1830
DC 270330
Amsterdam, 24 maart. Gisteren is met het beste gevolg van stapel gelopen, het voor rekening van de heren Corn. Frymersum en Zoon, door de scheepsbouwmeester Corns. van Swieten, op zijn werf Hollandia, gelegen aan het einde der Groote Wittenburgerstraat, gebouwde koopvaardij-fregatschip, genaamd MINERVA, groot G.M. 500 tonnen.
AH 120630
Advertentie. Van Amsterdam zal in deze maand juni vertrekken: het extra op de zeilage nieuw gebouwd en gekoperd fregat-schip, genaamd MINERVA, gevoerd bij kapt. G.H. Ahlers. Die genen, welke als passagiers derwaards vertrekken en van deszelfs bijzonder daartoe ingerichte kajuit gebruik willen maken, gelieven zich te adresseren bij de cargadoors
Hoijman & Schuurman te Amsterdam.
Op 11 juni 1830 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de MINERVA, aangevraagd door C. Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor G.H. Ahlers als kapitein. Tevens een Turkse pas naar Batavia.
1831
RC 040631
Amsterdam, 2 juni. Volgens particuliere brieven van Batavia, van den 12 en 13 januari, over Bordeaux ontvangen, zou in het laatst van die maand van daar naar Amsterdam vertrekken het schip MINERVA, kapt. G.H. Ahlers en waarschijnlijk daarna gevolgd worden door het schip DE NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struyk, hetwelk reeds bezig was met een lading, insgelijks voor Amsterdam in te nemen.
AH 110631
Scheepstijdingen. Den 8 februari lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. korvetten, ANNA PAULOWNA en POLLUX en fregat RUPEL. De Nederlandse schepen MINERVA, kapt. G.H. Ahlers; DE NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struik, (den 10 naar Amsterdam vertrokken); DE VRIENDEN, kapt. Lelsz; HELENA CHRISTINA, kapt. Martens (reeds te Rotterdam gearriveerd); ANTHONIJ, kapt. Schaap; DE VIER GEBROEDERS, kapt. Lupcke; ANNA CATHARINA, kapt. Veer, (van Japan); NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, (van Japan); DE STAD ANTWERPEN, kapt. Bulsing; DIANA, kapt. Nannings; VASCO DE GAME, kapt. Brandaris; FORTITUDE, kapt. De la Fontaine; ORTELIUS, kapt. Claijes; HARRIET, kapt. Zeeberg en brik PIETER EN KAREL, kapt. Poppen; het Engels schip HERO en de Amerikaanse schepen BENGAL en WASHINGTON.
AH 180631
Scheepstijdingen. Kapitein J.A. Witsen, voerende de ZEEMANSHOOP, van Canton, den 15 dezer in Texel binnen, rapporteert dat den 22 april van St. Helena vertrokken is, de NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struik, den 25 dito de MINERVA, kapt. G.A. Ahlers beide naar Amsterdam.
AH 210631
Texel, 18 juni. Binnengekomen: DE NEDERLANDEN, kapt. Arie Jansen Struyk, van Batavia; MINERVA, kapt. Ahlers, van Batavia; MARIA EN JACOBA, kapt. S. van Duijn, van Curaçao; DE VREDE, kapt. Meijer, van Londen; DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.P. Schoonhoven, van Londen;
Op 1 september 1831 werd een Turkse pas verstrekt voor de MINERVA, aangevraagd door C. Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor G.H. Ahlers als kapitein.
AH 041031
Texel, 30 september. Vertrokken: MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, naar Batavia; ELISABETH, kapt. L. le Febre, naar Bayonne; VROUW GELIDA, kapt. M. Louwrens, naar Londen; JOHANNA GEBINA, kapt. R.H. Nagel, naar Schotland.
RC 241131
Rotterdam, 23 november. Het schip MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Amsterdam naar Batavia, te Dartmouth binnen, heeft den 12 dezer de reis voortgezet.
1832
RC 050432
Rotterdam, 4 april. Volgens brief van kapt. G.H. Ahlers, voerende het schip MINERVA, van Amsterdam naar Batavia, in dato Bahia den 23 januari, was hij aldaar lek binnengelopen; men was bezig met het lossen van de lading, ten einde het schip over kant te kunnen halen, om het lek te zoeken.
RC 210832
Rotterdam, 20 augustus. Het schip MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Amsterdam naar Batavia, te Bahia binnen ( bevorens reeds gemeld), heeft den 25 mei de reis vervolgd.
