Inloggen
GEZIENA - ID 2480


Kroniekberichten

Datum 28 september 1906
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Kopenhagen, 24 september. Het hier thuisbehorende s.s. KAI kwam hedenmorgen in aanvaring met de Nederlandse koftjalk GEZIENA, kapt. J. Koopman uit Groningen, welke op het punt was de vrijhaven te verlaten met een lading oud ijzer en aanzienlijke schade boven de waterlijn opliep. Ze kon echter zonder te repareren de reis naar Hamburg voortzetten. Het stoomschip bleef onbeschadigd.
DS 290906
Het stoomschip MELROSE is op 28 september om 01.55 met steenkolen van Leith de Waterweg opgevaren (opm: eerste vermelding van dit toen Nederlandse schip)

Afbeelding
Datum 03 oktober 1906
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hamburg, 1 oktober. De Nederlandse kof GEZIENA, schipper Koopmans die te Kopenhagen in aanvaring is geweest, is hier aangekomen en zal na lossing repareren.

Afbeelding
Datum 09 oktober 1906
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Hamburg, 9 oktober. De in aanvaring geweest zijnde Nederlandse tjalk GEZIENA wordt op de ladingsplaats gerepareerd en neemt onderwijl lading in.

Afbeelding
Datum 13 oktober 1906
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hamburg, 11 oktober. De Nederlandse tjalk GEZIENA is gerepareerd en naar de Oostzee vertrokken.

Afbeelding
Datum 10 juli 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Nieuwediep, 7 juli. De Nederlandse koftjalk GEZIENA, schipper Koopman, van Schiedam met ijzer naar Gefle, is hedenmorgen in de Noordzee-gronden gestrand, doch kwam kort daarna met assistentie van vletterlieden weer vlot en werd hier in de haven gebracht. Roer en helmstok zijn gebroken.

Afbeelding
Datum 06 oktober 1916
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart.
Maandag 9 oktober, 2 uur namiddag, onderzoek naar:
a. De oorzaak van het stranden van de koftjalk GEZIENA op 7 juli jl. op de Noorderhaaks Gronden; gezagvoerder-eigenaar Jan Koopman te Groningen;
b. De klacht van de hoofdinspecteur voor de Scheepvaart tegen de even genoemde gezagvoerder te zake van het varen met een stuurman, niet in het bezit van de geneeskundige verklaringen, als bedoeld in art. 46 (5) van het Kon. Besluit van 5 november 1913.(Stbl. 407).

