Inloggen
FACTORIJ - ID 10355


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1834-09-09 / 1865-08-31 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1834
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Cornelis Smit, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1833-08-09
Launch Date: 1834-08-09
Delivery Date: 1834-08-30
Technical Data

Gross Tonnage: 194.00 lasts
Net Tonnage 2: 395.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 30.80 Meters Registered
Beam: 5.89 Meters Registered
Depth: 4.54 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1834
Datum agenda: 1834-09-09
Register nr: 18340512
Scheepsnaam: FACTORIJ
Type: Bark
Lasten: 194
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Minderop & Van Heel
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Parlevliet, J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1834-08-30 FACTORIJ
Manager: Firma Minderop & Van Heel, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Cornelis Smit (scheepsbouwer), Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1860-02-28 IDA EN ALBERTINE
Manager: Albert Franken, Alkmaar, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Albert Franken, Alkmaar, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Alkmaar / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren volgens bijlbrief d.d. 3 september 1834

Minderop & Van Heel, tevens boekhouders van het schip, Rotterdam (7/48e part),

Jan Smit, Nieuw Lekkerland                 (8/48e part),

Jacob Mees, Rotterdam,                       (7/48e part),

Johannes Kolff, Rotterdam                   (7/48e part),

Jacob Parlevliet, Katwijk aan Zee         (3/48e part) en

Cornelis Smit, Alblasserdam                (12/48e part)         (komt 4/48ste te kort)

Eigenaren volgens acte koop/verkoop d.d. 28 februari 1860:

firma Minderop & Van Heel, kooplieden en scheepsreders (boekhouders van het schip                                                                                               (7/48e part),

de heren Govert en Jan Rudolf Mees                                 (7/48e part), en

Jan Kolff                                                                              (7/48e part), allen te Rotterdam, en

erven wijlen Cornelis Smit, Alblasserdam                            (27/48e part).

 

Ship Events Data

1834-09-03: Aantekening op BIJLBRIEF: Afmetingen: volgens meetbrief: lang 30 el 80 duim, wijd 5 el 89 duim, hol 4 el 54 duim
Volgens bouwgegevens: lang in de kiel 28 el 9 palm, lang over stevens 31 el 8 palm 6 duim, wijd 8 el 2 palm 8 duim, hol in het ruim 3 el 5 palm 6 duim, hol tussen dek 2 el 6 duim.
1834-10-20: Damaged
RC 281034 Rotterdam, 27 oktober. Het schip DE FACTORY, kapt. J. Parlevliet jr., van Rotterdam naar Batavia, is de 20e dezer met een gebroken anker te Ramsgate binnengelopen.
1862-02-01: Sprang a leak
NRC 030262 Texel, 1 februari. Het Nederlandse schip IDA ALBERTINA, kapt. Franken, van Newcastle naar Konstantinopel (opm: Istanbul), is alhier wegens lekkage binnengelopen.
1865-08-12: Final Fate: Stranded

NRC 030965 Nerva, 31 augustus. Het Nederlandse schip (opm: bark) IDA EN ALBERTINA, kapt. P.C.G. Bakker, van Amsterdam naar Nerva, de 12e dezer uit het Vlie vertrokken, is alhier gestrand. De bemanning is gered. (opm: zie ook: AH 090965)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Ene J.Parlevliet Jr was met vlagnummer R121 in de periode 1826 t/m 1847/48 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Parlevliet als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1835 van de brik “Adrianus Jacobus”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, 218 ton o.m., varend voor B.A.Mispelblom Beijer te Rotterdam.

Leeftijd van de kapitein en de periode 1828-1836 sluiten goed aan bij Jacobus Florisz. Parlevliet054-122.

 

Overige bijzonderheden

Leendert Visser werd vanuit de School voor de Zeevaart te Amsterdam als kajuitwachter geplaatst op de “Adrianus Jacobus” onder gezag van kapitein J.Parlevliet. Hij maakte van c. 22 augustus 1829 vanuit Rotterdam een reis naar Batavia en keerde c. 02 oktober 1830 weer terug004(532-1608).

