Inloggen
CERES - ID 10369


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1839-10-29 / 1862-10-10 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1839
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: De Jong, Kortlandt & Anthony - Werf 'St. Joris' No. 3, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1839-02-15
Launch Date: 1839-10-07
Delivery Date: 1839-10-11
Technical Data

Gross Tonnage: 183.00 lasts
 
Length 1: 31.80 Meters Registered
Beam: 5.68 Meters Registered
Depth: 4.31 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1839
Datum agenda: 1839-10-29
Register nr: 18390526
Scheepsnaam: CERES
Type: Bark
Lasten: 183
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Vlierboom, C. & A.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Kettler, W.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1839-10-26 CERES
Manager: Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: voor de mede reders (zie onderaan blz.)

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

1839 - CERES.
 De aandeelhouders bij oplevering waren:

2/3e deel       C. & A. Vlierboom, reders, Rotterdam
1/3e deel       Eliza Weggeman Guldemont, commissionair en cargadoor, Rotterdam 

Ship Events Data

1839-10-13: De meetbrief was gedateerd 13 oktober 1839
1862-09-24: 24 september 1862
JB - Javabode
Advertentie. Verkoop van een schip. Op 7 oktober, des morgens ten 11 ure, zullen de ondergetekenden publiek verkopen voor rekening van belanghebbenden het Nederlands gekoperd en kopervast barkschip CERES, kapt. L.H. Demmers, met inventaris, zoals het thans alhier (opm: Batavia) ter rede ligt en dagelijks voor een ieder te bezichtigen is.
John Pryce & Co.
1862-10-10: Final Fate:
29 november 1862
NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Batavia, 10 oktober. De Rotterdamse bark CERES, alhier in publieke veiling verkocht, heeft met de inventaris NLG 6926 opgebracht.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Wilhelm Kettler werd geboren te Rotterdam op 29 januari 1803.

Hij was getrouwd met Theodora Boekhout, geboren te Rotterdam op 12 augustus 1807. Zij hertrouwde in december 1851.118

Hij overleed in 1846003 Bij het overlijden wordt als woonplaats opgegeven Rotterdam 118

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.Kettler (adres W.Bondix) werd per 01 oktober 1839 met vlagnummer 494 en op voordracht van J.M.de Winter ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Ceres". Hij overleed in 1846002. Ten tijde van de inschrijving waren Ketteler en zijn vrouw 34 resp. 30 jaar. Ingeschreven staan 4 zoons uit 1829, 1831, 1834 3n 1836 en 1 dochter uit 1833002a.

In de Algemene Vergaderingen van 24 september/01 oktober 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Wilhelm Kettler, oud 34 jaar, voerend een niet met name genoemde bark, wonend te Rotterdam en met als adres bij J.Bondix te Amsterdam op voordracht van kapitein J.M. de Winter.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 11 oktober 1841003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03 mei 1830 staat een bericht door W.Kettler te Rotterdam dat hij in oktober l.l. f 18,- aan het Bestuur heeft gestuurd “om deelgenoot van het weduwfonds te worden”. Het Bestuur stelt van niets te weten. Voorts het bericht dat de heer Kettler “… tevens meededeelende opnieuw lid voor de Reis te willen worden”. Ook hiervan weet de secretaris niets en zal een nader onderzoek worden ingesteld.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 11 februari 1833 staat vermeld een: “Brief van W.Kettler do Rotterdam 29 Jany berigtende onder vreemde vlag te zullen gaan varen doch tevens wenschende Deelhebber te blijven”. Het Bestuur zal advies aan een Commissie vragen. In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1833 staat het verslag van een advies “wegens het verzoek van W.Kettler en wordt overeenkomstig dit verslag gezien Art. 55 van het Reglement besloten aan W.Kettler zijn verzoek toe te staan mits vooruitstortende.”042.

Gezien de vermelding van Art. 55 zal het wel gaan om een verzoek lid te mogen blijven, ondanks het feit dat hij vanwege het embargo door de Engelsen inzake het Belgisch-Nederlandse conflict, onder vreemde vlag wil gaan varen (Kniphausen of Hannover?). Alleen was W.Kettler is 1833 nog geen effectief lid en wellicht was het een verzoek van een andere W.Kettler (die dan niet als Effectief Lid is geadministreerd) of was hij in deze tijd nog lid in een lagere rang, bv. 2e klasse (stuurman).

