Inloggen
STAD ANTWERPEN (DE) - ID 10289


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1829-07-04 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830
Onder Nederlandse Vlag tussen:1833-03-02 / 1840-00-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1829
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Louis Lecarpentier, Antwerp, Netherlands
Launch Date: 1829-04-21
Delivery Date: 1829-06-09
Technical Data

Gross Tonnage: 355.00 lasts
 
Length 1: 38.35 Meters Registered
Beam: 6.74 Meters Registered
Depth: 5.86 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1829
Datum agenda: 1829-07-04
Register nr: 18290451
Scheepsnaam: STAD ANTWERPEN
Type: Fregat
Lasten: 355
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Roelandts & Co., J.
Plaats: Antwerpen
Kapitein op moment van verzoek: Zweep, E. van der
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Turksche pas naar Batavia

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1829-06-09 STAD ANTWERPEN
Manager: Firma J. Roelandts & Co. e.a., Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1833-03-02 'S-GRAVENHAGE
Manager: Firma J. Roelandts & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma J. Roelandts & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Prijs (bij aankoop vermeld) : NLG. 28.500,- (prijs van 6/8e part)

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

1829 - STAD ANTWERPEN
Alle eigenaren: J. Roelandts & Co, reders voor 1/4e part, François Biolley & Fils, Verviers (1/4e part), Jules & Charles Grandry, Verviers (1/4e part), Josephus Osy, Antwerpen (1/8e part) en Charles Loyaerts, Antwerpen (1/8e part)

Ship Events Data

1840-00-00: Final Fate: Broken up

Waarschijnlijk in 1840 werd de ‘s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, gesloopt.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

In een e-mail; dd 02 januari 2002 meldde Luc van Coolput, Ninove, België het volgende:

       “Bossenbroek vermeldt inderdaad “E van der Zweep”, doch dit zou volgens mijn nota’s “F.van der Zweep” moeten zijn. Kapitein Frederic van der Zweeep (Vanderzweep?) was in 1799 of 1800 in Oostende geboren en voerde in 1829 het bevel over het volschip STAD ANTWERPEN (gebouwd in Antwerpen in 1829). Hij was op 14 augustus 1829 uit Antwerpen naar Batavia vertrokken en was terug in de thuishaven op 29 juni 1830. Aan boord van de STAD ANTWERPEN werd hij opgevolgd door Bulsing. Zelf voerde hij nog het bevel over twee andere Belgische schepen (in 1832-1833 de schoener HIRONDELLE en in 1834-1838 de brik ELISA). Hij overleed op 25 juli 1838, kort na aankomst uit Marseille, 38 jaar oud.

       Om het geval ingewikkelder te maken: ergens vond ik dat rond 1840 een zekere “E” van der Sweep president was van de examenjury van de zeevaartschool van Oostende … geen verdere gegevens.”

 

In een e-mail dd 30 april 2006 van André Delporte te Luik staat:

       ELISA: ik heb als brik van 149 ton, 180 ton en charge, gebouwd in 1826 voor rekening van Ch.Loyarts. Van 1826 tot 1827: kapt. J.E.Beeckman (Batavia), dan T.Azon Jacometti (weer Batavia) en 1829-34: (kapt. M.Harkema, gevolgd 1834-38 door kapt. F. Van der Zweep, overleden te Valparaiso (melding Le Precurseur, 18004-1837) vertrokken naar Valparaiso).

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 en van Sluijs013 vermelden geen schip met de naam “Stad Antwerpen”

 

Overige bijzonderheden

  1. van der Zweep verzorgde per 25 september 1829 vanuit Vlissingen met de `Stad Antwerpen` een troepentransport van 3 officieren en 275 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 januari 1830 na 110 dagen. Onderweg waren 5 militairen overleden.065.

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Zweep, E. (Of Frederic?) van der
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Derk Jan Bulsing werd gedoopt te Edam op 28 januari 1791 als zoon van de logementhouder Jan Anthonie Bulsing en Barbara de Winter

Hij huwde op 08 augustus 1822 te Groningen met Sypke Boethia Peerlkamp, gedoopt te Groningen op 25 december 1793 als dochter van de preceptor (leraar) IRudolphus Peerlkamp en Henrica Veenhorst.

Sypke overleed op 16 maart 1867. 003 en 118.

Javasche Courant van 19 april 1843

 

Dirk Jan Bulsing werd op 28 maart 1804 ingeschreven als leerling aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004(531/975). Volgens doopcedule nr.942 werd hij op 28 januari 1791 gedoopt (vermoedelijk) te Edam. Zijn ouders waren Jan Anthonie Bulsing uit Edam, gereformeerd, en Barbara de Winter uit Edam, eveneens gereformeerd. Bij de inschrijving waren beiden nog in leven en wonende te Zaandam met als adres “cardelijn in de otter”.

Bij de inschrijving was Dirk Jan 13 jaar en 3 voet lang.

Vanaf 01 april 1804 werd een driemaandelijkse voortgangsrapportage vermeld:

“1 april 1804  3/m rappt leert additie ...

29 augt 1804  een prijs gehad Gellorts fabelen...

16 jan 1805  bij de fr. meester

20 maart 1805  bij de constapel

25 septb 1805  een prijs gehad  Sparmans reise...

11 decbr 1805  bij de eng. meester

5 junij 1806  geplt als cajuitachter op het transportschip Capt Thijs de Haas (op 24 augustus 1805 en 24 juni 1809 was Thijs de Haas kapitein van de “Waakzaamheid”011”).

29 novbr 1806  terug van boord ...

27 mei 1807  op schriftelijk verzoek van zijn vader bij wien hij toen op deszelfs verzoek na Groningen te komen gegaan was … omdat waarschijnlijk een reis voor hem had, ontslagen”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.J.Bulsing, adres bij van der Meulen Warmoesstraat, werd met nr.24 effectief lid van Zeemanshoop. Geen vermelding van aanname-datum en referentie. Als schepen zijn vermeld de “’s Gravenhage” en de “Lucie”002. In de notulen van de algemene ledenvergadering van het college van 07 juni 1822 wordt gemeld dat J.Bulsing als effectief lid is aangenomen op voorspraak van L.Heyde en vlagnummer 24 kreeg toegewezen023.

D.J.Bulsing werd per 07 mei 1827 deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003

Derk Jan Bulsing was effectief lid van Zeemanshoop met vlagnummer 24 in de periode 1827 t/m 1836 en met vlagnummer 10 in de periode 1836 t/m 1843.

 

Derk Jan Bulsing was met vlagnummer R47 in de periode 1826 t/m 1843 lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken. Het is derhalve mogelijk dat hij in één van de jaren uit genoemde periode tot het College is toegetreden058.

D.J.Bulsing was in 1840 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

D.Bulsing was met vlagnummer 71 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 10 januari 1826 is sprake van een “… brief van Cap. D.B.Lutjens, de dato Batavia 13 Augustus 1825 hoofdzakelijk berichtende dat hij zich met onze medeleden kapiteinen C.Schröder & D.J.Bulsing had verenigd om liefdegiften in te zamelen ten behoeve der noodlijdenden door den watersnood in Noord-Holland … “Het totale bedrag was f 261,-.042 (dit bericht slaat op de bemoeienissen van het College bij het helpen bij de watersnoodramp van 1825, waarbij flinke delen van Nederland, waaronder Waterland onder zijn gelopen. Zie o.a  het artikel”Veel mensen in bezwaren” van F.D.Zeiler in het Jaarboek Centraal Buereau voor Genealogie, 2003, p. 219.)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 december 1832 staat een aanvrage van kapitein D.J.Bulsing om verhoogde deelneming en hogere contributie. Deze wordt toegestaan.042.

