Inloggen
TWEE GEBROEDERS - ID 10371


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1828-00-00 / 1846-11-23 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1828
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Masten: Two masts
Material Hull: wood, sheathed with zinc
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Noord-Holland, Netherlands
Technical Data

Gross Tonnage: 61.00 lasts
Gross Tonnage 2: 115.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 22.31 Meters Registered
Beam: 4.69 Meters Registered
Depth: 2.47 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1828
Datum agenda: 1828-07-29
Register nr: 18280526
Scheepsnaam: TWEE GEBROEDERS
Type: Kof
Lasten: 57
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Stadt, H. & C. van de
Plaats: Zaandam
Kapitein op moment van verzoek: Klein, H.J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
28 Turksche pas naar 1 der havens in Kanaal

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1828-07-29 DE TWEE GEBROEDERS
Manager: Firma H. en C. van de Stadt, Zaandam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma H. en C. van de Stadt, Zaandam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Zaandam / Netherlands

Date/Name Ship 1837-11-13 ANTOINETTE MARIA
Manager: Willem Jansen (korenwijnstoker), Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Willem Jansen (korenwijnstoker), Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Schiedam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 8800,-

Date/Name Ship 1839-00-00 JAN DANIËL
Manager: Johannes Ruys Jan Daniëlszn, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1839-01-19 GERHARDUS HENRICUS
Manager: Johannes Ruys Jan Daniëlszn, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 8000,-

Date/Name Ship 1845-01-24 GERHARDUS HENDRICUS
Manager: Firma Van Ulphen & Ruys, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Van Ulphen & Ruys, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren 1839 van JAN DANIËL, later GERARDUS HENRICUS: 

eigenaar/koper Johannes Ruys Jan Daniëlszoon, Amsterdam (boekhouder en 1/3e part), firma Van Ulphen & Ruys, Amsterdam (1/3e part) en Willem Ruys Jan Daniëlszoon, Amsterdam (1/3e part)
 

Ship Events Data

1832-03-00: De TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, onderweg van Amsterdam naar New York, heeft in maart 1832 noordwest van Schotland veel zeeschade opgelopen en is teruggevaren en met hulp Egersund in Noorwegen binnengelopen. De reparaties konden zonder lossen worden uitgevoerd.
1836-11-00: Sprang a leak
De TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, onderweg van Odessa naar Hamburg, is in november 1836 lek, met schade aan de zeilen en de lading Klosterhaven aangelopen om in Stavanger te repareren..
1846-11-23: Final Fate: Wrecked

De GERHARDUS HENRICUS is op 23 november 1846 nabij Plymouth gestrand en wrak geworden.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Jurgen Klein werd geboren te Veendam op 28 oktober 1796.

Op 06 november 1796 werd te Veendam gedoopt ene Hindrik als zoon van Jurjen Kristiaans en Trijntje Hindriks Kemper.

Hij was getrouwd met Jantje Houtzager, geboren te Enkhuizen op 17 maart 1799 als dochter van Gerrit Houtzager en Aukje Barends Oosterhof. Jantje overleed op 01 december 1839 te Enkhuizen, 39 jaar .

Hendrik overleedop 12 december 1841 op de terugreis van Batavia naar Nederland.

 

Algemeen Handelsblad 17 april 1841114

Advertentie. Al degenen, welke iets te vorderen hebben van, verschuldigd zijn aan of enige goederen, gelden, effecten, enz., onder zich hebben, behorende tot de nalatenschap van wijlen Hendrik Jurgen Klein, in leven kapitein op het schip (opm: galjoot) DE ONDERNEMING, van Zaandam, varende op de Oost-Indië en de 12e december l.l. op zijn terugreis van Batavia overleden, gelieven daarvan aan de ondergetekende opgave of betaling te doen, voor of op de 31e mei 1841.

Zaandam, 8 april 1841, W. Prins.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.J.Klein (adres J.Corver & Co) werd per 22 juli 1828 met vlagnummer 264 en op voordracht van H.van Veen ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Onderneming". Toegevoegd is "Overleden"002.

Hendrik Jurgens Klein werd in de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 16/22 juli 1828 voorgedragen/ingeschreven als effectief lid. Hij was toen 32 jaar, woonde in Zaandam en had als adres kapitein H.van Veen, die hem ook had voorgesteld. Als zijn schip wordt vermeld de kof “Twee Gebroeders” 023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 14 februari 1832003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 april 1841 vraagt W.Prins een uitkering voor de 4 kinderen van wijlen kapitein V.H.Klein. In de vergadering van 24 juni 1841 gaat het Bestuur accoord met ingang van 01 februari 1841042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

        264                            1828           kof                   De Twee Gebroeders         Jan Corver

                                      1829-1832     kof                   De Twee Gebroeders         H.en C.van der Stad te Zaandam

                                      1833-1835     pink                  de Zaanstroom                   idem

        165                            1836           pink                  de Zaanstroom                   idem

                                      1837-1841     3/m galj.          de Onderneming                idem

 

Bouma025 vermeldt H.J. Klein als gezagvoerder van/in:

*    1829 t/m 1834 van de kof “Twee Gebroeders”, gebouwd in 1828, bouwplaats niet vermeld, 114 ton o.m., varend voor H.& C.v/d Stadt te Zaandam;

*    1834 t/m 1837 van de 3/mPink “Zaanstroom”, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 324 ton o.m., varend voor H.& C.v/d Stadt te Zaandam.

      Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1831 werd overgenomen van Roquette & v/d Poll te Amsterdam als “Amstel”. De notering moet dus zijn “Zaanstroom” ex Amstel;

*    1838 t/m 1841 op de bark-galjoot “Onderneming”, gebouwd in 1827 te Dordrecht, 380 ton o.m., varend voor H.& C. van der Stadt te Zaandam;

 

Overige bijzonderheden

 

Voorstelling der door-ijzing van eenige koopvaardijschepen, door het Groot Noord-Hollands Kanaal nabij Purmerend op den 9 Januarij 1830 opgedragen aan de gezamenlijke reeders dier schepen.” van J.H.Koekkoek en H.W.Hoogkamer

In de Provinciale Atlas van Noord-Holland, Collectie Prenten en Tekeningen, Purmerend 082a.

Ansicht uit het Rijksarchief van Noord-Holland

In Onderschrift staat:

                           namen der schepen                                                   namen der heeren reeders

 

De Louisa Agatha            De Maria en Jacoba         De Heer J.van Beeck Vollenhoven  De Heeren Buys, de Bordes & Jordan   -

    Willem Ernst                -  Welvaart                     De Nederl.Scheepsreederij              De Heer L.Schumacher

 -  Jonge Lodewijk Antonie -  Diana                           De Heren L.Bienfait & Zoon            De Heeren J.A.Westerloo & Comp.

 -  Wilhelmina en Maria    -  Twee Gebroeders                          Insinger & Comp.                          H.& C van de Stadt

 

Uit een bezoek aan de nog steeds bestaande sluis in het Noordhollands kanaal in Purmerend op 05 augustus 1997 kon ik afleiden dat de schepen met de boeg in de richting van Alkmaar-Den Helder liggen. Zij waren dus op 09 januari 1830 op weg naar hun buitenlandse bestemming.

Monsterrol in Archief van de Amsterdamse Waterschout .

In de periode juli-december 1829 komt bij de monsterrollen geen schip van deze naam voor met als boekhouder H&C van de Stadt. Er is wèl een opgave van een kofschip met deze naam en als datering 2 december 1829. Kapitein Hendrik Klein met een bemanning van 5 koppen. Varende onder Nederlandse vlag met bestemming Bordeaux. Boekhouder Korver & Comp.

