1834 - 1836
Het 2-deks fregat MERCURIUS werd gebouwd in Middelburg door de Middelburgsche Commercie Compagnie, in eerste instantie voor eigen rekening. De kiel werd in februari 1834 gelegd. In februari 1835 werd het hol tijdens de bouw verkocht aan de rederij Spoors & Sprenger te Middelburg, die 16 aandelen zou uitgeven. Op 3 februari 1836 vond de tewaterlating plaats. Het gekoperde fregat had een laadvermogen van 521 ton.
1836
DC 090236
Dordrecht, 8 februari. Den 3e dezer is te Middelburg aan de werf der Commercie-Compagnie in de beste orde te water gelopen het fregatschip MERCURIUS.
Op 24 februari 1836 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de MERCURIUS, aangevraagd door Spoors & Sprenger, Middelburg, voor H.B. Esink als kapitein. Deze zeebrief werd op 15 april door de gouverneur van de provincie Zeeland naar Den Haag geretourneerd, onder vermelding ‘fout in de zeebrief’ waarna op18 april royement volgde. Op 9 april werd wederom een zeebrief verstrekt, ditmaal door de gouverneur van de provincie Zeeland, met vermelding ‘in verleende zeebrief verkeerd jaar ingevuld’.
RC 210436
Rotterdam, 21 april. Van Middelburg zijn naar zee gezeild het fregatschip MERCURIUS, kapt. H.B. Esink en het barkschip DE ONDERNEMING, kapt. H. Eeltjes, beide naar Batavia gedestineerd.
DC 210436
Middelburg, 15 april. Heden zeilden naar zee het fregatschip MERCURIUS, kapt. H.B. Esink, en het barkschip de ONDERNEMING, kapt. H. Eeltjes, beiden naar Batavia, van deze stad.
JC 230436
Kapt. Willem Kiers Kok, van Cette in Texel binnen, heeft de 17e april op de hoogte van Bevesier gepraaid het schip MERCURIUS, kapt. H.B. Ezink, van Middelburg naar Batavia; aan boord was alles wel.
DC 280536
In de Lloydslijst van de 20e wordt gemeld, dat het schip MERCURIUS, kapt. H.B. Esink, de 4e dezer met verlies van roer en verdere schade te Lissabon was binnengelopen.
AH 040636
Lissabon, 14 mei. De MERCURIUS, kapt. Ezink, van Middelburg naar Batavia, de 4e mei alhier binnengelopen, heeft deszelfs roer gerepareerd, zonder van de lading gelost te hebben.
PGC 070636
Het schip MERCURIUS, kapt. H.B. Ezink, van Middelburg naar Batavia, te Lissabon binnen, is, volgens brief van daar van de 14e mei, van de geleden schade aan het roer hersteld zonder over kant te hebben gehaald.
DC 180636
Middelburg, 15 juni. Ingevolge ingekomen bericht uit Lissabon is het schip MERCURIUS, kapt. H.B. Esink, op 23 mei jl., na gedane reparatie, van daar vertrokken, om deszelfs reis naar Batavia voort te zetten, zijnde aan boord alles wel.
JC 070936
Batavia, 6 september. De 3e dezer is alhier aangekomen het dito schip BATAVIA, kapt. H. Bruhn, met 11 passagiers, van Rotterdam vertrokken de 18e mei, het dito schip MERCURIUS, kapt. H.B. Esink, met Zr.Ms. troepen, van Middelburg vertrokken de 15e april.
DC 201236
Middelburg, 16 december. Volgens berichten is te Batavia gearriveerd het schip MERCURIUS, kapt. H.B. Esink, en te Samarang het schip AZIA, kapt. A. Ritchie, beiden van deze stad.
1837
JC 181037
Straat Sunda, doorgezeild: 12 oktober. Het Nederlands schip (opm: fregat) MERCURIUS, kapt. H.B. Esink, van Middelburg den 28ste juni, naar Batavia.
JC 251137
Batavia, 24 november. Vertrokken het Nederlands schip (opm: fregat) MERCURIUS, kapt. Esink, naar Middelburg
1838
RC 080238
Rotterdam, 7 februari. Het schip (opm: fregat) OLIVIER VAN NOORT, kapt. G. de Jong, van Amsterdam naar Batavia, als mede nog twee schepen, het een tonende de vlag van het Collegie Zeemanshoop, met no. 316, zijnde die van kapt. C.W. Flens, voerende het schip (opm: fregat) DE VRIENDEN, mede van Amsterdam naar Batavia, en het ander tonende dezelfde vlag met no. 336, zijnde die van kapt. H.B. Ezink (opm: H.B. Esink), voerende het schip (opm: fregat) MERCURIUS, van Middelburg naar Batavia, zijn den 11 oktober 1837 in Straat Sunda gezien door kapt. Thompson, voerende het schip DUMFRIES, van Batavia te Plymouth binnen.