In de Bestuursvergadering dd 31 augustus 1843 staat een verzoek om uitkering door de wed. van kapitein D.J.Bulsing, geb. S.P.Peerlkamp. Deze wordt toegestaan in de vergadering van 28 september 1843 voor haar en 3 kinderen ingaande 01 mei 1843.042.

In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop op 14 december 1824 wordt een ingekomen “missive” gemeld van “kaptn D.J.Bulsing van deszelfs boord de Industrie geankerd in de Kil de dato 8 decbr 1824 ... voor ene reize naar Batavia”023.

In de Algemene Vergadering van 03 oktober 1843 van Zeemanshoop werd met ingang van 01 mei 1843 een uitkering toegestaan aan S.B.Peerlkamp, de weduwe van kapitein D.J.Bulsing, voor haar en haar 3 kinderen.023

In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855, 1858 en 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat bij de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe D.J.Bulsing een jaarlijkse uitkering krijgt van f 150,-.

In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat de “trekkende weduwe” van D.Bulsing is overleden.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer      jaren          type           scheepsnaam                    naam reder/boekhouder

         24               1825          fregat        Industrie                            geen opgave

                             1826          fregat        Industrie                            E.Suermondt en Co te Rotterdam

                         1827-1831     fregat        Fortitude                            J.Roelandts te Antwerpen

                         1832-1835     fregat        ‘s Gravenhage                  J.Roelands te Rotterdam

         10               1836          fregat        ‘s Gravenhage                  J.Roelands en Co te Rotterdam

                             1837          fregat        De Stad ‘s Gravenhage   idem

                         1838-1843     fregat        Lucie                                  idem

 

Derk Jan Bulsing maakte de volgende reizen005:

  • Dolphijn 1823      vertrek Hellevoetsluis   geen lading vermeld

1823         Hellevoetsluis - St. Thomas  geen lading vermeld

  • Industrie 1825      Hellevoetsluis - Batavia geen lading vermeld

Op 25 januari 1825 terug uit zee en ligt buiten de Goereese haven ten anker. Heeft de 22e met het uitzeilen op den droogen zijn roer aan stukken gestoten en heeft een loodsboot bij zich tot assistentie. Op 27 januari 1825 door behulp van een Poonschuit en een ijssloep van de reede naar boven gezeild. Vertrek naar Batavia op 07 maart 1825

                                      1826                             Batavia - Hellevoetsluis                                        geen lading vermeld

                                      1826/27                       Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetslui             geen lading vermeld

  • ’s Gravenhage 1833/34   Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis  geen lading vermeld

                                      1834                             Hellevoetsluis - Batavia                                       geen lading vermeld

                                      1837                             Batavia - Rotterdam                                              koffie

                                      1838                             Batavia - Hellevoetsluis                                        geen lading vermeld

06 juni 1838: Volgens rapport van de zeeloodsen is voor de wal “s Gravenhage, D.J.Bulsing van Batavia. Bulsing rapporteert: “den 20 mei op 30 gr. 15 min. NB en 33 gr. 7 min. WL zagen een Holl. brik en presumeerende dat hij eene Dordtsche nommervlag hees, doch konde dezelve niet onderkennen. Den 25 mei op 45 gr. 34 min. NB en 18 gr. 10 min. WL zagen de “Minerva” kapt. Albers. Den 2 juni op de hoogte van Staartpunt 4 mijl van ons zagen de “Menado” kapt. Charlau. Den 4 juni de “Janette Philiphine” kapt. Boulet onder de Singels”.

  • Lucie 1839      Hellevoetsluis - Batavia

01 oktober 1839: Bij Pampus ten anker. Op 06 oktober 1839 naar Batavia. Is op de Scheelhoek gevaren, heeft een loodsboot bij zich tot assistentie. 08 oktober: “Het schip “Lucie” is heden nacht met hoogwater van Scheelhoek in vlot water ten anker gekomen en zal heden namiddag door assistentie van Z.M.stoomschip “Ceberus” naar zee worden gesleept.” 09 oktober 1839: “Het schip “Lucie” die naar zee zou worden gesleept is over het pampus ten anker gekomen” Vertrek naar Batavia op 10 oktober 1839.

1841/42 Hellevoetsluis - Batavia - Rotterdam   terug: koffie

Kapt. J.B.Huising, “Red Rover”, van Palermo, praaide op 49 gr. 46 min. WL kapt. Bulsing, “Lucie”, van Rotterdam naar Batavia. 24 februari 1842:  Aankomst te Hellevoetsluis van Brouwershaven.

 

Het fregat “Industrie” met kapitein D.J.Bulsing (reder E.Suermondt & Co te Rotterdam) vertrok op 22 januari 1825 van Hellevoet naar Batavia. “...kwam den 25en uit zee terug, had op de droogte het roer stuk gestoten. De loodsboot verleende assistentie. Het schip is 29 Mei 1827, na gedane reis te Rotterdam verkocht ...”026(36/449).

Van Sluijs011 meldt dat op 18 juli 1819 te Middelburg arriveerde het fregat de “Middelburg” onder gezag van kapitein D.J.B.Bulsingh als vervanger van kapitein J.A.van de Putte, die op 16 april 1819 te Kaapstad was overleden. Ook zouden in de Amsterdamsche Courant van 1819-1821 mededelingen hebben gestaan over kapitein Dirk Jan Bulsing als gezagvoerder van de “Middelburg”.

Na het overlijden van kapitein van de Putte werd de “Middelburg” onder commando van kapitein D.J.Bulsing naar Middelburg gevaren:

Amsterdamsche Courant 23 juli 1819 in de rubriek Zee-Tijdingen.

“Den 18den arriveerde te Middelburg D.J.B.Bulsingh (wijlen J.A.van de Putte)  Middelburg, van Canton, in China”.

 

Bouma025 vermeldt D.J.Bulsing als gezagvoerder gedurende:

  • geen kapitein Bulsing bij een “Dolphijn” genoemd, maar wèl bij van Sluijs013: “Dolphijn 1824  D.J.Bulsing van R’dam te St.Thomas”.
  • 1819 t/m 1824 op het 3/m schip “Middelburg”, gebouwd in 1814 te Archangel, 596 ton o.m., varend voor v/d Broeke, Luteyn & Schouten te Middelburg;
  • 1825 t/m 1827 op het 3/m schip “Industrie”, bouwjaar en -plaats niet vermeld; 296 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1827 verkocht, maar de nieuwe eigenaar niet vermeld;
  • Fortitudo wordt niet genoemd door Bouma, maar wèl bij van Sluijs013: “Vlag A24 1828 - 1832 Kapt. D.J.Bulsing, Boekh. J.Roelants te Antwerpen”. Volgens van Coolput (e-mail 13 maart 20020) is volgens Bureau Veritas Register de Fortitudo gebouwd in 1809 (met vraagteken), mat 506 ton en was getuigd als volschip;
  • 1833 t/m 1838 op het 3/m schip “s’Gravenhage”, gebouwd in 1829, 300 ton o.m., varend voor J.Roelands te Rotterdam;
  • 1839 t/m 1843 op het 3/m schip “Lucie”, gebouwd in 1839 te Schiedam, 720 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

“De Vrienden” op de rede van Batavia057:

30 november 1834 “... Vertrok van Hier Naar Surabaja het schip ‘s Gravenhage Capt Bulsing ...”.