 

 

Datum vanaf: 1828
Kapitein: Klein, Hendrik Jurgens
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.G.Visser werd met vlagnummer 270 per 02 september 1828 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.Huges. Toegevoegd is “geroyeerd” 002.

Jan Hendriks Visser werd in de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 26 augustus/02 september 1828 voorgedragen/benoemd als effectief lid op voordracht van kapitein Jan Huges. Hij was toen 51 jaar en woonde op de Korte Prinsengracht hoek Vinkestraat. Als zijn schip is genoemd de smak “Twee Schoonzusters”. Zijn vlagnummer werd 270023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 januari 1828 staat het verzoek van Jan Geerlofs Visser om “voortdurend recht” op deelneming in het Weldadig Zeemansfonds. Dit verzoek wordt afgewezen aangezien hij ouder is dan 50 jaar.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 maart 1831 staat”Een verzoek van kapitein Jan Geerlofs Visser om onderstand verzoekende op grond dat zijn Schip vergaan en hij zonder brood zou zijn”. Het Bestuur heeft het verzoek afgewezen “vermits er van het opgegevene geen bewijs is …” Per 28 juli 1831 vraagt kapitein Visser om herziening van het besluit, maar uit de vergadering wordt meegedeeld dat hij intussen een ander schip heeft, waarna het Bestuur besluit het verzoek van Visser alleen voor kennisgeving aan te nemen. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1838 staat een verzoek om ondersteuning vanwege ouderdom en behoeftige omstandigheden. Er wordt advies gevraagd. In de notulen van 26 april 1838 wordt vermeld dat hij géén uitkering krijgt omdat hij geen deelnemer in het Fonds was. Maar “uit hoofde zijner langdurige deelneming” krijgt hij een gratificatie van f 75,- .042.

In de Bestuursnotulen van 25 oktober 1838 staat een brief van kapitein Jan Geerlof Visser “berigtende zijne contributie niet te willen betalen zoolang hem geene gratificatie wordt verleend.”. In de notulen dd 29 november 1838 wordt een antwoord aan hem gemeld waarin staat dat hij reeds een gratificatie van f 75,- heeft ontvangen. Als hij vóór 01 januari a.s. niet betaald heeft dan vervalt zijn lidmaatschap. In de notulen dd 31 januari 1839 wordt de zaak weer vermeld en toegevoegd dat uiterlijk 11 februari 1839 de contributie moet zijn voldaan anders volgt royement.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 05 maart 1839 staat de volgende mededeling:

“Eindelijk zegt de Secretaris dat Kapitein J.G.Visser, voerende de Collegie Vlag No 171, niettegenstaande herhaalde aanmaningen in gebreken is gebleven het door hem verschuldigde aan het Collegie te voldoen, dat het Bestuur hem vruchteloos herhaalde termijnen ter betaling heeft gesteld, dat alsnu het Bestuur besloten heeft, ingevolge Art.61, in verband met Art.33 der Wet aan deze vergadering voor te dragen: Kapitein J.G.Visser vervallen te verklaren van zijn Lidmaatschap, waarover in de volgende Vergadering zal worden gestemd.” In de vergadering van 12 maart eropvolgend is het Bestuursvoorstel aangenomen.

 

In de “Copieën van uitgaande stukken der penningmeester van het College Zeemanshoop en Weldadig Zeemansfonds 1825-1916 (GAA Ingang 491, nummer 171) staat een brief aan het Bestuur van het College Zeemanshoop met de volgende inhoud betreffende kapitein Visser:

“24 November 1838

Aan het Bestuur van het Collegie Zeemanshoop

“Door Uwe in handen gesteld van Penningmeesteren gesteld zijnde een brief van Kapitein Jan Geerlofs Visser, waarbij hij te kennen geeft niet genegen te zijn, zijn Contributie als Lid van het College Zeemanshoop te betalen alvorens het bestuur hem, een maand gage toekennen wegens het verlies van zijn schip in den Jare 1830 zoo hebben mij de Eer UWEd te berigten dat, wel is waar Kaptein Visser, tijdens het verlies van zijn schip, aanvrage om onderstand heeft gedaan, doch toen hij vernam, dat hiervan aan de Leden in de wekelijksche vergadering moest worden kennis gegeven van zijn verzoek heeft afgezien waardoor het bestuur buiten staat werd gesteld hem de begeerde uitkeering te doen toekomen, terwijl hij spoedig daarna een ander schip krijgende, ook daaraan minder behoefte schijnt gehad te hebben.-

       In de maand Januari laatstleden heeft kaptein Visser toen zonder schip zijnde een verzoek aan het bestuur gericht om onderstand wegens ouderdom, doch daar hij geen Deelnemer in het voortdurend regt was, miste hij hierop uit dien hoofde althans alle aanspraak. Het Bestuur heeft evenwel in aanmerking nemende dat hij sints lang Deelnemer voor de reis was geweest, en vooral daarbij niet uit het oog verliezende dat hij in 1830 de betwiste maand gage (zijnde vijf en veertig gulden) om welks reden dan ook niet had genoten, hem eene gratificatie van vijf en zeventig gulden toegekend en dus 30 reeds meer dan waarop hij indertijd volgens de wet had kunnen aanspraak maken; -ware hem toch in 1830 de maand gage uitgekeerd, het Bestuur zoude dan waarschijnlijk de gratificatie niet tot f 75,- hebben gevoerd.-

       Wij zijn derhalve van oordeel dat er geene termen bestaan om aan het verzoek van Jan Geerlofs Visser te voldoen en moeten het daarvoor houden, dat hij niet genegen schijnt Lid van het College te blijven, en dit gewis te minder daar hij zich een ander middel van bestaan (te weten eene tapperij) heeft verschaft en dus zijn vorig beroep van Zeeman hoogstwaarschijnlijk nimmer hervatten zal.-

       Wij vermeenen hiermede aan UWEd verlangen te hebben voldaan en noemen ons met de meeste hoogachting

Penningmeesteren van het Collegie Zeemanshoop

namens dezelven

get. J.L.Gregory Pierson

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                       naam reder/boekhouder

      270                          1828          smak               De Twee Schoonzusters    C.van der Stad

                                     1829-1830    kof                  Mercuur                               H.en C.van der Stad te Zaandam

                                     1831-1832    pink                 Zaanstroom                         idem

                                     1833-1835    kof                  De Twee Gebroeders         idem

      171                       1836-1837    kof                  De Twee Gebroeders         idem

                                        1838          geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.Geerlofs Visser als gezagvoerder gedurende:

*   1829 van de smak “Twee Schoonzusters”, geen bouwgegevens, varend voor C. v/d Stadt te Zaandam. Het schip werd in 1829 geveild;

*   1832 t/m 1833 van de 3/mPink “Zaanstroom”, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 324 ton o.m., varend voor H.& C.v/d Stadt te Zaandam.

     Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1831 werd overgenomen van Roquette & v/d Poll te Amsterdam als “Amstel”. De notering moet dus zijn “Zaanstroom” ex Amstel;

*   1835 t/m 1842 van de kof “Twee Gebroeders”, gebouwd in 1828, bouwplaats niet vermeld, 114 ton o.m., varend voor H.& C.v/d Stadt te Zaandam;

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 16 mei 1837

Rotterdam, 15 mei. Kapt. D.H. Hazewinkel rapporteert den 10 dezer op de hoogte van Folkestone gezien te hebben een barkschip, tonende de Amsterdamse nummervlag met 270, zijnde die van kapt. J.G. Visser.

