Inloggen
LEERSUM - ID 3650


Kroniekberichten

Datum 16 april 1898
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 15 april. Door de Stoomvaart Maatschappij Oostzee alhier werd aangekocht een voor Pile & Co te Londen in aanbouw zijnd nieuw stoomschip van circa 800 standaard, gebouwd door en thans nog liggend aan de werf der Sunderland Shipbuilding Co te Sunderland. Het stoomschip is speciaal voor de houtvaart gebouwd en krijgt de naam LEERSUM. Het zal met een week of drie in de vaart gebracht worden.

Afbeelding
Datum 28 mei 1898
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 26 mei. Het nieuwe stoomschip LEERSUM der Stoomvaart-Maatschappij Oostzee alhier, heeft gisteren te Sunderland een proeftocht gedaan, waarna het schip door de werf werd overgedragen. Het stoomschip liep een 9½ mijls vaart en voldeed ook in andere opzichten uitstekend. De LEERSUM neemt te Sunderland een lading kolen in voor Kroonstad (opm: Kronsjtadt), en is terugbevracht van Riga naar Rotterdam. (opm: op 2 juni voor haar eerste reis vertrokken van Sunderland naar Kroonstad)

Afbeelding
Datum 11 januari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Vanwege de Stoomvaart-Maatschappij Oostzee, te Amsterdam, wordt, krachtens de machtiging, de 21e juli van het vorige jaar door de aandeelhouders gegeven, de inschrijving opengesteld, tegen de koers van 110%, met storting op uiterlijk 30 april, op 500 aandelen van NLG 1000, vormende de tweede ( nog ongeplaatste) helft van het aandelenkapitaal dat tegenwoordig in zijn geheel NLG 1 miljoen gedraagt. De maatschappij is, gelijk in een op de uitgifte betrekking hebbend prospectus herinnerd wordt, in het voorjaar van 1897 opgericht met een kapitaal van 5 ton, waarvan voorlopig NLG 250.000 werd uitgegeven. De exploitatie werd begonnen met de stoomschepen HILVERSUM en BUSSUM, welke laatste boot einde maart 1898 verging en vervangen werd door het nieuw gebouwd schip LEERSUM. Dank zij de volledige verzekering die door de maatschappij op al haar schepen wordt toegepast, leed zij door het ongeval met de BUSSUM geen verlies. Omstreeks het midden van 1898 gaf de maatschappij de tweede helft van haar toenmalig aandelenkapitaal uit, waarna zij bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij een derde schip bestelde, dat in mei 1899 onder de naam HEELSUM in de vaart gebracht werd; In 1899 werden door de directie andermaal twee nieuwe boten besteld, die in april en mei van dit jaar moeten worden opgeleverd en onder de namen OOTMARSUM en LOPPERSUM zee zullen kiezen. Alsdan zal de vloot van de maatschappij bestaan uit de stoomschepen: HILVERSUM, groot 2100 ton, LEERSUM, 2300 ton, HEELSUM 2300 ton, OOTMARSUM 3200 ton en LOPPERSUM 2850 ton. Na afschrijving van alle oprichtingskosten en vorming van een reservefonds van ongeveer NLG 32.000, is aan dividenden uitgekeerd over het eerste boekjaar 4½ % en over het tweede 6%, terwijl het over het derde (1899) een dividend van ten minste 8 % uitgekeerd en ongeveer NLG 35.000 gedeeltelijk op de schepen afgeschreven en gedeeltelijk in het reservefonds gestort zal kunnen worden. In ronde cijfers beloopt de over 1899 behaalde winst NLG 84.500. De maatschappij heeft geen obligatie te haren laste. Zij had op 1 januari 1900 geen andere schuld dan een van NLG 132.500 bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij, rentende 5% en opeisbaar in vijf jaarlijkse termijnen ieder van NLG 26.500, waarop eerstdaags de eerste termijn zal betaald worden. De vooruitzichten van de onderneming laten zich bij voortduring gunstig aanzien. Wanneer dan ook de nu bestelde boten in de vaart zijn gebracht, mag verwacht worden dat de vrachten door haar vijf werkelijk flinke schepen te besommen, een zodanig cijfer zullen bereiken, dat de aandeelhouders op een zeer goed dividend mogen blijven rekenen. Door het eigenaardig, niet eenzijdig karakter van de vrachtvaart op de Oostzee en de Engelse kolenhavens, heeft de maatschappij veel minder dan andere ondernemingen tegenspoed door dalende vrachten te duchten. Daarbij is de exploitatie zeer weinig kostbaar, vooral daar het materiaal van de eerste klasse is en op de hoogte van de tijd. De waarde van de vloot zal dus bij voltooiing zowel uit een oogpunt van exploitatie als van boekwaarde aanzienlijk zijn. Overeenkomstig artikel 16 van de statuten komt uit de winsten in de eerste plaats 5% aan de aandeelhouders toe, waarna zij nog aanspraak hebben op 75% van de overblijvende winst. Bij de inschrijving hebben de bestaande aandeelhouders recht van voorkeur in verhouding van 1 nieuw voor 1 oud aandeel.