De ligtmatroos Pieter Marinus Vogelsang (zie aldaar) werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam geplaatst op de “Industrie” onder kapitein Bulsing voor twee reizen naar Batavia. De eerste vertrok uit Rotterdam omstreeks 19 oktober 1824 en keerder terug omstreeks 22 februari 1826. De tweede vertrok (uit Rotterdam?) omstreeks 05 april 1826 en keerde terugomstreeks 02 april 1827004(532-1468).

Jan de Vries werd per 17 juli 1834 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip “s Gravenhage onder kapitein Bulsing voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op school terug op 15 juli 1835004-532/1708.

Klaas Teylaar werd per 09 september 1837 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip ’s Gravenhage onder kapitein Bulsing voor een reis van Rotterdam naar Batavia. Hij keerde op school terug per 16 juni 1838004-532/1760.

“Uit de stortingsregisters van het college “Zeemanshoop” blijkt dat Dirk Jan Bulsing, D.Charlau, Carl Friedrich Hempel, S.van de Koppel, Joannes Andries Scott en F.W.E.Schuchard een maandgage van negentig gulden genoten. Zij waren in dezelfde periode actief in de Oost-Indië vaart als Douwe de Boer, dat wil zeggen in de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw” (die had een maandgage van honderd gulden).005

D.J.Bulsing verzorgde per 19 april 1826 vanuit Hellevoetsluis met de “Industrie” een troepentransport van 3 officieren en 75 manschappen. Het schip arriveerde te Batavia op 26 augustus 1826 na 129 dagen. Onderweg was 1 militair overleden en 1 gedeserteerd.

Hij vertrok op 07 juni 1829 vanuit Vlissingen met de “Fortitudo” met een detachement van 170 militairen en arriveerde te Batavia op 18 september 1829 na 103 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden.

Hij verzorgde per 01 oktober 1839 vanuit Hellevoetsluis met de “Lucie” een troepentransport van 1 officier en 3 manschappen en arriveerde op 01 februari 1840 te Batavia na 123 dagen.

Tenslotte vervoerde hij met hetzelfde schip vanuit Hellevoetsluis per 14 december 1842 2 officieren naar Batavia, waar hij op 17 april 1824 na 124 dagen arriveerde065.

In een e-mailcorrespondentie met de heer Luc van Coolput, Ninove, België, dd. 24 oktober 2001 schreef hij me het volgende:

“De FORTITUDO kwam onder Bulsing op 6 maart 1830 in Antwerpen aan uit Batavia. In mei 1830 stond de FORTITUDO aangekondigd in de kranten voor de volgende reis naar Batavia met “D.J.Bulsing” als kapitein. Echter, er moet op het laatste ogenblik een kapiteinswissel geweest zijn, want uiteindelijk vertrok de FORTITUDO op 13 augustus 1830 dan uit Antwerpen met bestemming Batavia, doch met als kapitein een zekere L.Delafontaine ! De FORTITUDO, steeds met Delafontaine, kwam op 5 augustus 1831 op de rede van Oostende aan, in afwachting van orders om naar Antwerpen te mogen doorvaren. Uiteindelijk week het schip naar Nederland uit en kwam in de vaart als SUMATRA. En ik vind dat Bulsing zelf naar de STAD ANTWERPEN was gegaan, die dan op 10 september 1830 naar Batavia vertrok en op het einde van de thuisreis niet meer naar Antwerpen tergukeerde, doch in Vlissingen bleef liggen tot eind 1832, toen de STAD ANTWERPEN onder Nederlandse vlag in dienst kwam als ’s GRAVENHAGE, met steeds D.J.Bulsing als gezagvoerder.”

In een e-mail van André Delporte uit Luik dd 20 april 2006 stonden de volgende bijzonderheden:

FORTITUDO

3-mast schip, 506t, gebouwd in 1809(?). Wellicht sedert 1816 een schip van Roelandts, die zich in 1809 in Antwerpen vestigde. De Fortitudo verscheen in 1816-1817 in de kranten met als kapitein Steffen Aggens: op 03 februari 1816 te Vlissingen komende van Oostende, en op 04 april 1817 vertrokken van van Vlissingen naar Batavia met troepen.

Daarna meldingen van het schip onder de kapiteins Lievens en van den Broecke (zie aldaar). En vervolgens onder Bulsing:

07 januari 1828 verlaat Vlissingen naar Batavia; 27 mei 1828 te Batavia; 25 juni 1828 van Batavia naar Antwerpen; 04 oktober 1828 in pos 36 NB 38 WL; 11 november 1828 te Antwerpen van Batavia.

07 juni 1829 verlaat Antwerpen naar Batavia; 17 september 1829 te Batavia; 02 oktober 1928 van Batavia naar Samarang; 09 oktober 1829 te Samarang; 27 oktober 1829 van Samarang naar Batavia; 31 oktober 1829 te Batavia; 05 november 1829 van Batavia naar Antwerpen. In september 1830 vervangen door kapitein L. de la Fontaine.

STAD ANTWERPEN  zie hierna bij P. Bulsing

Rotterdamsche  Courant 21 januari 1819114

Middelburg, 18 januari. Thans zijn wij in staat gesteld het ontvangen relaas van het gebeurde tussen kaptein J.A. van de Putte, voerende het schip MIDDELBURG, op zijn reis van deze stad naar Batavia, en een zeerover mede te delen

“Op den 12 juni 1818, omstreeks 2 uren in de namiddag, zagen wij, ten noord-oosten van ons, twee zeilen, waarvan een, in ons kielwater gekomen zijnde, met ons koerste, en, gedurende de avond, meer en meer naderde, zo dat wij die voor een schooner erkenden, vermoedelijk op de Canarische eilanden thuis behorende.