 

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Visser, Jan Geerlofs
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1837
Kapitein: Cramer, J.J.
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Solter, A.H.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Pieke Weij werd geboren te Oude Pekela op 02 april 1812 als zoon van schipper Harm Harms Weij en Folkerdina Piekes de Weerd.

Pieke trouwde op 25 maart 1840 te Amsterdam als zeeman met Aaldina Kip, getuige een geboorteakte dd 24 oktober 1841 uit Oude Pekela van Harm Weij als zoon van Pieke Harms Weij en Aaldina Kip. Aaldina werd geboren te Groningen dd 19 april 1814 als dochter van Jan Hindriks Kip en Grietje Arends Pronk. Aaldina overleed 30 oktober 1841 te Oude Pekela, dus in het kraambed.

Er is ook een geboorteakte dd 27 februari 1839 te Delfzijl van ene Piekina Alida Weij als dochter van Aaltje Jans Kip, waarbij geen vader wordt genoemd, maar de geslachtsnaam wèl als Weij wordt vermeld. In een akte tot naamswijziging dd 04 december 1882 te Wedde worden als ouders vermeld Pieke Weij en Aaltje Jans Kip. Deze Piekina was kennelijk een voorechtelijk kind dat bij het huwelijk van Pieke en Aaldina werd erkend.

 

Pieke hertrouwde te Oude Pekela op 28 januari 1846 als schipper met Hillechien Bok, geboren te Oude Pekela op 12 september 1821 als dochter van schipper Reint Harms Bok en Anna Dorothea Thijssen.

In het overlijdensregister van Oude Pekela wordt op 6 februari 1854 een akte ingeschreven, i.c.:

“Extract uit het journaal gehouden aan boord van het Nederlands schoenerkofschip “Christina”, gevoerd door Pieke Weij, op een reis van St.Thomas naar Belize, zeilende op dat moment op de noordoostpunt van Jamaica, 17o15’ noorderbreedte & 82o 0’ westerrlengte: Op zaterdag 11 september 1852, ’s morgens om half elf, overleed aan boord van genoemd schip aan ene koortsziekte, de echtgenote van den gezagvoerder, genaamd Hillechien Bok, 31 jaren, van de Oude Pekela.

(was getekend): Jacob Hamster, kok, N. van Geluk, matroos, Kasper Schulte, matroos.

 

Pieke trouwde voor de derde maal op 07 februari 1854 te Oude Pekela als schipper met Haukëa Oostra, geboren te Oude Pekela als dochter van schipper Hindrik Israëls Oostra en Jaapien Berends Pathuis. Uit dit huwelijk werd op 15 november 1854 te Oude Pekela dochter Japien geboren. Haukëa overleed te Oude Pekela op 20 november 1854, 29 jaar, en dus in het kraambed.

 

Het vierde huwelijk was Oude Pekela op 01 maart 1860 als schipper met Hillechien Jans Kronenborg, geboren te Oude Pekela op 27 januari 1827 als dochter van de kleermaker Berend Jans Kronenborg en Insien Jacobs Witkop. Hillechien overleed op 06 juni 1875 te Oude Pekela, 48 jaar.

 

Pieke trouwde tenslotte voor de 5de keer op 17 augustus 1876 te Oude Pekela zonder beroep met Japijn van der Tuuk, geboren te Oude Pekela op 19 juni 1826 als dochter van de arbeider Hindrik IJtzes van der Tuuk en Johanna Frederika Haneman. Japijn overleed op 10 maart 1914 te Winschoten, 87 jaar, weduwe.

Pieke overleed op 30 december 1892 te Winschoten, 79 jaar, zonder beroep,

 

Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Pieke als zeeman in 1840, als schipper in 1846, 1847, 1850, 1851, 1852, 1854, 1860, 1862, 1864, 1865, als logementhouder/herbergier in 1866, 1869, 1873 en zonder beroep in 1876, 1879, 1892.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.H. Weij was effectief lid van het zeemanscollege De Vereeniging” uit Delfzijl met vlagnummer 60 in de perriode 1849 t/m 1852.

 

P.H.Weij was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 85 in de periode 1854 t/m 1865.

 

P.Weij was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 13 in de periode 1855 t/m 1867.

 

P.H. Weij was effectief lid van het zeemanscollege de “Vereeniging” uit Delfzijl met vlagnummer 60 in de perriode 1849 t/m 1852

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.H.Weij als gezagvoerder gedurende:

*   1838 t/m 1840 van de kof “Antoinette Maria, gebouwd in 1828, bouwlocatie niet vermeld, 115 ton o.m., varend voor W.Jansen te Schiedam;

*   1855 t/m 1858 van de schoenerkof “Hilke”, gebouwd in 1854 te Pekela, 110 ton o.m., varend voor P.Wey & Co te Pekela. Het schip is in december 1858, op weg van Nantes naar Belfast, bij Ardglass gestrand en wrak geraakt;

*   1863 van de “Irene”, geen type vermeld, gebouwd in 1831, bouwlocatie niet vermeld, 91 ton o.m., geen vermelding van reeder en thuishaven. Het schip is in 1863 “uit de winterlaag gedreven en gezonken”;

*   1865 van de kof “Dankbaarheid”, gebouwd in 1848 te Hoogezand, 89 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer. Het schip is gstrand en wrak geraakt.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

07 maart 1832, schip “Harmonie”, schipper Jan Hendriks Deddes, matroos Pieko Harms Weij.

06 juni 1854, schip “Hilke”, kapitein Piebe H.Weij uit Oude Pekela.

1860, geen datum vermeld, schip “Irene”, kapitein Pieke H.Weij uit Oude Pekela.

16 februari 1861, schip “Irene”, kapitein Pieke H.Weij uit Oude Pekela.

05 februari 1862, schip “Irene”, kapitein Pieke H.Weij uit Oude Pekela.

11 februari 1863, schip “Irene”, kapitein Pieke H.Weij uit Oude Pekela.

 

Gezien het overlijdensbericht van Hillechien Bok (zie hiervoor) was schipper Pieke Weij in 1853 ook gezagvoerder van de “Christina”, in 1853 onder P.K.Weij, zie hierna.

 

Overige bijzonderheden

In een extract uit het journaal van de schonerkof “Christina” gevoerd door Pieke Weij, op een reis van St.Thomas naar Belize, zeilende op dat moment op de hoogte van Jamaica, blijkt dat op 06 september 1852 aan boord van dat schip aan een koortsziekte is overleden het zoontje van de kapitein Reint Weij.115.

Provinciale Groninger Courant 13 augustus 1850

Groningen, 8 augustus. Sedert de in no. 56 onzer courant geplaatste opgave van de 45 zeeschepen die in de loop dezes jaars van verschillende werven onzer provincie te water en in de haven deze stad gebracht zijn, zijn nog 5 schepen alhier aangekomen, om verder afgewerkt en opgetuigd te worden. Bovendien zijn van de werven in de Oude en Nieuwe Pekela in dit jaar in onze provincie ter zeevaart uitgeruste schepen het aanzienlijk cijfer van 62 bedraagt. De genoemde 12 te Oude en Nieuwe Pekela gebouwde schepen zijn:

De kof GEPKINA, kapt. A.A. Oldenburger, gebouwd bij G. Oltmans; kof HELENA JANTINA, kapt. H.J. Zeven, geb. bij G. Oltmans; kof HELENA THECKLA, kapit. H.F. Diepenbroek, geb. bij B.B. Drenth; kof MARGRIETHA GEZINA, kapt. J.E. de Groot, geb. bij J. Kars; kof RENSKE, kapt. E.J. Mooi, geb. bij J. Kars; kof ARGO, kapt. H.H. Koster, geb. bij F.G. Wortelboer; kof CHRISTINA, kapt. P.H. Weij, geb. bij Jan H. Drenth; kof (naam onbekend), kapt. G. Elblink, geb. bij F.L. Drenth, nog niet uitgevaren; de schoener (naam onbekend), kapt. Pinksterboer, geb. bij H.K. Wijk, nog niet uitgevaren; kof JANTINA, kapt. E.P. Vos, geb. bij Jan W. Kuiper; kof CATHARINA JOHANNA, kapt. B.H. Kuiper, geb. bij Jan G. Wortelboer; kof CORNELIA, kapt. S. Bos, geb. bij W.W. Kuiper.