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 augustus 1846 staat een verzoek om een uitkering van de weduwe van kapitein W.Kettler, geb. T.Boekhout welke haar in de vergadering dd 29 oktober 1846 wordt toegekend voor haar en 4 kinderen met ingang van 01 november 1846.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 december 1851 staat de mededeling van T.Boekhout, de weduwe van kapitein Kettler, dat zij is hertrouwd met C.Niemandsverdriet en om een voorduring vraagt van de uitkering voor haar dochter.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 juni 1858 staat een verzoek van de “voormalige Wed. Kettler, verzoekende conituatie van uitkeering voor hare dochter na 16 jarige ouderdom, als zijnde gebrekkig, en voor zich zelve uitketkeering verzoekende als zijnde door haren man verlaten.” Het Bestuur wil eerst nader onderzoek naar de situatie van de dochter terwijl het verzoek om onderstand voor de vrouw wordt afgewezen. In de vergadering dd 05 augustus 1858 wordt het verzoek definitief afgewezen, maar wordt haar wèl een gratificatie van f 10,- uit de bussen toegekend.042.

 

In de notulen van 03 november 1846 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de toekenning aan de weduwe Kettler, geboren Boekhout per 01 november 1846 voor haar en haar 4 kinderen “mits overleggende bewijs van overlijden van hare echtgenoot.”023.

In de notulen van 06 januari 1852 van de Algemene Vergadering staat vermeld dat de wed. W.Kettler geb. T.Boekhout is hertrouwd met de heer C.Niemandsverdriet. Zij vraagt om continuering van onderstand voor haar dochter, hetgeen wordt toegestaan.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam             naam reder/boekhouder

       494                        1839-1845     bark                 Ceres                           C.& A.Vlierboom te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt W.Kettler als gezagvoerder van:

*    1840 t/m 1847 van de bark “Ceres”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Kettler, Wilhelm
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Leendert Willem van Rijn van Alkemade werd geboren op 06 november 1819 te Gouda als zoon van Ingebrecht Abraham van Rijn van Alkemade en Agatha Cornelia Dijxman. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Boomgaardslaan Wijk 15 nr. 449. Hij vertrok op 18 april 1869 naar Gouda.

Hij trouwde op 27 februari 1850 te Rotterdam met Tonia van Ameijden van Duijm, geboren op 03 september 1826 te Rotterdam, Nederlands Hervormd als dochter van Aart Ameijden van Duijm en Cornelia Petronella Peek.

Gegevens mede van internet www.gemeentearchief.rotterdam.nl

 

Leendert Willem van Rijn van Alkemade werd geboren op 06 september 1819 te Gouda (klopt niet met voorgaande opgave) als zoon van Abraham van Rijn van Alkemade en Agatha Cornelia Dyxmans.

Hij overleed in 1888 te Den Haag. Hij woonde te Rotterdam. Hij werd op 05 maart 1854 geregistreerd als lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge La Flamboyante met nummer 351064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

 L.W. van Rijn van Alkemade was met vlagnummer R60 in de periode 1846 t/m 1887 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscolleg Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

L.W.van Rijn van Alkemade was in 1863 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen van 1885 en 1886 staat dat hij afziet van zijn recht op uitkering058.

In het Jaarverslag 1887 van de Maatschappij staat vermeld dat hij in 1887 is overleden. Dit bericht werd herhaald in het Jaarverslag 1888. Ik neem aan dat het jaar 1887 het juiste overlijdensjaar is058.

In het Jaarverslag 1888 staat vermeld dat de weduwe van kapitein L.W. van Rijn van Alkemade afziet van haar recht op een uitkering058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij komt kapitein L.W. van Rijn van Alkemade met vlagnummer R60 als gezagvoerder in de ledenlijsten voor in058:

*   1849                       van de bark “Ceres”                       84 last    varend v. C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*   1851                       van de bark “Juno”                        236 last  varend v. C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*   1855, 1858,

     1859, 1862            van het fregat “Prinses Amalia”  445 last  varend v. C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*   1863                       geen schip vermeld

*   1864 t/m 1866      van het fregat “Prinses Amalia    “445 last varend v. C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*   1867, 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885, 1886 geen schip vermeld

 

Bouma025 vermeldt L.W.van Rijn van Alkemade als gezagvoerder gedurende:

*   1858 t/m 1851 op de bark “Ceres”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;

*   1851 t/m 1854 van de bark “Juno”, gebouwd in 1851 te Rotterdam, 440 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;

*   1856 t/m 1863 van het 3/m schip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1855 te Rotterdam, 842 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;

*   1865 t/m 1867 op hetzelfde schip en voor dezelfde reederij.