1833
AH 020233
Scheepstijdingen. Men meldt uit Plymouth, dd. 27 januari, dat de Hollandse schepen ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Govert Blom, JOHANNES ARNOLDUS, kapt. Pieter Jacobus Kerkhoven en MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, alle drie van Batavia naar Amsterdam bestemd, door het Engelse oorlogschip ROVER aangehouden en aldaar binnengezonden zijn. (opm: dit hangt samen met de door Engeland en Frankrijk ingestelde boycot van de Nederlandse vlag als politiek drukmiddel om na de afscheiding van België ook voor Belgische schepen vrij verkeer op de Schelde toe te laten; niet veel later was dit een feit)
AH 090233
Lijst van Hollandse schepen, in Engeland onder embargo, te Plymouth aangehouden door Sir George Young, commanderende het oorlogsschip ROVER:
De MINERVA, van 450 tonnen, kapt. G.H. Ahlers.
De ANTHONIUS EN CORNELIA, van 300 tonnen, kapt. G. Blom.
De JOHANNIS ARNOLDUS, van 250 tonnen, kapt. P.J. Kerkhoven.
Te Rochester: Het schip HENRIETTE EN HENRI, kapt. F.J. Vlieger, 324 tonnen, 19 man equipage, waarvan 10 Hollanders en 9 Duitsers, in de Noordzee aangehouden door het oorlogschip CONWAY en naar Rochester opgezonden.
Alle vier van Amsterdam en derwaarts gedestineerd van Batavia.
AH 210233
Zie hier een opgaaf der ladingen koffij in Engeland onder embargo liggende:
- Voor Amsterdam, aan de Nederlandsche Handel Maatschappij: CLARA HENRIETTA, kapt. W. Blom, 3.271 balen; HENRIETTE CLASINA, kapt. J.B. Fuchs, 7.131 balen; MINERVA, kapt. Ahlers, 3.886 balen; HENRIETTE EN HENRI, kapt. Vlieger, 2.831 balen; CATHARINA ELIZABETH, kapt. Lutjes, 2.170 balen; DE ZEEUW, kapt. J.J. ter Hofstede, 3.591 balen, totaal 22.880 balen.
- Voor Rotterdam aan particulieren: HARM, kapt. P. Rynbende, MARIA, kapt. J.A. Pronk; DE INDIAAN, kapt. H. Peter, tezamen 7.000 balen
- Voor Amsterdam aan particulieren: ANTONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom; JOHANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven en IDA ALEYDA, kapt. J. Sipkes Fzn, tezamen 9.825 balen.
Welke schepen alzo tezamen 39.705 balen hebben aangebracht.
JC 160433
Batavia, 13 april 1833. Lijst der uit Nederlands Indië vertrokken schepen, welke tussen de 1e september en de 5 december l.l. (opm: 1832) St. Helena hebben aangedaan:
26 november: het Nederlandse schip MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Batavia naar Amsterdam
AH 120633
Binnengekomen:
Texel, 10 juni. HENRIETTA CLASINA, kapt. J.B. Fuchs, van Batavia, l. v. Portsmouth; TWEE JONKVROUWEN, kapt. J.M. Steginga, van Londen; ANTONIA, kapt. kapt. E. Speelman, van Newcastle; ELISE, kapt. J.G. Boon, van Newcastle; ZEVEN GEBROEDERS, kapt. H.J. Wiede, van Koningsbergen. Buitengaats liggen nog ten anker: MINERVA, kapt. G.H. Ahlers,, JOHANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven en ANTONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, van Batavia, l. v. Plymouth.
RC 130633
Rotterdam, 12 juni. Het schip DE HERSTELLING, kapt. B.P. de Jonge , van Fredrikshaven naar Middelburg, te Douvres opgebracht. Heeft de 3e dezer de reis voortgezet.
De schepen ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. C. Blom, JOANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven en MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, alle drie van Batavia en ATALANTA, kapt. C. Meyer, van Suriname, alle vier naar Amsterdam, te Plymouth opgebracht, hebben hun reis vervolgd.