 

Krantenberichten

NRC 07 januari 1853114

Skibbereen (opm: Zuidwest-Ierland), 1 januari. De 26e december jl. is in Kenmare-baai, met verlies van zeilen en verschansingen, binnengebracht de Nederlandse schoener CHRISTINA, kapt. Wey, van Belize naar Cork bestemd.

 

Leeuwarder Couranr 31 maart 1854114

Leeuwarden, 30 maart. De 15e dezer is van de werf van de scheepsbouwmeester F.G. Wortelboer te Oude Pekel-A te water gelaten het schoener-kofschip HILKE, gevoerd zullende worden door kapt. P.H. Weij, voor rekening van de heren Harders & Co te Amsterdam, en voormelde kapitein.

 

NRC 08 februari 1855114

Elseneur (opm: Helsingör), 30 januari. Het alhier gearriveerde Nederlandse schip (opm: schoenerkof) HILKE, kapt. P.H. Wey, van Danzig (opm: Gdansk) naar Antwerpen bestemd, is in de verlopen nacht door ijsgang driftig geraakt en heden morgen ten noorden van Kronborg aan de grond geraakt.

 

NRC 09 februari 1855114

Elseneur (opm: Helsingör), 1 februari. De Nederlandse kof HILKE, kapt. Wey – zie ons nommer van gisteren – is vlot en in de haven gebracht.

 

NRC 15 februari 1855114

Elseneur (opm: Helsingör), 3 februari. De schepen HISKIA, kapt. J.B. Mulder, van Norrköping naar Engeland en HILKE, kapt. Wey, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Antwerpen, zijn hier liggende (opm: wegens ijsgang), de laatstgemelde heeft bij Kronborg aan de grond gezeten – zie ons nommer van 9 februari – doch geen schade bekomen.

 

NRC 14 maart 1855114

Elseneur, 5 maart. Onder meer anderen liggen hier nog ter rede de schepen: GESIENA JELTINA, kapt. Wunderlich, van Assens naar Rotterdam; MATHILDE, kapt. Uppendiek, van Riga naar Nederland; CAROLINE, kapt. Bonjer, van Stettin (opm: Szczecin) naar Londen; HISKEA, kapt. J.B. Mulder, van Norrköping naar Nederland; MOWE, kapt. Meijer, van Memel (opm: Klaipeda) naar de Maas, en HILKE, kapt. P.H. Wey, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Antwerpen.

 

NRC 07 februari 1857114

Dover, 4 februari. De kof HILKEA, kapt. Wey, van Belfast naar Rotterdam, is op de hoogte van onze haven op de rotsen gestrand.

 

NRC 08 februari 1857114

Dover, 4 februari. De Nederlandse kof HILKEA, kapt. Wey, van Belfast naar Rotterdam, welke, zo als gisteren gemeld, alhier op de rotsen strandde, is des avonds vlot gekomen en alhier lek binnengebracht.

 

NRC 15 december 1858114

Belfast, 13 december. Het Nederlandse schip (opm: kof) HILKE, kapt. P.H. Wey, van Nantes met meel op hier bestemd, is bij Ardglass gestrand en zal hoogst waarschijnlijk totaal weg zijn.

 

NRC 17 december 1858114

Belfast, 14 december. Het gestrande Nederlandse kofschip HILKE, kapt. P.H. Weij, van Nantes op hier bestemd – zie NRC van 15 dezer – zit geheel onder water. De lading wordt beschadigd gelost.

 

Provinciale Groninger Courant 08 december 1863 114

Omtrent de storm van de afgelopen nacht. De hoge stormvloed bracht het water aan de peilschaal te Termunterzijl op de schier ongekende hoogte van 3.36 el boven volzee. Het in de haven opgelegde kofschip IRENE, kapt. P.H. Weij, is door het breken der kettingen losgeraakt, buiten de haven gedreven en, na op het schermwerk vreselijk gestoten te hebben, gezonken en wrak geworden. ......

 

Provinciale Groninger Courant 26 december 1863114

Advertentie. Ten overstaan van Mr. W.A. Offerhaus, notaris te Nieuwolda, gedenkt P.H. Wey op woensdag 30 december 1863, des voormiddags te 11 uur ten huize van T.J. Dik te Termunterzijl publiek te verkopen, het wrak van het kofschip IRENE, liggende kort voor de haven te Termunterzijl, met de daarbij nog aanwezige tuigage, denkelijk bestaande uit de zeilen, een zware tros, de beide zware ankers en werpanker, twee zware kettingen, vermoedelijk gedeeltelijk liggende in de haven van Termunterzijl en gedeeltelijk aan land. Aanwijs kan worden gedaan door T.J. Dik en M.C. Rozenbeek.

 

NRC 04 oktober 1865114

Wijburg, 30 september. Het schip DANKBARKEIT (natie onbekend), van Nerva naar Liverpool is op Hogland gestrand en wrak geworden. De equipage, lading en inventaris zijn gered. (NB. Het Nederlandse schip DANKBAARHEID, kapt. Weij, vertrok 18 september van Nerva naar Liverpool) [opm: het betreft inderdaad de kof DANKBAARHEID, in maart 1865 aangekocht door kapt. P.H. Weij], zie NRC 051065 en 181065)

 

NRC 05 oktober 1865114

Amsterdam, 4 oktober. Het Nederlandse schip DANKBAARHEID, kapitein Wey, is volgens telegram uit Fredrikshamn, van gisteren, op Seegland (opm: Seeland) gestrand en wrak geworden; de inventaris is geborgen. (Zie N.R.C. van gisteren, art. Wyburg.)

 

NRC 18 oktober 1865114

Frederikshamn, 5 oktober. Het grootste gedeelte van de lading van het (als vroeger gemeld [opm: zie NRC 041065]) op Hogland gestrande Nederlandse schip DANKBAARHEID, kapt. Wey, van Nerva naar Liverpool, zal geborgen worden.

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Weij, Pieke Harmz.

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Velde, G.J. van der.
Overige informatie: 0

Gerhardus Henricus Breijl overleed op 7 februari 1839 op 32½ jaar te Rotterdam.
 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: BREIJL, GERARDUS HENRICUS

Familiegegevens en opleiding

Tjipke Botes Konter werd geboren c.1811, wellicht te Schiermonnikoog als zoon van Bote Gerrits Konter en Jantje Tjipkes Steffens.