Wij hadden een noord-noord-ooste frisse bramzeilskoelte, met eerste kwartiers maanlicht en liepen 7 mijlen vaart, wanneer, in de eerste wacht, circa 11 uren, door de achter ons zeilende schooner een kanonschot werd gedaan, hetgeen ons tot een teken van inwachting strekte; waarop wij langzamerhand onze lijzeilen, stagzeilen, bezaan- en grootzeil innamen, terwijl wij intussen de gehele equipagie lieten opkomen, de militaire kanonniers bij het geschut plaatsten, en, onder de directie van de militaire luitenant, de Heer E.J. Wagener, onze scheepsgeweren, pistolen en sabels aan de oudste soldaten werden ter hand gesteld; onze matrozen wapenden zich tegen een entering met bijlen, koevoeten, handspaken, enz, en alles bereidde zich dus tot een regelmatige defensie. Te half 12 uren was de schooner zo nabij gekomen, dat wij onder zijn geschut waren, en dit bewees hij dadelijk, door ons een kogel toe te zenden, welke aan stuurboordszijde, digt bij ons voorschip, te water kwam. Ieder was nu met de beste gezindheid op de aangewezen post, het kanon met kogels en schrootbossen geladen, de lonten brandende en voorraad van kruit, kogels enz. bij de hand; nu lieten wij de bramzeilen strijken en de fok opgeijen, ook de ra’s aanbrassen en het schip tot een streek van zuid-oost oploeven, om alzo de vijand een zijde aan te bieden en van ons achterschip te verwijderen; ook behielden wij daardoor het voordeel van voortgang en alzo stuur in het schip te behouden; daarentegen kwam de vijand in dwarszee, en alzo in een moeijelijker water dan voor de wind; in deze half wachtende positie naderde de schooner ons stuurboords achterschip tot onder de spreekroeper; wij hadden de Hollandse vlag waaijen, waarvan het maanlicht nog even de kleuren deed onderscheiden, doch de schooner vertoonde geen vlag. De opper-stuurman D.J. Bulsing vroeg in het Hollands ”tot welke Natie hij behoorde en wat hij van ons begeerde”, waarop in de Engelse taal werd geantwoord “I am a pirate, give over, or else I will fire on you”. (Ik ben een zeerover; gij moet u overgeven of ik zal op u vuren). Het was toen 40 minuten over 11 uren; het scheen ons toe zijn voornemen te zijn om ons te enteren. Waartegen al ons volk onder de regelingen (opm: railings) van het boord gemaskerd was geplaatst, en er een algemene stilte heerste. De hoogte van ons schip en de moeijelijke zee deden hem zeker van dit plan afzien, want hij verwijderde zich tot op een geweerschot langs onze stuurboordszijde, en wij kwam hem daarmede te hulp door het afhouden van twee kompasstreken. Nu riep men ons andermaal toe om te strijken en ons over te geven; doch daar op hem door de opper stuurman toegeroepen zijnde “Indien gij schiet, schurk, zullen wij het u dubbel betaald zetten”, begon hij ons dadelijk de laag te geven, zo uit zijn kanon, als donderbussen en handgeweer. Alzo geattakeerd zijnde, werd met onze gepointeerde (opm: gerichte) kanonnen op de vijand losgebrand, en daar hij continueerde, werd dit van onze zijde niet onbeantwoord gelaten; de vijandelijke kanonskogels vlogen tussen de hoogte onzer masten en boven onze hoofden over, en zijn schroot van het handgeweer rolde, zonder te beschadigen, rond en langs onze benen; van onzentwege moeten wij gelukkiger contra gesalueerd hebben, wijl wij eerst zijn topzeil-ra en vervolgens zijn achterzeils-piek zagen vallen. Intussen manoeuvreerden wij in dier voege, dat de schooner niet voor of achterwaarts kwam, om alzo onze stuurboords stukken op de beste wijze te kunnen gebruiken; en daar wij ons werk maakten om niet driftig te schieten, maar wel te pointeren (opm: richten), deed dit, zo wel als het vuren uit ons handgeweer, de rover, reeds vijf minuten na middernacht, van zijn voornemen afzien, en men zag hem nu bij de wind om den noord-westen zich van ons verwijderen en zijn schieten staken. Nu roerde men de trom, en onder het gejoel der gehele equipagie zond men hem kogels na, zo verre hem die nog konden bereiken, terwijl men zich verheugde, spoediger dan men had durven hopen, van een brutale vijand, die niets dan moord en plundering bedoelde, ontslagen te zijn.

Gelukkig niemand onzer zich gekwetst bevindende, hadden ook zijn kogels aan ons schip of tuig geen schade toegebragt, dat aan de meerdere beweging, die de vijandelijke schooner door het holle water onderging, hoogstwaarschijnlijk is toe te schrijven; daarentegen durven wij ons, uit zijn spoedige aftogt, vleijen, hem een aanzienlijke schade, ook door ons schroot aan zijn manschappen, te hebben toegebragt, want, na 15 à 20 minuten erkende hij ons voor de sterksten, door het op een lopen te zetten.

De schooner, welke wij, om zijn geringe grootheid, in de namiddag niet geteld hadden, scheen het maaksel van een Amerikase loodsboot, van ca. 100 à 120 ton, waarschijnlijk met 50 man; terwijl zijn geschut op vier 24 ponds karonnades begroot wordt, waaruit hij 10 of 12 schoten op ons heeft gedaan, die hem met 11 uit de onzen zijn beantwoord, zo wel als het vuren uit het handgeweer.

Onder het bivouak van de ganse equipagie, gedurende de gehele nacht, en alle mogelijke voorzorgen, koersten wij naar het eiland Palma (opm: Canarische eilanden), op welks breedte en gegiste lengte wij ons bevonden; terwijl wij ons, op de middag van den 13 juni, op de noorder breedte van 27 graden 43 minuten, en de lengte van 18 graden 30 minuten bewesten Greenwich, bevonden en onze reis zonder hinder vervolgden.”

Bij dit relaas wordt grote tevredenheid betuigd over de contenance (opm: houding) en de activiteit van de opper-stuurman D.J. Bulsing, en van de militaire Luitenant, de heer E.J. Wagener, zo wel als van de andere stuurlieden, van de equipagie en enige der militairen.

Dit zelfde had ook plaats bij de ontmoeting, twee dagen bevorens, van een kaper van 16 zware karonnades, zeggende te Buenos-Ayres thuis te horen, doch welk bezoek, na wederzijdse verkenning en gevraagde onderrigtingen, vreedzaam afliep.

Kaptein Van de Putte is den 30 september 1818 op de rede van Batavia gearriveerd, hebbende den 18 augustus te voren de Kaapse Baai-Fals (opm: False Bay) verlaten.

 

Rotterdamsche Courant 22 juli 1819114

Rotterdam, 21 juli. Van Middelburg wordt in dato den 19 juli het volgende gemeld: Gisteren avond arriveerde op de rede het schip MIDDELBURG, van Canton (opm: Guangzhou) in China, onder bevel van D.J. Bulfingh; zijnde kapitein J.A. van de Putte op de reis overleden.

Het schip de ZEEUW, kapitein Leendert Woutersen, is aan de Kaap de Goede Hoop in goede staat aangetroffen, en heeft op den 8 mei, toen kapitein Bulfingh die rede verliet, om naar het vaderland terug te keren, zijn reis naar Batavia voortgezet.

Volgens berigt van kapitein Bulfingh, was het schip JAVA, kapitein Jongheim, van Batavia, den 4 juli laatstleden, in goede staat ter hoogte van de Azorische Eilanden (opm: Azoren).

 

Rotterdamsche Courant 18 juni 1820114

Rotterdam, 17 juli. Den 13 juli is van Middelburg naar zee gezeild het schip (opm: fregat) MIDDELBURG, kapt. D.J. Bulsing, over Batavia naar Canton (opm: Guangzhou) in China bestemd.

 

 

Rotterdamsche Courant 25 juli 1820114

Amsterdam, 23 juli. Kapt. R.T. Rinses, voerende het schip de VRIJHEID, van Surinamen, den 18 juli, des avonds omtrent 8 uren, op de rede van Texel ten anker gekomen, heeft den 2 dito op de Gronden (opm: het ondiepe gedeelte van de Atlantische Oceaan voor de ingang van Het Kanaal; ruwweg het gebied binnen de 100 vademlijn), 20 mijl N.O.t.O. van Kaap Lezard (opm: Lizard), in goede staat gepraaid het Nederlands fregatschip de GRAAF BÜLOW, kapt. J.J.D. Scharmberg, met troepen, uit Texel naar Batavia, en den 14 dito, bij de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness), het Nederlands fregatschip MIDDELBURG, kapt. D.J. Bulsing, van Middelburg naar Batavia en Canton (opm: Guangzhou).

 

Rotterdamsche Courant 05 augustus 1820114

Amsterdam, 3 augustus. Het schip (opm: fregat) MIDDELBURG, kapt. D.J. Bulsing, van Middelburg naar Batavia en Canton (opm: Guangzhou), was den 17 juli op de hoogte van Plymouth in goede staat zeilende.

 

Rotterdamsche Courant 08 januari 1821114

Rotterdam, 8 januari. Den 20 September is het schip MIDDELBURG van Bahia naar Batavia gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 23 januari 1821114

Rotterdam, 22 januari. Het te San Salvador binnengelopen schip (opm: fregat) MIDDELBURG, kapt. D.J. Bulsing, van Middelburg naar Batavia en Canton, heeft den 26 september 1820 deszelfs reis voortgezet.

 

Bataviasche Courant 03 februari 1821114

Te Batavia …..Vertrokken:…..28 Januari schip ARINUS MARINUS, Arij Langeveldt, naar Rotterdam, passagiers kolonel Boions, kapitein en mevrouw Thijssen, de heren J. Hommes, H. Jommes, J. Matak en familie, W.A. Ploem, de weduwe B. van Hak geb. Greepman, mejufvr. H. Greepman, de jonge jufvrouwen Morin, E.C.W. en L.A.F. Sack, de jonge heren H. Meijlan en P. van Heerdt, de chirurgijn der 3e klasse Clement, en 40 gepasporteerde militairen, schip MIDDELBURG, D.J. Bulsing, naar Canton, schip RACE HORSE, G. Ingram, naar Samarang en Sourabaija…..:

 

Rotterdamsche Courant 13 november 1821114

Rotterdam 12 november. Van Middelburg wordt van den 9 dezer gemeld: op den 17 juli laatstleden is van Canton te Batavia gearriveerd het schip MIDDELBURG, D.J. Bulsing, en dacht binnen weinige dagen de reis naar herwaarts (opm: Rotterdam) aan te nemen.

 

Rotterdamsche Courant 20 november 1821114

Rotterdam, 18 november. Van Middelburg wordt van den 16 gemeld: heden is alhier ter rede gekomen het schip MIDDELBURG, D.J. Bulsing, komende van Canton in China en bestemd naar deze stad.

 

Batavische Courant 04 mei 1822114

Batavia, 5 mei. In ons vorig nommer maakten wij bekend, dat onder de aangekomen schepen in Holland zich de PIETER EN EMMA bevond. Wij hebben nadere berichten dien aangaande van een der huizen van negotie alhier ontvangen, welke wij gaarne onze lezers mededelen:

Volgens nadere berichten uit Rotterdam tot de 28 december a.p. (opm: verleden jaar) met het schip JORINA, kapt. Duijvenboden blijkt, dat het schoenerschip PIETER EN EMMA, kapt. Steenwijk Galles van hier naar Rotterdam vertrokken, totaal gebleven was. Ook meldt een brief van Londen, van de 24 december, dat de zekere tijding aldaar van het blijven van gemelde schoener af en aan Ascension, benoorden St. Helena, was ingekomen. Schip en lading waren weg, doch het volk, benevens enige dépêches geborgen. (opm: zie RC 251221)

Voorts waren, buiten de schepen CORNELIA, de JONGE JACOBUS en de CORNELIA SARA, nog aangekomen te Middelburg de JOHANNA MARIA, kapt. Jonker benevens MIDDELBURG, kapt. Bulsing.

 

 

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Bulsing, Derk Jan
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 47
Overige informatie: Derk Jans Bulsing was met vlagnummer 71 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege Tot Nut der Zeevaerd. Derk Jans Bulsing was met vlagnummer R47 in de periode 1826 t/m 1843 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut

Afbeeldingen


Omschrijving: 's-GRAVENHAGE, kapitein D.J. Bulsing (vlagnummer 10)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1829

AN 040429
Binnen eenige dagen (opm: 21 april) zal het schoon vaertuyg de STAD ANTWERPEN (opm: fregat voor J. Roelandts & Co, Antwerpen), van 800 tonnen, van de werf van den scheepsbouwer Lecarpentier, op het Stoketsel, van stapel loopen.
Na deeze verrigting zal op de zelfde werf de kiel gelegd worden van een schip, dat vier-en-veertig meters lang zal zyn en 700 last of 1400 ton zal meeten. Dit buytengewoon groot vaertuyg wordt gebouwd voor de heeren Sinave, van Brugge. Het zal den naem van den PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK draegen.

Op 4 juli 1829 werd de eerste zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de STAD ANTWERPEN, aangevraagd door J. Roelands & Co., Antwerpen, voor E. van der Zweep als kapitein.
De Turkse Pas werd op 2 juli 1830 geretourneerd waarna op 7 juli royement volgde.

RC 031029
Rotterdam, 2 oktober. Van de schepen die van Vlissingen naar zee gezeild waren, zijn de volgende door contrarie-wind ter rede teruggekomen: DE STAD ANTWERPEN, kapt. E. van der Zweep, VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, DE VIER GEBROEDERS, kapt. H.G. Prins, PRINSES CAROLINA AMALIA, kapt. B. Tyhn en ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters.

1830

JC 140130
Batavia, 11 januari. Heden arriveerde alhier het schip STAD ANTWERPEN, kapt. E. van der Zweep, met Zr.Ms. troepen, de 1 oktober vertrokken van Antwerpen.

Op 12 augustus 1830 werd de nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de STAD ANTWERPEN, aangevraagd door J. Roelands & Co., Antwerpen, voor D.J. Bulsing als kapitein. 

België:
Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven moeten worden ingetrokken. Dat betrof dus ook de STAD ANTWERPEN, die inmiddels op weg was naar Batavia en van deze maatregel voorlopig geen hinder ondervond.

1831

JC 150131
Batavia, 13 januari. Heden arriveerde alhier het schip de STAD ANTWERPEN, kapt. D.J. Bulsing, den 28 september vertrokken van Antwerpen.
AH 110631
Scheepstijdingen. Den 8 februari lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. korvetten, ANNA PAULOWNA en POLLUX en fregat RUPEL.
De Nederlandse schepen MINERVA, kapt. G.H. Ahlers; DE NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struik, (den 10 naar Amsterdam vertrokken); DE VRIENDEN, kapt. Lelsz; HELENA CHRISTINA, kapt. Martens (reeds te Rotterdam gearriveerd); ANTHONIJ, kapt. Schaap; DE VIER GEBROEDERS, kapt. Lupcke; ANNA CATHARINA, kapt. Veer, (van Japan); NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, (van Japan); DE STAD ANTWERPEN, kapt. Bulsing; DIANA, kapt. Nannings; VASCO DA GAMA, kapt. Brandaris; FORTITUDE, kapt. De la Fontaine; ORTELIUS, kapt. Claeys; HARRIET, kapt. Zeeberg
en brik PIETER EN KAREL, kapt. Poppen; het Engels schip HERO en de Amerikaanse schepen BENGAL en WASHINGTON.
MCO 300631
Vlissingen, 28 juni. Eergisteren en heden zijn alhier ter rede gekomen:
DE STAD ANTWERPEN, kapt. D.J. Bulsing, van Batavia, met koffie, naar Vlissingen; MATHILDA, kapt. G.A. Klimp, mede van Batavia, met koffie en suiker, op order; LE RONDINELLE, kapt. D. Maresca, van Gallipoly, met oliën, naar Rotterdam, en de VICTORIE, kapt. G. Kuper, van Liverpool, met klipzout, naar Leuven gedestineerd.
RC 310731
Amsterdam, 28 juli. Kapitein S.H. Veer (opm: fregat ANNA CATHARINA), van Batavia te Amsterdam gearriveerd, heeft den 26 februari, tussen het eiland Onrust en Ontong Java, gepraaid Zr.Ms. oorlogskorvet POLLUX en ten zelve tijd gezien een Nederlands 3-mastschip, tonende de Rotterdamse vlag No. 16, zijnde die van kapt. Poort, voerende het schip DE STAD ROTTERDAM, van Soerabaja naar Rotterdam; volgens rapport van de commanderende officier van Zr.Ms. korvet POLLUX had het genoemd schip DE STAD ROTTERDAM de stengen verloren en enige schade aan de tuigage bekomen. Toen kapitein Veer het schip meer genaderd was, heeft hij alleen het verlies van de stengen kunnen onderkennen; beide schepen hielden koers naar de rede van Batavia. Het schip DE STAD ANTWERPEN, kapt. D.J. Bulsing, reeds te Vlissingen binnen, was destijds zeer nabij kapitein Veer.

1832

LC 140932
Brussel, 8 september. Onze revolutionaire bladen beklagen zich, dat de Hollanders, onder voorwendsel van quarantaine maatregelen, de Scheldevaart belemmeren. Voor enige dagen was, naar hun zeggen, het Belgisch vaartuig, de STAD ANTWERPEN van Londen naar Antwerpen bestemd, genoodzaakt geweest een veertiendaagse quarantaine door te staan, thans zou hetzelfde geval hebben plaats gehad met het schip de DIANA, eveneens derwaarts bestemd.
DC 081132
Het prachtig gebouwd koopvaardijschip de STAD ANTWERPEN, kapt. Bulsing, toebehorende aan een Antwerps handelshuis, doch sedert een geruime tijd te Vlissingen in het dok gebracht, zal eerstdaags naar de Oost-Indiën vertrekken. De reders hebben hun kantoor van Antwerpen naar Rotterdam verplaatst en het schip de naam van ’s GRAVENHAGE gegeven.

Door het intrekken in oktober 1830 van de zeebrief, het paspoort van een schip, verloor de STAD ANTWERPEN de Nederlandse nationaliteit en kwam het schip min of meer automatisch onder Belgische vlag. Dat gaf problemen bij het varen over de Westerschelde waar Nederland met enige regelmaat de vrije doorvaart saboteerde zoals in LC 140932 valt te lezen. Bijkomende probleem was dat het schip nu niet meer kon worden verhuurd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij die kunstmatig hooggehouden vrachten betaalde vanuit Oost-Indië. Door de zetel van de rederij naar Nederland te verplaatsen kon weer een Nederlandse zeebrief worden aangevraagd, na het bezit waarvan het schip weer op de Beurtlijst van de N.H.M. kon worden geplaatst. Wel moest het fregat opnieuw worden gekeurd, maar gezien de leeftijd was dat geen obstakel. Dat de scheepsnaam werd gewijzigd in ’s GRAVENHAGE was in de omstandigheden een logische keuze.

MCO 271132
Middelburg, 26 november. Van Vlissingen wordt ons heden gemeld:
- De stoomboot de BEURS VAN AMSTERDAM, gecommandeerd door de kapt.-luit. Zr.Ms. Marine Mol; is vrijdag avond alhier in het dok gearriveerd.
- De stoomboot de NEDERLANDER heeft, eergisteren en gisteren, de koopvaardijschepen RAIMOND en 's GRAVENHAGE binnen door naar Rotterdam gesleept.
- Zaterdagmorgen heeft men hier van den zeekant zwaar met kanon horen schieten, tot heden is de oorzaak daar van niet bekend.

1833

RC 040633
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam, om in de maand juni te vertrekken:
Het Nederlands gekoperd fregatschip BATAVIA, kapt. A. Schaap, hebbende de best mogelijke inrichtingen voor passagiers. Adres bij de heren Kuyper, Van Dam & Smeer, Hudig & Blokhuyzen en bij de kapitein aan boord van het schip.
Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip ‘s GRAVENHAGE, kapt. Derk Jans Bulsing, hebbende zeer goede inrichtingen voor passagiers, om in de loop der maand juni te vertrekken.

Op 8 juni 1833 werd de eerste zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de ’s GRAVENHAGE, aangevraagd door J. Roelandsz & Co., Rotterdam, voor D.J. Bulsing als kapitein.

RC 090733
Rotterdam, 8 juli. De 6e dezer, des morgens, zeilden van Helvoetsluis JOHANNA LOUISA, kapt. J.F. Giercke, naar de Oost Zee; JOHANNA CORNELIA, kapt. A. Seeuwen, naar Duinkerken; des namiddags zeilden BATAVIA, kapt. H. Bruhn en LOUISA, kapt. J. Keyzer, naar Batavia. De 7e, des morgens, Zr.Ms. transportschip DORDRECHT, kapt.-luitenant Jonkers; de ‘s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, naar Batavia.
JC 231033
Batavia, 21 oktober. De 18 oktober zijn alhier gearriveerd het schip NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struijk, met een passagier, de 26 juni vertrokken van Amsterdam, en het schip JOHANNA CORNELIA, kapt. G.M. Jansen, met twee passagiers, de 26 juni vertrokken van Rotterdam; de 20 oktober is alhier gearriveerd de brik ROTTESTROOM, kapt. J.H. Deuling, de 20 juni vertrokken van Rotterdam; de 21 oktober is alhier gearriveerd het schip ’s-GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, met een passagier, de 7 juli vertrokken van Rotterdam, het schip SURINAME, kapt. W. Landsaat, met een passagier, de 19 juni vertrokken van Amsterdam, de brik NIJVERHEID, kapt. L. Heijkoop, de 20 juni vertrokken van Rotterdam, en de brik ADRIANUS EN JACOBUS, kapt. J. Parlevliet, de 28 juni vertrokken van Rotterdam.

