|
Amsterdam, 29 mei. Gisteren namiddag werd in het lokaal Odéon te Amsterdam de algemene vergadering gehouden van aandeelhouders in de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij. Zoals uit het verslag over 1874 bleek, was dat boekjaar niet zo gunstig voor de belangen der aandeelhouders geweest als verscheidene vorige jaren, vooral ook, doordien er in de laatste maanden des jaars, welke tijd anders voor de Maatschappij de voordeligste is, een merkbare lusteloosheid in handel en nijverheid heerste. De Maatschappij verloor twee harer schepen: de NINA in maart, en de CYCLOOP in het najaar van 1874, terwijl door haar werden aangekocht vier schepen, n.l. de PENELOPE, de ULYSSES, de COMEET en de JUNO, respectievelijk met een ladingscapaciteit van 1.700, 1.000, 900 en 1.050 ton. De drie eerstgenoemden waren tweedehandsschepen van een tot twee jaar oud, de JUNO had nog nimmer een reis gemaakt. Op 31 december 1874 telde haar vloot 26 zeeschepen, een tonnenmaat vertegenwoordigende van 25.970 ton, waaronder niet begrepen zijn de twee schepen voor de Amerikaanse vaart gebouwd, die thans, op betere tijden wachtende, in de Clyde liggen. 199 reizen werden gedaan, waarbij aan vrachten ontvangen werd NLG 3.631.508,-. De rekening sloot met een voordelig saldo van NLG 317.426,66, waarvan NLG 144.000,- zal worden gebruikt tot vermeerdering van het dépréciatie-fonds, en NLG 4.322,- moet worden afgetrokken voor verschuldigd patentrecht. De aandeelhouders kan van het overschot alsdan 5 % dividend worden uitbetaald, betaalbaar 1 juli e.k. Tot commissaris der Maatschappij werd herbenoemd de heer Mr. W.S. Burgers, die zich bereid verklaarde die taak opnieuw te aanvaarden. De voorzitter deelde voorts nog mede, dat, tot groot leedwezen van de Directie, de heer M.H. Insinger zijn betrekking als mede-directeur der Maatschappij zou nederleggen en verzocht der vergadering een nieuwe directeur te kiezen. De heer C.A.A. Dudok de Wit betuigde in korte woorden, namens de aandeelhouders, de heer Insinger hartelijk dank voor de wijze, waarop hij sedert de stichting der Maatschappij haar belangen had behartigd. Daarop werd tot directeur gekozen de heer E.P.H.M. Bijleveldt, waarna de vergadering werd gesloten.
|