de Boomsloot 68 te Amsterdam.023

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 20 november 1832.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 mei 1834 vraagt Grietje van der Meij, weduwe van kapitein C. van Zameren, om een uitkering welke haar op 26 juni 1834 wordt toegekend voor haar en haar kinderen ingaande 01 mei 1834.042

 

De schepen van de kapitein

Lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                        jaren               type                    scheepsnaam                    reder/boekhouder

`          192                            1826               bark                   De Herstelling                   E.Smit & Zn, Koog a/d Zaan

                                               1827               fregat                 De Vier Gezusters            idem

                                               1828-1833         fregat                 Ons Genoegen                  idem

 

Bouma025 vermeldt C. van Zameren als gezagvoerder gedurende:

*      1827 op de bark “Herstelling”, bouw- en tonnagegegevens ontbreken,

*      1827/1828 op het 3-mastschip “Vier Gezusters”, bouw- en tonnagegegevens ontbreken, varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan;

*      1829 t/m 1835 op het 3-mastschip “Ons Genoegen”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 414 ton o.m., varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan.

 

Overige bijzonderheden

  1. van Zomeren (moet een verschrijving zijn) verzorgde per 02 april 1830 vanuit Texel met de “Ons Genoegen”een troepentransport van 2 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde op 20 juli 1830 na 109 dagen Batavia. Onderweg was 1 militair overleden.065.

 

 

Rotterdamsche Courant 13 mei 1834

Rotterdam, 12 mei. Het schip ONS GENOEGEN, kapt. R. van der Mey, voor wijlen kapt. C van Zameren, van Batavia, Soerabaya en Passarouang naar Amsterdam, is de 22e april, wegens gebrek aan water, in goede staat te Lissabon binnengelopen, doch zou de 28e dito de reis voortzetten.

 

Algemeen Handelsblad 20 mei 1834

Vertrokken 2 februari: ONS GENOEGEN, kapt. C. v.d. Mey, voor wijlen C. van Zameren, van Batavia;

 

 

 

 

 

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Zameren, Cornelis van
College: Blaauwe Vlag, Amsterdam
Vlagnummer: 174
Overige informatie: Cornelis van Zameren: * Den Helder 01.09.1802, † 06.12.1833. C. van Zameren was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag” en wel in 1827 met vlagnummer 175, in 1828 t/m 1830 met vlagnummer 174 en van 1832 t/m 1833 met nummer 43.

Familiegegevens en opleiding

Reinder van der Mey werd geboren te Hollum op Ameland op 02 december 1806.

Hij huwde met Maria Bak, geboren te Buiksloot op 24 april 1805 en overleden op 01 september 1869.118

Hij overleed in 1852.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.van der Meij werd met vlagnummer 386 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 23 juni 1834 op voorspraak van W.Landsaat. Zijn schip was de "Suriname". Toegevoegd is "overleden"002.

In de Algemene Ledenvergaderingen van 17/24 juni 1834 van het college Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Reinder van der Meij, oud 28 jaar, voerend het fregat “Suriname”, wonende te Buiksloot en met adres bij en op voordracht van kapitein W.Landsaat. Zijn vlagnummer werd 386023.

Lid van het WZF per 15 juli 1834003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 augustus 1828 staat vermeld een “Brief van R.van der Meij van Buiksloot 24 dezer kennisgevende van hunne Schipbreuk met het Schip Catharina Hendrina, en zich zelven & hunnen Equipagie om eenige onderstand aanbevelende.” In de notulen dd 14 oktober 1828 staat een commissieverslag handelend over een aanvraag, ondertekend door Stuurman R. van der Mey op de Catharina Hendrina onder kapitein P.Rolff op reis van Cette herwaarts verongelukt. De commissie stelt dat van der Mey in “… zeer behoeftig hier te lande (is) aangekomen”  Een uitkering wordt aanbevolen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 september 1852 wordt aan de weduwe van kapitein R. van der Mey een uitkering toegekend voor haar en 3 kinderen ingaande 01 augustus 1852.042.

 

Uit de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 28 oktober 1828023:

“Verderts werden ter Tafel gebracht en gelezen

1e  Een brief ddo 24 Augustus ll van R.van der Mey, als stuurman gevaren hebbende, op de in de Middelandsche Zee verongelukte Brik Catharina Hendrika; berigtende, dat hij bij het genoemde Ongeluk alles heeft verloren, met het verzoek eenige tegemoetkoming van het Weldadig Zeemansfonds te mogen ontvangen.  deze brief in handen gesteld zijnde van de Heeren F.Coertsen, Th.Pietersz, A.W.Huidecoper, S.H.Veer hebben na gedaan Onderzoek in hun Rapport voorgesteld genoemde van der Mei, ineens toe te staan eene Som van ƒ40,- en is overeenkomstig dit voorstel door het Bestuur besloten.

2e  Een uitgebreid Verslag van het Effectief Lid P.Rolff wegens het gebeurde en de omstandigheden plaats gehad hebbende bij het vergaan van het hiervoren gemelde Brikschip Catharina Hendrika, gevoerd geweest door voorn. kapitein P.Rolff hetwelk den 8” April ll in de Middelandsche Zee op de hoogte van het Eiland Majorka op deszelfs terugreis van Cette omgeslagen en op 10” daaraanvolgende door deszelfs Equipage verlaten is”.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 19 oktober 1852 staat vermeld dat aan de weduwe van kapitein R. van der Mey een uitkering is toegekend per 01 augustus 1852 voor haar en 3 kinderen “mits overleggende bewijs van het overlijden van haren Man.”023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        386                       1834-1835     fregat               Suriname                                               E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan

        273                       1836-1843     fregat               Suriname                                               idem

                                      1844-1851     bark                 Suriname                                               C.E.Smit te Koog aan de Zaan

 

Bouma025 vermeldt R. v/d Mey als gezagvoerder gedurende:

*    1835 t/m 1852 op het 3/m schip “Suriname”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 240 ton o.m., varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" uitvarende van Texel naar New York en Paramaribo057:

05 april 1837              "... ten 9 uur ging de loots ... bij de uiterton van boord en wij vervolgden onze coers per kompas WZW en hadden zeile bij welke dienst konden doen ... hadden captijn Speelman en van der Mei bij ons ...".

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

13 december 1837      "... heden gearriveerd Captijn van der Mei bark Suriname".

06 februari 1838        "... heden vertrok ... kaptijn van der Meij bark Suriname naar Amsterdam ...".

De bark "Surinamen"(sic) onder gezag van Reinder van der Meij en met 15 manschappen dateerde de monsterrol op 03 maart 1837 met bestemming Surinamen30. De boekhouder was B.D.Boscher011.

De bark "Surinamen" (sic) onder gezag van Reinder van der Meij en met 15 manschappen dateerde de monsterrol op 23 september 1837 met bestemming Surinamen. De boekhouders waren Corver & Comp.011.