 

Overige bijzonderheden

L.W.van Rijn van Alkemade vervoerde per 03 mei 1862 vanuit Brouwershaven met de “Prinses Amalia” 3 landmachtofficieren. Hij arriveerde te Batavia op 10 augustus 1862 na een reis van 99 dagen.

Op 04 maart 1863 vertrok hij van Brouwershaven met de “Prinses Amalia” en een detachement van 5 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 juni 1863 na een reis van 108 dagen. Onderweg was 1 soldaat overleden en werd 1 soldaat vermist065.

 

“Bij de Raad van Tucht waren door de matrozen Van Schooneveld en Volk – gewezen opvarenden van het fregatschip de ‘Prinses Amalia’ – twee klachten ingediend tegen kapitein Leendert Willem van Rijn van Alkemade. Zij zouden door de kapitein zijn geslagen en aan hen was er eveneens voortdurend slecht voedsel verstrekt. De klagers waren in maart 1864 te Amsterdam aangemonsterd. … Op 8 februari 1865 was het schip na een reis van bijna 11 maanden naar Indië in Rotterdam teruggekeerd. … Tijdens het onderzoek werd onder meer een schriftelijke verklaring overgelegd van militairen die met de ‘Prinses Amalia’ uit Indië waren thuisgevaren. Zij verklaarden bijzonder tevreden te zijn over de goede behandeling en de genoten voeding. …

Wat was er voorgevallen? Toen de ‘Prinses Amalia’ eind januari thuisvarend zich in het ‘Engelsche Kanaal’ bevond, werd door de kapitein opdracht gegeven om het gescheurde grootondermarszeil te verwisselen. Kort daarvoor was door de matrozen al voldaan aan een bevel om dit gescheurde zeil vast te maken. De matrozen hadden aanvankelijk geweigerd nu ook nog eens dit zeil te verwisselen. Argument was dat de weersomstandigheden, de stand van de zeilen en hun verkleumde handen dit onmogelijk maakten. Gevolg was dat de kapitein zich hierover opwond en zich niet kon bedwingen. Hij zocht ‘zijn regt in eigen vuisten’, met als resultaat een blauw oog voor matroos Schooneveld. De zwelling was zonder geneeskundige hulp en na korte tijd weer verdwenen. …

De Raad overwoog dat er verzachtende omstandigheden aanwezig waren geweest toen er van zeil verwisseld moest worden. Het schip bevond zich toen immers in een positie die bij de kapitein ‘de grootste zorg verwekte’. Daarna was door hem ondoordacht gehandeld en was zijn vuist uitgeschoten. Deze lichte vorm van mishandelingwas reden om Van Rijn van Alkemade voor tien dagen onbevoegd te verklaren om als kapitein op een Nederlands schip te varen.” 104.

 

In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van het bureau Veritas te weten J.C. van de Poll en L.W.van Rijn van Alkemade. Kennelijk hebben beide heren na hun actieve loopbaan als gezagvoerder werk verricht op het gebied van de keuring van schepen.

 

 

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Rijn Van Alkemade, Leendert Willem van

Is dit dezelfde persoon als voorgaande F.Mellema?

Familiegegevens en opleiding

Foppe Geerts Mellema werd geboren te Schiermonnikoog op 19 september 1814 als zoon van Reinder Foppes Mellema en Trijntje Wijbes Bok.

Hij trouwde met Martha Gers van Dijk, geboren op 24 februari 1812 te Rotterdam. Vermeld is dat Foppe in 1866 naar Hellevoetsluis is vertrokken060.

 

Foppe Mellema werd geboren op 20 februari 1808 te Schiermonnikoog als zoon van Geert Foppes Mellema en Reintje Eltjes Hoeksma. Hij woonde te Rotterdam.