Afbeelding
Datum 27 oktober 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Holtenau, 25 oktober. Het Nederlandse stoomschip LEERSUM van Rafsö naar Zaandam, is in het Kaiser Wilhelm Kanal bij km. 77 uit het roer en in een sleep gelopen, waarbij het twee zeilschepen zwaar beschadigde, n.l. de ZWEI GEBRÜDER, met zout van Stade naar Kolberg (opm: Kolobzreg), en de PARADIES, met petroleum, van Hamburg naar Flensburg bestemd. De ZWEI GEBRÜDER heeft geheel het voortuig verloren, verscheidene planken gebroken en boven de waterlijn een groot gat bekomen, zodat dit schip ongetwijfeld grondig gerepareerd zal moeten worden, alvorens de reis te kunnen voortzetten. Van de PARADIES, een ijzeren ewer, zijn verscheidene platen ingedrukt en vele vaten petroleum beschadigd. De LEERSUM heeft geen schade bekomen en de reis voortgezet. De beide zeilschepen liggen thans alhier in de haven, wachtende op verdere instructies van assuradeuren.

Afbeelding
Datum 29 november 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Flensburg, 20 november. Het Seeamt alhier deed heden uitspraak in zake de aanvaring op 25 oktober jl. in het Kaiser Wilhelm Kanaal, van het stoomschip LEERSUM met een, door de sleepboot BRAVO gesleept wordende sleep, waarbij twee vaartuigen werden getroffen, waarvan een schoener voor 5.000 mark schade verkreeg. Het Seeamt schrijft het ongeval daaraan toe, dat de LEERSUM, om meer ruimte te geven, te na aan de noordkant kwam en de grond raakte, waardoor het schip naar de sleep oversloeg.

Afbeelding
Datum 29 december 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Amsterdam, 28 december. Het stoomschip LEERSUM arriveerde heden van Barry te St. Nazaire; het heeft bij het binnenkomen tegen de kaaimuur gestoten, waardoor een paar platen werden beschadigd.

Afbeelding
Datum 05 januari 1901
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Barry, 4 januari. De gezagvoerder van het stoomschip LEERSUM, hier aangekomen, rapporteert schade te hebben geleden aan de bakboordsboeg door aanvaring met de pier bij het binnenkomen te St. Nazaire.

Afbeelding
Datum 04 november 1903
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 3 november. Het Nederlandse stoomschip LEERSUM, van Grangemouth te Flensburg aangekomen, heeft de tanks vol water, hebbende gestoten op een onbekend gebleven voorwerp. Het schip zal na lossing der lading zo spoedig mogelijk dokken om onderzocht te worden.

Afbeelding
Datum 10 november 1903
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 6 november. Volgens telegram uit Flensburg zijn aan boord van het Nederlandse stoomschip LEERSUM, dat op een onbekend gebleven voorwerp heeft gestoten, aan stuurboordszijde 27 platen ernstig beschadigd en er zijn vele spanten en wrangen, die gerepareerd moeten worden.

Afbeelding
Datum 03 december 1903
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Pillau, 30 november. Volgens ambtelijke mededelingen heeft het Nederlandse stoomschip LEERSUM in de Grote Belt, op 11,3 m. water, op een op de grond liggend wrak gestoten en daardoor zwaar beschadigd. Aan gezagvoerders, die de Belt moeten passeren, wordt aanbevolen, de zich ten westen van Seiro bevindende diepe vaargeul te houden.

Afbeelding
Datum 12 april 1904
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 11 april. Het Nederlandse stoomschip LEERSUM, van Malmö naar Blyth, is naar Christiansand gesleept met gebroken schroefas.