Hij huwde op de leeftijd van 32 jaar op 13 september 1843 te Schiermonnikoog met Geertje Karels Steffens, 26 jaar, geboren op  20 januari 1817 te Schiermonnikoog als dochter van Carel Tjipkes Steffens en Geertje Geerts Boer. Na het overlijden van Tjipke hertrouwde zij op 11 maart 1859 met B.J.Kuiper.118

Tjipke verging met zijn schip in 1847 bij Plymouth.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.B.Konter  (adres E.H.Masdorp) werd per 12 april 1842 op voordracht van R.W.Mellema en met vlagnummer 621 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Maria Geertrui". Toegevoegd is "vermist"002. Ten tijde van de inschrijving waren Konter en zijn vrouw 32 resp. 26. Ingeschreven staan 1 zoon van 1847 en 1 vrouw uit 1845002a.

In de Algemene Vergaderingen van 05/12 april 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Tjipske Booters Konters, oud 31 jaar, voerend de kof “Maria Geertrui”, met als adres E.H.Masdorp te Amsterdam, op voordracht van kapitein R.W.Mellema.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 maart 1847 staat een verzoek om uitkering door de weduwe van kapitein Tjebbe Botes Konter, geb. Geertje Karels Steffens voor haar en 2 kinderen. Deze wordt haar in de vergadering dd 27 mei 1847 toegekend met ingang van 01 februari 1847.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 mei 1859 staat een mededeling van ene B.J.Kuiper, dat hij is hertrouwd met G.Steffens, eerder de wed. T.B.Konter.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 08 juni 1847 staat de mededeling dat per 01 februari 1847 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein T.B.Konter voor haar en 2 kinderen. In de notulen dd 21 juni 1859 staat de mededeling dat Geertje Steffens, de weduwe van T.B.Konter, is hertrouwd met B.J.Kuiper en bedankt voor de uitkering023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        621                       1842-1846     kof                   Maria Geertrui                                      H.van Seldam

 

Bouma025 vermeldt T.B.Konter als gezagvoerder gedurende:

*    1840 t/m 1846 van de kof “Vertrouwen”, gebouwd in 1805, bouwplaats niet vermeld, 120 ton o.m., varend voor Pauw te Edam;

*    1842 t/m 1845 van de kof “Maria Geertrui”, gebouwd in 1840 te Muiden, 99 ton o.m., varend voor H. van Seldam te Amsterdam;

      Voorgaande opgaven overlappen. Twee personen?

*    1846 t/m 1847 van de kof “Gerhardus Henricus”, gebouwd in 1828 te Zaandam, 120 ton o.m., varend voor W.Pauw te Purmerend. Het schip is in 1847 vergaan bij Plymouth;

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1845
Kapitein: Konter, Tjipke Botes

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1825-10-31
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: TWEE GEBROEDERS
Schipper: Middel, Jacob P
Scheepstype: smak
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: Het schip op de voorgrond is de kof TWEE GEBROEDERS uit 1828. Detail van een olieverfschilderij, vervaardigd door Jan Vis Jz., schilderij in bezit van J.A.E. Verkade, Santpoort.
Collectie: Stolp, J. (Jan)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Kade
Algemene informatie

De scheepsnamen ANTONETTA MARIA respectievelijk GERHARDUS HENRICUS worden in zeebrieven en krantenberichten op verschillende manieren geschreven. Waar nodig is de gehanteerde schrijfwijze door Marhisdata gecorrigeerd naar vorenstaande namen.

1828

AH 190728

Te Amsterdam in lading liggende schepen.

Naar St. Petersburg. DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein. Adres bij Jan Corver & Co.

Naar Riga. JONGE ANNA, kapt. D.G. Bleeker. Adres bij J. Corver & Co.

Naar Riga. DE JONGE EVERT, kapt. Jan Jans Kiers. Adres als boven.

Op 29 juli 1828 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor H.J. Klein als kapitein.
 

1829

Op 6 augustus 1829 werd een Turkse pas verstrekt voor kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor H.J. Klein als kapitein.
 

1830

AH 090130

Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.

Bordeaux. Het Nederlands kofschip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein. Adres bij Jan Corver & Co.

Bordeaux. Het Nederlands kofschip JOHANNA ELIZABETH, kapt. Kasper Harma Nagel. Adres bij J. van Ulphen.

RC 260130

Amsterdam, 24 januari. De negen schepen, zijnde DE LOUISE EN AGATHA, kapt. H. Mulder, naar Lima; WILLEM ERNST, kapt. J.G. Veening, naar Batavia; DE JONGE LODEWYK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes en WILHELMINA EN MARIA, kapt. J.J. Bart, naar Suriname; MARIA EN JACOBA, kapt. S. van Duyn, naar St. Thomas en Curaçao; DIANA, kapt. H. Wente en DE WELVAART, kapt. C. Koert, naar de Berbice; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, naar Bordeaux en DE FREDERIKA, kapt. J. Barends, naar Rochefort, voor rekening van welker rederijen en inladers de uitijzing van het groot Noord-Hollandsch kanaal is ondernomen geworden, zijn gisteren voor de sluis van het Nieuwe Diep

gekomen; doch de menigte drijfijs, welke van de Texelse wal over de rede drijft, heeft het Nieuwe Diep daarmede voor het ogenblik zodanig vervuld, dat de kapiteins het verkieslijk hebben geoordeeld, de ontruiming daarvan met een verandering van windstreek af te wachten, alvorens door te schutten.

AH 300130

Rotterdam, 29 januari. Gaven wij in ons nummer van 9 januari een breedvoerig verslag van de verbazende werkzaamheid, waarmede onder schier onoverkomelijk schijnende moeilijkheden, de doorijzing van het Groot Noord-Hollandsche Kanaal werd voortgezet, thans mogen wij ons verblijden met de gelegenheid, om het volkomen gelukken van die grote onderneming te kunnen vermelden. Reeds de 23e dezer, lagen de negen schepen vóór de sluis van het Nieuwe-Diep, gereed om zee te kiezen, had niet de menigte van drijfijs nog voor het ogenblik verkieslijk doen achten, om alvorens dóór te schutten, een verandering van windstreek af te wachten. Dan j.l. woensdag 27e dezer zijn zij werkelijk uitgezeild, uitgezonderd één, welks kapitein, uit hoofde van bijzondere handelsomstandigheden, tegen- bevel had bekomen. Dit was DE FREDERIKA, kapt. J. Barends, bestemd naar Rochefort. De acht overige schepen, die thans, in weerwil van alle dwangbeletsel van het ongure jaargetijde, naar derzelver onderscheidene bestemmingen stevenen en daar de voor gene hindernissen zwichtende moed en de volhardende ijver van Amstels-handelaren zullen verkondigen, zijn:

DE LOUISE EN AGATHA,                kapt. H. Mulder,          naar Lima.

WILLEM ERNST,                              kapt. J.G. Veening,     naar Batavia.

DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes,        naar Suriname.

WILHELMINA EN MARIA,                kapt. J.J. Bart,            naar Suriname.

MARIA EN JACOBA,                        kapt. S. van Duijn,      naar St. Thomas en Curaçao.

DIANA,                                               kapt. H. Wente,          naar de Berbice.

DE WELVAART,                                kapt. C. Koert,            naar de Berbice.

DE TWEE GEBROEDERS,              kapt. H.J. Klein,          naar Bordeaux.

De onderneming der doorrijzing van het Groot Noord-Hollandsche Kanaal, is geschied voor rekening van de hiervolgende heren reders en inladers van negen schepen, te weten:

De heer J. van Beeck Vollenhoven, reder en de West-Indische Maatschappij, gevestigd alhier, bevrachter van het schip LOUISA EN AGATHA.

De Nederlandsche Scheepsreederij, gevestigd alhier, reder, en de Nederlandsche Handel Maatschappij, bevrachter van het schip WILLEM ERNST.