Hij trouwde op 15 januari 1834 te Rotterdam met Martha van Dijk, geboren 24 februari 1812 te Rotterdam als dochter van Hermanus van Dijk en Aaltje Ho(o)gerwerf.

Deze informatie bevat onjuistheden volgens referentie 060, die ik betrouwbaar acht. Er wordt in 060 een Foppe Geerts Mellema genoemd, geboren op 20 februari 1808, als zoon van Geert Foppes Mellema en Reintje Eltjes Hoeksma, maar verdere trouw- en overlijdens-gegevens worden niet vermeld. Reintje Eltjes Hoeksma was op 09 augustus 1807 te Schiermonnikoog getrouwd met Geert Foppes Mellema (14 oktober 1783 - 08 oktober 1808, beide te Schiermonnikoog)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.G.Mellema (adres C.Biben) werd met vlagnummer 597 effectief lid van Zeemanshoop per 31 augustus 1841 op voorspraak van P.J.Carst. Zijn schip was de "Eensgezindheid". Toegevoegd is "vermist". Ten tijde van de inschrijving was Mellema 26 jaar dus geboren c. 1814/1815002a.

In de Algemene Vergaderingen van 24/31 augustus 1841 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Foppe Geerts Mellema, oud 21 jaar, voerend de schoenenkof “Eensgezindheid”, afkomstig van Schiermonnikoog, op voordracht van kapitein P.J.Carst.023

 

F.Mellema was met vlagnummer R255 in de periode 1849 t/m 1885 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 juni 1846 staat een lijst van effectieve leden die zijn overleden tussen mei 1845 en mei 1846. Daarbij is vermeld kapitein F.G.Mellema met vlagnummer 597.042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       597                        1841-1845     kof                   de Eensgezindheid                               C.Biben te Amsterdam

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein F.Mellema met vlagnummer R255 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849                                         van de bark “Juno”                   197 last  varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*    1851                                         van de bark “Ceres”                  184 last  varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*    1855, 1858, 1859, 1862        van het fregat “Maasstroom”  348 last  varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*    1863 t/m 1867      van de ss “Rotterdam II”                        ? last          varend voor de Stoomboot Reederij te Rotterdam

*1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883,                           geen vermelding van schip en reeder

In al deze gevallen is er sprake van een F. Mellema, terwijl er in de ledenlijsten van Sweijs021 in latere jaren steeds sprake is van T. Mellema.

 

Bouma025 vermeldt F.G.Mellema als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1839 van de kof “Vrede & Hoop”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 140 ton o.m., varend voor D.v/d Sleen te Schiedam

*    1842 t/m 1846 van de barkentijn-kof “Eensgezindheid” ex Sible & Pieter, gebouwd in 1827, bouwlocatie niet vermeld, 209 ton o.m., varend voor C.Biben te Amsterdam;

*    1855 t/m 1863 van het 3/mschip “Maasstroom”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 657 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Noorwegen.

 

Overige bijzonderheden

Het fregat “Maasstroom” onder kapitein F.Mellema wordt vermeld op 20 februari 1855 te Cardiff en op 18 juni 1855 te Valparaiso, dus via Kaap Hoorn. De laatste melding is Hongkong dus de terugreis is niet via Kaap Hoorn gegaan.121

 

Datum vanaf: 1851
Kapitein: Mellema, Foppe Geertsz

Familiegegevens en opleiding

Teunis Mammes werd geboren te Rotterdam op 29 september 1822 als zoon van de schippersknecht Harmen Mammes en Adriana van der Maas.

Hij trouwde op 29 juni 1853 te Rotterdam met Wilhelmina Johanna de Blij.

Teunis bracht zijn leven in Rotterdam door. In 1860 woonde hij aan de Schotsedijk (Wijk 3 nr.97), in 1862 aan de Zwijnenstraat (Wijk 3 nr. 330), in 1863 aan de Leuvenhaven, in 1866 in de Herderstraat en tenslotte in de Brakelstraat (Wijk 15 nr. 3) alwaar hij op 27 januari 1876 overleed. Hij liet geen onroerende goederen na. Of hij nog verder vermogen naliet is niet bekend005.