Afbeelding
Datum 15 april 1904
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Chistiansand, 12 april. Het stoomschip LEERSUM zal 14 dezer in het dok gaan om een waarloze schroefas aan te brengen. Voor het slepen werd geen overeenkomst getroffen, doch thans een garantie gevraagd van GBP 4.000. Het stoomschip IDA sleepte de LEERSUM 100 zeemijlen en begeleidde de LEERSUM gedurende 24 uur bij zeer harde wind. De oorzaak van het ongeval wordt toegeschreven aan het stoten op een drijvend wrak. De volledige schade onder water is nog niet vastgesteld.

Afbeelding
Datum 19 april 1904
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 18 april. Het Nederlandse stoomschip LEERSUM is te Christiansand in het droogdok onderzocht. Experts bepalen de schade op GBP 600.

Afbeelding
Datum 26 april 1904
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 25 april. Het stoomschip LEERSUM is na volbrachte reparatie van Christiansand naar Blyth vertrokken.

Afbeelding
Datum 18 juli 1904
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Christiansand, 13 juli. Voor het binnenbrengen van het stoomschip LEERSUM werd heden door de rechter aan het stoomschip IDA toegekend een bergloon van 17040 kronen.

Afbeelding
Datum 07 december 1906
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 6 december. Uit Londen wordt geseind, dat het stoomschip LEERSUM in de nacht van 5 op 6 december te Gibraltar is binnengelopen met een defecte machine.

Afbeelding
Datum 27 augustus 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 25 augustus. Volgens telegram uit Huelva is het Nederlandse stoomschip LEERSUM beschadigd door aanvaring.

Afbeelding
Datum 27 augustus 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Huelva, 25 augustus. Het Engelse stoomschip VERBENA geraakte op drift en kwam in aanvaring met het Nederlandse stoomschip LEERSUM. De VERBENA liep aan de grond doch kwam naderhand zonder assistentie en slechts licht beschadigd weder vlot.

Afbeelding
Datum 31 augustus 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Huelva, 24 augustus. Door de gezagvoerder van de VERBENA is GBP 225 gedeponeerd tot dekking der reparatiekosten van het stoomschip LEERSUM. De VERBENA heeft een bewijs van zeewaardigheid ontvangen en heeft reeds de reis voortgezet.

Afbeelding
Datum 29 oktober 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 28 oktober. Het Nederlandse stoomschip LEERSUM, van Archangel naar Amsterdam, kwam alhier met zware slagzij en gedeeltelijk verlies van de uit gezaagd hout bestaande deklast binnen.

Afbeelding
Datum 02 december 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 1 december. Van de deklast gezaagd hout van het stoomschip LEERSUM is door storm een gedeelte verloren gegaan.

Afbeelding
Datum 24 augustus 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 20 augustus. Het alhier van St. Petersburg aangekomen Nederlandse stoomschip LEERSUM heeft door slecht weer dekschade belopen, terwijl een gedeelte van de deklast geworpen moest worden.

Afbeelding
Datum 18 januari 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Bremen, 17 januari. Het met erts van Santander naar hier bestemde Nederlandse stoomschip LEERSUM geraakte op de Beneden Weser nabij Vegesack vast, doch kwam met sleepboothulp in hetzelfde getij weer vlot. Het stoomschip kon de reis naar hier voortzetten.

Afbeelding
Datum 01 oktober 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Middelburg, 1 oktober. Het Nederlandse stoomschip LEERSUM, met een lading hout van Archangel hier binnen, heeft op de reis door slecht weer de grote mast en een gedeelte deklast verloren.

Afbeelding
Datum 03 oktober 1913
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Middelburg, 1 oktober. Het Nederlandse stoomschip LEERSUM, dat hier is aangekomen met een lading hout van Archangel, heeft op de reis door slecht weer de grote mast en een gedeelte van de deklast verloren.

Afbeelding
Datum 05 oktober 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Middelburg, 4 oktober, het Nederlandse stoomschip LEERSUM, kapt. Stekelenburg, dat enige dagen geleden hier arriveerde met verlies van bezaansmast en het grootste gedeelte van de achterdeklast (hout) ten gevolge van op de Noorse kust doorstaan stormweer, zal naar Rotterdam vertrekken om te repareren. (opm: zie ook AH 221013 en AH 291013)

Afbeelding
Datum 22 oktober 1913
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Door de Raad werd een onderzoek ingesteld naar de oorzaken van het werpen van de deklast van boord van het stoomschip LEERSUM ten gevolge waarvan het roer en de schroef werden beschadigd op 26 september ll. Dit stoomschip, gevoerd door kapitein G. Stekelenburg, behoort aan de Stoomvaart Maatschappij ‘Oostzee’ te Amsterdam. De gezagvoerder G. Stekelenburg als getuige gehoord, deelt mee dat het stoomschip LEERSUM te Archangel beladen werd met gezaagd hout bestemd voor Middelburg. Er was een deklast aan boord van 11 voet 6 duim aan stuurboord en 13 voet aan bakboord en had het schip een slagzij over stuurboord van 7 graden. De diepgang was 16 voet 9 duim voor en 18 voet 3 duim achter. De deklast was gesjord met stalen sjorrings en voorzien van stutten. De 22e september heeft men bij Lödingen 10 standaard hout van het achterschip naar de midscheeps verwerkt, om deze over het geheel iets lager te krijgen. De 24e september op 62° N.B. kreeg men slecht weer, dat gaandeweg toenam tot stormweer en werkte het schip geweldig in de hoge en wilde zee en heeft men 's morgens om 4 uur, na gehouden scheepsraad besloten de deklast over boord te zetten. Ten gevolge van het zware werken en overhalen stuurde het schip niet meer en kwam dwars in de zee te liggen; er kwamen zware zeeën over en was er werking in de deklast, reden waarom besloten werd zich van de deklast te ontdoen. Toen men de deklast over boord gezet had geraakte de 1e stuurman overboord, doch werd gered. Voordat men met het overboord zetten van
de deklast begon, heeft men de machine gestopt om het beschadigen van de schroef te voorkomen. Men stortte olie om te trachten de hoge zee iets te stillen. Met het overboord gaan van de deklast ging de grote mast met laadbomen mee over boord, die aan het tuig buitenboord bleef hangen en zwaar tegen het schip aan stootte. Men heeft de mast eerst naar voren gehieuwd en toen het tuig gekapt en zodoende deze kwijt geraakt. Aan de machinist was bij vertrek geen order gegeven om het schip recht te stoken. Het weer klaarde enige tijd daarna op en arriveerde het schip behouden te Middelburg. Hierna werd een verklaring van de eerste machinist voorgelezen waarin deze verklaart het schip bij vertrek een slagzij van 7 graden had. Hij was reeds enige tijd als 1e machinist aan boord van dit schip en had het steeds als het met hout beladen was slagzijde. Na het werpen van de deklast werkte de machine onregelmatig en had hij deze tweemaal gestopt voor onderzoek. De heer Kotting wees de kapitein er op dat het onverantwoordelijk is met een schip dat zulke een zware slagzijde heeft naar zee te gaan. De kapitein echter beweerde dat hij het verantwoord achtte met het schip, zoals het te Archangel beladen was te vertrekken. In de Schepenwet wordt bepaald dat een schip bij vertrek zoveel mogelijk recht moet liggen.
De Raad zal later uitspraak doen.

Afbeelding
Datum 31 december 1914
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Naar Reuter ons uit Londen meldt, zijn 18 overlevenden van het stoomschip LEERSUM, dat zaterdagnacht (opm: 26 december) in de Noordzee op een mijn is gelopen, gisteren te Hull aangekomen.

Afbeelding
Datum 21 januari 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Verder heeft zij uitspraak gedaan, inzake het zinken van het stoomschip LEERSUM ten gevolge van het stoten op een onderzeese mijn op 26 december 1914 nabij Scarborough. De Raad is van oordeel, dat de gezagvoerder alles in het werk heeft gesteld om een ramp, als waardoor de LEERSUM is getroffen, te vermijden. Hij heeft de route gevolgd, die door de Engelse Admiraliteit is aanbevolen, goed de uitkijk doen houden om drijvende mijnen tijdig te ontdekken en daarom slechts bij dag gevaren. Ook heeft hij de nodige voorzorgsmaatregelen genomen om de gevolgen van een eventuele ramp zo gering mogelijk te doen zijn door alle reddingsmiddelen voor onmiddellijk gebruik gereed te houden. Deze reddingsmiddelen verkeerden in goede staat en waren in voldoende mate aanwezig. Dat bij deze ramp twee opvarenden het leven hebben verloren, is dus allerminst aan enig verzuim van de gezagvoerder te wijten. Deze en ook de equipage van de sloep hebben blijk gegeven van naastenliefde door te trachten de bemanning van het in nood verkerende vaartuig te redden.

Afbeelding