 

 

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Parlevliet, J.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.Jansen als gezagvoerder gedurende:

*    1815 t/m 1827 van de kof “Jonge Willem”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 78 ton o.m., varend voor Minderop & Co te Rotterdam;

*    1832 van de hoeker “Elisabeth Cornelia”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 111 ton o.m., varend voor Minderop & Co te Rotterdam;

*    1834 t/m 1840 van de hoeker “Marie & Adriana”, gebouwd in 1826 te Maassluis, 145 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar (maar de volgende kapitein voer voor Minderop & van Heel te Rotterdam);

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Lourens/Lauwerens Janssen op de:

“Nieuwe Resolutie”, dd 27 april 1780;

“Goede Hoop”, dd 19 november 1785 en 25 augustus 1787;

“Jonge Willem:, dd 20 december 1816

Let op: er is hier sprake van L en niet P. Jans(s)en

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 29 juli 1819114

Rotterdam, 28 juli. Den 27, des middags, arriveerde te Helvoetsluis de JONGE WILLEM, L. Jansen, van Smirna (opm: Izmir), doch ligt quarantaine op de rede, en volgens rapport van de zeeloodsen, ligt voor de wal ten anker het schip JAVA, kapitein Jongheim, van Batavia. Den 28 zeilde van de Maas naar Guernsey de WILLEM DEN EERSTEN, C.J. Batter.

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Jansen, P.
Overige informatie: domicilie: Katwijk aan Zee (mede-aandeelhouder)

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Lucasz Boiten werd volgens de overlijdensakte geboren te Veendam ca. 1812/13 als zoon van Lucas Hindriks Boiten en Sietsche/Sietske Nannes Nipperus.

Hij trouwde op 25 september 1839 te Rotterdam met Zwaantje Merkens, geboren te Hardinxveld  op 12 april 1811 als dochter van Johannes Merkens en Marria van Karssen. Ook vermeld als Merckens.

Na het overlijden van Hendrik is zij hertrouwd op 13 april 1859 met Willem Pieter Camet.

Hendrik werd vermeld in een akte dd 1846 nr. 164 te Rotterdam als te zijn overleden te Semarang (NOI) op 27 augustus 1845.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.L.Boiten, adres Kranenborg en Zn, werd met nr.666 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop per 21 november 1843 op voorspraak van A.K.de Groot. Hij overleed in 1845. Zijn schip was de “Maria en Adriana”002. Ten tijde van de inschrijving waren Boiten en zijn vrouw 31 en 32 jaar. Ingeschreven staan 3 zoons uit 1839, 1841 en 1843. Toegevoegd is “overleden” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van 14/21 november 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Hendrik Lucas Boiten, oud 31 jaar, voerend de schonerkof “Maria & Adriana”, wonend te Rotterdam, adres bij de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.K.de Groot.023.

Hij was effectief lid van “Zeemanshoop” van 1843 t/m 1846 net vlagnummer 666.

H.L.Boiten was met vlagnummer R15 in 1845 t/m 1846 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 20 januari 1846 vraagt de wed. H.L.Boiten, geb. Mercken om een uitkering, die haar in de vergadering van 26 februari 1846 wordt toegekend voor haar en 2 kinderen met ingang van 01 november 1845.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 17 maart 1846 staat vermeld dat per 01 november 1845 een uitkering wordt toegekend aan de weduwe van kapitein H.L.Boiten voor haar en 2 kinderen.023.

In het Jaarverslag 1849, 1851, 1855 en 1858 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart te Rotterdamstaat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe H.L.Boiten een uitkering heeft gekregen van f 100,- voor onderstand058.

In het Jaarverslag 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart te Rotterdam staat vermeld dat zijn weduwe in dat jaar is hertrouwd. In hetzelfde Jaarverslag  is nog vermeld dat zij in dat jaar nog een ondersteuning heeft gekregen van f 29,17, voor 3½ maand. (hieruit is te concluderen dat zij half april 1859 is hertrouwd)058

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer             jaren                   type                     scheepsnaam              naam reder/boekhouder

        666                1843-1844 sch.hoeker                         Maria en Adriana      Minderop en van Heel te Rotterdam

                                    1845                   bark                    Factorij

in lijst van veranderingen de toevoeging:”nr.666 H.L.Boiten overleden” (AAKZ-1846).

Bouma025 vermeldt H.L.Boiten als gezagvoerder gedurende:

  • 1840 t/m 1846 van de hoeker “Marie & Adriana”, gebouwd in 1826 te Maassluis, 145 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;
  • 1846 van de bark “Factorij”, gebouwd in 1834 te Alblasserdam, 359 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

Datum vanaf: 1845
Kapitein: Boiten, Hendrik Lucasz

Familiegegevens en opleiding

A.A.van der Linden werd geboren in 1820 te Krimpen aan de Lek. Hij monsterde als 17-jarige op 05 april 1837 te Dordrecht aan als 3e stuurman voor een gage van f28,- per maand voor een reis naar Batavia aan boord van het fregat “De Dordtenaar” onder kapitein J.F.P.A.Abbema. (monsterrol Gemeentearchief Dordrecht, nr 817) 064.

