|
Men leest in de Amsterdamsche Courant: Heeft een onzer uitstekendste schrijvers, wij bedoelen Jonathan, in zijn Waarheid en Droomen, met diep gevoel en treffende eenvoud geschetst, wat er véél achter de weinige woorden van een enkele, gewone doodsadvertentie schuilen kan, zijn schone opmerkingen zijn niet minder van toepassing op de korte, dorre, maar zóveel zeggende scheepvaart- berichten. Het eenvoudige: “binnengekomen uit een havenplaats”, of het; "alles wel aan boord" in een praaibericht uit verre zeeën, welk een blijde boodschap, welk een schat van zielenvreugde, ligt in die weinige letters opgesloten! Maar daarentegen, welk een verpletterende, duizelingenwekkende slag brengen soms die korte tijdingen, even onverhoeds, het ouderhart of vrouw en kroost toe! Zo, bij voorbeeld, gisteren: "ULYSSES gestrand, kapitein verdronken." In die enkele woorden vernam een vader, te midden van zijn dagwerk op onze drukkerij, eensklaps de jammerlijke dood van zijn zielsgeliefde zoon, een man in de kracht des levens, slechts 37 jaar oud, zelf gelukkig echtgenoot en vader, en die zich door voorbeeldig gedrag, gehele toewijding aan zijn beroep en degelijke studie, van scheepsjongen, onvermoeid en met inspanning zijner beste krachten, op de loffelijkste wijze had opgewerkt tot de rang van kapitein op een der stoomschepen van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, een ware ereplaats, daar zij de keus uit de beste mannen van het vak heeft. Zo nabij getuige van de onbeschrijfelijke vadersmart, die een enkel scheepsbericht, in zijn ijzingwekkende kortheid, kan veroorzaken, dachten wij met innig meegevoel aan zo velen, die door dezelfde scheepsramp even diep getroffen worden, en zullen onze lezers, die gewis, evenals wij, zo vaak door de kracht der gewoonte als het ware gedachteloos die korte, maar zoveel betekenende tijdingen lezen, deze woorden van rouwbeklag niet misplaatst vinden.
|