JC 030733
Voor zo ver wij voorlopig hebben kunnen bespeuren, zijn in de uit Nederland ontvangen berichten tot 16 maart weinig bijzonderheden omtrent de stand van zaken der Belgische kwestie vervat. Niettegenstaande de voortdurende maatregel van het embargo hadden evenwel de Nederlandse schepen VEREENIGING, kapt. Herman, van Batavia naar Amsterdam, en SNELHEID, van Smirna, in Texel weten binnen te komen. De JONGE ADRIANA, kapt. W. Schaap, van Batavia naar Rotterdam, was te New York binnen gelopen. Het schip VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. D.B. Lutjens, hetwelk wij vroeger meldden dat door het Engelse oorlogsschip CONWAY was aangehouden, is naar luid der Lloyd’s lijst van de 22e februari l.l. te Chatham opgebracht. Ditzelfde had in het begin van februari plaats met de HENRIETTE EN HENRY, kapt. F.J. Vlieger, van Batavia naar Amsterdam. De 27e januari is de MINERVA, kapt. Ahlers, van Batavia naar Amsterdam, in een lekke staat te Plymouth opgebracht, en de 23e februari te Sheerness de NEDERLANDSCHE NIJVERHEID, kapt. Von Lindern.
AH 210833
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip MINERVA, kapt. G.H. Ahlers.
Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Comp., Hoyman en Schuurman en De Vries en Comp.
AH 230833
Advertentie. Voor passagiers en goederen, van Amsterdam naar Batavia zal tegen het laatst van september aanstaande vertrekken: Het Nederlands gebouwd snelzeilend gekoperd tweedeks fregatschip MINERVA, gevoerd door kapt. Gerrit Hendrik Ahlers, personen of families welke als passagiers van deszelfs bijzonder daartoe ingerichte kajuit voor de overtocht naar Java wensen gebruik te maken gelieven zich te adresseren bij de cargadoors Hoyman en Schuurman.
Op 18 september 1833 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MINERVA, aangevraagd door C. Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor G.H. Ahlers als kapitein. Tevens een Turkse pas.
JC 250933
Het blijkt uit een opgave van de ladingen van de volgende schepen, die op reis van Batavia, Suriname en Demerarij naar Nederland opgebracht en onder embargo gelegd waren, dat dezelve, onder anderen, bestonden in een gezamenlijke hoeveelheid van 42.001 balen koffie, waarvan 31.101 balen van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, welke niet vóór in de veiling van oktober aanstaande, op de Nederlandse markt zouden kunnen worden gebracht. Men dacht dat de schepen, die in Amerika en elders waren binnen gelopen, nog voor het najaar in Nederland zouden kunnen aankomen. De lading van ieder uit Batavia gezeild schip, was samengesteld als volgt:
|
pikols |
pikols |
pikols |
stuks |
bossen |
|
|
koffij |
suiker |
tin |
huiden |
bindrotting |
diversen |
Naar Amsterdam: |
|
|
|
|
|
|
CLARA HENRIETTE |
2714 |
1826 |
|
|
|
|
HENRIETTE EN HENRIJ |
1900 |
2200 |
|
|
|
|
HENRIETTE CLASINA |
5629 |
4924 |
150 |
|
|
|
IDA ALEIJDA |
1500 |
3250 |
2700 |
2130 |
|
een partij arak |
ANTONIUS CORNELIA |
3095 |
622 |
550 |
|
50 |
40 lg noten |
MINERVA |
3800 |
3000 |
|
2050 |
500 |
200 pikols peper |
JOHANNES ARNOLDUS |
2937 |
387 |
394 |
2000 |
|
|
DE VROUW CATHARINA ELISABETH |
2200 |
2000 |
200 |
|
269 |
een partij indigo |
Naar Rotterdam en Middelburg: |
|
|
|
|
|
|
DE HARMONIE |
1082 |
1908 |
200 |
|
200 |
|
DE MARIA |
569 |
31 |
1350 |
|
|
|
DE ZEEUW |
2646 |
2278 |
|
|
|
een partij indigo |
DE INDIAAN |
|
3587 |
100 |
200 |
438 |
28 lg arak |
DE NEDERLANDSE NIJVERHEID |
3813 |
3600 |
300 |
1270 |
1000 |
148 pikols kurkuma |
DE PRINS VAN ORANJE |
4000 |
8600 |
|
1872 |
|
755 pik.do., 640 do. nagel |
|
|
|
|
|
|
298 lg. specerijen |
DE WILLEM |
2800 |
960 |
600 |
|
47 |
|
DE JAVA |
2500 |
4302 |
300 |
|
200 |
536 pikols nagelen |
|
|
|
|
|
|
91 lg specerijen |
In de schepen die van Suriname en Demerarij bestemd waren naar Amsterdam, was in de ATALANTA, geladen 1.900 balen koffie en in de JEANETTE en de PARAMARIBO, alsmede in de naar Rotterdam en Middelburg bestemde schepen NICKERIE en PAULINE, suiker, waarvan de hoeveelheid echter niet vermeld is.