Op 11 april 1838 werd een nieuwe verstrekt voor de MERCURIUS, aangevraagd door Spoors & Sprenger, Middelburg, voor H.B. Esink als kapitein.
JC 190938
Batavia, 16 september. Heden is hier aangekomen het Nederlandse schip MERCURIUS, kapt. H.B. Esink, vertrokken van Middelburg de 17e mei; dito schip DE ONDERNEMING, kat. H.J. Klein, vertrokken van Amsterdam de 24e mei.
1839
JC 111239
Passaroeang, 4 december. Vertrokken het Nederlands schip (opm: fregat) MERCURIUS, kapt. G.J. de Vries (opm: voormalig opperstuurman Gerrit Isaac de Vries), als zijnde gezagvoerder, H.B. Esink, alhier overleden, naar Middelburg. (opm: kapt. Harmannus Betaaf Esink overleed te Tjilatjap op 1 december 1839)
1840
Op 9 juni 1840 werd een nieuwe verstrekt voor de MERCURIUS, aangevraagd door Spoors & Sprenger, Middelburg, voor J. Kooger als kapitein.
MCO 280740
Middelburg, 27 juli. Gisteren is naar zee gezeild de MERCURIUS, kapt. J. Kooger, naar Java.
JC 111140
Batavia, 8 november. Aangekomen het Nederlands schip (opm: fregat) MERCURIUS, kapt. J. Kooger, van Middelburg den 26 juli.
JC 091240
Soerabaija, 3 december. Vertrokken het Nederlands schip (opm: fregat) MERCURIUS, kapt. J. Kooger, over Probolingo naar Nederland.
1841
JC 200141
Banjoewangie, 5 januari. Aangekomen het Nederlands schip (opm: fregat) MERCURIUS, kapt. J. Kooger, van Probolingo den 3 januari.
MCO 290541
Middelburg, 28 mei. Eergisteren arriveerde aan het Fort den Haak het schip (opm: fregat) MERCURIUS, kapitein Jan Kooger, van Banjoewangie, bestemd voor deze stad.
Na lossing is de tuigage van het fregat vereenvoudigd naar bark, waardoor met een geringer aantal opvarenden kon worden volstaan
MCO 210841
Middelburg, 20 augustus. Heden is naar zee gezeild het schip (opm: vertuigd naar bark) MERCURIUS, kapt. J. Kooger, naar Batavia.
JC 151241
Batavia, 13 december. Heden is hier aangekomen het Nederlandse schip MERCURIUS, kapt. J. Kooger, vertrokken van Middelburg de 20e augustus.
1842
JC 020242
Batavia, 30 januari. Vertrokken het Nederlandse schip (opm: bark) MERCURIUS, kapt. J. Kooger, naar Middelburg, passagiers de heren G.L. Bronner en F. Mouthaan.
MCO 280642
Middelburg, 27 juni. Gisteren is ter rede gearriveerd, het schip (opm: bark) MERCURIUS, kapitein Jan Kooger, van Batavia, met koffij, suiker, indigo, tin en bindrotting.
Op 24 augustus 1842 werd een nieuwe verstrekt voor de MERCURIUS, aangevraagd door Spoors & Sprenger, Middelburg, voor W. Veenema als kapitein.
AH 051042
Amsterdam, 4 oktober. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht:
Voor Rotterdam: de schepen BANCA, kapt. Ten Ham en PRINSES SOPHIA, kapt. Smits;
Voor Dordrecht: het schip BERNHARD HERTOG VAN SAXEN-WEIMAR, kapt. Hazewinkel
Voor Middelburg: het schip MERCURIUS, kapt. W. Veeneman.
1843
JC 180243
Batavia, 16 februari. Aangekomen het schip MERCURIUS (opm: bark), kapt. Veeneman, den 13 oktober van Middelburg.
JC 270543
Batavia, 24 mei. Vertrokken het schip MERCURIUS (opm: bark), kapt. W. Veeneman, naar Middelburg.
