|
Blijkens het verslag over 1899, uitgebracht in de heden te Amsterdam gehouden algemene vergadering van aandeelhouders van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij, hebben de schepen 291 reizen volbracht, of 1 minder dan in het vorige jaar, waarvan naar de Levant 27 (evenveel); de Middellandse zeehavens 37 (evenveel); de Spaanse havens 11 (tegen slechts 1); Bordeaux 30 (tegen 32); St. Petersburg 17 (tegen 18); Reval 2 (tegen 4); Koningsbergen 25 (evenveel); Dantzig 34 (evenveel); Stettin 39 (tegen 40), Hamburg 68 (tegen 69) en diverse havens 1 (tegen 3). Vervoerd werden 381.705 ton goederen, tegen 375.177 ton in 1898 en bevaren werd NLG 2.788.103 tegen NLG 2.677.823 in 1898. Belangrijke averijen kwamen niet voor. De HELENA werd, met enige vertraging, in september opgeleverd en voldoet tot dusver goed. Sedert augustus heeft de Maatschappij een geregelde veertiendaagse lijn op de Spaanse Middellandse Zeehavens geopend, welke goede resultaten heeft opgeleverd. Blijkens de winst- en verliesrekening is er verdiend: op wisselrekening NLG 15.008,99½; expeditie- en voorschottenrekening NLG 35.428,21½; interestrekening NLG 34.131,46½; hulplonen NLG 1.960; agio op uitgegeven aandelen NLG 139.356,15½ en vaart van de stoomschepen NLG 886.740,24½. Met inbegrip van het saldo uit 1898 ad NLG 355,29½, in het geheel derhalve NLG 1.113.980,37. Daar stond aan uitgaven tegenover: koersverlies op waarden in portefeuille NLG 13.639,36; premie van assurantie NLG 107.325,18; dienst van de geldlening NLG 32.960; averij-rekening NLG 2.307,15½, kosten van onderhoud van de schepen NLG 128.753,38½, onkostenrekening NLG 147.252,81½; afschrijving op de schepen NLG 306.347,98½ en op lichters NLG 4.208,44 (samen dus NLG 310.556,42½); reserve voor steenkolen enzovoort NLG 100.000; hulp en ondersteuningsfonds NLG 30.000. Er blijft dientengevolge een winstsaldo van NLG 241.186,05 te verdelen als volgt: 10 % dividend aan de aandeelhouders, NLG 200.000; bedrijfsbelasting NLG 5.000; tantième NLG 33.333,33; saldo voor de nieuwe rekening NLG 2.852,72. Deze uitkomsten hebben de directie aanleiding gegeven tot de volgende opmerkingen: De betrekkelijk lage fondsenprijzen op ultimo december ll. noodzaakten ons tot afschrijving van een bedrag van NLG 13.639,36 op de waarde van ons effectenbezit, alsmede van het belegde assurantiefonds. Door de vorig-jarige afschrijving op de schepen, was het bedrag van de assurantiepremie iets lager dan in 1898; daarentegen veroorzaakte de gestadige uitbreiding van de werkzaamheden en bijgevolg ook van personeel, een verhoging van de onkostenrekening. Ook de kosten van onderhoud van de schepen, die in het vorig jaar buitengewoon laag waren, zijn thans belangrijk hoger, doch overtreffen niet het normaal cijfer van voorafgaande jaren. Overeenkomstig ons vorig verslag, werd het provenu van de op 1 juli ll. uitgegeven nieuwe aandelen aangewend tot een buitengewone aflossing van NLG 450.000 van onze obligaties. Voor de dienst van de geldlening werd dientengevolge een belangrijk minder bedrag vereist. Het agio op deze nieuwe aandelen verkregen is voor een klein gedeelte aangewend voor het halfjarig dividend, dat in de koers van uitgifte van die nieuwe aandelen was begrepen, het overige is gevoegd bij de gewone jaarlijkse afschrijving op de schepen, die daardoor dit jaar een buitengewone hoogte heeft bereikt en de boekwaarde van ons materieel tot een laag cijfer terugbrengt. De belangrijke stijging van de steenkolenprijzen enz. voor het thans lopende jaar, heeft ons, in verband met de verkregen gunstige resultaten, aanleiding gegeven, evenals reeds vroeger is geschied, aan commissarissen voor te stellen een extra-reserve, ditmaal van NLG 100.000, uit te trekken. Eveneens meenden wij, ook met het oog op latere wettelijke bepalingen daaromtrent thans tot de creatie van een hulp- en ondersteuningsfonds te moeten overgaan en als eerste bijdrage daartoe een bedrag van NLG 80.000 aan te wijzen. De 28 stoomschepen van de Maatschappij (met gezamenlijk laadvermogen van 30.850 ton) staan op de balans per 31 december voor NLG 2.156.845; de lichterschepen voor NLG 8.000. Van de obligatielening van 1886 was nog in circulatie NLG 529.000 (omgerekend natuurlijk de aflosbaar gestelde obligaties ad NLG 88.000). Tegen de diverse crediteuren ad NLG 304.897,72 staan de diverse debiteuren ad NLG 469.586,48½. Nadat het verslag met de balans en winst- en verliesrekening met algemene stemmen waren goedgekeurd, antwoordde de directie op desbetreffende vragen van aandeelhouders, dat de quarantaine te Smyrna niet veel hinder opleverde; - dat de vaart op de Oostzee de minst voordeel gevende is en de directie daarom niet voornemens is daaraan uitbreiding te geven. En wat de reserve voor de steenkolen betrof, deze was nodig geoordeeld, omdat er wekelijks 1.000 ton nodig is en de steenkolen voor een geheel jaar op de balans voorkomen - en aangezien de prijs thans NLG 2 per ton hoger is dan in het vorig jaar. Komt er verbetering in de markt, dan zal dit aan de balans ten goede komen.
|