Afbeelding
Datum 10 oktober 1916
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart.
De Raad stelde gistermiddag een onderzoek in naar de oorzaak van het stranden van de koftjalk GEZIENA op 7 juli jl. op de Noorderhaaks Gronden. Ook was er een klacht van de hoofdinspecteur voor de scheepvaart tegen de gezagvoerder, eigenaar van genoemd vaartuig Jan Koopman te Groningen, ter zake van het varen met een stuurman, niet in het bezit van de geneeskundige verklaren als bedoeld in art. 46 (5) van het Kon. Besluit van 5 november 1913 (Staatsblad 407).
De gezagvoerder werd meegedeeld dat het onderzoek in deze zaak ook zou lopen over de vraag in hoeverre het gebeurde te wijten is aan een daad of een nalatigheid zijnerzijds.
Als eerste getuige werd gehoord de stuurman W. Kunst. Hij deelde mee dat de GEZIENA de 9e oktober de Nieuwe Waterweg verliet. Om elf uur 's avonds was men buiten. Het was kalm weer, ZW wind. Overdag had de kapitein de wacht, 's nachts te 00.10 uur loste getuige hem van het roer af. Op order van de kapitein werd NNO gekoerst. Getuige wist niet precies waar hij zich bevond, er heerste een topskoelte. Het water was spiegelglad, het gezicht goed. Alle zeilen waren bijgezet, het grootzeil stond boven stuurboord. Getuige wist niet hoe het tij was. De gezagvoerder had hem gezegd dat er elf vadem gelood was. Omstreeks één uur stootte het schip, getuige veranderde toen van koers, doch desniettegenstaande stootte het vaartuig voor de tweede maal. Toen het dag werd, constateerde men dat de GEZIENA op de Noorderhaaks Gronden vastzat. Het schip bleek geen bodemschade te hebben; alleen het roer was beschadigd. Met behulp van een vlet kwam men vrij en kon men Nieuwediep binnenlopen. Getuige die vroeger in Duitsland op een jacht voer, werd bij het uitbreken van de oorlog te Nieuwediep goedgekeurd. Hij vaart thans ongeveer veertien maanden als stuurman. Zijn ogen werden nimmer aan een speciale keuring onderworpen, hoewel hij drie keer gemonsterd is heeft men nooit naar keuringsbewijzen gevraagd.
De verklaringen van de tweede en laatste getuige kapitein Koopman kwamen wat de hoofdzaak betreft met die van de stuurman overeen. Hij verklaarde verder nog gedurende 5 jaren als gezagvoerder-eigenaar op de GEZIENA gevaren te hebben en in het bezit te zijn van een certificaat van deugdelijkheid voor de grote kustvaart. De enige zich aan boord bevindende matroos kon goed koers sturen.
Het vaartuig bleef dicht bij de kust om de reis te bekorten, met de stroom heeft getuige geen rekening gehouden. Hij vond het niet nodig om nadat 11 vadem gelood waren ook gedurende de nacht aan dek te blijven. De GEZIENA steekt 61/2 voet. Bij het stoten werd geen branding waargenomen. Lichten zag men niet. De raad zal later in deze zaak uitspraak doen.

Afbeelding
Datum 18 oktober 1916
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart heeft heden uitspraak gedaan betreffende het stranden van de koftjalk GEZIENA.
De Raad is van oordeel dat de GEZIENA op de Noorderhaaks Gronden gestrand is, doordat men aan boord niet heeft bemerkt dat het schip veel oostelijker stond dan waar men volgens de gestuurde koers meende te zijn. Dat men dit niet bemerkt heeft schrijft de Raad toe aan
grove achteloosheid van de schipper, die ongeveer alles heeft nagelaten wat hij doen moest om zijn plaats te bepalen. Hij heeft geen rekening gehouden met de stroom die het schip ongeveer 12 mijl heeft ingezet. Het getij was hem onbekend zodat hij niet wist, toen hij de Haaksgronden naderde en hij te 12 uur loodde, dat het 2 uur voor laag water was. Toen hij te 8 uur ‘s avonds IJmuiden peilde, heeft hij de afstand slechts gegist en deze niet door een loding gecontroleerd. Ook heeft hij slechts eenmaal gelood en er niet op gelet dat hij, volgens deze loding, dichter bij de wal was dan hij meende te zijn. Daarna heeft hij de wacht overgelaten aan de stuurman en is te kooi gegaan, terwijl hij, toen hij de Haaksgronden naderde, aan dek had behoren te blijven en door herhaaldelijk te loden zijn koers had moeten controleren. Te meer was dit zijn plicht geweest nu, door het niet branden van de lichten, verkenning moeilijk is.
Daarom straft de Raad de betrokkene, door hem de bevoegdheid te ontnemen als schipper en als stuurman te varen op een schip als bedoeld bij artikel 3 van de Schepenwet, voor de tijd van zes maanden.
Voorts deed de Raad uitspraak betreffende de klacht tegen Jan Koopman, schipper van de koftjalk GEZIENA. De Raad is van oordeel dat door overtreding van het voorschrift van art. 4 h, van de Schepenwet, juncto art. 46 5o van het Kon. Besluit van 29 november 1913 (St.blad. 418), schipper Koopman zich aan misdraging ten opzichte van de schepelingen heeft schuldig gemaakt, hij heeft schip en opvarenden aan gevaar kunnen blootstellen door de stuurman dienst te laten doen zonder dat hij wist dat deze in het bezit was van de vereiste verklaringen omtrent gehoor- en gezichtsscherpte en kleurenonderscheidingsvermogen.
Daarom straft de Raad de beklaagde door het uitspreken van een berisping.