MCO 270643
Middelburg, 26 juni. Den 16 februari l.l. is kapt. Veeneman, voerende het schip (opm: bark) MERCURIUS, na een reis van 125 dagen, te Batavia aangekomen. Het schip was in goeden staat, doch de kapitein en een gedeelte der equipage waren zeer ongesteld geweest, doch begonnen nu weder te beteren.
MCO 051043
Middelburg, 4 oktober. Volgens ingekomen bericht van Batavia, was kapt. W. Veeneman , voerende het schip de MERCURIUS, den 22 mei l.l. met zijne lading gereed en zou den volgenden dag de reis naar het Vaderland aannemen. Kapt. en schip waren in een zeer goeden staat.
RC 141043
Rotterdam, 13 oktober. Te Vlissingen is den 10 dezer ter rede gekomen het barkschip MERCURIUS, kapitein W. Veeneman, van Batavia naar Middelburg;
AH 161043
Advertentie. Heden ontvingen wij de diep bedroevende tijding, dal op den 11de dezer, een dag na deszelfs aankomst ter rede van Vlissingen plotseling is overleden, onze beminde zoon Jan Vogelzang, tweede stuurman aan boord van het barkschip MERCURIUS, in den jeugdigen leeftijd van 24 jaren. Na zeven gelukkig volbrachte reizen op de Indiën, hoopten wij hem spoedig weder in ons midden te zien, doch Gods ondoorgrondelijke wijsheid behaagde het, hem tot zich te nemen.
Delft, 12 oktober, 1843
P. Vogelzang. M. M. Vogelzang geb. Bach
1844
MCO 020744
Middelburg, 1 juli. Gisteren is naar zee gezeild het barkschip MERCURIUS, kaptein W. Veeneman, van deze stad naar Batavia bestemd.
JC 261044
Batavia, 24 oktober. De 22e dezer is hier aangekomen het Nederlandse schip MERCURIUS, kapt. W. Veeneman, de 30e juni van Middelburg vertrokken.
1845
DC 240645
Dordrecht, 23 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op heden de volgende 33 schepen bevracht:
Voor Amsterdam: JOHANNA CATHARINA, kapt. L. Wildschut; BAREND WILLEM, kapt. J. Riekels; VAN DER WERFF, kapt. P. van Duijvenbooden; CHINA, kapt. N.N.; CORNELIS HOUTMAN, kapt. J.H. Rolman; PASSAROUANG, kapt. C.C.B. Fulbrun; ADMIRAAL DE RUITER, kapt. J.N. Schnijder; BAROS, kapt. E.R. Borchers; HELENA, kapt. W. Blom; CLAUDIUS CIVILIS, kapt. J. Ingerman; STRAAT BALY, kapt. G. Mulder; GENERAAL LIST, kapt. G.A. Sandman; WALVISCH, kapt. T. Schut; PHILIPS VAN MARNIX, kapt. E. van Duyn; KONING WILLEM II, kapt. H.B. Eeftingh; CORNELIA EN HENRIETTE, kapt. J. Schut; BATAVIER, kapt. D. Grim; JUPITER, kapt. J.K. de Jong; PADANG, kapt. M.W. Swart en MARIA ELIZABETH, kapt. J. Flens Wz., de twee laatste van Rotterdam.
Voor Rotterdam: KENAU HASSELAAR, kapt. P.S. Schuil; D’ELMINA, kapt. J.C. Jansen; GEERTRUIDA, kapt. A. Schaap; ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. A. Glazener; COURIER, kapt. J. Teygeler; VROUW JOHANNA, kapt. C. van der Hoeven; DILIGENTIA, kapt. H.F. Horneman; ELIZABETH JOHANNA, kapt. M. van Velthoven; ’S GRAVENHAGE, kapt. S.G. Molenaar en IJSSEL, kapt. C.J.A. Verbrug.
Voor Dordrecht: ZWIJGER, kapt. J.H. Mugge en CERES, kapt. W. Kettler, de laatste van Rotterdam.
Voor Middelburg: MERCURIUS, kapt. W. Veeneman.
Op 9 juli 1845 werd een nieuwe verstrekt voor de MERCURIUS, aangevraagd door Spoors & Sprenger, Middelburg, voor W. Veenema als kapitein.
AH 270645
Advertentie. Wordt gevraagd, uiterlijk tegen het midden der maand juli, op zeer billijke voorwaarden, tot het doen ener reis naar Java en terug, met het schip (opm: bark) de MERCURIUS: een bekwame SCHEEPS-DOCTOR. Brieven franco aan den kapitein W. Veeneman, te Middelburg.
JC 271245
Batavia, 24 december. Heden is hier aangekomen het Nederlands schip MERCURIUS, kapt. W. Veeneman, vertrokken van Middelburg de 19e augustus.
1847
DC 030447
Dordrecht, 2 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de volgende 13 schepen, als:
Voor Amsterdam: CORNELIA, kapt. T.S. Deinum; JAVAAN, kapt. P. Dekker; ALIDA WILHELMINA, kapt. K. Latjes; STAD UTRECHT, kapt. F.P.J. Jaski; ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, en DELTA, kapt. G. Crans, van Dordrecht.
Voor Rotterdam: CERES, kapt. L.W. van Rijn van Alkemade; EDOUARD, kapt. J.M. de Winter; VRIENDSCHAP, kapt. F.W.E. Schuchard; FORMOSA, kapt. H. Reiniersen; HENDRIK JAN, kapt. P. Wap, en WILLEM I, kapt. H. Poppen.
Voor Middelburg: MERCURIUS, kapt. W. Veeneman.
1848
Op 9 augustus 1848 werd een nieuwe verstrekt voor de MERCURIUS, aangevraagd door Spoors & Sprenger, Middelburg, voor W. Veenema als kapitein.
MCO 070948
Middelburg, 6 september. Gisteren is naar zee gezeild het barkschip MERCURIUS, kapitein W. Veeneman, bestemd naar Batavia.
1849
MCO 240349
Middelburg, 23 maart. Den 4 januari 1849, is te Batavia aangekomen het schip (opm: bark) MERCURIUS, kapitein W. Veeneman, na ene reis van 120 dagen; den 14 vertrok dit schip naar Sourabaya om op lading te wachten; alles was in goeden staat.
RC 231049
Volgens ontvangen bericht, is het barkschip MERCURIUS, kapt. W. Veeneman, den 18 dezer van Middelburg te Newport-Mon aangekomen om voor Singapore te laden.
1850
MCO 230750
Middelburg, 22 juli. Den 7 mei j.l. is te Singapore is aangekomen het schip MERCURIUS, kapitein W. Veeneman, welke bodem den 1 juni daaraanvolgende in lading lag naar China.
NRC 020850
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de volgende 20 schepen, als:
Voor Rotterdam: JACATRA, kapt. Buys Jz, GENERAAL VAN DEN BOSCH, kapt. Parlevliet Jz, JACOBA HELENA, kapt. Pfeil, LAURENS KOSTER, kapt. Kleve, JONGE JAN, kapt. ? MENADO, kapt. Rijken, MARIA MAGDALENA, kapt. Popken, SIRENE, kapt. Zwart, en EUGENIE, kapt. Bargman.
Voor Amsterdam: PHILIPS VAN MARNIX, kapt. Van Duyn, DIONYSIA CATHARINA, kapt. Arenspoot, CASTOR, kapt. Noodt, MARCO BOZZARIS, kapt. De Boer Czn, SUSANNA CHRISTINA, kapt. Corbière, CORNELIA EN HENRIETTE, kapt. Gollards, en JAVA, kapt. Tuk.
Voor Schiedam: OSIRIS (van Dordrecht), kapt. Stam de Jonge.
Voor Middelburg: ELIZABETH EN JOHANNA, kapt. Ballot, MERCURIUS, kapt. Veeneman, en SCHOUWEN, kapt. Kraan.
MCO 260950
Middelburg, 25 september. Volgens schrijven van kapitein W. Veeneman, voerende het schip (opm: bark) MERCURIUS, uit Singapore, van 30 juli l.l, zoude hij dien dag naar Amoy en Stanghae (opm: Shanghai) vertrekken. Schip en equipage waren in goeden staat.
MCO 231150
Middelburg, 22 november. Op den 25 augustus l.l. is te Amoy gearriveerd het schip (opm: bark) MERCURIUS, kapitein W. Veeneman; hij zou de reis naar Stanghea (opm: Shanghai) op 31 augustus voortzetten. Schip en equipage waren in goeden staat.
MCO 211250
Middelburg, 20 december. Per landmail is bericht ontvangen van kapitein W. Veeneman, voerende het schip MERCURIUS, meldende dat hij den 26 september l.l. te Shangea (opm: Shanghai) gearriveerd en bezig was met lossen. Schip en equipage waren in goeden staat.