Zie voor gedetailleerde gegevens, inclusief de reisschema’s met de gevoerde lading, het oorspronkelijke typoscript van Rimkus005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.Mammes was met vlagnummer R83 in de periode 1855 tot aan zijn dood in 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

T.Mammes was in 1866 en 1874-1875 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Tijdens zijn huwelijk was Teunis Mammeshij stuurman en in 1855 kreeg hij een aanstelling als kapitein op de bark “Ceres” van Vlierboom & Zn te Rotterdam. Hij wisselde in 1860 naar de “Doggersbank, in 1863 naar de “Nova Zembla, in 1867 naar de “Allegonda Jacoba” en in 1871 naar de “Leopold, Graaf van Limburg Stirum”. Mogelijk heeft hij in 1864 nog even het commando gehad op de “Remigius Adolphinus”, maar dit schip werd te Kaap de Goede Hoop afgekeurd.

Teunis voer vooral op Oost-Indië. maar een enkele keer ook op plaatsen elders. Zo deed hij in 1862 met een lading kolen Rangoon aan, en in 1865/66 Hong-Kong. Hij was met vlagnummer R83 lid van het Rotterdamse zeemanscollege.

Zie voor gedetailleerde gegevens, inclusief de reisschema’s met de gevoerde lading, het oorspronkelijke typoscript van Rimkus005

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum) staat kapitein T.Mammes met vlagnummer R83 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855, 1858, 1859 bark “Ceres”                           184 last     varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*    1862                       geen vermelding van schip en boekhouder

*    1863 t/m 1865      “Nova Zembla”                     383 last     varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*    1866                       geen vermelding van schip en boekhouder

*    1867                       “Allegonda Jacoba”               370 last     varend voor C. Schloss & Co te Rotterdam

*    1874                       geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt T.Mammes als gezagvoerder gedurende:

*    1855 t/m 1860 op de bark “Ceres”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;

*    1861 t/m 1862 op het fregat “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;

*    1864 op het fregat “Remigius Adolphus”(sic) ex Admiraal van Kinsbergen, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam. “Afgekeurd in averij te Kaap de Goede Hoop”;

Bouma doet deze melding onder de naam F. Mammes. In Zeetijdingen van 25 november 1865 wordt dit schip vermeld met als kapitein D.F.Browning, die in Bouma met D.Forbes Browning als voorgaande kapitein is vermeld. Zeetijdingen vermeldt voorts: “Afgek. in avarij aan de K.d.G.H.”.

*    1864 t/m 1866 op het fregat “Nova Zembla”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 723 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam.

      Zeetijdingen 16 augustus 1866. Kapitein T.Mammes: “Gestr. en wrak bij Brouwershaven wrak verkocht voor ƒ8000,- “;

*    1868 t/m 1871 op de bark “Allegonda Jacoba”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 698 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor J.Vriezendorp & Zn te Dordrecht en werd herdoopt in “Henriëtte Suzanne”;

*    1872 t/m 1874 op de bark “Leopold, Graaf van Limburg Stirum”, gebouwd in 1865 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam. Het schip werd in 1875 verkocht aan F.P.R.Victor te Rotterdam en herdoopt in “Jeannette Marianne Louise”;

 

Overige bijzonderheden

De bark “Leopold Graaf van Limburg Stirum” onder kapitein T.Mammesvertrok op 03 september 1872 van Vlissingen en arriveerde, via Kaap Hoorn, op 26 februari 1873 te Callao. Het vertrok op 10 maart naar de Guanape eilanden in Peru en voer vervolgens weer via Callao naar Duinkerken, aankomst 08 januari 1874.121

 

Zierikzeesche Courant 02 april 1864

Te Brouwershaven is gearriveerd op 29 maart 1864 de “Nova Zembla”, kapt. T.Mammes, komend van Batavia en met bestemming Rotterdam. Aan boord waren 3 gepasporteerde militairen.