 

Rotterdamsche Courant 13 mei 1834

Rotterdam, 12 mei. Het schip ONS GENOEGEN, kapt. R. van der Mey, voor wijlen kapt. C van Zameren, van Batavia, Soerabaya en Passarouang naar Amsterdam, is de 22e april, wegens gebrek aan water, in goede staat te Lissabon binnengelopen, doch zou de 28e dito de reis voortzetten.

 

Algemeen Handelsblad 20 mei 1834

Vertrokken 2 februari: ONS GENOEGEN, kapt. C. v.d. Mey, voor wijlen C. van Zameren, van Batavia;

 

 

 

 

Datum vanaf: 1833
Kapitein: Mey(Meij), Reinder van der
Overige informatie: Waarschijnlijk de voormalige Opper stuurman en mogelijk zwager van kapitein Van Zameren.

Familiegegevens en opleiding

Willem Landsaat werd geboren te Amsterdam op 31 oktober 1790 en overleed in 1854.

Hij huwde met Geertruy Buddenberg, geboren te Amsterdam op 10 december 1794.

Hij overleed in 1854003.

 

In een monsterrol in het Archief van de Amsterdamse Waterschout011a dd 21 oktober 1823 wordt genoemd het fregat “Vrederijk”, kapitein Pieter Kraaij, bestemming Berbice, 18 bemanningsleden waaronder de stuurman Willem Landsaat uit Amsterdam voor een gage van f 50,-.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.Landzaat werd met vlagnummer 205 effectief lid van "Zeemanshoop" per 13 maart 1827 op voorspraak van D.Grim. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Willem Barendsz". Toegevoegd is "Honorair lid geworden"002.

In de Algemene Vergaderingen van 06/13 maart 1827 van het college Zeemanshoop werd Willem Landsaat Jr, c.37 jaar, geboren te Amsterdam, voerend de pink “De Gezusters” voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan, wonende in de Nieuwebrugsteeg te Amsterdam op voordracht van kapitein D.Grim voorgedragen/benoemd tot effectief lid. Zijn vlagnummer werd 205023. (Vermoedelijk is in de notulen een verschrijving opgetreden. Landzaat werd tegelijk met kapitein E.Y.Post voorgedragen/benoemd en in beide gevallen werd als schip “De Gezusters”genoemd).

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 mei 1831 en bedankte in april 1856003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In een rapportage in de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 14 oktober 1828 omtrent de dood van kapitein Klaas Visman te Paramaribo is opgenomen: “Eene schriftelijke Verklaring van de Heeren Effectieve Leden Willem Landzaat Jr en Pieter Jacobus Kerkhoven mede inhoudende eene kennisgeeving van het Overlijden benevens hun Ed verleende adsistentie bij de Begravenis van gemelde Heer Klaas Visman, waarbij nog gevoegd wordt Hun Ed. gevoelens wegens het niet overleggen der Doodacte, hetwelk door Hun Ed aan de dood van den Doodgraver dewelke ter zelvertijd is komen te overlijden, als zeer waarschijnlijk wordt toegeschreven … “042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 10 mei 1831 heeft kapitein W.Landsaat zich aangemeld voor het “voortdurend recht” (in het Weldadig Zeemansfonds) hetgeen door het Bestuur is geaccepteerd.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 mei 1856 gaat het Bestuur accoord met de omzetting van het effectieve- naar het honoraire lidmaatschap.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 24 juni 1856 staat vermeld dat het aan kapitein W.Landsaat is toegestaan om zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam               naam reder/boekhouder

        205                           1827           bark                 de Herstelling              E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan

                                      1828-1833     fregat               Suriname                     idem

                                      1834-1835     fregat               Ons Genoegen             idem

        124                       1836-1841     fregat               Ons Genoegen             idem

                                      1842-1843     fregat               Willem Barendsz       idem

                                      1844-1853     bark                 Willem Barendsz       C.E.Smit te Koog aan de Zee

          34                       1854-1855     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt W.Landsaat als gezagvoerder gedurende:

*    1828 op de bark “Herstelling”, bouw- en tonnagegegevens ontbreken, varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan. Het schip werd in 1828 geveild;

*    1829 t/m 1834 op het 3/m schip “Suriname”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 240 ton o.m., varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan;

*    1836 t/m 1842 op het 3/m schip “Ons Genoegen”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 414 ton o.m., varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan,

      Volgens Verhoeff086 werd het schip in 1843 verkocht aan C.E.Duytz Cz te Amsterdam en omgedoopt in “Anjer”.

*    1843 van de schbrik/kof “Fosca Helena”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 214 ton o.m., varend voor Jeremias Meyjes & Zn te Amsterdam. Vermoedelijk invaller voor 1 reis. Zie bij E.Y.Post;

*    1843 t/m 1854 op het 3/m schip/bark “Willem Barendsz”, gebouwd in 1841 te Nieuwendam, 635 ton o.m., varend voor C.E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Batavia057:

01 januari 1839         "Alhier lagen ter rede de navolgende Nederlandse schepen als volgens ... kaptijn Landzaat ...".

"De Drie Gebroeders" terug van Batavia te Amsterdam057:

14 augustus 1839       "Lagen dwars van kweekschool bij de landwerf naast kapt. Landzaat ..." 29.

Het fregat "Ons Genoegen" onder gezag van Willem Landzaat en met 23 manschappen dateerde de monsterrol op 20 augustus 1838 met bestemming Batavia. De boekhouders waren Corver & Comp.011.

 

W.Landsaat verzorgde per 27 oktober 1846 vanuit Nieuwediep met de “Willem Barends” een troepentransport van 4 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 22 februari 1847 na 118 dagen. Onderweg waren 1 militair overleden en 1 gedeserteerd065

Op 24 oktober 1851 vertrok hij met hetzelfde schip vanuit Nieuwediep met aan boord 1 landmachtofficier. Hij arriveerde op 20 februari 1852 te Batavia na 119 dagen065*.

 

In het Archief van de rederij Meursing 1850-1912 op het Stadsarchief van Amsterdam zijn onder de nrs 263-272 gegevens terug te vinden over de bark “Willem Barendsz.”, gebouwd voor de firma E.Smit en Zonen te Koog aan de Zaan voor f 65.000,-. De Meursings hielde bij de verkoop ¼ deel en in 1854 kochten zij de rest van het schip voor f 32.700,-. Er werden met dit schip twee succesvolle reizen gemaakt, een naar Zuid-Amerika en één naar Oost-Indië. Na de terugkeer van de laatste reis bleken veel kostbare reparaties nodig en werd het schip in 1857 voor de sloop verkocht, waarbij het nog f 31.745, - opbracht.