1851
MCO 200251
Middelburg, 19 februari. Volgens bericht van kapitein W. Veeneman, voerende het schip (opm: bark) MERCURIUS, van den 17 december l.l, was hij gereed om van Woosung-rivier de reis over Manilla naar Java aan te nemen. Reeds den 13de der maand was de bodem van Shanghae vertrokken. Schip en equipage waren in goeden staat.
1852
MCO 060752
Middelburg, 5 juli. Gisteren is naar zee gezeild het barkschip MERCURIUS, kapitein W. Veeneman, van deze stad naar Newcastle.
Op 23 juni 1852 werd een nieuwe verstrekt voor de MERCURIUS, aangevraagd door Spoors & Sprenger, Middelburg, voor W. Veenema als kapitein.
1853
JB 120353
Advertentie. Verse appelen en peren. Bij de ondergetekenden op de grote rivier a contant te verkrijgen de volgende soorten uitmuntend verse appelen en peren, pas aangebracht met het Nederlandse koopvaardijschip MERCURIUS, kapt. W. Veeneman, van Boston, als:
1. Duchesse d'Angouleme |
6. Winter Nelis |
2. Beurre Diel |
7. Beurre d'Aimburg |
3. Easter Beurre |
8. St, Germain Princess |
4. Vicar of Wakefield |
9. Virgalien Coffins |
5. Glout Morceau |
10. Marie Louisa |
Hughan & Muller
1854
AH 260154
Vere, 22 januari. Uitgezeild MERCURIUS, kapt. W. Veeneman, van Middelburg, naar Londen en Australië.
AH 010354
Advertentie. Het behaagde den Almachtige na een smartvol lijden, mij heden door den dood te ontnemen, mijnen hartelijk geliefden echtgenoot Willem Veeneman, in leven gezagvoerder op het schip MERCURIUS, van Middelburg, in den ouderdom van veertig jaren, na ene genoegelijke echtvereniging van tien jaren, tot diepe droefheid van mij, mijne moeder en verdere bloedverwanten. Zwaar treft mij dit verlies in mijne omstandigheid en mijne twee nog zeer jonge kinderen, die de grootheid van hun verlies niet kunnen beseffen, hopende dat de Heer ons zal troosten en sterken om in Zijnen wijzen wil te berusten.
Londen, 22 februari 1854
Wed. J. E. Veeneman
Na het overlijden van kapt. Veeneman in Londen op 22 februari 1854 moet het commando zijn overgenomen door kapt. Frans Nepperus Fzn. De zeebrief is waarschijnlijk door de Consul Generaal in Londen uitgegeven; hierover is in Den Haag niets teruggevonden.
NRC 230354
Rotterdam, 22 maart. Jongstleden zaterdag (opm: 18 maart) werden te Londen 12 Nederlandse koopvaardijbodems voor Australië beladen, als:
Naar Sydney: ADMIRAAL ZOUTMAN (832 ton), van Rotterdam, kapt. P.D. Nap; CORNELIA EN HENRIETTE (747 ton), van Amsterdam, kapt. T. Gollards en SCHOONDERLOO (440 ton), van Rotterdam, kapt. A.F. Marmelstein.
Naar Hobart Town: BALTIMORE (685 ton), van Amsterdam, kapt. E. Poestkoke.
Naar Melbourne: RIJSWIJK (571 ton), van Rotterdam, kapt. J.R.N.J. Bijl.
Naar Port Philip: MERCURIUS (459 ton), van Middelburg, wijlen kapt. W. Veeneman (opm: vervangen door kapt. F. Nepperus Fzn);
COPERNICUS (740 ton), van Alblasserdam, kapt. E.F. Prater; en BULGERSTEYN (601 ton), van Rotterdam, kapt. A.J. Maas.
Naar Geelong: ANNA (325 ton), van Dordrecht, kapt. W.H. Cramer, en OOST-INDIËN (653 ton), van Amsterdam, kapt. E.E. Mos.
Naar Adelaide: GESINA (588 ton), van Amsterdam, kapt. P. Burggraaf, en PANTALON (411 ton), van Rotterdam, kapt. M.F. Remmers.
In het geheel werden te Londen voor Australië beladen 87 schepen.
Te Liverpool werden jl. zaterdag beladen: voor Sydney, REMBRANDT VAN RHIJN (340 ton), van Amsterdam, kapt. J.H. van Wijngaarden en CORNELIS HOUTMAN (619 ton), van Amsterdam, kapt. J.H. Rolman.
