|
Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. Aan het verslag over 1916 ontlenen wij het volgende: Ondanks vele moeilijkheden konden wij onze lijnen op Kopenhagen, Bordeaux, Portugal, Marokko, Spanje, Italië en Griekenland vrij geregeld voortzetten. Wij namen deel aan het contract tussen de Nederlandse Regering en de reeds voor het vervoer van graan van Noord- en Zuid-Amerika. Buitendien werd in de . helft van het jaar krachtens de schepenuitvoerwet een toenemend aantal van onze boten voor het vervoer ten behoeve van het Rijksgraanbureau en de Rijks-kolendistributie aangewezen. Ondanks de langere duur van de reizen en de onrustbarende stijging van alle exploitatiekosten zijn de financiële uitkomsten van ons bedrijf wederom zeer gunstig geweest, maar de volslagen onzekerheid omtrent de toekomstige ontwikkeling van ons bedrijf heeft uw bestuur bij de opmaking van de balans tot grote voorzichtigheid aangemaand. Het molestrisico van onze vloot hebben wij gedeeltelijk bij assuradeuren verzekerd, gedeeltelijk zelf gelopen. Met het oog op lopende en toekomstige risico's wensen wij onze reserve voor dit doel te versterken. Van de uitermate gunstige conjunctuur profiteerden wij, door in het begin van het jaar het stoomschip SIRIUS ver boven de boekwaarde te verkopen. Het verkregen avans wensen wij evenals de boekwinst op onze verloren gegane schepen te reserveren. De stoomschepen HEBE, MEDEA en THALIA werden ons achtereenvolgens in maart en november 1916 en in januari 1917 door de bouwmeesters opgeleverd. Wij bestelden nog 2 vrachtschepen elk van 1.750 ton draagvermogen ter oplevering in november 1917 en juli 1918 en één schip van 2.200 ton draagvermogen op te leveren in maart 1918. De stoomschepen ACHILLES en DEUCALION zijn door de Turkse autoriteiten opgeëist. Wij trachten met behulp van onze Regering herstel van onze rechten te verkrijgen. Blijkens de winst- en verliesrekening bedroeg het saldo vorig jaar NLG 53.516 (6.491) exploitatierekening NLG 17.491.607 (10.893.541) avans op stoomschepen NLG 2.307.965 (—), dividend K.W.I.M. NLG 409.560 (500.560); terug storting tantième K.W.I.M. NLG 91.220, NLG 500,78 (126.117); interestrekening NLG 315.861 (17,429); assurantie eigen risico NLG 351.825 (26.599); totaal NLG 21.021.557 (12.787.495). Betaald werd o.a. aan toevoeging aan de reserve voor pensioenen NLG 381.356 (73.854) tantièmes personeel NLG 1.012.500 (546.200). Het saldo bruto winst bedroeg NLG 19.093.634. Afschrijvingen NLG 2.939.526 (2.883.502). Het saldo netto winst bedraagt NLG 16.154.108 (8.934.092). Hiervan wordt o.a. bestemd voor oorlogswinst belasting 1915 en 1916 NLG 4.800.000. Reserve voor diverse belangen NLG 3.020.000. Reserve voor molest NLG 1.300.000. Reserve voor loodsenbouw Rotterdam NLG 575.000, Reserve voor afschrijving op schepen in aanbouw NLG 521.500. Liquidatierekening stoomschepen NLG 1.786.465. Het dividend, bedraagt 20% (v.j. 15%). Op de balans staan de schepen te boek met NLG 6.786.626 (7.896.011), idem in aanbouw NLG 1.668.252 (144.698), kassa NLG 18.746,36 (8.761.231), schatkistpapier NLG 11.050,00 (3.500.000), debiteuren NLG 4.565.006 (1.418.286) en onder de passiva: Crediteuren NLG 10.146.280 (2.206.541).
|