 

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Landsaat(Landzaat) Jr, Willem
Overige informatie: Willem Landsaat: * Circa 1791, † Oegstgeest 04.08.1863

Familiegegevens en opleiding

Jan Andries Knaap werd geboren te Amsterdam op 18 september 1816 ’s avonds 08 uur op de Zeedijk 89 als zoon van Klaas Knaap en Elisabeth Cottum..

Hij trouwde als opperstuurman op 25 november 1841 te Amsterdam met Hendrica Prins, geboren te Amsterdam op 24 juni 1818  ’s middags om 6 uur op de Raamkooy als dochter van de schippersknecht Huibert Prins en Hendrika Roemerman (bij het huwelijk van Hendrica aangeduid als  kapster). Zij overleed op 30 juni 1858 namiddags 4 uur op de Y-gracht te Amsterdam, oud 40 jaar.

Hij hertrouwde als scheepsgezagvoerder te Amsterdam op 08 maart 1860 met Maria Rijkers, geboren te Amsterdam op 15 mei 1817 als dochter van Rijk Rijkers en Marretje Hartgers en wonende te Amsterdam, oud 42 jaar. Zij overleed te Amsterdam op 24 mei 1870, ’s middags om 7 uur op de Oude Schans 283, 53 jaar.

Jan Andries hertrouwde op 20 februari 1872 te Nijmegen met Margaretha Agnes Louisa Jannette, geboren op 01 augustus 1824 te Ravenstein als dochter van  Johannes Louis Jannette en Jacomina Verhaegengenlias.  Zij hertrouwde na de door van Jan Andries met J.C.D.W.Homeijer, die in 1888 overleed. Zij overleed te Amsterdam op 03 februari 1902, ’s middags om 6 uur op de Jacob van Lennepkade 37, oud 77 jaar.

Jan Andries overleed te Amsterdam op 18 mei 1879 op de Oude Schans 11, 62 jaar. Als echtgenoot wordt genoemd Margaretha Agnes Louisa Jannette en weduwe van Johan Christiaan Daniel Wilhelm Homeijer, eerder van Jan Andris Knaap.

Na zijn overlijden hertrouwde zij op 24 juni 1880 te Amsterdam met Johan Christiaan Daniel Wilhelm Homeijer, die (gezien de aanvrage om uitkering bij “Zeemanshoop”- zie hierna) overleed in 1888

 

Jan Andries Knaap, Nederlands Hervormd, werd geboren te Amsterdam op 18 september 1816. Zijn ouders waren Klaas Knaap, assistent-commies bij de stedelijke belastingen, en Elisabeth Cottum. Jan Andries werd aangenomen op de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart per 04 september 1830. Over zijn schoolvorderingen betreffende de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerkzaamheden en tekenen werden 3-maandelijkse rapporten gemaakt te beginnen in januari 1831 en eindigend in Augustus 1834. Voorts waren er de volgende opmerkingen:

06 augustus 1832       "bekomt den tweeden Prijs in het scheepswerk, zijnde Von Kotzebul Ontdekkingen rondom de wereld"

26 maart 1833            werd lidmaat van de Ned.Herv.Gemeente bij Do Weyland

19 juli 1833                 als ligtmatroos geplaatst op de "Generaal Chassé" onder kapitein Harkema van Rotterdam naar Batavia

05 augustus 1833       "bekomt den tweeden Prijs der 3de of hoogste Classe Zeevaartkunde zijnde Pilaar - Zeevaartkunde 2 deelen"

01 juni 1834                terug van de reis "met goede attestatie"

19 augustus 1834       als lichtmatroos geplaatst op de "Generaal Chassé" onder kapitein Harkema van Rotterdam naar Batavia

03 september 1835    terug van de reis £met goede attestatie"

09 september 1835    eervol ontslagen004-532/1686.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.A.Knaap (adres Waterhoek van de Oudebrugssteeg) werd per 04 april 1843 op voordracht van H.B.Eeftingh en met vlagnummer 658 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Anjer"002. Ten tijde van de inschrijving waren Knaap en zijn vrouw 26 resp. 25 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons van 1842 (en overleden 29 juni 1850) en van 01 maart 1848; en 1 dochter van 23 september 1852 ( en overleden in maart 1855)002a

In de Algemene Vergaderingen van 28 maart/04 april 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Andries Knaap, oud 27 jaar, voerend de bark “Anjer”, varend voor C.E.Duyts Cz , wonend op het Water en de hoek van de Oudebrugsteeg te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.B.Eeftingh.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 04 januari 1853. "van beroep veranderd. Hertrouwd (dus voor de 3de maal)003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 mei 1879 vraagt de wed. J.A.Knaap geb. M.A.L.Jannette om de reglementaire uitkering, die haar in de vergadering dd 29 juli 1879 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1879.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 januari 1888 vraagt de wed. J.C.D.W.Homeijer geb. M.A.L. Janette, eerder de wed. van Jan Andries Knaap om herstel van uitkering hetgeen in de vergadering van 02 februari 1888 wordt toegestaan ingaande 01 februari 1888.118

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 augustus 1879 staat vermeld dat per augustus 1879 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.A.Knaap geb. Janette.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        658                       1843-1845     bark                 Anjer                                                      C.E.Duyts Cz

                                      1846-1853     bark                 Zeevaart                                                idem

        299                       1854-1855     bark                 Zeevaart                                                idem

                                      1856-1861     bark                 Zeelust                                                   idem

                                      1862-1864     bark                 Fagel                                                      Boissevain & Co

                                      1865-1878     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Op 11 november 1858 vertrok vanuit Batavia de "Zeelust" van de Reederij C.E.Duytz & Zn te Amsterdam onder kapitein J.A.Knaap. Het schip arriveerde te Texel op 01 maart 1859 na een reis van 101 dagen, waarbij van 03-11 januari 1859 te St.Helena reparatiewerkzaamheden waren verricht026(38/075).

 

J.A.Knaap verzorgde per 09 mei 1858 vanuit Nieuwediep met de “Zeelust” een troepentransport van 3 officieren en 125 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 28 augustus 1858 na 111 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

J.A.Knaap                                             Zeelust                              05 mei 1860                        14 april 1861

                                                                Fagel                                  20 mei 1862                        12 oktober 1862

                                                                Fagel                                  geen melding                       19 maart 1863

 

Bouma025 vermeldt J.A.Knaap als gezagvoerder gedurende:

*    1844 t/m 1846 op de bark “Anjer” ex Ons Genoegen, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 420 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam;

*    1847 t/m 1856 van de bark “Zeevaart” ex Maria Suzanna Hendrika”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 482 ton o.m., varend voor C.E.Duyts Cz te Amsterdam;

*    1857 t/m 1863 van de bark “Zeelust”, op 15 mei 1856 te water gelaten van de werf Roopaard te Amsterdam023, 595 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam. In 1863 voer het schip voor Boissevain & Co te Amsterdsam en was herdoopt in “Fagel”;

*    1863 van de bark “Fagel” ex Zeelust, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 595 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.A.Knaap van de bark “Zeevaart”.104.

 

 

Datum vanaf: 1843
Kapitein: Knaap, Jan Andries
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

G.Gerrits was getrouwd met Anna Maria Wijnberg, geboren 23 januari 1801 en overleden 12 maart 1882.

Gerrit overleed in 1848.118

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Gerrets (adres Palmgracht) werd met nr.585 lid van Zeemanshoop per 25 mei 1841 op voorspraak van F.Schut. Zijn schip was "De Onderneming"002. Ten tijde van de inschrijving waren Gerrits en zijn vrouw 42 resp 41 jaar. Ingeschreven staan 4 zoons uit 1828, 1830, 1832 en 1838 en 2 dochters uit 1831 en 1834. Toegevoegd is “overleden” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 28/25 mei 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Gerrit Gerrits, oud 42 jaar, voerend de bark “Onderneming”, wonend op de Palmgracht 7 te Amsterdam, op voordracht van kapitein F.Schut. Hij kreeg vlagnummer 585.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergaderingen dd 26 oktober/30 november 1848 wordt op aanvraag van A.M.Wijnberg, de weduwe van kapitein G.Gerrets, een uitkering per 01 augustus 1848 toegekend voor haar en 2 kinderen.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 december 1848 wordt meegedeeld dat per 01 augustus 1848 een uitkering is toegekend aan de weduwe kapitein G.Gerrits, geb. Wijnberg voor haar en twee kinderen.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                naam reder/boekhouder

        585                            1841           bark                 De Onderneming         H.C.van de Stad te Zaandam

                                      1842-1845     geen vermelding van schip en boekhouder

                                           1846           bark                 Anjer                              C.E.Duyts Cz

 

Bouma025 vermeldt G.Gerrets als gezagvoerder gedurende:

*    1841 t/m 1842 op de bark-galjoot “Onderneming”, gebouwd in 1827 te Dordrecht, 380 ton o.m., varend voor H.& C. van der Stadt te Zaandam;

*    1847 t/m 1849 op de bark “Anjer” ex Ons Genoegen, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 420 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam. Van Sluijs013 vermeldt berichten in het Handelsblad van 05 en 17 augustus 1848 waaruit zou blijken, dat kapitein Gerrets op 10 juli 1848 in Texel is overleden. Het commando zou toen zijn overgenomen door kapitein P.Esink.

 

Overige bijzonderheden

Handelsblad 17 augustus 1848

“Heden ontving ik het, voor mij en de mijnen, zoo smartelijk berigt van het overlijden, op den 10den Julij ll, van mijnen dierbaren Echtgenoot G.Gerrits (Gezagvoerder van het Barkschip Anjer) op zijne terugreize van de Oost-Indië naar herwaarts. Vrienden en Bekenden die den Braven Man in zijn werkzaam leven gekend hebben, zullen beseffen, wat ik en mijne Zes Kinderen aan hem verlies, mij overtuigd houdende van hunne opregte deelneming, in deze voor mij zoo treurige omstandigheid.

Amsterdam, 14 Augustus 1848  A.M.Wijnberg  Wed. G.Gerrits.”

 

 

Datum vanaf: 1846
Kapitein: Gerrets/Gerrits, Gerrit
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Paulus Esink, geboren 17 mei 1816 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, wonend in de Buiten Bantammerstraat te Amsterdam.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Esink werd met nr.793 lid van Zeemanshoop per 12 juni 1849 op voorspraak van H.B.Eeftingh. Zijn schip was de "Anjer". Is buitenlands honorair lid geworden002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 05/12 juni 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pauwlus Esink, oud 34 jaar, voerend de bark “Anjer”, wonend in de Lindenstraat 19 te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.B.Eeftingh.023

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        793                       1849-1853     bark                 Anjer                                                      C.E.Duyts Cz

        407                            1854           bark                 Anjer                                                      idem

                                           1855           bark                 Castor                                                    idem

                                      1856-1860     bark                 Derkina Titia                                         J.van Maurik

                                      in 1860 toevoeging "zonder schip"

                                      1861-1862     geen opgave van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

P.Esink                         Derkina Titia                            21 juli 1858

 

Bouma025 vermeldt P.Esink als gezagvoerder gedurende:

*    1850 t/m 1855 op de bark “Anjer” ex Ons Genoegen. gebouwd in 1829 te Amsterdam, 420 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam;

*    1856 van de bark “Castor”, gebouwd in 1834 te Amsterdam, 475 ton o.m., varend voor C.E.Duyts Cz te Amsterdam;

*    1857 t/m 1860 van de bark “Derkina Titia”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 422 ton o.m., varend voor J.van Maurik te Amsterdam. Het schip is in Oktober op het Arendseiland in Ned. Oost Indië verongelukt.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: Esink, Paulus
Overige informatie: Paulus Esink: * Amsterdam circa 1816

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Gerrits Biesthorst werd geboren c. 1822 te den Helder als zoon van Egbertus Biesthorst, ambtenaar, en Berhardina Maria van Kempe.

Hij trouwde op 01 februari 1863 te Alblasserdam met Hebe Ruhaak, geboren in 1825 te Hage, Oost-Friesland als dochter van Hinrich Gerdes Ruhaak en Rukertje Gersets in der March. Zij was eerder gehuwd met Egbert Adriaan Mulder064.

Hendrik Gerrit Bieshorst. Schipper van de bark “Salatiga”. Wonende te Rotterdam. Bron Gemeentearchief Rotterdam, Burgerlijkestand. Overlijden Rotterdam 1861 Deel C, folio 63, akteno. 1886062a.

Deze opgaven zijn, vanwege de overlijdensjaren in 1861 resp 1864, strijdig met de opgaven uit Bouma025 - zie hierna. Er zijn kennelijk verschillende personen Bieshorst met de initialen H.G.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.G.Biesthorst werd met nr.620 effectief lid van Zeemanshoop per 08 mei 1855 op voorspraak van P.F.Lange. Zijn schip was de “Anjer”002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 01/08 mei 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Gerrit Bieshorst, oud 32 jaar, voerend de bark “Anjer”, wonend in de Vijzelstraat bij de Munt te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.F. Lange.023

H.G.Biestehorst was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1855 t/m (wellicht) 1872 met vlagnummer 620.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam       naam reder/boekhouder

       620                1855-1856            bark       Anjer                     C.Duyts Cz te Amsterdam

                               1857-1858            bark       Zeevaar t              idem

                                   1859                geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt kapitein H.G.Bieshorst als gezagvoerder gedurende:

