|
Uit IJmuiden wordt aan het Handelsblad geschreven: Na de vreselijke storm van 12 dezer was de kust als bezaaid met wrakhout, dat, telkens met de getijden medegevoerd, op een paar mijl afstand werd aangetroffen door de hier binnenkomende schepen. De sleepboot SIMSON deed gisteren een onderzoekingstocht voorgaats en kwam met veel van dit wrakhout binnen. De nieuwsgierigheid was hoog gespannen, want men vreest hier voor het vergaan van het stoomschip PALLAS der Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (vroeger genaamd HOLLAND). Wanneer men weet, dat dit stoomschip vóór de ETNA en URANIA Kopenhagen verliet en nog op zich laat wachten, terwijl de beide laatste sedert een paar dagen binnen zijn en ook ten overvloede in de storm van 12 november, toen de ETNA uit nood te Tessel binnenliep, de PALLAS mede tussen de buien aldaar is gezien geworden (zo verhaalt men hier althans), dan bestaat voor het vermoeden helaas alle waarschijnlijkheid; deze waarschijnlijkheid kreeg heden bij het onderzoek tussen de wrakstukken meer grond, toen een deurlijst werd gezien van bruin geel geverfd hout, op wier ongeverfde zijde (dus daar waar de lijst was aangespijkerd geweest) met grote letters in potlood werd gelezen: HOLLAND (de PALLAS heette vroeger aldus). Ook de overige stukken van beschot en deuren werden door de bootslieden alhier (die gedurig met de boten der Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij varen) herkend als afkomstig van een der stoomboten dier maatschappij. Alle deskundigen beweren, dat al het wrakhout van één stoomboot afkomstig is. Stukken van een of meer witte sloepen werden ook meegebracht, doch alles zonder merkbare tekenen. De stukken beschot waren aan de ene zijde blauw en aan de andere zijde bronskleurig geverfd; zij waren overigens zeer kort geslagen en onherkenbaar. Kapt. Van Vliet zag buitengaats ook drijven een groen geverfd vat met ijzeren banden, de bodem ingedrukt en waarin nog enige olie. De sleepboot HERCULES kwam heden namiddag mede terug van Terschelling zonder enige hulp te hebben kunnen verlenen; de H. F. ULRICHS was al onder het water. Ook kapt. Bakker bracht enige wrakstukken mede, doch alle herkenbaar. (Door een van wege de Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij gezonden beambte zijn deze voorwerpen herkend als afkomstig van het Nederlandse stoomschip PALLAS).
|