Hij overleed in 1864 (zie hierna).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.A. van der Linden was met vlagnummer R140 in de periode 1845 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

A.A.van der Linden was in 1862-1863 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart.058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij  (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is overleden058.

In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij staat vermeld dat de weduwe van A.A. van der Linde is hertrouwd zodat haar uitkering beeindigd wordt058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein A.A. van der Linden met vlagnummer R140 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849                       van de bark “Factory”                             194 last           voor Minderop & van Heel te Rotterdam

*    1851                       van de bark “Padang”                              318 last           voor Minderop & van Heel te Rotterdam

*    1855, 1858            van de bark “Vice Admiraal Gobius”    311 last           voor Minderop & van Heel te Rotterdam

*    1859, 1862 , 1863                                                                     geen schip en rederij vermeld

 

Bouma025 vermeldt kapitein v/d Linden (geen initialen) als gezagvoerder gedurende:

*    1847 t/m 1848 van de hoeker “Marie & Adriana”, gebouwd in 1826 te Maassluis, 145 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam.

      Volgens scheepscorrespondentie van A.A. van der Linden, in bezit van Douwe Keizer te Amsterdam (info april 2007) was deze kapitein op de “Maria & Adriana” in 1845

*    1847 t/m 1850 van de bark “Factorij”, gebouwd in 1834 te Alblasserdam, 359 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;   

      Volgens scheepscorrespondentie van A.A. van der Linden o.a. uit New York, in bezit van Douwe Keizer te Amsterdam (info april 2007) was deze kapitein al in 1846 gezagvoerder op de “Factorij”.

 

en A.A. van der Linden als gezagvoerder gedurende:

*    1851 t/m 1853 van de bark “Padang”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 592 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam, Volgens Keizer, zie hiervoor, al in 1850 gezagvoerder;

*    1855 t/m 1856 van de bark “Padang”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 592 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;

*    1857 t/m 1859 van de bark “Vice Admiraal Gobius”, gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 595 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam. Volgens Keizer, zie hiervoor, al in 1855 gezagvoerder van de “Vice Admiraal Gobius”. Hoe dan de periode 1855-1856 op de “Padang” te verklaren?

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1846
Kapitein: Linden, Albertus Abraham van der

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.Jansen als gezagvoerder gedurende:

*    1832 t/m 1836 van de bark “Maria”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip is in 1836 verongelukt in de Golf van Mexico.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1850
Kapitein: JANSEN, P.

Familiegegevens en opleiding

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt L.Brons als gezagvoerder gedurende:

  • 1867 van de bark “Maria Paulina” ex Dankbaarheid, gebouwd in 1842 te Alkmaar, 287 ton o.m., varend voor W.J.Hidde Bok te Den Helder. Het schip is in 1867 gestrand bij Lemvig en wrak geraakt.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

Datum vanaf: 1864
Kapitein: Brons, L.

Algemene informatie

Kapiteins:

Datum

Naam

Type

Aanvrager

Plaats

Kapitein

 

1834-09-09

FACTORIJ

 

Minderop& Van Heel

Rotterdam

Parlevliet, J.

eerste zeebrief

1837-02-09

FACTORY

 

Minderop& Van Heel

Rotterdam

Parlevliet, J.

nieuwe zeebrief

1838-03-14

FACTORIJ

 

Minderop& Van Heel

Rotterdam

Janzen, P.

nieuwe zeebrief

1841-07-07

FACTORIJ

 

Minderop en Van Heel

Amsterdam

Zwart, A.W.

nieuwe zeebrief

1842-07-14

FACTORIJ

 

Minderop& Van Heel

Rotterdam

Zwart, M.J.

Turkse pas

1843-06-28

FACTORY

 

Minderop en van Heel

Rotterdam

Zwart, M.W./Turkse pas

nieuwe zeebrief/

1845-04-05

FACTORY

 

Boiten, H.L.

niet vemeld

Boiten, H.L.

nieuwe zeebrief

1846-04-06

FACTORIJ

 

Minderop& Van Heel

Rotterdam

Linden, A.A. van der

nieuwe zeebrief

1848-05-08

FACTORIJ

 

Minderop en Van Heel

Rotterdam

Linden, A.A. van der

nieuwe zeebrief

1850-03-27

FACTORIJ

 

Minderop& Van Heel, C.

Rotterdam

Jansen Jr., P.

eerste zeebrief

1851-05-09

FACTORIJ

 

Minderop& Van Heel

Rotterdam

Jansen, J.

nieuwe zeebrief

1857-10-30

FACTORIJ

 

Janzen, J.

niet vermeld

niet vermeld

zeebrief

1861-04-15

IDA EN ALBERTINA

 

Franken, A.

niet vermeld

Franken, T.

zeebrief niet vermeld

1863-04-24

IDA EN ALBERTINA

Bark

Franken, A.

