1828
Op 23 mei 1828 de eerste zeebrief voor de WELVAART, aangevraagd door J. Smid te Noordbroek voor kapt. A.H. Dijkhuis
AH 030928
Carga-lijsten. Schiedam, 30 augustus. De WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis en ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Riga.
1829
RC 060129
Rotterdam, 5 januari. De 5e dezer, des morgens, zeilden de WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis en GEZINA, kapt. L.R. Roelfsema, naar Londen.
1830
AH 290530 Carga-lijsten. Amsterdam, 28 mei.De WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis, van Liverpool.
Op 7 juni 1830 een nieuwe zeebrief, aangevraagd door kapt. Duikhuis, Pekela, voor zichzelf. Deze zeebrief werd 03.01.1832 door de consul te Kopenhagen naar den Haag geretourneerd onder vermelding van schip verongelukt; de zeebrief werd op 23.01.1832 geannuleerd.
AH 080930
Carga-lijsten. Amsterdam, 7 september. ROELFINA, kapt. J.K. Bolhuis, de WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis, DE JONGE FREDERIK, kapt. H.K. Dijkhuis, van Petersburg;
AH 081230
Carga-lijsten. Amsterdam, 7 december. DE LIEFDE, kapt. L.J. Karsijns, de WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis, DE VROUW ANNA MARIA CATHARINA, kapt. W.D. Kleininga en GOUDVISCH, kapt. J.H. Scholtens, van Koningsbergen;
1831
AH 070531
Vlie, 4 mei. DE JONGE JAN, kapt. B.G. Peters, van Koningsbergen; DE WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis, van Koningsbergen;
AH 020631
Vlie, 30 mei. Vertrokken: DE NIJVERHEID, kapt. E.E. Hoveling, naar Petersburg; de WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis, naar Petersburg;
AH 160831
Vlie, 10 augustus. Binnengekomen: de WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis van St. Petersburg;
AH 200931
Vlie, 17 september. Van de quarantaine zijn ontslagen: DE WELDAAD, kapt. B.E. Bol; N.N., kapt. J.H. Huges; MARIA THERESIA, kapt. C.H. Uil; JONGE REINTJE, kapt. P.J. Colle en de WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis, allen van St. Petersburg.
PGC 271231
Kapitein A.H. Dijkhuis, gevoerd hebbende het schip DE WELVAART, van Arendsburg naar Schiedam, meldt van Bornholm van den 29 november, dat zijn schip in de vorige nacht na in de buitengronden van dat eiland bij herhaling hevig gestoten en het roer verloren te hebben, zwaar lek geworden was; hetzelve met pompen niet boven water hebbende kunnen houden en uithoofde hetzelve roerloos was, ook het strand niet hebbende kunnen bereiken was hetzelve gezonken: en de equipage hadden zich met grote moeite met de boot gered en waren op dat eiland onder quarantaine gelegd. Voorts meldt hij dat die nacht nog een Engelse brik van Riga en een groot Pruisisch driemastschip van Memel, op hetzelve eiland verongelukt waren; de equipage van de eerste was gered, doch van die van het laatste drie man verdronken.