Afbeelding
Datum 17 juni 1918
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Opgebrachte schepen.
Volgens opgaaf van de viceconsul te Swinemünde zijn daar in de loop van 1918 de volgende Nederlandse schepen opgebracht:
De LUNA, Amsterdam, van de Kon. Nederlandsche Stoomboot Mij;
de NOOIT VOLMAAKT, Scheveningen, van de rederij Jac. den Dulk & Zonen;
de TJAKIENA, Stadskanaal, van M. Meinen:
de MILLY, Rotterdam, van H. van Krieken, Boompjes 70;
de HOLLANDIA I, Rotterdam, van de N.V. Scheepvaart Maatschappij Hollandia;
de AGNETA, Rotterdam, van de Hollandsche Gulf Stoomvaart Mij. Jos. De Poorter;
de MEGREZ, Rotterdam, van Van Nievelt, Goudriaan & Co., Parklaan 4;
de ZEEBURG, R’dam, van de Nederlandsche Scheepvaart Mij. Transatlanta, Boompje 65; de MARIA JAKOBA, Vlaardingen, van V. d. Burg, Schiedamscheweg 101;
de GEZIENA, Groningen, van Jan Koopman. Piet Heinstraat 5;
de JANTJE, Groningen, van Jacob Koopman, Piet Heinstraat 52;
de VRIJHEID, Haren, van kapt. Wildervank, van kapt. De Groot (führt selbst sein Schiff);
de ROELFINA, Gasselternijveen, van H. Holwerda;
de ZEESTER, Rotterdam, van Soetermeer & Fekkes en Co., Westerstraat 38.

RN 170618
Rotterdam, 15 juni. Blijkens het verslag van de Scheepsexploitatie Maatschappij Navis te Sliedrecht, over het eerste boekjaar, uitgebracht in de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders op 22 mei 1918, gelukte het reeds kort na de oprichting van de vennootschap aan te kopen een stoomschip, in aanbouw bij de werf De Groot & Van Vliet te Slikkerveer, van circa 1.000 ton, waarvoor een leveringstijd werd geconditioneerd van 15 augustus daaraanvolgende. De prijs bedroeg NLG 450.000. Ofschoon door de bouwers met alle energie aan het werk is gegaan om dit op de bepaalde tijd gereed te krijgen, is dit door verschillende oorzaken, voortspruitende uit de tijdsomstandigheden, niet gelukt en kon het schip eerst half sept. worden geleverd. Het schip heeft ten volle voldaan aan de gestelde eisen. De MERWEDE is op 10 oktober 1917 haar eerste reis begonnen en heeft tot 1 jan. 1918 drie reizen kunnen volbrengen, waarvan twee naar Engeland en een naar Noorwegen. Het exploitatie resultaat van deze drie reizen bedroeg NLG 42.284, hetwelk, na aftrek van onkosten, interest en een afschrijving van 31/2 pct. op het stoomschip groot NLG15.750 en een afschrijving van 20 pct. op de oprichtingskosten groot NLG 1.328, een netto winst van NLG 11.463 geeft. Voorgesteld wordt 8 pct. dividend uit te keren, waarna, na betaling van de rijksinkomstenbelasting, een onverdeeld winstsaldo van NLG 718 overblijft.

Afbeelding
Datum 29 augustus 1919
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Delfzijl, 27 augustus. Het heden als bijlegger hier aangekomen tjalkschip GEZIENA, kapt. Koopmans, met zout van Londen naar Frederiksstad, heeft een zwaard verloren en schade aan tuig en zeilen.

Afbeelding