Alkmaar

Kuneman, J.H.

 

1864-03-09

IDA EN ALBERTINA

Bark

Franken, A.

Alkmaar

Brons, L.

 

1865-08-07

IDA EN ALBERTINA

Bark

Franken, A.

Alkmaar

Bakker, P.C.G.

 

1834

DC 120834             
Dordrecht, 11 augustus. Gepasseerde zaterdag avond, omstreeks half 8 ure, is van de werf van de scheepsbouwmeester Cornelis Smit te Alblasserdam met het beste gevolg van stapel gelaten het Nederlands barkschip de FACTORY, groot ongeveer 170 lasten.
RC 060934             
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading.Naar Batavia, mede voor passagiers, DE FACTORY, kapt. J. Parlevliet.Adres ten kantoren van Hudig&Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer.
DC 141034             
Hellevoetsluis, Den 12 dito. Heden morgen zeilden naar zee: Zr.Ms. oorlogsbrik CURAÇAO, kapt. luit. Le Jeune, en FACTORY, kapt. J. Parlevliet, jr., naar Batavia.
RC 251034             
Rotterdam, 24 oktober. Kapt. L. Teunis (opm: kapt. Lourens Teunis Kerkstra, voerende de brik DE HOOP), van Suriname te Middelburg gearriveerd, rapporteert, dat hij gedurende de jongste storm met het schip DE FACTORY, kapt. J. Parlevliet jr., van Rotterdam naar Batavia, onder de Singels ten anker heeft gelegen.
RC 281034             
Rotterdam, 27 oktober. Het schip DE FACTORY, kapt. J. Parlevliet jr., van Rotterdam naar Batavia, is de 20e dezer met een gebroken anker te Ramsgate binnengelopen.
PGC 281034           
Londen, 23 oktober. Te Ramsgate is gister een openbare maaltijd gegeven, ter ere van de Hertog van Wellington, die door de aanzienlijksten der stad werd bijgewoond, waarbij ook tegenwoordig waren kapt. Parlevliet, van het Hollandse koopvaardijschip de FACTORY, van Rotterdam naar Batavia, dat tengevolge van ruwe weder in die haven binnengelopen was, benevens ook de kapitein Bouwmeester, het bevel voerende over een detachement troepen, aan boord van die bodem.

1836

JC 090436              
Batavia, 8 april. Alhier is aangekomen het Nederlandse schip FACTORIJ, kapt. J. Parlevliet, met enige passagiers en Zr.Ms. troepen, van Rotterdam de 10e december vertrokken.
DC 080936             
Hellevoetsluis, 6 september. Heden morgen arriveerden uit zee: ADELAAR, kapt. W. Smith, en FACTORY, kapt. J. Parlevliet jr., beiden van Batavia.

1837

RC 030137             
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:Batavia: het nieuw gekoperd Barkschip VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil.Idem: het Barkschip FACTORY, kapt. J. Parlevliet.Beide schepen hebben zeer goede inrichtingen voor passagiers.Adres ten Kantore van Hudig en Blokhuyzen, en Kuyper, Van Dam en Smeer
RC 020337             
Rotterdam, 1 maart. Den 1 maart zeilden JACOBUS, J. Lourens, NICKERIE, J. Bunnemeyer, VLASHANDEL, H.H. Uil, HARMONIE, B.J. Mulder, FACTORY, J. Parlevliet en CATHARINA, F. Rietmeyer naar Batavia, VENILIA, R.J. Kranenburgen, AMPHITRITE, J.A. Jaborg, naar New-York; TWEE VRIENDEN G.S. Bakker, en HILLECHINE, H.H. Brakke, naar Belfast, en de TREKVOGEL, J. Spanjersberg, naar Lissabon.
JC 030637              
Batavia, 31 mei. Heden zijn hier aangekomen De Nederlandse bark SUMATRA, kapt. E. Wobben, met een passagier, de 22e maart van Bengalen vertrokken, het Nederlandse schip GENERAAL VAN DEN BOSCH, kapt. J. Parlevliet, met acht passagiers en Zr.Ms. troepen, de 6e februari van Rotterdam vertrokken, en de Nederlandse bark FACTORIJ, kapt. J. Parlevliet, met een passagier, de 1e maart van Rotterdam vertrokken.
RC 161137             
Rotterdam, 15 november. Den 13 dezer arriveerde te Helvoetsluis J.C.J. VAN SPEYK, M.A. Smits, van Batavia, HOOP, F. Goertz, van Newport.Door de loodsboot no. 8 zijn loodsen overgegeven aan het schip FACTORY, kapitein Parlevliet, van Batavia.
RC 181137             
Rotterdam, 17 november. Den 16 dezer arriveerden FACTORY, J. Parlevliet Fz, van Batavia, JONGE MARGARETHA, J.K. Wijkmeyer, van Arendsburg (opm: Kuressaare); JOHANNA, H.T. de Jong, HARMONIE, G.E. Boer, en DE TWEELINGEN DANIEL EN WILCO, H.F. Klein, van Riga.

1838

JC 110838              
Batavia, 9 augustus. Gisteren zijn hier aangekomen het Nederlandse schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, met een aantal passagiers, vertrokken van Rotterdam de 4e mei, en de dito bark FACTORIJ, kapt. P. Jansen, vertrokken van Rotterdam de 22e april.

1841

AH 190141            
Gepraaid: 8 december; op 29º5’ NB 36º46’ WL: FACTORIJ, kapt. Jansen, van Batavia naar Rotterdam. 8 juli; op 6º12’ NB 17º WL: THETIS, kapt. Teensma, Amsterdam naar Batavia, aan boord was alles wel.
RC 080741             
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, mede voor passagiers, het Nederlands gekoperd barkschip FACTORY, kapt. M.W. Zwart, om de 13e dezer van hier te vertrekken.Adres ten kantore van Hudig&Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer.

1842

JC 301142              
Batavia, 28 november. De 27e dezer zijn hier aangekomen de dito bark FACTORIJ, kapt. M.W. Zwart, vertrokken van Rotterdam de 2e augustus, en de dito bark BEURS VAN ROTTERDAM, kapt. W.C. Veenstra, vertrokken van Rotterdam de 14e augustus.

1843

RC 170643             
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:Naar Batavia, het Nederlands gekoperd barkschip JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke.Naar Batavia, het Nederlands gekoperd barkschip FACTORY, kapt. M.W. Swart.Hebbende beide schepen uitmuntende inrichtingen voor passagiers en voerende een bekwame scheepsdokter.Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
JC 111143              
Scheepsberichten. Batavia. Aangekomen.7 november. Nederlandse bark FACTORIJ, kapt. M.W. Zwart, vertrokken van Rotterdam de 2e augustus; dito bark DOROTHEA HENRIETTA, kapt. J.R. Theedens, vertrokken van Makassar de 30e oktober met Zr.Ms. troepen.

1845

DC 030445             
Dordrecht, 2 april. Door de Nederlandsche HandelMaatschappij zijn in het geheel voor deze maand bevracht de navolgende schepen: (o.a.) Voor Rotterdam: BATAVIA, kapt. J.A. Pronk; STAD SCHIEDAM, kapt. J.P. Andriessen; J.C.J. VAN SPEIJK, kapt. H. Noltée; HOOP VAN ALBLASSERDAM, kapt. A. Pronk; FACTORIJ, kapt. M.W. Zwart; GÉRARDINA, kapt. N.J. Wilsch; SARA LIJDIA, kapt. B. van der Tak; NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert.
JC 130845              
Batavia, 9 augustus. Gisteren zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip STAD SCHIEDAM, kapt. J.P. Andriessen, met twee passagiers, vertrokken van Schiedam de 25e april, het dito schip WILHELMINA LUCIA, kapt. J.P. Carst, met twee passagiers, vertrokken van Amsterdam de 18e april, de dito bark FACTORIJ, kapt. H.L. Bolten, vertrokken van Rotterdam de 24e april, en het dito schip PIETER FLORISZ, kapt. F.A. Begemann Sietzes, vertrokken van Amsterdam de 23e april.

1846

DC 010946             
Dordrecht, 31 augustus. Door de Nederlandsche HandelMaatschappij zijn bevracht geworden, de navolgende schepen, als: (o.a.) Voor Rotterdam: JEANNETTE, kapt. S. Halfweg; ANTHONIJ, kapt. H. Poort; FACTORY, kapt. A.A. van der Linden; RHOON EN PENDRECHT, kapt. F. Fokkens; GERARDINA, kapt. M.J. Witsch.

1847

JC 230147              
Batavia, 19 januari. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark SPHYNX, kapt. W.H. Cramer, de 20e september vertrokken van Hellevoetsluis, de dito bark FACTORIJ, kapt. A.A. van der Linden, de 18e september vertrokken van Rotterdam, en het dito schip PALEMBANG, kapt. C.M. Corbière, met een passagier, de 18e september vertrokken van Amsterdam.