Voor Adelaide: HENRICUS GERARDUS (382 ton), van Amsterdam, kapt. P. de Boer Cz.
In het geheel werden te Liverpool 35 schepen voor Australië beladen.
AH 030454
Londen, 30 maart. Zeilklaar en uitgezeild MERCURIUS, kapt. F. Nepperus, naar Port Philip.
NRC 290654
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 43 schepen, als: Voor Rotterdam: WITTE CORNELISZ DE WITH, kapt. T. van Rossem; VRIENDSCHAP, kapt. F.W.E. Schuchard; DEN ELSHOUT, kapt. E.F. Bonjer; REIJERWAARD, kapt. P. Wierikx; MARIA ADRIANA, kapt. S. van der Held; SCHOONDERLOO, kapt. A.F. Marmelstein; PANTALON, kapt. M.F. Remmers; BULGERSTEYN, kapt. A.J. Maas; CANTON, kapt. H.J. Tweehuys; AMBOINA, kapt. P.A. Schaap; EVERDINA ELISABETH, kapt. C.J. Tonjes; VALPARAISO, kapt. E.J. Kok; JACOBUS, kapt. J.J. van Loon; DOGGERSBANK, kapt. J.H. Clowting; SOUBURG, kapt. H.B.L. Evers; MARIA ANNA, kapt. L.G. Verbeek; AUSTRALIË, kapt. J.C. Harten; HENDRINA, kapt. C.W. Pompe; LAMMINA ELISABETH, kapt. A. Gersen; COPERNICUS, kapt. E.F. Prater en TWEE GEZUSTERS, kapt. J.J. de Wilde.
Voor Amsterdam: NASSAU, kapt. J.L. ten Boekel; BALTIMORE, kapt. E. Poestkoke; OOSTERGOO, kapt. D. C. Claus; REMBRANDT VAN RHIJN, kapt. J.H. van Wijngaarden; REGINA, kapt. C. Ingerman; ARDJOENO, kapt. S.R. Post; SUSANNA GEERTRUIDA, kapt. D. Steenveld; PASSAROEANG, kapt. C.C.B. Fullbriun; MENTOR, kapt. D.A. Zijlstra; NEDERLAND EN ORANJE, kapt. L. van der Plas; DERKINA TITIA, kapt. B.W. van Zijp; JUPITER, kapt. G.J. van der Mey; ANNA LENA, kapt. J.C. Siedenburg en MARIANNE, kapt. R.P. Tjebbes.
Voor Dordrecht: GRAAF DIRK III, kapt. C.J. Rotgans.
Voor Middelburg: MERCURIUS, kapt. F. Nepperus Fzn; SCHELDE, kapt. … (opm: P. van Duijn) en MARIA, kapt. E.N.T. van Wulven.
Voor Schiedam: ALBLASSERDAM, kapt. P.G. Pott; OTTOLINA, kapt. J.J. Prange; ZALT-BOMMEL, kapt. C.J. Juta en VREDE, kapt. J.L. ter Bruggen
JB 041054
Scheepsberichten uit Australië.
Nederlandse schepen liggende in Hobson’s baai en Port Philip op 5 augustus 1854.
MERCURIUS, kapt. Nepperus, bestemming Java.
Ingeklaard van Londen sedert 3 augustus.
1855
MCO 190655
Den 15 mei is op 8º12’ N.B. en 26º50’ W.L.gepraaid het barkschip MERCURIUS, gezagvoerder F. Nepperus Fzn, van Batavia naar Middelburg, met schade aan de verschansingen.
Op 8 oktober 1855 werd een nieuwe verstrekt voor de MERCURIUS, aangevraagd door Spoors & Sprenger, Middelburg, voor F. Nepperus Fzn. als kapitein.
1856
NRC 091056
Newhaven, 5 oktober. Heden morgen werden hier door een loodskotter aan land gezet kapt. Johnson en acht man van de equipage van de Engelse bark HOPE, van Quebec naar Dundee bestemd, welke de 30e september in zinkende staat op 47º53’ N.B. en 12º40’ W.L. was verlaten, ten gevolge van doorgestane stormen, welke het vaartuig reddeloos maakten. Na drie dagen in de toppen der masten verbleven te zijn, zonder voedsel of water, behalve enig door zeewater doortrokken beschuit, werden de kapitein en de overgebleven bemanning – de eerste stuurman was reeds over boord geslagen – ontdekt door het Nederlandse schip MERCURIUS, kapt. Nepperus (opm: bark, kapt. F. Nepperus Fzn), en door hetzelve opgenomen, allerliefderijkst verzorgd, en aan boord van genoemde loodskotter overgezet. Kapt. Johnson deelt door middel van de Shipping and Mercantile Gazette zijn hartgrondige dank mede aan de gezagvoerder Nepperus en diens bemanning voor hunne waarlijk Christelijke en humane behandeling.
