Familiegegevens en opleiding

Hindrik werd geboren.gedoopt op 11/17 april 1808 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Harm Hindriks Naatje en Janna Harms Hulst. Hindrik was de jonger broer van kapitein Harm

Hindrik trouwde op 09 december 1835 te Nieuwe Pekela als zeeman met Grietje Harms Schreuder, geboren te Nieuwe Pekela als Margaretha als dochter van de touwslager Harm Eernets Schreuder en Anna Jans Boon op 01 juli 1813. Grietje overleed op 13 juni 1848 te Nieuwe Pekela, 34 jaar, weduwe

Texel 29 october 1847.”¹¹⁵.

 

“Op 2 nov. 1847 is bij mij, J.H. de Weerd, burgemeester en ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Nieuwe Pekela ingekomen een extract uit de registers van de Burgerlijke Stand van de gemeente Texel waaruit blijkt dat op 22 okt. 1847 aan boord van het gestrandde schip “Anna Margaretha” is overleden Hendrik Naatje, van beroep kapitein, laatstgewoond hebbende te Pekela en als kapitein gevoerd hebbende het hiervoor genoemde, gestrand kofschip.”¹¹⁵

 

NRC 30 oktober 1847

Texel, 25 oktober. In de nacht van 22 oktober j.l. strandde in de Eijerlandse Gronden alhier het Nederlandse kofschip ANNA MARGARETHA, kapt. H.H. Naatje (opm: ANNA MARGRIETA, zie NRC 261047), met een lading ijzer komende van Cardiff en bestemd voor Hamburg. Op het eerste gerucht hiervan begaven zich schipper Jan Buis Jszn. met Kassen Buis en Willem van der Wal, vissers alhier, derwaarts met hun visschuit om zo mogelijk de in levensgevaar verkerende equipage van het wrak te redden. Niettegenstaande de zware branding en hoge zeeën hadden deze stoutmoedige zeelieden het geluk met grote zelfopoffering het schip te bereiken, waarop zij bevonden slechts één matroos aanwezig te zijn, genaamd Leendert de Hooi, welke ogenblikkelijk in hun schuit werd opgenomen, terwijl de overige drie man reeds over boord geslagen waren en de kapitein zich zelve aan de bezaansmast had vastgesjord. Eer zij echter deze laatste konden losmaken, werd hun schuit door de onstuimige zee van het schip geslagen, waarop zij zich genoodzaakt zagen, na drie herhaalde vergeefse pogingen, af te houden en de geredden aan strand te zetten, terwijl zij daarop, na hun te zwak bemand vaartuig met zes man versterkt te hebben, opnieuw poogden het wrak te bereiken, dat hun dan ook na buitengewone inspanning eindelijk mocht gelukken, toen zij echter tot hun grievende smart moesten ondervinden, dat de kapitein reeds de geest had gegeven. Het lijk werd nu terstond naar de wal gevoerd en door de zorgen van de heren Zunderdorp & Co, scheepsagenten alhier, de volgende avond op een betamelijke wijze ter aarde besteld.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Hindrik als zeeman in 1835, als schipper in 1838, 1840.

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt H.H.Naatje als gezagvoerder gedurende:

*    1831 t/m 1836 van de smak “Vrouw Martha”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 84 ton o.m., varend voor H.S.Kalkema te Pekela.

*    1842 t/m 1847 van de kof “Anna Margaretha”, gebouwd in 1840 te Veendam, 84 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip werd 3 maal te Harlingen geregistreerd, komend vanuit Arendal, Hartlepool en Stavanger. Het schip strandde in 1847 op de Vliehors, onderweg met ijzer van Cardiff naar Hamburg. 1 matroos werd gered.

Lloyd vermeldt:  “26 Okt. 1847 ANNA MARGARETHA foundered off Terschelling.”⁰⁸⁷