1848

DC 290448             
Dordrecht, 28 april. Door de Nederlandsche HandelMaatschappij zijn bevracht de volgende 24 schepen: (o.a.) Voor Rotterdam: SAMARANG, kapt. D. Steur; NOVA-ZEMBLA, kapt. L. Heykoop; NEDERWAARD, kapt. M.D. Meijer; JEANNETTE, kapt. S. Halfweg; MAASNYMPH, kapt. A.J. Ihlower; OUD-NEDERLAND, kapt. J.L. de Boer; DELFT, kapt. B.J. Muller; FACTORY, kapt. A.A. van der Linden; BATAVIER, kapt. H.H. Uil; STAD THIEL, kapt. E.M. Chevalier, (liggende te Dordrecht).

1850

NRC 310550          
Rotterdam, 30 mei. Door de Nederlandsche HandelMaatschappij zijn bevracht de volgende schepen: (o.a.) Voor Rotterdam: DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, kapt. Pott, JOHANNES MARINUS, kapt. van Delft, FACTORY, kapt. Jansen Jr, ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. Schuijl, JAN DANIEL, kapt. Zeeman, INDIA, kapt. Pronk, BEURS VAN ROTTERDAM, kapt. Veenstra, ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. Glazener, EDUARD, kapt. de Winter, SOURABAIJA, kapt. Swarts, en ELISABETH, kapt. Serlé.

1852

NRC 210452          
Rotterdam, 20 april. Door de Nederlandsche HandelMaatschappij zijn heden bevracht de volgende 32 schepen: (o.a.) Voor Rotterdam: BOREAS, kapt. P.G. Visser; EMILIE, kapt. P.F. Marker; VICE ADMIRAAL GOBIUS, kapt. M.W. Zwart; SOERABAYA, kapt. A.M. Swarts; FACTORY, kapt. J. Jansen; EDUARD, kapt. J.M. de Winter; PADANG, kapt. A.A. van der Linden en STAD TIEL, kapt. W.B. Derks.
110952              
Batavia, 10 september. Alhier zijn aangekomen: de 6e september het Nederlandse schip CHRISTINA, kapt. O.P. Lap, vertrokken van Liverpool de 18e mei; de 9e september het Nederlandse schip (opm: bark) ZEEMANSHOOP, kapt. D. Duinker, vertrokken van Amsterdam de 25e mei, het Nederlandse schip FACTORIJ, kapt. J. Janzen, vertrokken van Boston de 29e mei, en de 10e september het Nederlandse schip JACOBA, kapt. F.J. Bourssewils, vertrokken van Simons-baai (opm: Zuid Afrika) de 4e augustus.

1853

NRC 280653          
Rotterdam, 27 juni. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn op heden bevracht de navolgende 35 schepen, als: (o.a.) Voor Rotterdam: ALBLASSERDAM, kapt. P.G. Pott; AUSTRALIE, kapt. R.A. Tange; PIO NONO, kapt. J.D. Nordlohne; IDA ELIZABETH, kapt. M.A. Overgaauw; FACTORIJ, kapt. J. Jansen; ROTTERDAM, kapt. P. Vis; NOORD, kapt. H.R. Rubaak; MENADO, kapt. P.A. Schaap; CORTGENE, kapt. J.A. Scott; ROBERTUS HENDRIKUS, kapt. R.H. Mulder.

1855

NRC 210255          
Rotterdam, 20 februari. De rederij van het Nederlandse schip (opm: bark) FACTORIJ, kapt. Janzen, bestemd via Liverpool naar Batavia, thans liggende in de buitenhaven van het Voornsche kanaal, heeft het uitijzen (opm: in open water brengen) en in zee brengen van die bodem aanbesteed voor een som van zevenhonderd gulden; het ijs is gebroken en het schip ligt reeds aan de mond van de haven, doch het menigvuldige drijfijs maakt het vooralsnog onmogelijk om het naar zee te brengen.
NRC 300655          
Rotterdam, 29 juni. Door de Nederlandsche HandelMaatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen, als: (o.a.) Voor Amsterdam: IDA, kapt. F.W. Mulder; ZORGVLIET, kapt. F.H. Groote; JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. J. Verloop; JOHANNA HENDRIKA, kapt. K. Hoek; PEKING, kapt. A.J.T. Tydeman; DOROTHEA, kapt. A. van der Kolk; JACOB ROGGEVEEN, kapt. J. Vos van Marken; CASTOR, kapt. P. Esink; ALIDA WILLEMINA, kapt. G.E. Doornbos; AMSTERDAM, kapt. C. Tjebbes; TASMANIA, kapt. B.J. Jonker; SENIOR, kapt. K.L. Swart; LOUISA, kapt. J.C. Siedenburg; FACTORIJ, kapt. J. Jansen, TONIA, kapt. C.F. Zeeman, en KEMANGLEN, kapt. H.H. Smit, alle drie van Rotterdam; LOOPUYT, kapt. C.C. Bouwmeester, van Schiedam; ADMIRAAL VAN HEEMSKERK, kapt. J. Koning, en OUD ALBLAS, kapt. N.N, beide van Dordrecht.
JB 031155              
Batavia, 2 november. Heden is hier aangekomen de Nederlandse bark FACTORIJ, kapt. Jansen, komende van Liverpool.