De heren L. Bienfait & Z., reders en diverse inladers voor het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE.

De heren Insinger & Comp., reders en diverse inladers voor het WILHELMINA MARIA.

De heren Buys de Bordes en Jordan, reders, voor diverse inladers van het schip MARIA EN JACOBA.

De heren S.A. Westerloo & Comp., reders, voor diverse inladers van het schip DIANA.

De heer L. Schumacher, reder, voor diverse inladers van het schip WELVAART.

De heren H. & C. v.d. Stadt te Zaandam, reders, voor diverse inladers van het schip DE TWEE GEBROEDERS.

De heer A.L. Potma te Workum, reder, voor diverse inladers van het schip FREDERIKA.

AH 260630

Carga-lijsten. Amsterdam, 25 juni. DE WELVAART, kapt. C. Koert, van Berbice; GOEDE HOOP, kapt. G.G. Boon, van Gloucester; VROUW ALBERDINA, kapt. P.E. Mooi, van Rouen; JACOBINA, kapt. R.J. Klunder en TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van Dantzig; ANTONIA, kapt. T. Bradhering en VREDE, kapt. R.W. Vos, van Riga; WILLEM DE EERSTE, (stoomboot), kapt. H.C. Kool, van Hamburg.

Op 2 september 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor H.J. Klein als kapitein.

AH 061130

Carga-lijsten. Amsterdam, 5 november. WILLEM ERNST, kapt. J.G. Veening, van Batavia; TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van Memel; JONGE EGBERTUS, kapt. J.B. Mulder, van Bordeaux; VRIENDSCHAP, kapt. J.R. Platte, van Petersburg.

Op 25 november 1830 werd een Turkse pas verstrekt voor kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor H.J. Klein als kapitein.
 

1831

Op 8 februari 1831 werd een Turkse pas verstrekt voor kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor H.J. Klein als kapitein.

AH 150931

Texel, 13 september. Binnengekomen: CATHARINA, kapt. Lever, van St. Petersburg; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. Klein, van Danzig; DE VRIENDSCHAP, kapt. Huising, van Mandahl.

AH 251031

Texel, 23 oktober. In de Balg zijn van de quarantaine ontslagen: CATHARINA, kapt. H.C. Lever en ANNA SOPHIA, kapt. S.O. Visser, beide van St. Petersburg; LICENCE, kapt. P. Niejahr, van Archangel en de TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van Danzig.

Op 2 november 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor H.J. Klein als kapitein.
Deze werd  op 22 juli 1833 geroyeerd met als reden ‘van zeebrief geen gebruik gemaakt’. Waarschijnlijk voer het schip tussen 1832 en 1833 onder buitenlandse vlag; die van Kniphausen was zeer populair. Nadat de Belgen de vrije passage over de Schelde hadden verkregen werd de door Engeland en Frankrijk ingestelde blokkade van de Nederlandse kust en een boycot op de Nederlandse vlag opgeheven. Daarmede verviel de noodzaak van uitvlaggen, waarna de meeste uitgevlagde schepen weer onder Nederlandse vlag terugkeerden.
 

1832

AH 020232

Advertentie: Schepen in lading te Amsterdam:

Naar Buenos Aires. Het gekoperd tweedeks brikschip PHOENIX, kapt. Bouw Tjeerds

Visser, van Amsterdam. Adres bij B.J. van Hengel.

Naar New York. Het Nederl. kofschip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein. Adres bij Jan Corver en Co. en Van Olivier en Co.

RC 250232

Rotterdam, 24 februari. De schepen DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van Amsterdam naar New York, GEORGE HEINRICH, kapt. E Ruiter, van Amsterdam naar Bordeaux en de GRONINGER WELVAART (opm: kof), kapt. E.K. Lugies, van Amsterdam, op avontuur, zijn in het Groot Noord-Hollands Kanaal, bij Buiksloot, ingevroren;

RC 080332

Rotterdam, 7 maart. Het schip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van Amsterdam naar New York, is den 2 dezer, bij het naar zee zeilen van Den Helder, door een kanonschot van het wachtschip genoodzaakt geworden om bij te draaien, waarna door de politie twee aan boord zijnde passagiers en een matroos zijn gearresteerd. Volgens particulier bericht was de equipage weer voltallig gemaakt en het schip den 4 dito naar zee gezeild.

RC 270432

Rotterdam, 26 april. Volgens brief van kapt. H.J. Klein, voerende het schip DE TWEE GEBROEDERS, van Amsterdam naar New York, in dato Eggersund den 2 dezer, had hij, na den 3 maart uit Texel vertrokken te zijn, wegens tegenwind getracht benoorden Engeland om te zeilen, doch was op 50º NB (opm: moet 60º NB zijn) 08º of 09º WL, tussen de Orcadische Eilanden (opm: Orkneys) en Kaap Wrath, door hevige stormen en zware stortzeeën belopen geworden, waarbij de boot, sloep en zeilen verloren gingen, de steng en bezaanmast gespleten en de grote giek gebroken werd; door dit weer verhinderd wordende een Schotse haven binnen te lopen had hij koers naar Stavanger gezet, doch was den 31 maart met hulp in een buitenhaven van Egersund binnengebracht; het schip en de lading in goede staat zijnde, dacht hij zonder te lossen de geleden schade te herstellen en binnen drie weken tot het voortzetten van de reis gereed te zullen zijn.

RC 240532

Rotterdam, 23 mei. Het schip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van Amsterdam naar New York, te Egersund binnen, was, na zonder lossen van de geleden schade hersteld te zijn, den 26 april gereed om de reis voort te zetten.

AH 061032

Texel, 4 oktober. Binnengekomen: ROSALIA, kapt. J. v.d. Oever, van Batavia; TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van New York, na visitatie van de quarantaine ontslagen;
 

1833

AH 010633

Advertentie. Schepen in lading.

New-York. Het Nederlands kofschip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein. Adres bij Jan Corver en C. en van Olivier en Co.

Op 15 augustus 1833 werd opnieuw een ‘eerste’ zeebrief verstrekt voor kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor H.J. Klein als kapitein.

1834

DC 110334

Hellevoetsluis, 8 maart. Namiddag arriveerden uit zee: FREDERICA WILHELMINA, kapt. R.J. Hendriksen; EIZO DE WENDT, kapt. M.G. Hellinga; TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, allen van Cette (opm: S֞ète).

RC 250334

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Marseille het Nederlands kofschip TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser.

Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.

Op 27 mei 1834 werd een Turkse pas verstrekt voor kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor J.G. Visser als kapitein.

RC 240634

Rotterdam, 23 juni. Kapt. D.T. Visser, van Havanna in Texel binnen, heeft de 29e mei op 39º NB 61º WL, gepraaid het schip CUXHAVEN, kapt. J. Wendt, van Matanzas naar Hamburg en de 15e dezer, op de hoogte van Lezard, het schip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, van Rotterdam naar Marseille, aan beider boord was alles in beste staat.

AH 050934

Vlie, 2 september. Uitgezeild:

JANTINA, kapt. K.E. Vos en ALIDA, kapt. H.B. Drok, beide naar Droback; ELISABETH, kapt. L. Hansen en BUITENWERF, kapt. J.E. Gust. beide op avontuur.

Marseille, 23 augustus. DE TWEE GEBROEDERS, kapt. Jan G. Visser, naar Cette en Amsterdam.

1835

AH 190135

Scheepstijdingen.
Uitgezeild:
Cette, 25 december tot 5 januari. DE TWEE GEBROEDERS, kapt. Jan Geerlofs Visser, naar Rotterdam; DE EENDRAGT, kapt. Cornelis Ouwehand, naar Amsterdam.

AH 040335

Advertentie. Schepen in lading.

Naar Noord- en Zuid-Amerika en de W.I. Eilanden:

New-Orleans. Het Nederlands kofschip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. Jan Geerlofs Visser. Adres bij Jan Corver en Comp.

AH 010435

Texel, 30 maart. Uitgezeild:DOLPHYN, kapt. J.A. Bakker; naar Rio-Janeiro; TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, naar New-Orleans; NEERLANDS WELVAREN, kapt. O. Hanssens, naar Lissabon; WELVAART, kapt. R.T. Feninga, op avontuur; NEERLANDS TROUW, kapt. B.J. de Groot, naar Cardiff; MARGINA MARGARETHA, kapt. H.J. Oortjes, naar Hull.

PGC 170435

Kapt. H.U. Noorman, van Bordeaux te Amsterdam gearriveerd, heeft de 3e april, de Maas acht mijlen Z. ten O. hebbende, aan boord alles wel zijnde, gepraaid het schip de TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, van Amsterdam naar New-Orleans, hebbende destijds 4 dagen reis.

AH 131135

Advertentie. Schepen in lading.

Naar Triest. Het nieuw gezinkt Nederlands kofschip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. Jan Geerlofs Visser. Adres bij Jan Corver en Comp.

Op 16 december 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor kof TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door H. & C. van de Stadt, Zaandam, voor J.G. Visser als kapitein.
 

1836

AH 160236

Ramsgate, 9 februari. TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, van Amsterdam, naar Odessa.

RC 010336

Rotterdam, 29 februari. De schepen DE KROONPRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. E. Clausen, van Amsterdam naar Havana en DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, van Amsterdam naar Odessa, beide te Ramsgate binnen, hebben de 20e dezer hun reizen voortgezet.

AH 031036

Konstantinopel, 31 augustus. Het Nederlandse kofschip TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, de 27e augustus van Odessa teruggekeerd, is onder anderen met potasch beladen, gisteren van hier naar Hamburg gezeild.

AH 221236

Stavanger, 2 december. Sedert de 18e november zijn de onderstaande schepen alhier in de nabijheid binnengelopen, als:

-  in Klosterhaven, het schip DE TWEE GEBROEDERS, van Zaandam, kapt. J.G. Visser, van Odessa naar Hamburg, heeft schade aan zeilen, is lek en vreest de kapitein voor aanzienlijk schade aan de lading, dacht met de eerste gunstige wind op te zeilen om te lossen en te repareren.
 

1837

AH 081137

Advertentie. G.J. Roland Holst, J.H.A. Balwé en J. Corver, makelaars, zullen op maandag den 13de november 1837, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, in de Nieuwe Stads Herberg aan het Y, verkopen:
een extra ordinair wel bezeild gezinkt kofschip, genaamd de TWEE GEBROEDERS, varende onder Nederlandse vlag, en gevoerd door kapt. J.G. Visser; volgens Nederlandse meetbrief, lang 22 ellen 31 duimen, wijd 4 ellen 69 duimen, hol 2 ellen 47 duimen, en alzo gemeten op 61 lasten. Breder bij den inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars.
(opm: koper werd Willem Jansen, Schiedam, voor NLG 8.800, die de kof omdoopte tot ANTONETTA MARIA; kapitein werd J.J. Cramer)

Op 20 november 1837 werd door de ontvanger te Amsterdam de zeebrief van de TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, naar Den Haag geretourneerd, onder vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 22 november royement volgde.

Op 30 november 1837 werd de eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief verstrekt voor de ANTONETTA MARIA, aangevraagd door W. Jansen, Schiedam, voor J.J. Cramer als kapitein.
 

1838

RC 020138

Rotterdam, 1 januari. De schepen (opm: koffen) AKKE BOON, kapt. B.A. Potjer, van Amsterdam naar Genua, en ANTONETTA MARIA, kapt. J.J. Cramer, van Amsterdam naar Marseille, zijn den 22 te Ramsgate wegens tegenwind binnengelopen.

AH 190538
Hellevoetsluis 17 mei. Uitgezeild ANTONETTA MARIA, kapt. A.H. Solter, naar Arendsburg (opm: nu Kuresaar)..

Op 2 augustus 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ANTONETTA MARIA, aangevraagd door W. Jansen, Schiedam, voor A.H. Solter als kapitein.

AB 111238
Scheepstijdingen. Uitgezeild. Helvoet, 9 december. ANTOINETTE MARIA (opm: ANTONETTA MARIA), kapt. J.H. Weij, naar Londen.
 

1839

AH 180139
Scheepstijdingen. Binnengekomen. Helvoetsluis, 16 januari. ANTONETTA MARIA, kapt. J.H. Weij, van Londen.

Op 29 januari 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JAN DANIËL, aangevraagd door W. Ruijs JDzn., Rotterdam, voor  G.H.. Breijl als kapitein.
Na het plotseling overlijden van kapt. G.H. Breijl op 2 februari 1839, werd de zeebrief van de JAN DANIËL op 12 februari 1839 geroyeerd.
Door het overlijden van de kapitein werd de nieuwe naam van het schip GERHARDUS HENRICUS ter nagedachtenis aan de overleden kapitein Gerhardus Henricus Breijl.

Op 4 maart 1839 werd een eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief verstrekt voor de GERHARDUS HENRICUS, aangevraagd door W. Ruijs JDzn., Rotterdam, voor G.J. van der Velde als kapitein.

GRC 220339
Aankomst en vertrek van schepen.
Te Gravesend den 12de GERHARDUS HENRICUS (opm: kof, ex-ANTONETTA MARIA) , kapt. G. van der Velden.

ZP 010739 – 430

Schepen in lading naar:

Marseille: het Nederlands gezinkt kofschip GERHARDUS HENDRIKUS (opm: GERHARDUS HENRICUS), kapt. G. van der Velde. (Oosterdok) Adres bij van Ulphen & Ruys.
 

1841

RC 170741

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Bordeaux, het gezinkt Nederlands kofschip GERHARDUS HENRICUS, kapt. G. van der Velde. Adres ten kantore van Van Ulphen & Ruys.

Op 9 september 1841 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GERHARDUS HENRICUS, aangevraagd door J. Ruijs & Zn., Amsterdam, voor G.J. van der Velde als kapitein.
 

1842

RC 040142

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

Naar Bordeaux, het Nederlandse schoenerschip AFRA, kapt. J. Zwaal.

Naar Nantes, het gezinkt Nederlands kofschip GERHARDUS HENRICUS, kapt. C.J. van der Velde.
 

1843

RC 080643

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

Naar Marseille, het gezinkt Nederlands kofschip GERHARDUS HENRICUS, kapt. G.J. van der Velde; vertrekt de 14e dezer.

Op 6 november 1843 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GERHARDUS HENRICUS, aangevraagd door G.J. van der Velde, Rotterdam, voor zichzelf als kapitein.

AH 131243

Advertentie. Schepen in lading.

Marseille. Het Nederlands kofschip GERHARDUS HENRICUS, kapt. G. van der Velde. Adres bij Van Ulphen en Ruys.
 

1844

AH 120144
Schepen te Amsterdam in lading naar:
Marseille: het Nederlandse kofschip GERHARDUS HENRICUS, kapt. Van der Velde. Adres bij van Ulphen en Ruys.
 

1845

Op 24 januari 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GERHARDUS HENRICUS, aangevraagd door Van Ulphen en Ruijs, Amsterdam, voor T.B. Konter als kapitein.

NRC 280345
Zeetijdingen. Texel 26 maart. Vertrokken. GERHARDUS HENDRIKUS (opm: kof GERHARDUS HENRICUS), kapt. T.B. Konter, naar Marseille.
 

1846

NRC 300346
Schepen in lading te Rotterdam:
Stettin. Het Nederlands kofschip GERHARDUS HENDRIKUS (opm: GERHARDUS HENRICUS), kapt. T.B. Konter, ligt gereed. Adres bij Ch. Cornelder en Zonen.

AH 241146
Scheepstijding. Uitgezeild: Royan, 15 november. GERHARDUS HENDRIKUS (opm: kof GERHARDUS HENRICUS), kapt. T.B. Konter, naar Amsterdam.

PGC 011246

Volgens brief van Thurlestone, in de baai van Bigbury, bij Plymouth, van de 23e november, was in de nabijheid dier plaats gestrand en verbrijzeld een schip, vermoedelijk een Nederlandse kof, komende van Bordeaux en beladen met wijn, fruit en confituren. Men dacht, dat hetzelve in zee door het volk verlaten was. Volgens brief van Plymouth van de 24e dito waren nog enige goederen van de lading geborgen, naar welker merken men vermoedde, dat het zijn zou het schip GERHARDUS HENDRIKUS, kapt. T.B. Konter, van Bordeaux naar Amsterdam. (opm: kof GERHARDUS HENRICUS, bouwjaar 1828, kapt. Tjipke Botes Konter, zie RC 011246, NRC 081246 en 040147)

RC 011246
Rotterdam den 30 november. Plymouth den 24 dezer. Van de Nederlandse kof, welke in Bigbury baai verongelukt is, zijn geborgen 9 okshoofden gemerkt PAVLT, Poulvere, Montboyellia en Iyinger; een okshoofd CH No. 14; ene pijp met Armagnac, Deyon & Fils ainé, Point de Bourne; drie okshoofden H & L, PDS & Co.; een okshoofd JBK, PD & Co.; een okshoofd Delage & Co., Nieu Point, Libourne, gebrand boven op Couts Corbet; ene pijp gebrand BENL, LM.5; ene pijp gebrand op den mond 6, D; 10 okshoofden AB, en vele anderen met een loden plaatje, waarop Bordeaux. (Volgens een gedeelte der merken vermoedelijk het schip GERHARDUS HENRICUS, kapitein T.B. Konter, van Bordeaux naar Amsterdam. [opm: zie o.a. PGC 011246])

NRC 081246

Brixham-Torbay, 3 december. De SUSANNAH, kapt. West, hier aangekomen, heeft op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point, zuidkust Engeland) een sloep gevonden van 18 voet lengte en dragende met witte letters de naam van GERHARDUS HENRICUS. Het Nederlandse schip van Bordeaux, op de hoogte van Plymouth verongelukt, is dus ongetwijfeld het schip GERHARDUS HENRICUS (opm: kof), kapt. Tjipke Botes Konter (opm: zie o.a. PGC 011246), van Bordeaux naar Amsterdam gedestineerd.
 

1847

NRC 040147

(Geen datum of plaats). Voor enige dagen is op de kust van St. Barbe, nabij Roscoff (opm: Frankrijk), een wit geverfd plankje aangespoeld met de naam GERHARDUS in zwarte letters, wellicht het enige overblijfsel van een verongelukt schip. Dit overblijfsel is waarschijnlijk van de GERHARDUS HENRICUS, kapt. Tjipke Botes.Konter, gedestineerd van Rotterdam naar Bordeaux. (opm: van Bordeaux naar Amsterdam, zie o.a. PGC 011246)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1837 no. 44

KOOPBRIEF de Twee Gebroeders

plaats en datum acte Amsterdam, 13 november 1837

type schip kofschip

kapitein Jan Geerlofs Visser

verkoper Cornelis van de Stadt, zeehandelaar te Zaandam
namens zijn firma H. en C. van de Stadt, huis van negotie

koper Willem Jansen, korenwijnstoker te Schiedam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / nr van registratie

datum registratie

notaris deurwaarder Antoine l’Esperance Dupont Noorbeek, Adam

prijs ƒ 8800

bijzonderheden verkoop bij veiling


Naam TWEE GEBROEDERS (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1837
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1837.44

deel VII, foto 2 – 18, 19
CEDULE

Naam schip voorheen TWEE GEBROEDERS, doch thans door koper zullende genaamd worden ANTONETTA MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 20 november 1837

type schip kof

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Willem Jansen, koopman te Schiedam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Jurrien Jurriens Cramer

grootte in tonnen 61 lasten of 115 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Zaandam

plaats / datum registratie Amsterdam, 22 november 1837

nummer registratie deel 34, folio 193, recto, vak 6

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Jan Hendrik Arnold Balwé, voor en namens de bovengenoemde eigenaar.
De vorige zeebrief werd op 20 november 1837 ingeleverd bij de ontvanger te Amsterdam.





researcher/datum research: ML / 010616

Naam ANTONETTA MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1837
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3168.1839.3
foto IMG 1937 - 1939

CEDULE

Naam schip voorheen genaamd ANTONETTA MARIA, thans door kopers genaamd JAN DANIËL

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 24 januari 1839

type schip kof

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. geweest kapt. Rieke H. Wey

eigenaar/koper Johannes Ruys Jan Daniëlszoon, Amsterdam (boekhouder en 1/3e part), firma Van Ulphen & Ruys, Amsterdam (1/3e part) en Willem Ruys Jan Daniëlszoon, Amsterdam (1/3e part)

te voeren door kapt. H.G. Breyl

grootte in tonnen 61 lasten

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd in de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 24 januari 1839

nummer registratie deel 37, folio 11, recto, vak 3

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de koopacte; het schip ligt thans te Rotterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868
De eed wordt afgelegd door Johannes Ruys JDzn. en Jacob van Ulphen voor zijn firma Van Ulphen & Ruys, beide tevens voor W. Ruys J.Dzn.
De vorige zeebrief werd op 23 januari 1839 ingeleverd bij de ontvanger te Amsterdam.


researcher/datum research: ML / 050616

Naam JAN DANIËL
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1839
Toegang 198
Inventaris 3168

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1839.3

DVD XI – 212, 213
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip ANTONETTA MARIA, door koper genaamd GERHARDUS HENRICUS


plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Schiedam, 19 januari 1839

type schip kof

bouwwerf/verkoper Willem Jansen, Schiedam

gevoerd door kapt. Pieke H. Wey

eigenaar/aankoper Johannes Ruys Jan Danielszoon, Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 61 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 22 januari 1839

nummer van registratie deel 37, folio 3, verso, vak 1.

notaris

prijs NLG. 8000,-

Bijzonderheden: het schip lag bij deze transactie te Rotterdam

Eerste (dwz nieuwe) zeebrief 30.11.1837, aangevraagd voor de ANTONETTA MARIA door W. Jansen, Schiedam, t.b.v. kapt. J.J. Cramer

researcher/datum research: ML / 180708

Naam ANTONETTA MARIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1839
Toegang 198
Inventaris 3179

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
Gemeente archief Amsterdam Archiefnummer 5074 – 1420 – 1837 no. 44
Noord-Hollands Archief – Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1839.3
Schiermonnikoger Geslachten, H.D. Teensma.
www.allegroningers.nl
www.allefriezen.nl
www.genealogieonline.nl
AB = Avondbode
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordrechtsche Courant
GRC = Groninger Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
PGC = Prov. Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost