Familiegegevens en opleiding

Harmannus Klaassen werd gedoopt 29 november 1801 te Nieuwe Pekela als zoon van de landbouwer Klaas H. Dijkhuis en Trientje Jannes Mulder.

Hij trouwde op 28 januari 1830 te Nieuwe Pekela als schipper met Fennechien Willems Eerkens, geboren ca. 1813 te Wildervank alsFennegien  en dochter van de landbouwer Willem Jans Eerkes en Annechien Meertens. Fennechien Eerkens overleed op 17 mei 1852 te Nieuwe Pekela, 40 jaar.

Harmannus Klaassens overleed op 26 november 1858 te Nieuwe Pekela, 57 jaar, landbouwer, weduwnaar

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Een H.K.Dijkhuis was in de periode vóór 1827 t/m 1828 met vlagnummer 19 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.  (of was dit Hindrik Klaassesn Dijkhuis – zie aldaar)

H.K.Dijkhuis, adres Kranenborg & Zⁿ, werd met vlagnummer 393 effectief lid van Zeemanshoop per 05 augustus 1834 op voorspraak van J.H.Hut. Zijn schip was de "Prins Hendrik"⁰⁰².

In de Algemene Vergaderingen van het College Zeemanshoop van 05/12 augustus 1834 is voorgedragen/benoemd tot effectief lid Harmannus Klaassen Dijkhuis, oud 32 jaar, voerend de schoonerkof “Sara Anna Cornelia”, wonende te PekelA, en met adres bij de heren Kranenburg & Mourik, op voordracht van kapitein J.H.Hut. Er is geen vlagnummer vermeld maar uit de volgorde van aanmelding in de notulen moet dit 393 zijn⁰²³.

H.K.Dijkhuis was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 393 in de periode 1834 t/m 1836 en met vlagnummer 280 in de periode 1836 t/m 1844.

In een buitengewone vergadering van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” op 23 december 1840 werden kapiteins die vanwege het hoge kasgeld zich niet als gewoon lid wilden laten inschrijven de gelegenheid geboden als buitengewoon zeevarend lid toe te treden. “Die mogelijkheid – via een op 20 februari van hetzelfde jaar genomen besluit tot stand gekomen – werd door 16 kapiteins aangegrepen”, waaronder H.K.Dijkhuis op de “Lewe van Nyensteyn”¹⁰¹.

A.H.Dijkhuis was buitengewoon lid van het Groninger zeemanscollege “de Groninger Eendracht” met vlagnummer 29 in 1840.

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                    jaren               type            scheepsnaam                    naam reder/boekhouder

         393                      1834-1835          sch.kof       Sara Anna Cornelia         geen opgave

         280                           1836               sch.kof       Sara Anna Cornelia         H.E.Evers te Blijham

                                      1837-1839          bark            Prins Hendrik                   Kranenborg en Zⁿ

                                           1840               bark            Lewe van Nijestein          idem

                                      1841-1842          bark            Lewe van Nijstein            Kranenborg en Zⁿ en C.M.Nap

                                      1843-1844          geen opgave van schip en boekhouder

H.K.Dijkhuis was in 1835 gezagvoerder van de "Sara Anna Cornelia". Zijn tweede stuurman was Tys Dirksz Lieuwen (zie aldaar)^010-p.36.

Bouma⁰²⁵ vermeldt H.K.Dijkhuis als gezagvoerder gedurende:

*    1832 t/m 1836 van de schkof “Sara Anna Cornelia”, gebouwd in 1827, bouwplaats niet vermeld, 270 ton o.m., varend voor H.E.Evers te Blijham;

*    1838 t/m 1844 van de bark “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Groningen, 381 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zⁿ te Amsterdam;

      (hier moet een fout in de opgave van Bouma zitten. Zie volgende opgave)

*    1841 t/m 1843 van de bark “Lewe van Nijenstein”, gebouwd in 1841 te Groningen op de Noorderrwerf bij H.J.Limborg, 453 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zⁿ & C.M.Nap te Amsterdam.

Overige bijzonderheden

Geen

Familiegegevens en opleiding

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt H.Smit als gezagvoerder gedurende:

• * 1897 tot nà 1900 van de tjalk “Onderneming”, gebouwd in 1883, bouwplaats niet vermeld, 68 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Gasselter Nijveen.

Overige bijzonderheden

Geen

Familiegegevens en opleiding

Jan Christoffel Töpper werd geboren te Amsterdam op 29 december 1791.

Hij was getrouwd met Pieternella Claasen, geboren te Amsterdam op 06 oktober 1800 en overleden in 1854.

Jan overleed in 1863⁰⁰³

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Töpper werd met vlagnummer 206 per 20 maart 1827 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.Krayer. Zijn schip was de “Phoenix”. Toegevoegd is “overleden” ⁰⁰².

In de Algemene Vergaderingen van 13/20 maart 1827 van het college Zeemanshoop werd Jan Christoffel Töppers, oud 35 jaar, voerend het schip “Sapho”, wonende op de Lindegracht NZ nr. 5, op voordracht van kapitein D.Krayer, voorgedragen/benoemd als effectief lid. Zijn vlagnummer werd 206⁰²³

Hij werd deelnemer in het Weldaddig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 31 oktober 1831. Overleden in 1863⁰⁰³.

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 september 1828 staat een “Missive van kapitein J.C.Topper, van 23 dezer kennis gevende van zijn Schipbreuk op de kust van Sicilië.”⁰⁴²

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 oktober 1828 staat een bespreking van een missive door J.C.Topper dd 23 september 1828 waarin deze 2 punten bespreekt. In reactie daarop zegt het commentaar:

1. Mee eens dat de stroomsterkte tussen Malta en Sicilië aldoor om de noord loopt maar het kan zich ook vaak richten naar de wind;
2. Er is verscheidenheid in de naamgeving van de ZW-kaap van Sicilië: Pt.Sorella, La Pie, Kaap Granisola. Sorella is de oostpunt van Granisola, terwijl een halve mijl verder oostelijk het plaatsje Fre Fontane ligt.⁰⁴²

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 april 1829 staat een verzoek van J.C.Topper “thans stuurman aan boord van het Brikschip Mercurius Kap J.A.Engels” om uitstel van betaling van contributie. Het Bestuur besluit het hem “zoo gemakkelijk te maken als met het belang van het Kollegie is overeen te brengen.”⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1830 staat een verzoek van J.C.Töpper zijn storting van de 1^e klasse in de 2^e klasse te mogen voldoen. Dit verzoek werd afgewezen.⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1850 staat een verzoek van kapitein J.C.Töpper om een reis onder vreemde vlag te mogen varen. Het Bestuur gaat accoord, maar stelt dat de terugkomst moet worden gemeld.⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 oktober 1857 staat een verzoek om uitkering van kapitein J.C.Töpper, welke hem in de vergadering dd 26 november 1857 met ingang van 01 november 1857 wordt toegekend.⁰⁴².

In de notulen van 12 november 1850 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop verzoekt C.J.Topper een reis onder vreemde vlag te mogen maken en toch deelnemer te mogen blijven “welk verzoek … is toegestaan, maar bepaaldelijk voor deze reis.”⁰²³.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 05 januari 1858 wordt vermeld dat aan kapitein J.C.Töpper per 01 november 1857 een uitkering is toegekend.⁰²³.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                     naam reder/boekhouder

     206                           1827          galjas              Sapho                                 S.Paleologo

                                     1828-1829    geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1830-1832    fregat              de Vrouw Hendrika          Societeit van Scheepsbouw

                                        1833          geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1834-1835    brik                  Paramaribo                        J.J.Poncelet & Zⁿ

     125                        1836-1837    brik                  Phoenix                              idem

                                     1838-1849    galjoot            Phoenix                              idem

                                     1850-1852    geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1853          schoner           Maria Anna                       Gebr.Heemskerk

      35                          1854          schoner           Maria Anna                       idem

                                        1855          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1856          bark                Prins Hendrik                    Kranenborg & Zⁿ

                                     1857-1862    geen vermelding van schip en boekhouder

Van Sluijs⁰¹³ en Bouma⁰²⁵ vermelden J.C.Töpper van 1834-1836 als gezagvoerder van de 2-deks gekoperde brik “Paramaribo”, gebouwd in 1808, 252 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ uit Amsterdam.

Van 1839-1850 was J.C.Töpper gezagvoerder van de 3/mast-galjoot “Paramaribo”, gebouwd in 1838 te Dordrecht, 165 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam.

     Van Sluijs⁰¹³ vermeldt een 3-mast galjoot “Paramaribo”, gebouwd in 1838 te Dordrecht voor boekhouder J.J.Poncelet te Amsterdam van 1838-1850 onder kapitein J. C. Töpper. In 1850 werd het schip verkocht aan A.van Lier te Rotterdam en herdoopt in “Jeannette en Anna”.Dit is derhalve een ander schip met de naam “Paramaribo” dan het schip van dezelfde rederij uit 1834-1835 bij de vermelding onder Jan Christoffel Töpper hiervoor. Van Sluijs geeft echter bij beide schepen een kapitein Töpper met vlagnummer 206 van Zeemanshoop.

Ik heb mijn twijfels, gezien de verschillende schepen en ook vanwege de opgegeven vaarperioden, of het één persoon betreft. Wellicht is er sprake van vader en zoon. Nader genealogisch onderzoek zal uitsluitsel moeten geven.

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.C.Töpper als gezagvoerder gedurende:

*   1828 van de bark-galjoot “Sappho”, geen bouwgegevens vermeld, varend voor S.Paleologo te Amsterdam;

*   1832 t/m 1833 op het 3/m schip “Vrouw Hendrika”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 500 ton o.m., varend voor de Societeit voor Scheepsbouw te Amsterdam;

*   1837 t/m 1838 van de brik “Phoenix”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 212 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam;

*   1851 t/m 1852 van de brik “Vasco di Gama”, ex Eisenbahn, gebouwd in 1846 te Elbing, 258 ton o.m., varend voor Heemskerk e.a. te Amsterdam;

*   1854 van de 2/msch “Maria Anna”, gebouwd in 1848 te Amsterdam, 170 ton o.m., varend voor de gebr. Heemskerk te Amsterdam. Het schip voer in 1855 voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam en was herdoopt in “Hollandsch Accra”;

*   1857 van de bark “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Groningen, 381 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zⁿ te Amsterdam.

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo"⁰⁵⁷:

11 september 1837    "... heden vertrok Captijn Topper met de brik de Venix naar Amsterdam". (Naam was oorspronkelijk gespeld als "Vheenix", werd doorgestreept en vervangen door "Venix".)

Monsterrol dd 19 mei 1837 van de brik "Phönix" (sic) onder gezag van Jan Christoffer Topper met 12 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouders J.J.Poncelet & Zoon⁰¹¹.

     "De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo"⁰⁵⁷:

07 februari 1838       "... heden gearriveerd kaptijn Tupper brik Paramaribo van Amsterdam hebbende 62 dagen reis".

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.P.de Jonge was met vlagnummer R410 in de periode 1857 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart⁰⁵⁸.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar voor het lidmaatschap heeft bedankt. (in de ledenlijsten uit Sweijs⁰²¹ wordt hij t/m jaargang 1871 onder vlagnummer 410 vermeld. In zijn bedankje later weeringetrokken?)⁰⁵⁸.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein W.P.de Jonge met vlagnummer R410 als gezagvoerder in de ledenlijsten van⁰⁵⁸:

*    1858, 1859 van de bark “Prins Hendrik”          202 last     varend voor Kranenborg & Zoon te Amsterdam

*    1862, 1863 geen vermelding van schip en boekhouder

*    1864                achter het nummer staat geen kapiteinsnaam ingevuld

*    1865                van de brik “Juno”                               136 last  varend voor Gebr. Goedkoop te Amsterdam

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam⁰⁹³:

W.P. de Jonge                                Johanna Christina                27 mei 1859                25 april 1861

Bouma⁰²⁵ vermeldt W.P.de Jonge als gezagvoerder gedurende:

*    1855 t/m 1856 van de kof “Castor” ex Alida Theodora, gebouwd in 1842 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam. Het schip is gestrand bij Spisø op weg van Amsterdam naar Bergen;

*    1857 van de galjoot “Goede Verwachting”, gebouwd in 1847 te Amsterdam, 145 ton o.m., varend voor de Gebr.Goedkoop te Amsterdam. Het schip voer in 1858 voor Hubert Jans & C^o te Harlingen en was herdoopt in “Remelia Geertruida’;

*    1858 t/m 1859 van de bark “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Groningen, 381 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zⁿ te Amsterdam;

*    1860 t/m 1861 van de brik “Johanna Christina” ex Eliza, gebouwd in 1855 te Lemmer, 249 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam. Het schip is in 1862 gestoten bij Kaap St.Roc en werd in zinkende toestand verlaten;

*    1864 t/m 1866 van de ijzeren brik “Juno”, gebouwd in 1863 te Amsterdam, 257 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam.

Overige bijzonderheden

Geen

Familiegegevens en opleiding

Johannes Willemsz. Verloop werd geboren te Katwijk op 27 december 1821 als zoon van Willem Thomasz. Verloop en Annetje Cornelisd. van der Bent.

Hij overleed ter plaatse op 09 december 1864.⁰⁰⁵.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

181. Verloop was met vlagnummer R94 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De publicatie bevat een afbeeldingen van Johannes Willemsz Verloop en van de bark Jan Pieterszoon Koen, zijnde een gouache door J.Spin uit c. 1850^054-181. (de afbeelding van de Jan Pieterszoon Koen draagt het vlagnummer 376 van Zeemanshoop toebehorend aan Pieter Theunisz. van Duijvenbode - zie aldaar).

J.Verloop was met vlagnummer R94 in de periode 1855 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart⁰⁵⁸

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Aankomst en vertrek te Amsterdam

Naam kapitein                                         Naam schip                                  Vertrek                              Aankomst

J.Verloop                                                  Prins Hendrik                              01 november 1859          10 januari 1862

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J. Verloop met vlagnummer R94 als gezagvoerder in de ledenlijsten van⁰⁵⁸:

*   1855            van de bark “Jan Pietersz. Koen    ? last    varend voor Boissevain & C^o te Amsterdam

*   1858            geen vermelding van schip en boekhouder

*   1859            van de bark “Prins Hendrik”         198 last   varend voor Kranenborg & Zonnen te Amsterdam

*   1862, 1863 van de bark “Prins Hendrik”         198 last   varend voor Kranenborg, Viëtor & C^o te Amsterdam

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.Verloop als gezagvoerder gedurende:

*   1852-1859 op de bark “Jan Pieterszoon Koen”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 563 ton o.m., varend voor Boissevain & C^o te Amsterdam;

*   1860 t/m 1863 op de bark “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Groningen, 381 ton o.m., varend voor Kranenburg, Viëtor & C^o te Amsterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Noorwegen;

*   1864-1866 op de bark “Fagel” ex Zeelust, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 595 ton o.m., varend voor Boissevain & C^o te Amsterdam.

Overige bijzonderheden

Geen