AH 031033
Uitgezeild:
Texel, 1 oktober. MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, naar Batavia; AGNETA, kapt. P.H. Hollander, naar Port a Port; JONGE SIMON, kapt. A. Sluyk en LISETTE CAROLINE, kapt. F.M. Gnodde, naar Bordeaux.
1834
JC 080234
Batavia, 5 februari. Heden is alhier aangekomen het Nederlandse fregatschip MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Amsterdam vertrokken de 1e oktober.
AH 150834
Binnengekomen:
Texel, 13 augustus. MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Batavia; DE JONGE JACOB, kapt. V.H. Kramer, van Manati, op het eiland Portorico.
AH 150834
Carga-lijsten Amsterdam: MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Batavia met koffie, suiker, huiden en bindrottingen. DE JONGE JACOB, kapt. V.H. Cramer, van Portorico, met tabak, kwassiehout, geelhout en mahoniehout;
AH 100934
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip MINERVA, kapt. Gerrit Hendrik Ahlers, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Comp, Hoyman en Schuurman en De Vries en Comp.
AH 311034
Uitgezeild;
Texel, 29 oktober. IMMEGONDA SARA CLASIENA, kapt. H. Zoetelief en MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, beide naar Batavia; ANNA LOUISA, kapt. J.K. de Jong en ONDERNEMING, kapt. R. Dekker, beide naar Suriname; BELVEDERA, kapt. J.J. Weyer, naar Charleston;
1835
RC 240135
Rotterdam, 23 januari. Kapt. G.H. de Bruin, van Batavia, Soerabaya en Passaroeang, laatst van St. Helena, van waar hij de 3e december was vertrokken, in Texel binnen, rapporteert, de volgende dag in goede staat gepraaid te hebben de bark DE ONDERNEMING, kapt. H. Eeltje, van Batavia naar Middelburg, zijnde 4 uren vóór hem mede van St. Helena vertrokken en hebbende alstoen 80 dagen reis; als mede de 15e dito, op 04º08’ NB 22º10’ WL, de schepen ORTELIUS, kapt. D.G. Nissen, 32 dagen reis hebbende van Rotterdam naar Batavia en MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, 50 dagen reis hebbende van Amsterdam naar Batavia.
JC 140335
Te Batavia is aangekomen de 12e maart: het Nederlandse schip MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, de 30e oktober vertrokken van Amsterdam.
AH 040835
Binnengekomen:
St. Helena, 10 juni. AURORA, kapt. J.A. de Haas, van Batavia, dezelve is de volgende dag naar Amsterdam vertrokken; DE PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia, dezelve heeft de volgende dag de reis naar Rotterdam voortgezet. 11 juni. MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Batavia. 12 juni. GENERAAL CHASSE, kapt. M. Harkema, van Batavia.
Scilly (op de hoogte van), 23 juni. SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen en SURINAME, kapt. R. v.d. Mey, van Suriname.
AH 240835
Binnengekomen:
Texel, 21 augustus. MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Batavia; MARIA EN JACOBA, kapt. D. Bart, van Curaçao; LANGELAND, kapt. O. Sem, van Drammen.
AH 240835
Carga-lijsten Amsterdam: MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Batavia met koffie, suiker, indigo, kamfer, peper en bindrottingen; HENDRIKA, kapt. K.B. de Weerd, van Suriname met suiker; JOANNA JACOB, kapt. D.J. Bart, van Curaçao met tabak, katoen, cacao, indigo, orchillagras, pinda’’s, oranjeschillen, sigaren, koffie, wol en gras;
Op 31 oktober 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MINERVA, aangevraagd door C. Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor G.H. Ahlers als kapitein.
AH 121235
Uitgezeild:
Texel, 10 december. VROUW HENDRIKA, kapt. H. Zoetelief, SARA MARIA, kapt. J.J. Reinhardt, NEERLANDS INDIË, kapt. J. Veening en MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, alle vier naar Batavia;
1836
JC 230436
Batavia, 22 april. Alhier is aangekomen de 20e dezer het Nederlandse schip MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Amsterdam de 10e december vertrokken.