NRC 161256
Rotterdam 15 december. Directeuren der hier ter stede gevestigde Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen hebben in hun jongste vergadering besloten te doen uitreiken:
De gouden medaille aan S. Halfweg, voerende het hier ter stede thuis behorende schroefstoomschip HOLLANDER, voor het op 12 oktober, op zijn reis van deze stad naar de Oostzee en Kopenhagen redden van een groot gedeelte der equipage van het schoenerschip ENGELINA JACOBA, gevoerd door kapt. K. de Groot, beladen met rogge, komende van Riga en bestemd naar de Maas, hetwelk zodanig door storm was geteisterd, dat men beide masten had moeten kappen en, in de hoop het te Elseneur te kunnen binnenbrengen, door de stoomboot was op sleeptouw genomen; dat echter, door opkomend stormweder de sleeptrossen gebroken zijnde, men verplicht is geweest het schip te verlaten, na echter met levensgevaar met de sloep vier personen van de schoener afgehaald te hebben, terwijl er geen mogelijkheid bestond de overigen, zijnde de kapitein, stuurman en een matroos, te redden, welke met het schip hun graf in de golven zullen gevonden hebben.
De grote zilveren medaille, aan P. van der Schie, tweede stuurman.
De grote bronzen medaille en ieder NLG 10 aan G. de Waard en M. Stuivers matrozen, zijnde de drie personen, die met bijzonder gevaar, het moedig gewaagd hebben, de sloep te bemannen en de vier mensen van de ENGELINA JACOBA op de HOLLANDER over te brengen. (De meerdere bijzonderheden van deze redding vindt men medegedeeld in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 19 november j.l.)
De zilveren medaille aan G.F. Bus, voerende het Nederlandse barkschip VOORWAARTS, te huis behorende te Alblasserdam, voor het de 2e november 1855 op 49º28’ N.B. en 07º40’ W.L. met dubbel gereefde marszeilskoelte en hoge zee redden der equipage van de gezonken Engelse schoener DIAMOND, gevoerd door John Ching, thuis behorende te Swansea, welke reeds vier dagen in de boot haar toevlucht had genomen, en na een zorgvuldige verpleging in deerniswaardige toestand, te hebben overgegeven op de gepraaide schoener RIVAL, kapt. George Norris, bestemd naar Londen.
De grote zilveren medaille aan F. Nepperus Fzn, voerende het Nederlandse barkschip MERCURIUS, te huis behorende te Middelburg, en NLG 50 om onder zijn equipage te verdelen, voor het op de 30e september op zijn reis van Akyab (opm: Sittwe) naar Middelburg redden der equipage, bestaande uit negen personen, van het Engelse brikschip HOPE, gevoerd door kapt. J.Y. Johnston, komende van Quebec en bestemd naar Dundee, welk schip zodanig door onstuimig weder en stortzee was geteisterd, dat het op zijn lading, bestaande in hout, was drijvende en de equipage reeds vier dagen zonder enig voedsel haar toevlucht in het tuig had genomen.
De zilveren medaille aan A. Verschoor, voerende de vissloep ZEE- EN LANDBOUW (opm: zie NRC 061256), thuis behorende te Pernis, voor het op 56º N.B. de 23e september redden der equipage, bestaande in zes personen, van de met verstopte pompen in een zinkende staat verkerende Engelse schoener SHERATON, gevoerd door kapt. Henry Dale, komende van Newcastle en bestemd naar Gothenburg, en haar hier ter stede aan het Britse consulaat te vergezellen.
De zilveren medaille aan F. Rietmeijer, voerende het alhier ter stede te huis behorende Nederlandse fregatschip PRINSES MARIANNE, voor het op de 5e april l.l, op zijn reis van deze stad naar Batavia redden ter hoogte van Sidari van zeven inlanders, die reeds 5 dagen in een praauw hulpeloos en zonder enig voedsel hadden gedreven en hen veilig te Batavia aan wal te zetten.
1857
NRC 200557
Rotterdam, 19 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 32 schepen, als :
Voor Rotterdam : JACOBA CORNELIA, kapt. F. Rooseboom; EVERDINA ELIZABETH, kapt. C.J. Tönjes; CANTON, kapt. H.J. Tweehuis; ALBLASSERDAM, kapt. P.G. Pott; ARGO, kapt. A. Weber; SCHOONDERLOO, kapt. D. Kruy; JACOBUS, kapt. J.J. van Loon; SOUBURG, kapt. H.B.L. Evers; VERTROUWEN, kapt. H.O. Piccardt; BULGERSTEIJN, kapt. A.J. Maas; LANDBOUW, kapt. P.A. Kleijnenberg; KRIMPEN A/D LEK, kapt. W. Ouwehand; WILLEM DE ZWIJGER, kapt. W.L. van den Dries.
Voor Amsterdam: CESAR, kapt. D. Brinkering; ADMIRAAL TROMP, kapt. J. van Tubergen; BALTIMORE, kapt. N.N; HENRICUS GERARDUS, kapt. K. Latjes; DERKINA TITIA, kapt. P. Esink; JUPITER, kapt. G.J. van der Mey; STAD ENSCHEDE, kapt. M.J.B.N Noordhoek Hegt; ERASMUS, kapt. J. van Heyningen; NOORD BRABANT,kapt. H.R. Bok en CHERIBON, kapt. W.J. Coers; de drie laatste van Rotterdam.
Voor Dordrecht: BATO, kapt. W.F. Broeksmit; GRAAF DIRK III, kapt. C.J. Rotgans; AEGIDIA EN PAULINA, kapt. T.K. Veldman.
Voor Middelburg: MARIA, kapt. E.N.F. van Wulven; MERCURIUS, kapt. F. Nepperus; WALCHEREN, kapt. K. Hoek; ZEELANDIA, kapt. W. Blaakhert.
Voor Schiedam: LAMMINA ELIZABETH, kapt. A. Gersen; EDUARD MARIE, kapt. M.F. Remmers, beiden van Rotterdam.
1858
NRC 310558
Advertentie. De makelaars A. van den Broecke Jz. en J.J. de Kanter te Middelburg, als lasthebbende van hunne meesters, zijn van mening op dinsdag de 22e juni 1858, des avonds ten acht ure, in de bovenzaal van de sociëteit de Vergenoeging op de markt aldaar, publiek aan de meestbiedende te koop aan te bieden: het snelzeilend Nederlands Barkschip MERCURIUS, bekend op de bevrachtingslijst der Nederlandsche Handel-Maatschappij, met deszelfs inventaris, zijnde gemeld schip ten jare 1836 te Middelburg gebouwd en in de maand april laatstleden van Batavia aldaar gearriveerd, bekleed met geel metaal, lang 34,25 ellen, wijd 6,40 ellen, hol 5,04 ellen, groot 491 tonnen, liggende in een der binnenhavens van die stad. Het genoemde schip is twee dagen vóór en op de verkoopdag te zien, op vertoon van een permissiebiljet, verkrijgbaar bij bovengenoemde makelaars, die tevens bereid zijn nadere inlichtingen, des begeerd wordende, te geven. (opm: het in 1836 als fregat getuigde schip werd verkocht voor de sloop)
Op 23 augustus 1858 werd de zeebrief van de MERCURIUS, kapt. F. Nepperus, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Middelburg, naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd, waarna op 25 augustus royement volgde.
ZP 000058
Door Zeepost opgegeven als in 1858 gesloopt geworden:
Scheepsnaam |
Naam kapitein |
Bouwjaar |
Scheepstype |
ANJER |
H.G. Bieshorst |
1829 |
bark |
CLARA HENRIËTTE |
G.F. Wiegmink |
1840 |
fregat |
FANNY |
J. van der Meulen |
1840 |
fregat |
IDA |
A. van der Eyk |
1835 |
bark |
KENAU HASSELAAR |
C. Lindeman |
1839 |
fregat |
MERCURIUS |
F. Nepperus |
1836 |
bark |
NEERLANDS INDIÉ |
G.A. Wagner |
1835 |
fregat |
PALEMBANG |
J.K. Hoekstra |
1836 |
fregat |
STAD AMSTERDAM |
M. van Geysel |
1835 |
fregat |
URANIA |
A.F.H. Meyer |
1827 |
bark |
WILLEM BARENDSZ |
C.J. Jaski |
1842 |
bark |