1857

NRC 030457          
Batavia, 11 februari. Vrachten. Het getal der bij het vertrek der vorige mail nog onbevrachte schepen werd door talrijke arrivementen weder vergroot, waardoor de vooruitzichten nog ongunstiger te noemen zijn, en ook weer iets lagere vrachten geaccepteerd werden. De volgende Nederlandse schepen werden gecharterd naar Amsterdam: WILHELMINA CATHARINA à NLG 67,50 voor suiker en NLG 65 voor rijst te Samarang te laden; ALBATROS NLG 70 voor suiker en NLG 65 voor rijst, te Soerabaja te laden; LEWE VAN NYESTEYN NLG 65 voor suiker en NLG 62,50 voor rijst, hier te laden; WATERGEUS NLG 70 voor suiker en NLG 65 voor rijst te Soerabaja in te nemen; ADRIANA PETRONELLA à NLG 65 voor suiker te Samarang te laden; VLAARDINGEN bedingt NLG 70 voor suiker te Soerabaja te laden; ZEENIMPH NLG 67,50 voor suiker te Pekalongan; TELEGRAPH laadt koffij te Padang à NLG 82,50; VAN BOSSE bedingt NLG 5000 per maand van Samarang naar Shanghai, RESIDENT VAN SON is voor twee reizen van Sumanap naar Tjilatjap met zout à NLG 1000 per reis ingehuurd. Voor eigen rekening laden HENDRINA, OUDERKERK AAN DE AMSTEL, JANNETJE, BEZOEKIE en NOORDSTER. MARY HILLEGONDA laadt rijst te Samarang naar Shanghai à USD 0,60 per picol. Door de agenten wordt beladen Nederlands MARIA AGNES. De volgende Nederlandse schepen zijn nog zonder destinatie waarvan echter nog verscheidene hier en op de kust moeten lossen: COMMISSARIS DES KONINGS VAN DER HEIM, ZUID-BEVELAND, LAURENTIUS EN EMILIA, NEDERLAND, JASON, CORNELIA, IDA ELISABETH, ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, MARGARETHA JOHANNA, MARIANNE, ZWARTE ZWAAN, FACTORY, SCHOUWEN, CHRISTIAAN HUIJGENS, KANDANGHAUER.

1858

NRC 151258          
Rotterdam, 14 december. Door de Nederlandsche HandelMaatschappij zijn bevracht de navolgende 5 schepen: (o.a.) Voor Rotterdam: FACTORIJ, kapt. J. Jansen.

1860

ZZC 040160           
Brouwershaven, 3 januari 1860. Alhier zijn binnengekomen: de 1e dezer HENDRIKA, kapt. W. van Aalborg, van Batavia naar Rotterdam, de 2e dito, CONSTANCE, kapt. M. Kimmerer, van Padang, en FACTORY, kapt. J. Jansen, van Batavia, beide naar Rotterdam.
NRC 070260          
Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndregt, W. van Dam, H.Hzn, W.H. Montauban van Swijndregt en B.C.D. Hanegraaff, te Rotterdam, zijn van mening, als lasthebbende van hunne meesters, op dinsdag de 28e februari 1860, des middags ten twaalf ure, in de zaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, Wijk 1, No. 499, publiek te veilen de navolgende snelzeilende, gekoperde en kopervaste Nederlandse schepen, als:
- Het barkschip FACTORY (opm: FACTORIJ), gevoerd door kapt. J. Janzen, volgens meetbrief lang 30 el 30 duim, wijd 6 el 2 duim, hol 4 el 43 duim, en alzo groot 359 tonnen of 190 lasten. Met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, geschut, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventarissen, zoals dezelve zijn liggende in de Westerhaven te Rotterdam. Nog zullen afzonderlijk worden geveild de chronometers.
NRC 290260          
Publieke verkopingen in de zaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat te Rotterdam op dinsdag 28 februari:
- Nederlands barkschip FACTORY (opm: FACTORIJ), groot 359 tonnen of 190 lasten. Verkocht om NLG 10.000.
- Nederlands barkschip CAROLINA, groot 835 tonnen of 441 lasten. Opgehouden om NLG 12.500, zijnde later uit de hand verkocht. (Opm. Alle bronnen geven aan dat de FACTORIJ is herdoopt in IDA & ALBERTINE. Een officieel bewijs is nog niet gevonden)