*    1856 t/m 1858 op de bark “Anjer” ex Ons Genoegen, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 420 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam. Het schip werd in 1859 uit de vaart genomen en gesloopt. Van Sluijs013 verwijst hiertoe naar het Tijdschrift Zeewezen 1859, blz 298. Voorst vermeldt hij een bericht in het Handelsblad 16 december 1857 over een veiling op 14 december 1857  in Amsterdam;

*    1858 t/m/ 1859 op de bark “Zeevaart” ex Maria Suzanna Hendrika, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 482 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam. Het schip werd in 1859 op Java afgekeurd;

*    1861 van de bark “Salatiga”, gebouwd in 1852 te Bolnes, 435 ton o.m., varend voor van Charente & Co te Rotterdam;

*    1864 t/m 1870 op de bark “Marie”, gebouwd in 1863 te Alblasserdam, 714 ton n.m., varend voor van Charante & Co te Rotterdam;

*    1872 t/m 1881 op het fregat “Salatiga”, gebouwd in 1872 te Rotterdam, 1225 ton o.m., varend voor van Charente & Co te Rotterdam.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

H.G.Bieshorst                      Salatiga                 12/14 juni 1860   27 juni 1861

                                              Salatiga                 05 juni 1861        07 augustus 1862

               

Hendrik Gerrit Bieshorst, wonende te Alblasserdam, gezagvoerder van de bark Marie. Op 07 augustus 1864 zeilende in de Zuid-Atlantische Oceaan op 15o31’ZB en 06o WL. Bron: Gemeentearchief Rotterdam, Burgelijkestand. Overlijden Rotterdam 1864 Deel D, folio 212, aktenr. 3258062a.

 

Overige bijzonderheden

In een bericht in de Zeetijdingen uit het Handelsblad van 18 mei 1859 (volgens van Sluijs) dd 17 mei 1859 lag de “Zeevaart” lek te Batavia en is afgekeurd.

 

In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door H.G.Bieshorst.104.

 

H.G.Biesthorst vertrok per 31 december 1863 vanuit Brouwershaven met de “Maria” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 01 april 1864 na een reis van 92 dagen.

Op 13 maart 1865 vertrok hij van Brouwershaven met de “Marie” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 juni 1865 na een reis van 96 dagen065

 

In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1891, p.29 staat dat de examencommissie voor het stuurmansexamen in de zitting van december 1891 het diploma 2e stuurman stoomvaart geeft toegekend aan H.G.Bieshorst. Dat zal een kleinzoon van Hendrik Gerrit zijn geweest.

 

Zeeuwsche Zierikzeesche Courant 02 januari 1864114

Uitgezeild van Brouwershaven op 31 december 1863 de “Marie” kapitein H.G.Bieshorst, bestemming Batavia.

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Biesthorst, Hendrik Gerrit
Overige informatie: Hendrik Gerrit Biesthorst: * Den Helder 17.09.1822, † Rotterdam 13.01.1892.

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1830-03-16
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ONS GENOEGEN
Schipper: Zomeren, Corneles van
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1829

Tijdschrift Nederlandsche Hermes, Amsterdam, vijfde jaargang
Amsterdam van stapel gelopen 1829:
Datum: 3 juli
Naam: ONS GENOEGEN.
Soort: Fregat
Tonnen van 1 kubieke meter: 630   
Lasten: 222
Tonnen van 1000 kg.: 420                            
Bouwmeester: H. Booy & Zoon.
Werf: De Drie Haringen
Eigenaar of boekhouder: E. Smit & Zoon, aan de Zaan.

Op 26 november 1829 werd de eerste zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor het fregat ONS GENOEGEN, aangevraagd door E. Smit, Koog aan de Zaan, voor C. van Zameren als kapitein.

1830

OHC 160330
Advertentie. Voor passagiers naar Batavia: Het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands fregatschip ONS GENOEGEN, gevoerd door kapitein C. van Zameren, zal in het begin van april van Amsterdam, alwaar hetzelve thans liggende is, naar Batavia vertrekken. Die genen welke als passagiers van deszelfs uitmuntend daartoe ingerigte gelegenheid voor den overtocht naar gezegden plaats gebruik willen maken, worden verzocht zich ten spoedigste aan te melden bij de cargadoors Jan Corver en Comp., op de Buitenkant, bij de Kalkmarkt, N°. 43, te Amsterdam.
RC 150430
Amsterdam, 13 april. Het Nederlands fregatschip ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, met troepen van Amsterdam naar Batavia, is de 6e april benoorden Portland, aan boord alles wel zijnde, gepraaid door kapt. J.H. Haverbult, van Marseille in Texel binnen.
RC 200730
Rotterdam, 19 juli. Uittreksel uit de Lloyds List van de 16e juli: de ONS GENOEGEN, kapt. Zameren, van Amsterdam naar Batavia, de 21e mei op 8 gr. breedte en 23 gr. lengte en de PRINS VAN ORANJE (opm: brik), van Antwerpen naar Rio-Janeiro, de 26e mei op 3 gr. breedte en 22 lengte.
RC 220730
Amsterdam, 20 juli.
Volgens brief van kapt. C. van Zameren, voerende het schip ONS GENOEGEN, van Amsterdam naar Batavia, in dato 20 mei, was hij toen in goede staat zeilende op 10 gr. 18 min. zuiderbreedte, 22 gr. 54 min. westerlengte van Greenwich; de equipage en de troepen bevonden zich in de beste welstand.
RC 181230
Amsterdam, 16 december. Kapt. C. van Zameren, voerende het schip ONS GENOEGEN, meldt van Batavia, van de 28e juli, dat hij de volgende dag van daar naar Sourabaya zou vertrekken en dacht in het begin van september van daar de terugreis naar Amsterdam aan te nemen.
AH 311230
Carga-lijsten. Amsterdam, 30 december. ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, van Batavia.

1831

AH 010131
Texel, 29 december. Binnengekomen: ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, van Batavia.

Op 26 april 1831 werd een Turkse Pas verstrekt voor het fregat ONS GENOEGEN, aangevraagd door E. Smit, Koog aan de Zaan, voor C. van Zameren als kapitein.

AH 170531
Texel. 13 mei. Vertrokken: ONS GENOEGEN, kapt. van Zameren, naar Batavia.
JC 140931
Batavia, 11 september. Heden arriveerde alhier het schip (opm: fregat) ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, met twee passagiers, van Amsterdam.
JC 011031
Ter rede van Batavia liggend schip:ONS GENOEGEN (opm: fregat, kapt. C. van Zameren)
RC 110131
Amsterdam, 9 januari. Kapitein C. van Zameren, voerende het schip ONS GENOEGEN, van Batavia in Texel binnen, heeft den 22 oktober, op 37 gr. 06 min. zuiderbreedte, 20 gr. 51 min. oosterlengte van Greenwich, gezien het Zweeds schip PREVIOSA, kapt. C.H. Mollien, van Stockholm naar Oost-Indië; den 18 november, op 04 gr. 13 min. noorderbreedte, 21 gr. 08 min. westerlengte van Greenwich, gepraaid de brik FRANCES, kapt. Chalmers, van Londen naar Mauritius, hebbende toen 32 dagen reis en een jongen verloren, en den 22 december, tussen de Singels (opm: inham nabij Winchelsea) en Zuidvoorland (opm: South Foreland), gezien een kof, tonende Papenburger vlag No. 23, zijnde die van kapt. F. Heyes, voerende het schip OSIRIS.

1832

RC 240132
Rotterdam, 23 januari. Volgens brief van kapitein C. van Zameren, voerende het schip (opm: fregat) ONS GENOEGEN, in dato Batavia den 17 september, zou hij den 24 dito naar Fayal verzeilen om het ontbrekende gedeelte van de lading in te nemen; hij dacht den 15 oktober gereed te zullen zijn om naar Amsterdam te vertrekken.
RC 020232
Rotterdam, 1 februari. Den 4 oktober lag te Batavia ter rede ONS GENOEGEN. (opm: fregat, kapt. C. van Zameren)
RC 080332
Rotterdam, 7 maart. Den 26 oktober is van Batavia naar Amsterdam gezeild het schip ONS GENOEGEN (opm: fregat), kapt. C. van Zameren.
AH 160332
Texel, 14 maart. Binnengekomen: ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, van Batavia.
AH 040432
Advertentie - Schepen in lading te Amsterdam:
- Naar Baltimore. Het gekoperd tweedeks fregatschip ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher en Jan Corver en Co.

Op 13 april 1832 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor het fregat ONS GENOEGEN, aangevraagd door E. Smit, Koog aan de Zaan, voor C. van Zameren als kapitein.

AH 020532
Schepen in lading te Amsterdam:
- Naar Baltimore. Het gekoperd tweedeks fregatschip ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, van Amsterdam.
AH 220532
Texel, 20 mei. Vertrokken: ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, naar Baltimore.

Op 13 november 1832 werd een Turkse Pas verstrekt voor het fregat ONS GENOEGEN, aangevraagd door E. Smit, Koog aan de Zaan, voor C. van Zameren als kapitein.

1833

AH 250533
Advertentie. Voor of op 15 juni eerstkomende zal naar Batavia vertrekken het Nederlandse tweedeks gekoperd fregatschip ONS GENOEGEN, kapt. Cornelis van Zameren. Degenen welke enige goederen te laden hebben of als passagiers met genoemde bodem wensen te vertrekken, gelieven zich ten spoedigsten te adresseren bij de cargadoors Jan Corver en Comp. of B.D. Bosscher, te Amsterdam.
AH 010633
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën.
Batavia. Het gekoperd tweedeks Nederlands fregatschip ONS GENOEGEN, kapt. Cornelis van Zameren. Adres bij Jan Corver en Comp. en de B.D. Bosscher.
AH 280633
Scheepstijdingen. Uitgezeild;
Texel, 26 juni. ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren en ADMIRAAL DE RUITER naar Batavia.
JC 261033
Batavia, 22 oktober. Heden is alhier gearriveerd het schip ONS GENOEGEN, kapt. C. van Zameren, de 26 juni vertrokken van Amsterdam.

1834

RC 010234
Rotterdam, 30 januari. In Texel is binnengekomen F.H. Trip van Batavia, welke rapporteert, dat hij de 21e oktober in Straat Sunda heeft gezien het schip SURINAME, kapt. W. Landsaat, van Amsterdam naar Batavia, als ook een schip, waarschijnlijk ONS GENOEGEN (opm: fregat), kapt. C. van Zameren, mede van Amsterdam naar Batavia.
AH 050334
Sourabaya, 11 november. ONS GENOEGEN, kapt. Cornelis van Zameren, van Batavia.
RC 130534
Rotterdam, 12 mei. Het schip ONS GENOEGEN (opm: fregat), kapt. R. van der Mey, voor wijlen kapt. C van Zameren, van Batavia, Soerabaya en Passarouang naar Amsterdam, is de 22e april, wegens gebrek aan water, in goede staat te Lissabon binnengelopen, doch zou de 28e dito de reis voortzetten.
AH 200534
Vertrokken 2 februari 1834.; ONS GENOEGEN, kapt. C. v.d. Mey, voor wijlen C. van Zameren, van Batavia;
AH 210534
Carga-lijsten Amsterdam: ONS GENOEGEN, kapt. R. v.d. Mey, van Batavia, met koffie, suiker, huiden en bindrottingen.
AH 280634
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Amsterdam. Adres bij D.B. Bosscher en Jan Corver en Comp.

Op 8 augustus 1834 werd een zeebrief verstrekt voor het fregat ONS GENOEGEN, aangevraagd door E. Smit, Koog aan de Zaan, voor W. Landsaat als kapitein.

AH 090934
Uitgezeild:
Texel, 7 september. ONS GENOEGEN, kapt. J.W. Landsaat naar Batavia.
RC 041034
Rotterdam, 5 oktober. Volgens brief van kapt. W. Landsaat, voerende het schip ONS GENOEGEN, van Amsterdam naar Batavia, in dato 12 september, was hij toen, in goede staat zeilende op de hoogte van de Singels.

1835

JC 240135
Te Batavia aangekomen ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, met zes passagiers, van Amsterdam de 7e september.
RC 310135
Rotterdam, 30 januari. Volgens brief van kapt. W. Landsaat, voerende het schip (opm: fregat) ONS GENOEGEN, van Amsterdam naar Batavia, in dato 29 oktober, was hij toen in goede staat zeilende op 02º07’ NB 23º44’ WL; aan boord was alles wel, doch de opperstuurman was enige dagen te voren overleden.
AH 060635
Straat Sunda, 19 januari. ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Amsterdam, naar Batavia.
AH 200835
De 28e april zou van Batavia ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, naar Amsterdam.
AH 270835
Binnengekomen:
Texel, 25 augustus. ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Passarouang en Samarang.
AH 270835
Carga-lijsten Amsterdam: ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Batavia met koffie, suiker, huiden en bindrottingen.

1836

AH 080236
Texel, 5 februari. Uitgezeild: ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, naar Batavia.
AH 160236
Binnengekomen:
Texel, 14 februari. Terug uit zee: ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat.
RC 180236
Rotterdam, 17 februari. De 12e dezer is aan Den Helder aangespoeld een hekjol, gemerkt ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, afkomstig van het schip ONS GENOEGEN (opm: fregat) , kapt. W. Landsaat, van Amsterdam naar Batavia, de 14e dito overigens in goede staat in Texel uit zee terug gekomen.
AH 220236
Uitgezeild: Texel, 19 februari. ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, naar Batavia.
JC 110636
Batavia, 9 juni. Gisteren is alhier aangekomen het Nederlands schip ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Amsterdam vertrokken de 19e februari.
AH 051236
Binnengekomen;
Texel, 2 december. ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Batavia.
AH 051236
Carga-lijsten Amsterdam: ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Batavia met koffie, suiker, tin en bindrottingen.

1837

Op 23 februari 1837 werd een zeebrief verstrekt voor het fregat ONS GENOEGEN, aangevraagd door E. Smit, Koog aan de Zaan, voor W. Landsaat als kapitein.

1839

Op 4 september 1839 werd een zeebrief verstrekt voor het fregat ONS GENOEGEN, aangevraagd door E. Smit, Koog aan de Zaan, voor W. Landsaat als kapitein.

1840

JC 010440
Te Cheribon aangekomen schepen:
De 23e maart: fregat ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Soerabaija, Samarang en Passaroeang de 17e februari met twee passagiers;
ZP 040640
De 19e februari Batavia . Nog zoude volgens brief van de 29e dito van daar vertrekken  ONS GENOEGEN, kapt. Landsaat, naar Amsterdam.

1841

JC 310741
Batavia, 30 juli. Gisteren is hier aangekomen ,vertrokken van Amsterdam de 6e april, het schip ONS GENOEGEN (opm: fregat), kapt. W. Landsaat, met enige passagiers.

1842

AH 170142
Scheepstijdingen. Batavia, 5 oktober. Het schip ONS GENOEGEN (opm: fregat) , kapt. Landsaat, van Bezoekie naar Tjilatjap, is de 22e september, na in Straat Balie in een hevige windvlaag de fokkemast verloren te hebben, te Soerabaija binnengelopen, doch hoopte de kapitein binnen 14 dagen weer gereed te zijn.
PGC 290442
Kapitein Haasnoot van Batavia in Texel binnen, rapporteert de 3e februari dat de 15e februari nog ter rede van St. Helena wegens lekkage was liggende het schip ONS GENOEGEN (opm: fregat), kapt. Landsaat, van Batavia naar Amsterdam.
AH 100542
Carga-lijsten Amsterdam: ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Batavia met koffie, suiker, tin en bindrottingen.
AH 040642
Advertentie. Floris der Kinderen en Jan Corver, makelaars, zullen op maandag de 20e juni 1842, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, in de Nieuwe Stads-Herberg, aan het Y, verkopen: een extra ordinair welbezeild gekoperd en kopervast fregatschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd ONS GENOEGEN, gevoerd door kapt. W. Landsaat, volgens Nederlandse meetbrief lang 31 ellen, 53 duimen; wijd 6 ellen, 30 duimen; hol 4 ellen, 71 duimen en alzo gemeten op 416 tonnen of 220 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaars.
AH 220642
Verkoping van schepen op maandag 20 juni in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ:
-   Een welbezeild gekoperd en kopervast barkschip ANNA CATHARINA, kapt. P. Bakker. NLG 30.000. In slag NLG 600. H.J. Rietveld.
-   Een welbezeild gekoperd en kopervast fregatschip ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat. NLG 26.000. In slag NLG 10. B.D. Bosscher. (koper was C.E. Duijts Czn., Amsterdam, nieuwe naam ANJER, vertuigd tot bark, kapt. J.A. Knaap)
-   Een welbezeild tweedeks gekoperd galjootschip DE ONDERNEMING, kapt. G. Gerrits. NLG 17.000. In slag NLG 3000. Opgehouden.

Op 2 juli 1842 werd de zeebrief van het fregat ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar de Staatsraad in Den Haag teruggezonden, zonder vermelding van reden maar bleek verkoop te zijn, waarna op 6 juli royement volgde.

1843

Op 4 mei 1843 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de bark ANJER, aangevraagd door C.E. Duijts Czn., Amsterdam, voor J.A. Knaap als kapitein.

1844

DC 281144
Dordrecht 27 november. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn, voor de maand december eerstkomende, bevracht de volgende bodem:
Voor Amsterdam  ANJER, kapt. J.A. Knaap.

1846

AH 300646
Amsterdam, 29 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij is bevracht: ANJER, kapt. G. Gerritsen.

Op 1 juli 1846 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de bark ANJER, aangevraagd door C.E. Duijts Czn., Amsterdam, voor Gerrits als kapitein.

JC 181146
Batavia, 16 november.
Heden  hier aangekomen het  schip ANJER, kapt. G. Gerrits, vertrokken van Amsterdam de 24e juli.

1849

Op 6 juli 1849 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de bark ANJER, aangevraagd door C.E. Duijts Czn., Amsterdam, voor P. Esink als kapitein.

1851

NRC 240151
Constantinopel (opm: Istanbul), 5 januari. Het schip ANJER, kapt. Esink, van hier naar Queenstown, is in de Dardanellen aan de grond geraakt, doch heeft, na met adsistentie van een Franse stoomboot in vlot water gebracht te zijn, de reis voortgezet.

NRC 280551
Rotterdam 27 mei. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij  bevracht: Voor Amsterdam:  ANJER, kapt. P. Esink.

Op 11 juni 1851 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de bark ANJER, aangevraagd door C.E. Duijts Czn., Amsterdam, voor P. Esink als kapitein.

1853

NRC 141053
Sheerness, 11 oktober. Het Nederlandse barkschip ANJER, kapt. Esink, van Amsterdam naar Batavia, is hier gisteren namiddag ten 5 ure met adsistentie van twee vaartuigen binnen gebracht. Het schip heeft gisteren morgen ten 4 ure met dik weder, hebbende het vuur van de Galloper op dat ogenblik in peiling W.N.W. op 2 mijlen afstand, op een drijvend wrak gestoten en dientengevolge het roer verloren en andere schade bekomen. Men heeft heden morgen een voorlopig onderzoek gedaan en gelooft, dat de kiel van achteren beschadigd is. Na het ongeval heeft men nog een anker en ketting moeten slippen. Op het ogenblik, dat het schip stiet, had men meer dan 20 vadem water bij het lood. (opm: zie ook DC 151053)
DC 151053
Sheerness, 11 oktober. Het Nederlandse schip (opm: bark) ANJER, kapt. Esink, van Amsterdam naar Batavia, is hedenmorgen met averij in deze haven gebracht geworden, het heeft op de hoogte van de Galloper gestoten. Het is niet lek. De kapitein is naar Londen vertrokken, om per telegraaf instructies aan Amsterdam te vragen. (opm: zie ook NRC 141053)
DC 291053
Londen, 25 oktober. Het schip ANJER (opm: bark), kapt. Esink, van Amsterdam naar Batavia, alhier met schade binnengelopen, heeft een gedeelte der lading gelost en zal in het droge dok halen om te repareren.

Op 26 augustus 1853 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de bark ANJER, aangevraagd door C.E. Duijts Czn., Amsterdam, voor P. Esink als kapitein.

1854

NRC 290654
Batavia, 26 april. Omtrent scheepsvrachten valt het volgende te vermelden:
Thans nog disponibel: ANJER.
NRC 290754
Batavia, 7 juni. Scheepsvrachten. Het voortdurend gebrek aan producten houdt de vrachten zeer laag, terwijl vele hier disponibel liggende schepen geen andere keus zullen hebben dan of te verzeilen of nog een paar maanden te blijven liggen. Disponibel nog ANJER.
NRC 171054
Batavia, 22 augustus. Vrachten. Sedert ons vorig bericht werden genomen voor Amsterdam o.a. ANJER à NLG 65 voor rijst, en NLG 75 voor suiker.

1855

NRC 260455
Rotterdam, 25 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij bevracht:
Voor Amsterdam: ANJER, kapt. H. Biesthorst.

Op 1 mei 1855 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ANJER, aangevraagd door C.E. Duijts Czn., Amsterdam, voor H.G. Bieshorst als kapitein.

GRC 060655
Texel, 2 juni. Uitgezeild ANJER, kapt. H.G. Biesthorst, naar Batavia.

1856

NRC 301156
Batavia, 9 oktober. Scheepsvrachten. Het Nederlandse schip (opm: bark) ANJER heeft nog lading voor Makassar in.

1857

RC 270457
Texel, 25 april. Gearriveerd: ANJER, kapt. Biesthorst, van Batavia.
(opm: laatste reis van de bark ANJER, zie NRC 241157)
AH 280457
Advertentie. Carga lijsten Amsterdam.
Batavia, ANJER, kapt. Biesthorst, 7454 koffij, 34 k. schilpad, 50.533 paren en 1 kist Paarl d’Amour, 246 st. huiden, 1711 bindrotting, N.H.M.
NRC 241157
Advertentie. H.J. Rietveld, C.A. Schröder, C.S. Oolgaardt, E.G. Bosscher en W.IJ. van Reinouts, makelaars, presenteren te verkopen op maandag 14 december 1857, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ:
1°.  Het extra-ordinair, welbezeild, gekoperd en kopervast barkschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd NIJVERHEID, laatst gevoerd door kapt. P.F. Lange, volgens Nederlandse meetbrief lang 32 el 96 duim, wijd 6 el 30 duim, hol 4 el 98 duim, en alzo gemeten op 459 tonnen of 243 lasten; (opm: zie NRC 240260)
2°.  Het extra-ordinair welbezeild, gekoperd en kopervast barkschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd ANJER, laatst gevoerd door kapt. H.G. Biesthorst, volgens Nederlandse meetbrief lang 31 el 53 duim, wijd 6 el 37 duim, hol 4 el 71 duim en alzo gemeten op 420 tonnen of 222 lasten. (opm: als fregat in 1829 gebouwd, in 1843 vertuigd tot bark; op 11 maart 1858 retourneerde de Ontvanger te Amsterdam de zeebrief naar Den Haag onder vermelding ‘schip gesloopt’)
Liggende beide aan de werf Het Roopaard, op de Kadijk. Iemand nader onderricht begerende, spreke met bovengemelde makelaars of met de cargadoors Hoyman en Schuurman.

1858

Op 11 maart 1858 werd de zeebrief van de ANJER, kapt. H.G. Biesthorst, , door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar de Staatsraad in Den Haag teruggezonden, met vermelding ‘schip gesloopt’, waarna het document op 12 maart werd geroyeerd.

ZP 000058
Door Zeepost opgegeven als in 1858 gesloopt geworden:

Scheepsnaam Naam kapitein Bouwjaar Scheepstype
ANJER H.G. Biesthorst 1829 bark
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3169.1843.10
foto IMG 2402 - 2405

CEDULE

Naam schip bevorens genaamd ONS GENOEGEN, thans door kopers te noemen ANJER

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 3 april 1843

type schip bark

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. J.A. Knaap

grootte in tonnen 220 lasten of 416 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd in de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 5 april 1843

nummer registratie deel 45, folio 100, verso, vak 2

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam, voor zich en voor zijn in de bijlage genoemde mede-eigenaren.
De vorige zeebrief werd op 1 juli 1842 ingeleverd bij de ontvanger te Amsterdam.


researcher/datum research: ML / 040816






bijlage bij acte 10 van 1843, bark ANJER
bark ANJER: eigenaren per primo april 1843

C.E. Duyts Corneliszoon, Amsterdam (boekhouder en 4/16e part)
A.E. Santhagens, Amsterdam (2/16e part)
H. van Voorthuysen, Amsterdam (1/16e part)
A.J. Mickenhagen, Amsterdam (1/16e part)
A. Willet, Amsterdam (1/16e part)
J.H. Meijer, Amsterdam (1/16e part)
Mevr. M. Preijer, weduwe J. Heid (Amsterdam (1/16e part)
Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam (1/16e part)
J.A. Lelieveld, Amsterdam (1/16e part)
firma Johannes Meijjes & Zoon, Amsterdam (1/16e part)
W. van Tijen, Amsterdam (1/16e part)
G. van Tijen, Amsterdam (1/16e part)

ML / 040816

Naam ANJER
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1843
Toegang 198
Inventaris 3169

Noord-Hollands Archief – Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1843.10

DVD XI – 441, 442
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip ONS GENOEGEN

plaats en datum acte openbare vrijwillige verkoping, Amsterdam, 20 juni 1842

type schip fregat

bouwwerf/verkoper Cornelis Everts Smit, koopman te Koog aan de Zaan, als gemachtigde van zijn vader Evert Smit, scheepsreder te Koog aan de Zaan.

gevoerd door kapt. Willem Landsaat

eigenaar/aankoper Cornelis Ernst Duijts Corneliszoon, scheepsbouwmeester, scheepsboekhouder en reder te Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 220 lasten (meetbrief Amsterdam, 13 augustus 1839)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 31,53 x 6,30 x 4,71 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam,

nummer van registratie deel

notaris Johannes Albertus Hoog, notaris te Amsterdam

prijs NLG. 26.010,-

Bijzonderheden: het schip lag tijdens deze veiling aan de werf van Nicolaas Booy op de hoogte van de Kadijk te Amsterdam



researcher/datum research: ML / 300708

Naam ANJER
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1843
Toegang 198
Inventaris 3179

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Noord-Hollands Archief – Haarlem, Archiefnummer Amst.198.3179-1843.10
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, diverse bestanddelen zeebrieven
De Nederlandsche Hermes: tijdschrift voor koophandel, zeevaart en nijverheid,
www.wiewaswie.nl
De heer S. Parma, Hilversum.
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordrechtsche Courant
GRC = Groninger Courant
JC = Javasche Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost