Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.St.Martin als gezagvoerder gedurende:
* 1835 van het fregat “Batavier”, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 442 ton o.m., eigenaar en thuishaven niet vermeld.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.H.Uil was met vlagnummer R171 van 1840 t/m 1859 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
H.H.Uil was permanent commissaris van de Maatschappij in 1855058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1859 voor het lidmaatschap heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein H.H.Uil met vlagnummer R171 als gezegvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van het fregat “Batavier” 238 last varend voor E.S. & C.St.Martin & Co te Rotterdam
* 1855, 1858 geen vermelding van schip en reeder.
H.H.Uil maakte de volgende reizen005:
* Vlashandel 1837 Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
1838 Hellevoetsluis - Batavia geen lading vermeld
1839 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
1840/41 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
* Batavier 1843 Batavia - Rotterdam koffie
1844 Batavia - Rotterdam koffie
1852 Batavia - Rotterdam koffie
1852 Rotterdam - Hartlepool diversen
* Adm. de Winter 1857/58 Rotterdam - Kaap de Goede Hoop –
Rangoon - Rotterdam heen: diversen; terug: rijst
Bouma025 vermeldt H.H.Uil als gezagvoerder gedurende:
* 1837 t/m 1842 op de bark “Vlashandel”, gebouwd in 1828 te Antwerpen, 250 ton o.m., varend voor E.& S.& C. St. Martin te Rotterdam;
* 1842 t/m 1853 op het fregat “Batavier”, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 442 ton o.m., varend voor E.& S.& C. St. Martin & Co te Rotterdam;
* 1858 op de bark “Admiraal de Winter”, gebouwd in 1857 te Vlaardingen, 569 ton o.m., varend voor E.& S.& C. St. Martin & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 03 januari 1837
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Batavia: het nieuw gekoperd Barkschip VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil.
Idem: het Barkschip FACTORY, kapt. J. Parlevliet.
Beide schepen hebben zeer goede inrichtingen voor passagiers.
Adres ten Kantore van Hudig en Blokhuyzen, en Kuyper, Van Dam en Smeer
Rotterdamsche Courant 02 maart 1837
Den 1 maart zeilden …..VLASHANDEL, H.H. Uil
Rotterdamsche Courant 23 november 1837
Rotterdam, Den 22 arriveerde VLASHANDEL, H. Uil, van Batavia.
LP 18 januari 1841
Dover, 11 januari. De Nederlandse driemaster VLASHANDEL, kapitein H.H. Uil, op 10 september laatstleden van Tjilatjap (Java) naar Rotterdam vertrokken, is 15 september noodgedwongen de rede van Batavia aangelopen omdat het schip vier voet per uur water maakte als gevolg van een stranding waarbij het langs een rots was geschuurd. De lading moet aan wal worden gebracht en het schip moet naar de werf op het eiland Onrust om zijn koperen beplating weg te halen en de noodzakelijke reparaties te kunnen verrichten.
NRC 05 maart 1856
Vlaardingen, 3 maart. Heden is op de werf van de scheepsbouwmeester A. Otto de kiel gelegd voor een barkschip, groot 300 gemeten lasten, voor rekening van de heren E.J. & S. & C. St. Martin & Co te Rotterdam. Het schip zal gevoerd worden door kapt. H.H. Uil en is bestemd voor de grote vaart. (opm: ADMIRAAL DE WINTER)
NRC 24 mei 1857
Rotterdam, 23 mei. Gisteren is te Vlaardingen van de werf van de scheepsbouwmeester A. Otto met goed gevolg te water gelaten het barkschip ADMIRAAL DE WINTER, groot 300 lasten, gevoerd zullende worden door kapt. H.H. Uil, voor rekening van de heren E. & S. & C. St. Martin & Co te Rotterdam en bestemd voor de grote vaart.
NRC 25 juli 1857
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Kaap de Goede Hoop, het Nederlands nieuw gebouwde en gekoperde barkschip ADMIRAAL DE WINTER, kapt. H.H. Uil, hebbende uitmuntende inrichting voor passagiers, om in de loop van augustus te vertrekken. Adres ten kantore van de reders E. & S. & C. St. Martin & Co en bij de cargadoors Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, van Dam & Smeer. (opm: eerste reis)
NRC 09 september 1857
Hellevoetsluis, 8 september. Heden is van hier naar Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip ADMIRAAL DE WINTER, kapt. H.H. Uil, aan boord hebbende 39 handwerkslieden. (opm: eerste reis)
Familiegegevens en opleiding
Nathan werd geboren te Delfshaven op 30 december 1821 als zoon van Johannes Luiscius Hoek en Angenieta van der Els.t
Nathan Francois Hoek was getrouwd met Catharina Eendebak, geboren ca 1825 te medemblik als dochter van Nanning Koops Eendebak en Henriette Andriese Elisabeth Wust. Zij hertrouwde op 15 mei 1861 te Rotterdam met met Pieter Johann Derksen, geboren te Emden (Hanover) als zoon van Brune Dirksen en Aaltje Schultze. Zij overleed te Rotterdam op 23 januari 1884, 59 jaar
Nathan is overleden op 22 januari 1860 aan boord van een schipen bij zijn overlijden is als woonplaats Rotterdam opgegeven. (akte 1861-b097v).118 en gemeentearchief Rotterdam en http://www.zeemansleed.nl/
NRC 17 februari 1860114
Rotterdam, 16 februari. Volgens particulier bericht in dato 29 januari l.l, was het barkschip ADMIRAAL DE WINTER, gevoerd geweest door kapt. N.F. Hoek, met troepen van Rotterdam naar Batavia, op 39º N.B. en 13º34' W.L, in goede staat zeilende. De kapitein was enige dagen vroeger aan een bezetting op de borst overleden. Overigens was alles wel boord.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
N.F.Hoek werd met nr.771 effectief lid van Zeemanshoop per 01 augustus 1848 op voorspraak van B.J.Martens. Het schip was de "Anna Augusta"002. Ten tijde van de inschrijving waren Hoek en zijn vrouw 26 resp. 23 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon Francois Johannes Lucius uit 1847. Toegevoegd is “overleden” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 25 juli/01 augustus 1848 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Nathan Francois Hoek, oud 26 jaar, naam van hij schip niet genoemd, maar als type een kof, wonende te Rotterdam, op voordracht van kapitein B.J.Martens.023.
Hij was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege `Zemanshoop” met vlgnummer 771 van 1848 t/m 1854 en met vlagnummer 387 van 1854 t/m 1860.
N.F.Hoek was met vlagnummer R256 in de periode 1849 t/m 1860 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 maart 1860 vraagt de wed. van kapitein N.F. Hoek om een uitkering.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 oktober 1860 verzoekt de weduwe van kapitein N.F.Hoek om een uitkering voor haar en haar 4 kinderen welke haar in de vergadering van 29 november 1860 wordt toegekend ingaand 01 februari 1860 mits overleggende het bewijs van overlijden van haar man.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 juni 1861 staat gemeld dat de weduwe N.F.Hoek geb. Eendebak is hertrouwd met de Hr. Derksen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 03 april 1860 wordt een bericht gemeld van E. St. Martin omtrent het overlijden van kapitein N.F.Hoek. In de notulen dd 11 december 1860 staat vermeld dat per 01 februari 1860 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de weduwe N.F.Hoek geb. Eendebak voor haar en 4 kinderen023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 16 juli 1861 staat vermeld dat de wed. N.F.Hoek geb. Koops Eendebak is hertrouwd. Ze bedankt voor de uitkering, waarbij die voor de kinderen wordt gecontinueerd.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
771 1848 kof Anna Agatha geen opgave
1849-1853 bark Vlashandel Gebr.St.Martin te Rotterdam
387 1854-1856 bark Batavier idem
1857 geen opgave van schip en boekhouder
1858-1859 fregat van Oldenbarneveld E.& S.& C.St.Martin & Co te Rotterdam
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein N.F.Hoek met vlagnummer R256 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 bark “Vlashandel” 124 last voor E.S.&C. St. Martin & Co te Rotterdam
* 1855 fregat “Batavier” 238 last voor E.S.&C. St. Martin & Co te Rotterdam
* 1858 fregat “van Oldenbarneveld” 373 last voor E.S.&C. St. Martin & Co te Rotterdam
* 1859 bark “Admiraal de Winter: 301 last voor E.S.&C. St. Martin & Co te Rotterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
N.F.Hoek Admiraal de Winter 16 maart 1860 24 januari 1861
Bouma025 vermeldt N.F.Hoek als gezagvoerder gedurende:
* Geen vermelding van een kapitein Hoek op een “Anna Agatha”;
* 1850 t/m 1854 op de bark “Vlashandel”, gebouwd in 1828 te Antwerpen, 250 ton o.m., varend voor E.& S.& C. St.Martin te Rotterdam. Het schip werd in 1855 verkocht aan v/d Slik & Co te Dordrecht en herdoopt in “Johanna Wilhelmina”;
* 1854 t/m 1857 op het fregat “Batavier”, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 442 ton o.m., varend voor E.& S.& E. St.Martin & Co te Rotterdam. Het schip is van Rangoon naar Rotterdam, geladen met rijst, bij de Andamanen verongelukt;
* 1857 t/m 1860 op het fregat “Oldenbarneveldt”, ex Fanny, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 760 ton o.m., varend voor E.& S.& C. St.Martin & Co te Rotterdam.
* 1860 op de bark “Admiraal de Winter”, gebouwd in 1857 te Vlaardingen, 569 ton o.m., varend voor E., S. en C. St.Martin & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
N.F.Hoek verzorgde per 10 januari 1860 vanuit Hellevoetsluis met de “Admiraal de Winter” een troepentransport van 3 officieren en 125 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 07 mei 1860 na een reis van 118 dagen065.
|