1836
Op 25-06-1836 wordt voor de VROUW ANNEGINA door kapt./ eigenaar H.M. Hendriks uit Groningen een eerste zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
GRC 050736
Groningen, 2 juli. Uitgezeild VROUW ANNEGINA, H.M. Hindriks naar Londen.
GRC 190836
Te Gravesend, 9 augustus, VROUW ANNEGINA, H.M. Hendriks van Groningen.
PGC 071036
Schipper H.H. Bloem, van Terschelling, heeft de 28e september bij de derde ton in het Amelander Gat geborgen en op Ameland aangebracht de equipage van het tjalkschip de VROUW ANNEGINA, schipper H. Mees Hz. (opm: VROUW ANNEGIEN, bouwjaar 1822, kapt. Hindrik Mees Hindriks), bestaande in de schipper met zijn vrouw en twee matrozen, welk schip de 27e aldaar was gezonken, ten gevolge waarvan de genoemde personen, gedurende 19 uren, in de akeligste toestand in het touwwerk van de mast zich hadden vastgeklemd gehouden. Dit vaartuig was met een lading klipsteen uit Noorwegen naar Medemblik of Enkhuizen bestemd.
Op 18-10-1636 wordt de zeebrief van de VROUW ANNEGINA, kapt. H.M. Hendriks door de ontvanger te Ballum (op Ameland) naar Den Haag teruggezonden met de reden: Schip verongelukt.