1834

AH 270134
Op de hoogte van Anjer was vóór 10 oktober de ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing van Rotterdam naar Batavia.
AH 030234
Binnengekomen:
Batavia, 20 oktober. ROTTESTROOM, kapt. J.H. Deuling van Rotterdam.
21 oktober ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, van Rotterdam; SURINAME, kapt. W. Landzaat Jr., van Amsterdam; NIJVERHEID, kapt. L. Heykoop, en ADRIANUS EN JACOBUS, kapt. J. Parlevliet, van Rotterdam.
RC 010334
Rotterdam, 28 februari. De 28e oktober is van Batavia vertrokken het schip NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struyk, naar Amsterdam; de 31e het schip ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, naar Soerabaya.
RC 040334
Rotterdam, 3 maart. Van Soerabaya zijn vertrokken de schepen DILIGENCE, kapt. H. Bos en ‘s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, het eerste over Samarang en Batavia naar Amsterdam en het laatste over Passaroeang, Samarang en Batavia naar Rotterdam.
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam: de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DA GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
RC 290434
Rotterdam, 28 april. Te Middelburg is aangekomen J.J. ter Hofstede van Batavia. Gemelde kapitein bericht in een brief van 26e dezer, liggende onder het fort Den Haak (Walcheren), dat hij de 16e december laatstleden in Straat Sunda gezien heeft het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer en dat hij de volgende morgen te Anjer gesproken heeft de heer Nolthenius, passagier, welke hem rapporteerde, dat aan boord alles wel was. Het schip ‘s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, moest 10 dagen na hem zeilen;
AH 020534
Scheepstijdingen.
- De ZAANSTROOM, kapt. H.J. Klein, van Amsterdam naar New-Orleans, 6 april gepraaid door de MARGARETH WILKIE, in de Clyde binnen.
- Volgens particulier bericht is te Hellevoet binnen de ‘s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, van Batavia.
DC 030534
Hellevoetsluis, 30 april. 1 mei. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: ’S GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, van Batavia.
RC 260634
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia: - Het Nederlands gekoperd fregatschip JONGE JAN, kapt. Pieter van Vliet; vertrekt 15 juli.
-Het Nederlands gekoperd fregatschip DE VROUW JOHANNA ELIZABETH, kapt. H.J. Bonn; vertrekt ultimo juli. Beide schepen hebben uitmuntende inrichtingen voor passagiers.
-Het Nederlands fregatschip ’S GRAVENHAGE, kapt. Derk Jans Bulsing, om de 20e juli te vertrekken; hetzelve is bijzonder goed ingericht voor de overvoer van passagiers.
RC 150734
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Havre-de-Grace, het Nederlandse smakschip VROUW ALIDA, kapt. P.T. Swiers, om ten spoedigste te vertrekken.
Naar Liverpool, het Nederlands kofschip, ENGBERDINA, kapt. G.J. Bossinga.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip ’S GRAVENHAGE, kapt. Derk Jans Bulsing, om de 20e juli te vertrekken; hetzelve is bijzonder goed ingericht voor de overvoer van passagiers.
Adres ten kantore  van Hudig & Blokhuyzen.
DC 310734
Hellevoetsluis, 28 juli. Heden morgen zeilden naar zee: ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, naar Batavia; VROUW NEELTJE, kapt. K. Parrel, naar Firth of Forth, en LIEFDE, kapt. K. Hagendoorn, op avontuur.
DC 050834
Hellevoetsluis, 1 augustus. Den 2 dito. Heden morgen zeilden in zee: ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, en INDIAAN, kapt. H.B.C.H. Ruysch, beiden naar Batavia; FREDRIK, kapt. J. Banning, naar Libau, en JONGE MARGARETHA, kapt. J.K. Wijkmeijer, naar Liverpool;
JC 221134
Batavia, 20 november. Gisteren zijn alhier aangekomen het schip ‘s-GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, de 2e augustus van Rotterdam vertrokken, en het schip CASTOR, kapt. H. de Jong, met vier passagiers, de 26e juli van Amsterdam vertrokken.

1835

PGC 310536
De 15 januari lag ter rede van Batavia onder meer andere schepen het schip 's GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, in lading naar Rotterdam.
DC 140636
Hellevoetsluis, 10 juni. Heden morgen zeilde naar zee: ZEELUST, kapt. D.J. Mik, naar Liverpool; en arriveerden uit zee: MARIA BEERTHA, kapt. K.A. Tap, van Tremblade; EUGÈNE, kapt. P. Desfosses, van Bordeaux; NEPTUNUS, kapt. W.A. Bakker, en HOOP, kapt. D. Guyt, beiden van Liverpool; PRINSES MARIANNE, kapt. A. Plug, en ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, beiden van Batavia.
AH 150636
Gepraaid de 2e mei, de GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, bestemd naar Batavia, op 1º30′ NB 22º30′ WL, hebbende 27 dagen reis van Cowes, door kapt. D.J. Bulsing, voerende het schip ’s GRAVENHAGE, van Batavia te Rotterdam gearriveerd.
AH 240636
Amsterdam, 23 juni. In een bijzonder schrijven uit Batavia van de 1e februari ll., wordt onder andere gemeld, dat Z. Exc. de gouverneur generaal Band met het begin van de maand april de reis naar het vaderland zou aanvaarden aan boord van het schip INDIA, welke bodem pas van Japan teruggekomen was; de kapitein De Kock, zoon van de luit.-generaal, zou Z.Exc. als adjudant vergezellen. Ook de familie van de generaal De Eerens zou tegen half februari met het schip ’s GRAVENHAGE naar het vaderland terugkeren.
RC 040836
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia:
Met uitmuntende inrichtingen voor passagiers, het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands barkschip ANTOINETTE MARIA, kapt. H.B.C.H. Ruysch, om de 25e dezer te Helvoetsluis gereed te leggen
Het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, om de 20e dezer te Helvoetsluis gereed te liggen.
Het Nederlands gekoperd fregatschip ZUID-HOLLAND, kapt. L. Heykoop, om de 24e dezer te Helvoetsluis gereed te liggen.
Het Nederlands gekoperd fregatschip ’s GRAVENHAGE, kapt. Bulsing, om de 26e dezer te Helvoetsluis gereed te liggen.
Bovengenoemde schepen hebben bijzonder goede inrichtingen voor passagiers.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.

Op 6 augustus 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ‘s GRAVENHAGE, aangevraagd door J. Roelandsz & Co, Rotterdam, voor D.J. Bulsing als kapitein.

DC 150936
Hellevoetsluis, 13 september. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: SIBELLA GEZIENA, kapt. J.H. Rieke, van Riga; UDONIA, kapt. W.P. Wessels, van Nerva; AURORA, kapt. C.H. Hazewinkel, van Bergen; MARIA BEERTHA, kapt. K.A. Tap, van Stockholm; GEZIENA, kapt. J.H. Jonker, van St. Petersburg; WIETZINA, kapt. D.D. Greven, van Arendsburg; JEANNETTE, kapt. J. Ellids, van Sunderland, en TWEE GEBROEDERS, kapt. H.A. Hermance, van Drontheim, als bijlegger naar Antwerpen;
en zeilden in zee: ANTOINETTE MARIE, kapt. H.B.C.H. Ruijsch, naar Batavia; PRINSES MARIANNE, kapt. A. Plug, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSE HANDELMAATSCHAPPIJ, kapt. P. Landsberg, ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, en NIJVERHEID, kapt. T.J.J. Bouwman, allen naar Batavia, dezelven zijn over Pampus ten anker gekomen.
DC 200936
Hellevoetsluis, 16 september. Gisteren namiddag zeilden naar zee: PRINSES MARIANNE, kapt. A. Plug, en ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, beiden naar Batavia; JACOBINA EN BARBARA, kapt. K.Z. Schut, naar Liverpool. Heden morgen zeilde naar zee: FLORA, kapt. D. Weijden, naar Bremen.
PGC 200936
Amsterdam, 17 september. De 12e dezer zeilde van de rede van Hellevoetsluis de van Rotterdam naar Batavia bestemde schepen; de ‘s GRAVENHAGE, kapt. Bulsing; PRINSES MARIANNE, kapt. Plug; de DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDELMAATSCHAPPIJ, kapt. Landberg; de NIJVERHEID, kapt. Bouman en de ANTOINETTA MARIA, kapt. Ruijsch.
AH 220936
Kapt. H.W. de Groot rapporteert de 13e september in het Kanaal de Singels W.Z.W. 3 mijlen afstand gepraaid te hebben een driemast schip, Amsterdamse vlag no. 23, zijnde die van kapt. J.B. Fuchs, voerende het schip HENRIETTE KLAZINA, van Amsterdam naar Batavia. De 16e noorden van Zuid Voorland het schip ’s GRAVENHAGE en ¼ mijl oostelijker DE PRINSES MARIANNE, aan boord alles wel.
JC 281236
Batavia, 26 december. De 23e dezer is alhier aangekomen het Nederlandse schip ’s-GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, met enige passagiers, vertrokken van Rotterdam de 15e september.