1838
ZP 030538 – 70
Het schip (opm: fregat) MINERVA, kapt. Ahlers, den 19 december van Batavia naar Amsterdam vertrokken, is den 14 februari bij de Kaap de Goede Hoop gepraaid, zijnde lek en met meer andere schade. Het was in de Tafelbaai aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen, doch in de nacht tussen den 12 en den 13 dito met harde zuid-oosten wind van een anker en ketting weggeslagen, doch zette alstoen, den 14 februari, weder koers naar genoemde baai.
Op 20 september 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MINERVA, aangevraagd door C. Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor P.S. Matzen als kapitein.
1839
ZP 030739 – 432
Gearriveerd te Batavia:
7 maart: Matsen, MINERVA, van Amsterdam, 149 dagen reis, is de 14de dito naar Soerabaija vertrokken.
ZP 220739 – 448
De 31e maart lagen ter rede van Soerabaya de schepen LUCIA MARIA, kapt. Wente, OCEAAN, kapt. Sunderdorp, ELISABETH ANTHONIA, kapt. Veer, NEDERLANDSCH KONINGIN, kapt. Hahn, WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppe, EUGENIE, kapt. Klimp, BATAVIA, kapt. Pronk, OOST INDIËN, kapt. Blom, KOLONEL KOOPMAN, kapt. Schuchard en MINERVA, kapt. Matsen.
ZP 090839 – 464
Volgens brief van Batavia van de 22e april, zouden van daar vertrekken de schepen STAD AMSTERDAM, kapt. Blokzijl naar Amsterdam, 25 en 27 april DE RHYN, kapt. Brandligt, naar Amsterdam, begin van mei, MINERVA, kapt. Matzen en NASSAU, kapt. Visser, naar Amsterdam, beide medio mei, en PRINCES MARIANNE, kapt. Scott, naar Rotterdam. De 11de april lagen ter rede van Soerabaija, de schepen LUCIA MARIA, kapt. Wente, OCEAAN, kapt. Sunderdorp, WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen, OOST INDIËN, kapt. Blom, KOLONEL KOOPMAN, kapt. Schuchard, MINERVA, kapt. Matzen, ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. Kraaij en HELENA CHRISTINA, kapt. Martens.
ZP 240839 – 477
De 18e april lagen ter rede van Soerabaija de schepen OCEAAN, kapt. Sunderdorp, WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppe, OOST INDIËN, kapt. Blom, KOLONEL KOOPMAN, kapt. Schuchard, MINERVA, kapt. Matsen, HELENA CHRISTINA, kapt. Martens, EENDRACHT, kapt. Giesecke, en de RHYN, kapt. Brandligt.
ZP 020939 – 484
De 1e mei lagen te Soerabaya ter rede de schepen WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen, MINERVA, kapt. Matsen, EENDRAGT, kapt. Gieseken, PALEMBANG, kapt. Van der Hucht en ANTHONY.
ZP 180939 – 498
De 15de mei lagen ter rede van Soerabaija de schepen: WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen, MINERVA, kapt. Matsen, EENDRAGT, kapt. Gieseken, STAD UTRECHT, kapt. Rolff en PAULINA, kapt. Hoffman.
ZP 210939 – 501
De 5e juni lagen ter rede van Batavia: Zr.Ms. korvet VAN SPEYK, kapt. Van der Straten, de schepen: WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen, BLANCA, kapt. Ten Ham, MINERVA, kapt. Maizen, HENRIËTTE CLASINA, kapt. Hofman, REGENT, kapt. Nordlohne, JACOBA MAURINA, kapt. De Haas, HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk, VERONICA, kapt. Doeksen, EENDRAGT, kapt. Gieseke, VIRGINIA ET GABRIELLA, kapt. … en GEORGE WASHINGTON, kapt. Probst.
Volgens brief van Batavia van de 5e juni zouden vandaar vertrekken de schepen MINERVA, kapt. Matzen, 6/7 juni naar Amsterdam en HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk naar Padang.
ZP 171039 – 523
Heden zijn te Amsterdam gearriveerd de schepen:
MINERVA, kapt. P.S. Matzen, van Batavia met suiker en koffij, liggende in het Westerdok.
1840
JCO 311040
Batavia, aan en uitvoer lijsten van 26ste ten en met 28ste oktober 1840
Naar Nederland, met het schip MINERVA, kapt. P.S. Matsen, 3000 68/100 picols suiker, 75 dito rottings, 500 stuks huiden. N.H.M.
1841
AB 190341
Binnengekomen. Bij Falmouth 13 maart. MINERVA, kapt. Matsen, van Batavia naar Rotterdam.
AB 220341
Binnengekomen. Texel 19 maart. MINERVA, kapt. Matsen, van Batavia.
AH 220341
Carga lijsten Amsterdam. Batavia, MINERVA, kapt. P.S. Matsen: 3989 balen koffij, 987 kan. suiker, 500 huiden, 1239 bos. bindrotting, N.H.M.
Op 27 mei 1841 werd de zeebrief van de MINERVA geroyeerd, welke door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar Den Haag was geretourneerd, kapitein P.S. Matzen, onder vermelding ‘schip verkocht’.
Op 30 juni 1841 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WILHELMINA CATHARINA, aangevraagd door P.C. de Gijselaar & A. Hulsen, Amsterdam, voor C.J. Jaski als kapitein.
1842
JCO 040542
Doorgezeild. Straat Sunda, 1 mei. Van Texel den 29ste december WILHELMINA CATHARINA, kapt. Jaski, naar Batavia.
AH 150642
Uitvoer. Naar Nederland via Samarang en Soerabaija, met het Nederlands schip WILHELMINA CATHARINA, kapt. C.J. Jaski, 250 picols tin, 85 dito rotting, N.H.M.
1843
Op 4 maart 1843 werd een Turkse pas verstrekt voor de WILHELMINA CATHARINA, aangevraagd door P.C. de Gijselaar & A. Hulsen, Amsterdam, voor C.J. Jaski als kapitein.
AH 310343
Schepen in lading. Batavia. Het gekoperd tweedeks barkschip WILHELMINA CATHARINA, kapt. C.J. Jaski, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
1844
AH 090144
Advertentie. Naar Batavia zal in het begin der maand februari aanstaande vertrekken, het Nederlands gekoperd tweedeks fregatschip WILHELMINA CATHARINA, gevoerd bij kapt. C.J. Jaski, zijnde bijzonder goed ingericht voor passagiers, en varende met een bekwame scheepsdokter. Iemand van deze gelegenheid gebruik wensende te maken of iemand enige goederen te laden hebbende, gelieve zich te vervoegen bij de cargadoors Hoyman en Schuurman, op de Heerengracht over de Bergstraat.
1845
AH 060145
Scheepstijdingen. Bij Rye 31 december. WILHELMINA CATHARINA, kapt. C.J. Jaski, van Batavia naar Amsterdam, heeft naar de kust gezonden om provisie.
Op 26 juli 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WILHELMINA CATHARINA, aangevraagd door P.C. de Gijselaar & A. Hulsen, Amsterdam, voor C. Ehrensprenger kapitein.
1846
AH 030746
Carga lijsten Amsterdam. Batavia. WILHELMINA CATHARINA, kapt. Ehrensprenger: 2750 balen koffij, 1312 kan. suiker, 599 sch. tin, 1273 bindr. N.H.M.
Op 29 juni 1846 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WILHELMINA CATHARINA, aangevraagd door P.C. de Gijselaar & A. Hulsen, Amsterdam, voor K.L. Swart als kapitein.
1847
Op 15 juli 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WILHELMINA CATHARINA, aangevraagd door P.C. de Gijselaar & A. Hulsen, Amsterdam, voor E.H. Smit als kapitein.
1848
NRC 160848
Amsterdam, 15 augustus. Aangaande de schepen BONJOL, kapt. Mulder (opm: bark, bouwjaar 1840, kapt. E.A. Mulder), de 21e november van Batavia naar Rotterdam vertrokken en sedert de 21e januari op 18º Z.B. en 03º W.L. gepraaid, en WILHELMINA CATHARINA, kapt. Smit (opm: fregat, bouwjaar 1830, kapt. E.H. Smit), de 9e januari van Banjoewangie herwaarts vertrokken, heeft men sedert niets vernomen.
1851
In 1851 werd de laatste zeebrief ingetrokken onder vermelding “schip verongelukt” waarop royement volgde. De zeebrief werd niet geretourneerd; het schip was in 1848 vermist tijdens de reis van Banjoewangi naar Amsterdam.