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Mammes, Teunis

Familiegegevens en opleiding

Lambertus Hermanus Demmers werd geboren op 13 augustus 1832 te Kralingen als zoon van de Nederlands Hervormde Adolf Demmers, loodgieter, en Josina Elizabeth Boeree. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Leuvehaven Wijk 3 nr. 307 (nieuw nr. 169) en aan de Westerkade Wijk 14 nr. 800 (nieuw nr. 2 Diergaardekade). Hij huwde te Rotterdam op 05 januari 1859 met Anna Louisa Ringlever, geboren 30 april 1833 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Richard Ringlever en Anna Maria Everdina Lagemans. Hij overleed op 16 september 1873005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.H.Demmers was met vlagnummer R17 in de periode 1864 t/m 1873 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein L.H.Demmers met vlagnummer R17 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1864 t/m 1867  van het fregat “D’Elmina”    377 last     varend voor C.Vlierboom & Zoon te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt L.H.Demmers als gezagvoerder gedurende:

*   1861 t/m 1862 van de bark “Ceres”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam. Het schip werd in november verkocht naar Java;

*   1865 t/m 1868 van het 3/mschip “d’ Elmina”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 715 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1868 afgekeurd in averij;

*   1869 t/m 1872 van het 3/mschip “Suzanne”, gebouwd in 1857 te Stormpolder aan de IJssel, 959 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

De bark “Ceres” onder kapitein L.H.Demmers werd in 1860 gemeld te Rotterdam en op 10 december 1860 te Valparaiso, waarbij Kaap Hoorn werd gerond. Er is de melding van 02 januari 1861 te Iquique dat het schip zou terugkeren naar Rotterdam, maar de route is onduidelijk.121

 

Zierikzeesche Courant 23 maart 1864

Op 19 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “d‘Elmina”, kapitein L.H.Demmers komend van Rotterdam op weg naar HongKong. Het schip is uitgezeild op 26 maart 1864.

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Demmers, Lambertus Hermanus

Afbeeldingen


Omschrijving: CERES, aquarel gemaakt in 1854. Gezagvoerder F. Mellema op 18° ZB. en 98° LO. 18 Feby 1853
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Storm
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA - Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No. 23 d.d. 21.10.1839
foto 47-48


BIJLBRIEF CERES

plaats en datum acte Rotterdam 11 oktober 1839

type schip barkschip

bouwwerf De Jong, Kortelandt & Anthony, scheepsbouwmeesters te
Rotterdam, werf Sint Joris, nummer 3, in de Houtlaan

eigenaar C. & A. Vlierboom, Rotterdam

te voeren door kapt. Wilhelm Kettler

grootte in tonnen 183 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 31,80 m. breed 5,68 m. hol 4,31 m.

kiellegging 15 februari 1839

tewaterlating 7 oktober 1839

plaats / datum registratie Rotterdam, 26 oktober 1839

nummer van registratie Deel 96 folio 17 vak 1

notaris Adam Schadée, notaris te Rotterdam

prijs

bijzonderheden de meetbrief gedateerd 13 oktober 1839

De aandeelhouders bij oplevering waren:

3/2e deel C. & A. Vlierboom, reders, Rotterdam
1/3e Eliza Weggeman Guldemont, commissionair en cargadoor, Rotterdam






researcher/datum research GJM /05022007

Naam CERES
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1839
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.112d
DVD VIII – 249-257
BOEDELSCHEIDING
Naam schip CERES

plaats en datum acte Rotterdam, 17 maart 1846

type schip bark

bouwwerf/verkoper firma C. & A. Vlierboom, bestaan hebbende uit de broeders Casper en Arie Vlierboom, de laatste op 19 november 1843 overleden, waardoor wed. Hieltje van der Leeuw, en minderjarig enig kind Margaretha Vlierboom erfgenamen werden in de firma. De firma verkoopt 2/3e part

gevoerd door kapt. Willem Kotter

eigenaar/aankoper Casper Vlierboom, Rotterdam, koopt 2/3e part

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 18 maart 1846

nummer van registratie deel 118, folio 166, vak 4 en volgende

notaris Mr. Pierre Gerard Dalen, notaris te Rotterdam

prijs schip bij de boedelscheiding getaxeerd op NLG. 31.600,-
2/3e part = NLG 21.066,66


Bijzonderheden:
de CERES was gebouwd op de werf van De Jong, Kortelandt & Anthony te Rotterdam, en behoorde sedert de bouw voor 2/3e part toe aan C. & A. Vlierboom. (acte voor Mr. Adam Schadee d.d. 11 oktober 1839)






researcher/datum research: ML / 240108

Naam CERES
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1846
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1846
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BIJLBRIEF: NA - Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No. 23 dd 21.10.1839

Jaar: 1846
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BOEDELSCHEIDING Rott.3.03.17.01.3675.112d - DVD VIII – 249-257
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk