Inloggen
HEELSUM - ID 2708


Kroniekberichten

Datum 05 juni 1898
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 4 juni. Door de Stoomvaart Maatschappij Oostzee werd aan de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij alhier de bouw opgedragen van een stoomschip van ongeveer 2.400 ton met triple expansiemachine van de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel. (opm: de HEELSUM)

Afbeelding
Datum 07 april 1899
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 6 april. Gisteren ging bij de Nederlandse Scheepsbouw Mij te Amsterdam het s.s. HEELSUM te water, gebouwd voor de Stoomvaart Mij “Oostzee” te Amsterdam.

Afbeelding
Datum 30 mei 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Nieuwediep, 27 mei. Het voor rekening van de Stoomvaart Maatschappij Oostzee bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam gebouwde stoomschip HEELSUM, heden van Amsterdam hier aangekomen, is op de reis van Amsterdam naar hier met gunstige uitslag onder stoom beproefd. Het is nog heden van hier naar Archangel vertrokken.

Afbeelding
Datum 16 juni 1899
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Amsterdam, 15 juni. Het Nederlandse stoomschip HEELSUM arriveerde gisteravond van Amsterdam te Archangel, na 8 dagen door het ijs in de Witte Zee te zijn opgehouden.

Afbeelding
Datum 14 juli 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 13 juli. Het stoomschip HEELSUM, van Archangel te Zaandam aangekomen, heeft aan de ingang van de Witte Zee veel en zwaar ijs ontmoet, waardoor het schade aan de schroef beliep.

Afbeelding
Datum 11 januari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Vanwege de Stoomvaart-Maatschappij Oostzee, te Amsterdam, wordt, krachtens de machtiging, de 21e juli van het vorige jaar door de aandeelhouders gegeven, de inschrijving opengesteld, tegen de koers van 110%, met storting op uiterlijk 30 april, op 500 aandelen van NLG 1000, vormende de tweede ( nog ongeplaatste) helft van het aandelenkapitaal dat tegenwoordig in zijn geheel NLG 1 miljoen gedraagt. De maatschappij is, gelijk in een op de uitgifte betrekking hebbend prospectus herinnerd wordt, in het voorjaar van 1897 opgericht met een kapitaal van 5 ton, waarvan voorlopig NLG 250.000 werd uitgegeven. De exploitatie werd begonnen met de stoomschepen HILVERSUM en BUSSUM, welke laatste boot einde maart 1898 verging en vervangen werd door het nieuw gebouwd schip LEERSUM. Dank zij de volledige verzekering die door de maatschappij op al haar schepen wordt toegepast, leed zij door het ongeval met de BUSSUM geen verlies. Omstreeks het midden van 1898 gaf de maatschappij de tweede helft van haar toenmalig aandelenkapitaal uit, waarna zij bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij een derde schip bestelde, dat in mei 1899 onder de naam HEELSUM in de vaart gebracht werd; In 1899 werden door de directie andermaal twee nieuwe boten besteld, die in april en mei van dit jaar moeten worden opgeleverd en onder de namen OOTMARSUM en LOPPERSUM zee zullen kiezen. Alsdan zal de vloot van de maatschappij bestaan uit de stoomschepen: HILVERSUM, groot 2100 ton, LEERSUM, 2300 ton, HEELSUM 2300 ton, OOTMARSUM 3200 ton en LOPPERSUM 2850 ton. Na afschrijving van alle oprichtingskosten en vorming van een reservefonds van ongeveer NLG 32.000, is aan dividenden uitgekeerd over het eerste boekjaar 4½ % en over het tweede 6%, terwijl het over het derde (1899) een dividend van ten minste 8 % uitgekeerd en ongeveer NLG 35.000 gedeeltelijk op de schepen afgeschreven en gedeeltelijk in het reservefonds gestort zal kunnen worden. In ronde cijfers beloopt de over 1899 behaalde winst NLG 84.500. De maatschappij heeft geen obligatie te haren laste. Zij had op 1 januari 1900 geen andere schuld dan een van NLG 132.500 bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij, rentende 5% en opeisbaar in vijf jaarlijkse termijnen ieder van NLG 26.500, waarop eerstdaags de eerste termijn zal betaald worden. De vooruitzichten van de onderneming laten zich bij voortduring gunstig aanzien. Wanneer dan ook de nu bestelde boten in de vaart zijn gebracht, mag verwacht worden dat de vrachten door haar vijf werkelijk flinke schepen te besommen, een zodanig cijfer zullen bereiken, dat de aandeelhouders op een zeer goed dividend mogen blijven rekenen. Door het eigenaardig, niet eenzijdig karakter van de vrachtvaart op de Oostzee en de Engelse kolenhavens, heeft de maatschappij veel minder dan andere ondernemingen tegenspoed door dalende vrachten te duchten. Daarbij is de exploitatie zeer weinig kostbaar, vooral daar het materiaal van de eerste klasse is en op de hoogte van de tijd. De waarde van de vloot zal dus bij voltooiing zowel uit een oogpunt van exploitatie als van boekwaarde aanzienlijk zijn. Overeenkomstig artikel 16 van de statuten komt uit de winsten in de eerste plaats 5% aan de aandeelhouders toe, waarna zij nog aanspraak hebben op 75% van de overblijvende winst. Bij de inschrijving hebben de bestaande aandeelhouders recht van voorkeur in verhouding van 1 nieuw voor 1 oud aandeel.

Afbeelding
Datum 14 maart 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

De directie van de Stoomvaart-Maatschappij Oostzee te Amsterdam, deelt in haar verslag over 1899 mede dat er gedurende het jaar geen rampen en tegenspoeden voorkwamen, waarvan de maatschappij in de beide eerste jaren van haar bestaan zo ruimschoots haar deel had. De HEELSUM, op 27 mei opgeleverd, is onmiddellijk in de houtvaart gebracht. Dit solide en hecht afgewerkt stoomschip voldoet aan de gestelde eisen en blijkt een aanwinst voor de maatschappij te zijn. De directie herinnert aan het besluit van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders, van de 21e juli, welke met algemene stemmen het bestuur heeft gemachtigd de statuten te wijzigen en het maatschappelijk kapitaal te verhogen tot NLG 1.000.000 waarop het bestuur besloot twee stoomschepen in aanbouw te geven. Die twee konden niet in Nederland worden besteld; de werven hier te lande waren te hoog in prijs en konden niet voor het einde van 1900 een aflevering in uitzicht stellen. De directie accepteerde daarom een offerte van de gunstig bekende bouwmeestersfirma Wm. Gray & Co. Ltd. te West-Hartlepool, voor het bouwen van twee stoomschepen, een ad ongeveer 3.200 ton en een ad ongeveer 2.800 ton (de OOTMARSUM en de LOPPERSUM). “In aanmerking nemende de grote verhoging van de prijzen van het materieel”, zegt de directie, “mochten wij er in slagen betrekkelijk gunstig te contracteren; hadden wij gewacht tot op dit ogenblik, de prijzen zouden zeker ongeveer NLG 20.000 hoger geweest zijn.” De vrachten waren over het algemeen lonend, al hoewel de steeds hoger wordende kosten van bunkerkolen en laad- en loslonen, alsmede de langere oponthouden, welke vooral in Engeland en in de laadhavens in de Oostzee voorkwamen, de exploitatie van de schepen ook geregeld deed stijgen. Op dit ogenblik heerst er inderdaad gebrek aan kolen en de directie is dezer dagen zelfs genoodzaakt geweest, een partij kolen te kopen tot een prijs, welke juist 100% hoger is dan zij 12 maanden geleden op dezelfde plaats moest betalen. De vooruitzichten voor 1900 zijn overigens niet ongunstig te noemen; de vrachten van de Oostzee tonen alle neiging om beduidend hoger te zullen zijn dan in het afgelopen jaar en de directie gaat dan ook met vertrouwen de toekomst tegemoet. Van de twee nieuwe stoomschepen heeft zij zeer goede verwachtingen. Blijkens de balans en de winst- en verliesrekening is er na afschrijving van alle exploitatie- en beheerkosten, een zuivere winst van NLG 84.712,59. Ingevolge artikel 16 van de statuten is door commissarissen bepaald dat van dit bedrag afgezonderd zal worden een bedrag van NLG 39.300 te verdelen in NLG 31.000 welke van de boekwaarde van de stoomschepen zal worden afgeschreven en NLG 8.300 welke in het reservefonds, bedoeld in artikel 19 van de statuten, zal worden gestort. De directie stelt voor, van het overschot ad NLG 45.412,59 op de nieuwe rekening over te brengen een bedrag van NLG 412,59 en het resterende ad NLG 45.000 te verdelen naar artikel 16 van de statuten, waardoor aan de houders van de aandelen nummer 1 à 500 kan uitgekeerd een dividend van 8%. (Red: ongecorrigeerd.)

Afbeelding
Datum 20 maart 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 19 maart. Het Nederlandse stoomschip HEELSUM, van Rufisque (opm: nabij Dakar, Senegal) naar Fécamp, is volgens telegram uit Lissabon aldaar gesignaleerd op sleeptouw van het van Rufisque voor Havre bestemde Engelse stoomschip MARY ANNING. Het stoomschip HEELSUM is te Lissabon binnengesleept met verlies van alle schroefbladen.

Afbeelding
Datum 22 maart 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Lissabon, 20 maart. Het stoomschip HEELSUM, dat hier met verlies van de schroefbladen werd binnengesleept, heeft schade aan de machine.

Afbeelding
Datum 08 april 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Lissabon, 2 april. Het Nederlandse stoomschip HEELSUM, van Rufisque naar Fécamp, dat hier met schade aan de schroef binnenliep, heeft in het dok de waarloze (opm: reserve) schroef aangezet. Ongeveer 350 ton van de lading was gelost.

Afbeelding
Datum 13 mei 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Blijkens het verslag uitgebracht in de heden te Amsterdam gehouden algemene vergadering van aandeelhouders van de Nederlandsche Scheepsbouw-Maatschappij, zijn in 1899 gebouwd en afgeleverd: een stalen drijvend dok voor rekening van de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij; het stoomschip HEELSUM voor de Stoomvaartmaatschappij Oostzee; het dubbelschroefschip VAN DER PARRA voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij en het stoomschip SOEMBAWA, besteld door de Maatschappij Nederland. Op 31 december 1899 waren nog in aanbouw 2 vrachtstoomschepen (de FLORES en de TIMOR, voor de Maatschappij Nederland en de paketboten ALTING, VAN RIEMSDIJK en DE KLERK voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij. Voorts nog twee zelflossende zandzuigers en een zelflossende lichter voor de werf Conrad en bestemd voor Zuid-Amerika. Op 1 januari 1899 waren er 604 werklieden, op 31 december 714 in dienst van de Maatschappij. Dat men werkt op gehuurde grond en de ligging van de werf binnen de Oosterdoksluis, waardoor verplaatsing wenselijk kan zijn, heeft commissarissen doen besluiten een extra afschrijvingsfonds te vormen. De vergadering heeft de balans en winst- en verliesrekening goedgekeurd, zodat het dividend bepaald is op 7 % en de heer L.P.D. Op ten Noort herkozen als commissaris.

Afbeelding
Datum 09 juli 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 7 juli. Door het Admiraliteitshof werd heden aan de reders van het stoomschip MARY ANNING toegewezen de som van GBP 1.500 voor het binnenslepen van het Nederlandse stoomschip HEELSUM te Lissabon in maart jongstleden.

Afbeelding
Datum 22 november 1901
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 21 november. Het Nederlandse stoomschip HEELSUM, van Kroonstad naar Dordt, is heden met verlies van deklast te Hellevoetsluis aangekomen.

Afbeelding
Datum 18 januari 1904
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen 15 januari. Het Nederlandse s.s. HEELSUM heeft bij vertrek van Cardiff naar Frey Bentos lichte schade bekomen door aanvaring met het Noorse s.s. HIRONDO en bekwam schade aan boeten, davits etc.

Afbeelding
Datum 11 juni 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Aberdeen, 7 juni. Het Nederlandse stoomschip HEELSUM van Archangel hier aangekomen,
heeft een gedeelte van de deklast verloren. De HEELSUM vertrekt 8 juni van Aberdeen.

Afbeelding
Datum 29 augustus 1907
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 29 augustus. Het Nederlandse s.s. HEELSUM, van Frey Bentos naar Londen, is 28 augustus met schade te Buenos Ayres binnengelopen.

Afbeelding
Datum 30 augustus 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 27 augustus. Het van Frey Bentos (bij Montevideo) naar Antwerpen bestemde stoomschip HEELSUM is volgens telegram uit Buenos Aires met defecte machine en gebroken pompen aldaar binnengelopen.

Afbeelding
Datum 06 november 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 5 november. Het naar Blyth uitgaande stoomschip HEELSUM is verschenen vrijdagnamiddag met de barge J.B.W. nabij de West-Blyth boei in aanvaring geweest, waardoor laatstgenoemd vaartuig aan stuurboord beschadigd werd. De HEELSUM zette ogenschijnlijk onbeschadigd de reis voort.

Afbeelding
Datum 11 augustus 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cardiff, 9 augustus. Het stoomschip HEELSUM is alhier met bodemschade in het dok geplaatst.

Afbeelding
Datum 24 november 1909
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 23 november. Het Nederlandse stoomschip HEELSUM is volgens een telegram uit Lissabon aldaar binnengesleept met beschadigde machine.

Afbeelding
Datum 13 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 12 januari. Het stoomschip HEELSUM van Norrköping naar Amsterdam, heeft door stormweer een gedeelte deklast verloren.

Afbeelding
Datum 27 mei 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 24 mei. Het stoomschip HEELSUM, van Frey Bentos via Londen hier aangekomen, heeft gedurende de reis zwaar weer doorstaan, waardoor de luiken van ruim No. 1 werden weggeslagen en water in dat ruim drong.

Afbeelding
Datum 18 april 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Jaarverslag Stoomvaart Maatschappij “Oostzee”. In aansluiting aan het bericht, opgenomen in ons avondblad van gisteren, ontlenen wij aan het verslag over 1911 van de Stoomvaart Maatschappij “Oostzee” te Amsterdam, nog het volgende:
In het vorige verslag werd er reeds op gewezen, dat de schepen voor de wintermaanden tot veel betere vrachtcijfers bevracht waren dan het jaar daarvoor. Deze reizen zijn dan ook over het algemeen zeer meegevallen. In de loop van het seizoen, vooral tegen de herfst, waren de algemene toestanden op de vrachtenmarkt veel beter en de Maatschappij heeft daarvan tot op zekere hoogte kunnen profiteren. Sedert het einde van het jaar is de toestand nog gunstiger geworden, zodat men ook voor 1912 een gunstige exploitatie verwacht. De schepen waren, zoals gewoonlijk, gedurende de winter in de vaart op de Plata rivier en gedurende de zomer en herfst voeren zij van de Witte Zee en de Oostzee tot verschillende vrachtcijfers, die echter geregeld een gestadige verbetering aantoonden. Van belangrijke averijen bleef de Maatschappij verschoond. De stoomschepen BRITSUM en HEELSUM passeerden hun survey; het laatste passeerde het no. 8 survey, waarvoor de boot de gehele maand december uit de vaart genomen moest worden. Overigens zijn alle schepen in de beste orde en voldoen geheel aan de eisen, gesteld door de scheepvaartinspectie.
De alom onder de werklieden heersende onrust geeft grote zorg aan de scheepvaart maatschappijen. De oponthouden worden overal langer en de exploitatiekosten stijgen zeer. De staking in de steenkoolmijnen in Engeland heeft een grote stoornis in het verkeer teweeg gebracht en als direct gevolg hiervan zullen de steenkoolprijzen voor het lopende jaar ongetwijfeld belangrijk verhoogd zijn.
De exploitatie gaf een voordelig saldo van NLG 206.490 (NLG 120.258) en de winst- en verliesrekening wijst na aftrek van alle exploitatie- en beheerskosten, alsmede van de interest, een zuiver winstcijfer aan van NLG 155.226 (NLG 68.263), waarvan NLG 130.000 (NLG 63.000) bestemd is voor afschrijving op de boekwaarde van de stoomschepen, terwijl een dividend van 2½ procent (v.j. nihil) uitgekeerd wordt en een onverdeeld winstsaldo van NLG 226 op nieuwe rekening overgaat.

Afbeelding
Datum 16 november 1912
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 14 november. Het Nederlandse stoomschip HEELSUM van Kotka heden binnengekomen, heeft door de storm een gedeelte deklast verloren.

Afbeelding
Datum 13 februari 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad

Newport Mon, 11 februari. Het Franse stoomschip CONSTANCE is in de haven in aanvaring geweest met het Nederlandse stoomschip HEELSUM. Een onderzoek wordt ingesteld.

Afbeelding
Datum 14 augustus 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 11 augustus. Het stoomschip HEELSUM ligt thans te St. Petersburg en het stoomschip HILVERSUM te Wyborg. Beide schepen worden opgehouden wegens het gesloten zijn van de havens.

Afbeelding
Datum 11 februari 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad

IJsberichten. Rotterdam, 9 februari. Volgens alhier ontvangen uit Sundsvall is het stoomschip LEONORA, dat aldaar geruime tijd door het ijs werd opgehouden, in open water gekomen en naar hier vertrokken. Ook het stoomschip WAAL heeft heden Sundsvall verlaten.
Het Nederlandse stoomschip HEELSUM heeft eveneens open water bereikt en passeerde 7 februari Norrtälje, op weg naar Amsterdam.

Afbeelding
Datum 16 februari 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 14 februari. Het stoomschip HEELSUM is gisteren hier aangekomen van Sundsvall, waar het schip twee maanden is opgesloten geweest door de sterke ijsgang in de Oostzee. Het was het eerste schip van een reeks van 20 welke met de hulp van een krachtige ijsbreker die haven zouden trachten te verlaten.

Afbeelding
Datum 30 maart 1916
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Stoomvaart Maatschappij ‘Oostzee’.
In de gisteren te Amsterdam gehouden jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders in de Stoomvaart Maatschappij Oostzee zijn de balans en de winst- en verliesrekening over 1916 goedgekeurd en het dividend is vastgesteld op 60 (v.j. 7½) pct., waarvan reeds werd uitgekeerd als interim-dividend 25 pct.
De heer D.A. Krayenhoff van de Leur is als commissaris herbenoemd.
Wegens onvoldoend vertegenwoordigd kapitaal werd de wijziging van de statuten tot de volgende vergadering uitgesteld.
Blijkens het jaarverslag konden de bevaren vrachten de hoge onkosten niet alleen ruimschoots dekken, doch buitendien een zéér belangrijke winst opleveren. De schepen voeren voor het grootste gedeelte met graan en zaad van Zuid Amerika naar Holland; enkele boten vervoerden ook fosfaat van Curaçao naar Zweedse havens en gedurende het seizoen waren enige boten in de houtvaart van de Witte Zee en de Oostzee.
Van grote ongevallen bleef men gelukkig verschoond. Het stoomschip HEELSUM passeerde zijn vierjaarlijkse survey en kreeg nieuwe ketels. Verder passeerden de FARMSUM en ROSSUM hun vierjaarlijkse survey. De kosten van deze reparaties waren belangrijk hoger dan in vroeger jaren het geval was, mede een gevolg van de oorlog, waardoor alle reparatiewerk belangrijk gestegen is. Aan het stoomschip WINSUM, hetwelk in bouw is bij de Antwerp Engineering Company te Antwerpen, wordt nog steeds niets gedaan; de materialen zijn nog altijd opgeborgen. Alhoewel de bouwmeesters hebben meegedeeld van plan te zijn met de bouw voort te gaan, zodra zij wederom de beschikking krijgen over hun werf, zal men wel rustig moeten afwachten tot na de oorlog, alvorens dit schip afgeleverd zal kunnen worden.
Het stoomschip LEERSUM, hetwelk in het begin van 1915 in aanbouw werd gegeven bij de firma A. Vuyk & Zonen te Capelle a/d IJssel, wordt vermoedelijk in de loop van de maand augustus (opm: 8 augustus) opgeleverd. In april verzocht en kreeg de directie machtiging van commissarissen om een aanbieding voor het in aanbouw geven van een tweede stoomschip van 6.100 ton draagvermogen, geheel gelijk aan voorgenoemd stoomschip LEERSUM, gedaan door dezelfde bouwmeesters, te aanvaarden. Dit tweede stoomschip wordt nog voor het einde van het jaar 1916 opgeleverd (opm: BUSSUM, opgeleverd maart 1917). De prijzen, welke voor deze twee schepen worden betaald, zijn zeer belangrijk beneden hetgeen nu gevorderd wordt en de directie vertrouwt, dat deze beide schepen een zéér grote aanwinst voor de vloot zullen blijken.
De vrachtenmarkt is op het ogenblik zeer vast en de vooruitzichten voor het lopende jaar zijn dan ook gunstig, doch de gevaren ter zee zijn eerder vermeerderd dan verminderd. Alle boten zijn echter verzekerd tegen molest, alhoewel de daarmee gepaard gaande uitgaven aan premies zeer belangrijk zijn en bedrijfskosten verhogen.
De exploitatie gaf een voordelig saldo van NLG 1.282.433 (v.j. 194.323) en de winst- en verliesrekening wijst, na aftrek van alle exploitatie- en beheerkosten een zuiver winstcijfer aan van NLG 1.140.083 (NLG 169.035). Besloten is op de waarde van de stoomschepen hiervan af te schrijven een bedrag van NLG 310.000 (v.j. NLG 43.000). Van hetgeen overblijft wordt, na reservering van een bedrag van NLG 43.557 voor te betalen belasting en overbrenging van NLG 3.133 (NLG 729) als saldo op nieuwe rekening, een bedrag van NLG 783.383 bestemd ter verdeling, waarvan aan aandeelhouders het voormelde dividend van 60 pct. wordt uitgekeerd. Voor houders van oprichtersbewijzen is NLG 55.000 beschikbaar.
(opm: verkort weergegeven, cijfers in de krant soms niet leesbaar)

Afbeelding
Datum 16 april 1919
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Stoomvaart Maatschappij Oostzee.
In aansluiting aan de reeds gepubliceerde balans en winst- en verliesrekening ontlenen wij aan het verslag over 1918 nog het volgende: Wij ontvingen van de Amerikaanse, resp. Engelse regering ruime vergoedingen voor de rekwisitie van de schepen. Op het ogenblik dat wij dit schrijven, is de ROSSUM wederom aan ons terug geleverd en worden er onderhandelingen gevoerd over het teruggeven van de BUSSUM en de LEERSUM doch tot dusverre weten wij nog niet, wanneer dit zal plaats vinden. Het stoomschip HEELSUM bleef geregeld in de vaart tussen Argentinië en Engeland tegen lonende vrachten. Wij konden er echter niet in slagen dit schip naar Nederland te bevrachten, aangezien de Engelse regering ons steeds als voorwaarde stelde voor het verkrijgen van de benodigde bunkerkolen, dat wij op Engeland terug zouden komen.
Onze overige schepen lagen geruime tijd stil. Eind augustus kregen wij eindelijk vergunning enige reizen van de Oostzee te doen, waarbij wij konden profiteren van de daar vandaan te verkrijgen goede vrachten; vervolgens maakte de FARMSUM een reis naar Noord Amerika, welke reis echter pas in 1919 afliep.
De bouw van ons nieuw stoomschip OOTMARSUM schiet tot onze spijt slecht op. De oorzaak ligt in de aanvoer van materialen, welke geruime tijd geheel stil gestaan heeft; eerst in de laatste maanden komt er enige verbetering. Het is echter onmogelijk te zeggen, wanneer dit schip ons opgeleverd zal worden.
Over de afwerking van het stoomschip WINSUM, hetwelk in Antwerpen in bouw was juist vóór het uitbreken van de oorlog, zijn wij in onderhandeling getreden met de bouwmeesters. Zij hebben ons meegedeeld, dat zij het plan hebben de boot af te bouwen, doch aangezien ook daar door de oorlogstoestand geheel andere verhoudingen in het leven geroepen zijn, zullen wij ons met hen moeten verstaan over de nu te betalen prijs.
In het begin van december besloot het bestuur over te gaan tot het in aanbouw geven van nog twee stoomschepen van hetzelfde type als de OOTMARSUM en wel wederom bij de firma A. Vuyk & Zonen te Capelle aan de IJssel, terwijl de machine en ketels geleverd zullen worden door de Koninklijke Maatschappij De Schelde. De oplevering van deze schepen hopen wij in de eerste helft van het volgende jaar te krijgen, doch alles zal afhangen van de aanvoer van materialen.
Onze exploitatie gaf een voordelig saldo van NLG 2.418.981 en de winst- en verliesrekening wijst, na aftrek van alle exploitatie- en beheerkosten, alsmede van de afschrijving een zuiver winstcijfer aan van NLG 1.923.995.
De raad van commissarissen stelde vast om op de waarde van onze stoomschepen af te schrijven een bedrag van NLG 600.000. Na reservering van een bedrag van NLG 490.000 voor de oorlogswinstbelasting en na overbrenging op nieuwe rekening van een saldo van NLG 13.329 blijft over een bedrag van NLG 1.420.756 ter verdeling.
Hieruit wordt aan aandeelhouders een dividend van 50 procent uitgekeerd, waarna er nog NLG 117.894 overblijft, hetwelk voor dividend- en tantième belasting moet worden gereserveerd.
Wat nu de vooruitzichten voor het jaar 1919 betreft, zo hebben wij goede moed, dat deze bevredigend zullen zijn. Gedurende de eerste maanden van dit jaar zijn drie van onze schepen nog varende voor de Amerikaanse resp. Engelse regering, terwijl alle andere schepen sedertdien in de vaart zijn gebracht voor de Nederlandse regering tot het aanbrengen van graan en andere producten. De daarvoor toegekende vrachten zijn wel lager dan in de oorlogsjaren het geval was, doch laten ons nog een matige winst. Wij hopen echter, dat wij binnen niet al te lange tijd ons bedrijf weder geheel vrij zullen kunnen uitoefenen, zij het dan ook onder geheel gewijzigde omstandigheden, vergeleken met die van vóór de oorlog, doch wij twijfelen er niet aan of voor de scheepvaart zal in de eerste tijd genoeg en lonend emplooi te verkrijgen zijn.

Afbeelding