1837

RC 110537
Volgens de Javasche Courant van de 4de tot de 7e januari:
Van Batavia zijn gezeild de Nederlandse schepen de ‘s GRAVENHAGE en PAULINE naar Soerabaya.
RC 060737
Rotterdam, 5 juli. Schipper I. Hervens van de loodsboot no. 7, den 4 dezer in de Maas gearriveerd, rapporteert den 30 juni in het Kanaal twee loodsen gegeven te hebben aan het schip ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, van Batavia.
RC 080737
Rotterdam, 7 juli. Den 6 dezer arriveerde te Helvoetsluis de TWEELINGEN DANIEL EN WILCO, H.F. Klein, van New-York, en zeilde Zr.Ms. stoomboot CERBERUS (opm: ter assistentie van het inkomende fregat ’s GRAVENHAGE)
Den 7 arriveerde ’s GRAVENHAGE, D.J. Bulsing, en TALMA, W. Thomas, van Batavia.
RC 190937
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Batavia: met uitmuntende inrigtingen voor passagiers, het gekoperd Fregatschip ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing; vertrekt den 13 dezer.
Idem: het gekoperd Fregatschip MARY EN HILLEGONDA, kapt. D.A. de Jong, hebbende uitmuntende inrigtingen voor passagiers en voerende een bekwame scheeps-doctor; vertrekt den 18 dezer.
Idem: het gekoperd Brikschip ADRIANUS EN JAKOBUS, kapt. A. Plokker, met goede inrigtingen voor passagiers.
Adres ten Kantoren van Kuyper, Van Dam en Smeer, en Hudig en Blokhuyzen.
RC 230937
Rotterdam, 22 september. Den 21 dezer zeilde DOLPHYN, B.J. Bakker, naar Bergen; EENDRAGT, J.IJ. van der Zweep, MARY EN HILLEGONDA, D.A. de Jong, en ’s GRAVENHAGE, D.J. Bulsing, naar Batavia, doch zijn beide laaststen over het Pampus ten anker gekomen; LAMORAAL ULBO, N.A. Smaal, naar Brest, en arriveerde TWEE GEBROEDERS, H. Polter, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad).
RC 071037
Rotterdam, 6 oktober. Kapt. L. Berkhoff, van Nantes te Helvoetsluis binnen, rapporteert, den 23 september, op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point), gepasseerd te zijn een schip tonende de Rotterdamse nommervlag 47, zijnde die van kapt. D.J. Bulsing, voerende het schip ’s GRAVENHAGE, alsmede een schip tonende een signaal-vlag dubbel blaauwgeel, zijnde waarschijnlijk kapitein Van der Zweep, beide naar Batavia bestemd.

1838

JC 060138
Batavia, 4 januari. De 2e januari is hier aangekomen het Nederlandse schip ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, met enige passagiers, vertrokken van Rotterdam de 21e september.
ZP 230538
Gedurende de eerste week van januari (opm: 1838) zijn te Batavia de navolgende schepen gearriveerd, als:
Op den 1 januari: BETSY EN SARA, kapt. Reinholt, den 20 september van Amsterdam vertrokken.
Op den 2 januari: ’s GRAVENHAGE, kapt. Bulsing, den 22 september van Rotterdam vertrokken.
JC 260638
St. Helena, 14 april. Gearriveerd ’s GRAVENHAGE, kapt. Bulsing, van Java den 21 februari vertrokken.
RC 070638
Rotterdam, 6 juni. Volgens rapport is voor de wal, met loodsen aan boord, het schip ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, van Batavia.
(opm: het fregat, bouwjaar 1829, kapt. Derk Jan Bulsing, werd na lossing opgelegd; op 27 december 1841 werd de zeebrief geroyeerd onder vermelding van ‘schip gesloopt’) 

De ’s GRAVENHAGE werd na lossing opgelegd vanwege de slechte vrachten als gevolg van scheve verhoudingen tussen aanbod van en vraag naar schepen. De Nederlandsche Handel-Maatschappij bood geen soelaas wegens gebrek aan voldoende product uit Indië en in de vrije markt viel door de hevige concurrentie niets te verdienen. Kapitein D.J. Bulsing werd in september 1839 overgeplaatst op het nieuwe fregat LUCIE, een signaal dat voor de ’S GRAVENHAGE de hoop op betere tijden was vervlogen. Vermoedelijk werd rond die tijd het schip voor de sloop verkocht. Op 27 december 1841 werd de zeebrief van de ’S GRAVENHAGE geroyeerd onder vermelding van ‘schip gesloopt’, waarmee de laatste administratieve handeling was verricht.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.282a Foto DVD III – 024-025 _________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: de STAD ANTWERPEN

Plaats en datum acte bijlbrief, Antwerpen, 3 juni 1829

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen, heeft op zijn werf op het Stacketsel nabij Antwerpen gebouwd het fregat de STAD ANTWERPEN

Gevoerd door kapt. Van der Sweep

Eigenaar / aankoper J. Roelandts & Co, reders (1/4e part), François Biolley & Fils, Verviers (1/4e part), Jules & Charles Grandry, Verviers (1/4e part), Josephus Osy, Antwerpen (1/8e part) en Charles Loyaerts, Antwerpen (1/8e part)

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 355 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating 21 april 1829

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 12 maart 1833

Nummer van registratie deel 21, blad 40, recto, vak 2 en 3.

Notaris verklaring

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden









Researcher/datum research ML/010307

Naam STAD ANTWERPEN (de
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1832
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.282b Foto DVD III – 024-025 _________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: de STAD ANTWERPEN,
thans ‘s GRAVENHAGE

Plaats en datum acte partenverkoop, Antwerpen, 6 november 1832

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper François Biolley & Fils, Verviers (1/4e part), Jules & Charles Grandry, Verviers (1/4e part), Josephus Osy, Antwerpen (1/8e part) en Charles Loyaerts, Antwerpen (1/8e part)

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper J. Roelandts & Co., kooplieden en scheepsreders te Rotterdam, 6/8e aandeel (nu enig eigenaar)

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 355 last

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 2 maart 1833

Nummer van registratie deel 21, folio 102, verso, vak 2.

Notaris onderhands

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 28.500,- (voor 6/8e part)

Bijzonderheden









Naam s GRAVENHAGE
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1832
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: RA - Beveren archiefnummer Ant.512.0044.00132.232
N.A- Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.282a
N.A-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.282b
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, diverse bestanddelen
De heer S. Parma, Hilversum
AH = Algemeen Handelsblad
AN = Antwerpsch Nieuwsblad
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
LC = Leeuwarder Courant
MCO = Middelburgsche Courant
PGC = Provinciaal Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk