|
Naar destijds door ons is medegedeeld, is in juni 1899 alhier onder de naam Stoomvaart-Maatschappij Noorwegen een naamloze vennootschap opgericht, met een aandelenkapitaal van 8 ton, voor het voortzetten van de reeds sedert 1858 onder de directie der firma D. Burger & Zoon gevoerde rederij. De algemene vergadering van aandeelhouders van deze Maatschappij, op 1 oktober jl. gehouden, heeft besloten tot het uitgeven van 100 aandelen van NLG 1.000,- (welke alle reeds geplaatst zijn, zodat van het kapitaal thans 5 ton geplaatst en volgestort is); en tevens tot het aangaan van een obligatielening van NLG 500.000,-, waarvan voorlopig slechts NLG 200.000,- uit te geven. Tot deze emissie wordt thans overgegaan. De lening heeft hypothecair scheepsverband op de 3 stoomschepen der Maatschappij, ten name van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor, alhier. Die 3 stoomschepen zijn; de OLAF KYRRE en de LERFOS, en een nieuw, nog in aanbouw zijnd stoomschip, groot ongeveer 1.000 ton, dat in de plaats komt van de INGERID, welke, omdat zij niet meer geheel aan de eisen des tijds voldeed, verkocht is. Als het nieuwe schip voltooid is, (juni 1901) zal de gehele vloot der Maatschappij een boekwaarde vertegenwoordigen van NLG 710.000,-, terwijl bij de overeenkomst met het bovengenoemde kantoor bepaald is, dat niet meer dan 60 procent van de boekwaarde der vloot aan obligaties mag worden uitgegeven. De obligaties dragen 5 procent rente (januari/juli coupons) en zijn aflosbaar à pari uiterlijk in 25 jaren. De koers van uitgifte voor de NLG 200.000,- is gesteld op 100 procent, met storting op een der werkdagen van 2-31 januari onder bijbetaling van de lopende rente van 2 januari af. Alhier zal de opneming in de officiële beursnotering worden aangevraagd.
|