1862

NRC 030262          
Texel, 1 februari. Het Nederlandse schip IDA ALBERTINA, kapt. Franken, van Newcastle naar Konstantinopel (opm: Istanbul), is alhier wegens lekkage binnengelopen. 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.312 Foto DVD IV – 031,032 _________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: de FACTORIJ

Plaats en datum acte bijlbrief, Alblasserdam, 3 september 1834

Soort schip bark

Bouwwerf / verkoper Cornelis Smit, scheepsmaker te Alblasserdam

Gevoerd door kapt. Jacob Parlevliet, Katwijk aan Zee (mede-aandeelhouder)

Eigenaar / aankoper Minderop & Van Heel, tevens boekhouders van het schip, Rotterdam (7/48e part), Jan Smit, Nieuw Lekkerland
(8/48e part), Jacob Mees, Rotterdam, (7/48e part),
Johannes Kolff, Rotterdam (7/48e part), Jacob Parlevliet, Katwijk aan Zee (3/48e part) en Cornelis Smit, Alblasserdam 12/48e part

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 194 lasten

Tuigage en aantal dekken 2 dekken

Afmetingen : volgens meetbrief: lang 30,80 m., breed 5,89 m., hol 4,54 m.
volgens bouwgegevens: lang in de kiel 28,90 m., lang over stevens 31,86 m., breed 8,28 m., hol in het ruim 3,56 m.,
hol tussen dek 2,06 m.

Kiellegging 9 augustus 1833

Tewaterlating 9 augustus 1834

Plaats en datum van registratie Papendrecht, 30 augustus 1834

Nummer van registratie deel 27, folio 13, verso, vak 6 en 7

Notaris C.A. Pijl, burgemeester van Alblasserdam, scheepsbouwmeesters verklaring


Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden



Researcher/datum research ML/010407

Naam FACTORIJ (de)
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1834
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Alkm.207.559-21

DVD XI – 238 - 242
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip FACTORIJ

plaats en datum acte openbare vrijwillige verkoping, Rotterdam, 28 februari 1860

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper firma Minderop & Van Heel, kooplieden en scheepsreders (boekhouders van het schip en 7/48e part), de heren Govert en Jan Rudolf Mees (7/48e part), en Jan Kolff (7/48e part), allen te Rotterdam, en erven wijlen Cornelis Smit, Alblasserdam (27/48e part).

gevoerd door kapt. J. Janzen

eigenaar/aankoper Albert Franken, Alkmaar

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 359 tonnen of 190 lasten (meetbrief Rotterdam, 8 januari 1855)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 30,30 x 6,02 x 4,43 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 2 maart 1860

nummer van registratie deel 6, folio 150, vak 3

notaris Willem Joannes Rietstap, griffier kantongerecht Rotterdam

prijs NLG. 10.000,-

Bijzonderheden: de verkoping vond plaats in de zaal hoek Scheepsmakershaven en Bierstraat te Rotterdam en als verkopende makelaars traden op François Nicolaus Montauban van Swijndregt, Willem van Dam H.H.zoon, Willem Hubertus Montauban van Swijndregt en Balthazar Constantijn Diederik Hanegraaff, makelaars te Rotterdam.
(tegelijk werd geveild door dezelfde verkopers Minderop & Van Heel te Rotterdam het barkschip PRESIDENT RAM, waarvan 9/10e part werd gekocht door dezelfde firma Minderop & Van Heel te Rotterdam. Deze verkoping werd niet ingeschreven in Alkmaar, doch er werd in de Alkmaarse inschrijving wel terloops melding van gemaakt)



researcher/datum research: ML / 030808

Naam FACTORIJ
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1860
Toegang 207
Inventaris 559

Bronnen

Jaar: 1834
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BIJLBRIEF: ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag / archiefnummer Rott.3.03.56.65.312

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Bram Belder – De Ouwe Werf – van Cornelis Smit tot Cornelis Verolme 1812 – 2005 – Uitgeverij De Stroombaan 2005.
AH = AlgemeenHandelsblad
DC = Dordrechtsche Courant
JB = Java Bode
JC = Javasche Courant
NRC = NieuweRotterdamsche Courant
NSC = NederlandscheStaats Courant
PGC = ProvincialeGroninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZZC = Zierikzeesche Courant

Jaar: 1860
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: ACTE KOOP/VERKOOP Archiefnummer Alkm.207.559-21 - DVD XI – 238 - 242