1906-11-00: |
Final Fate: NRC 24.11.1906: Londen, 23 november.
De Nederlandse driemast gaffelschoener “GERRITTINA”, kapt. Alberts, met een volle lading benzine van Bremen naar Riga bestemd, staat volgens een telegram uit Bremen te Elsfleth in brand en zal waarschijnlijk een totaal verlies worden. De “Gerrittina”, in 1904 te Vierverlaten van staal gebouwd, is groot bruto 149 en netto 128 ton.
NRC 25.11.1906: Rotterdam, 24 november.
Uit Elsfleth wordt ons het volgende geschreven: Op de Nederlandse driemast schoener “Gerrittina”, kapt. Albers, welke hier benzine in vaten voor Riga laadt, ontstond hedenmogen plotseling brand. Juist als de luiken geopend werden om het laden voort te zetten, klonk een vreselijke knal en direct stond het schip van voor tot achter in brand. De kapitein, welke zijn familie aan boord had, kon zich met deze aan land redden, evenals de overige bemanning. Alleen de stuurman heeft ernstige brandwonden bekomen. Het schip is aan de grond gezet en brandt geheel uit. Op ‘t ogenblik, 7 uur namiddag, brandt het nog lichterlaaie, zodat schip en lading totaal verloren zijn. In aansluiting met bovenstaande wordt gemeld, dat het schip naar de Hunte-monding werd gesleept en dat van de 500 geladen vaten er nog onophoudelijk ontploffen. De stuurman is levensgevaarlijk gewond.
NRC 27.11.1906: Bremen, 24 november.
Het Nederlandse schip”Gerrittina” is geheel uitgebrand en de masten zijn overboord gevallen. Van de 800 vaten benzine is niets meer gered. Buiten dat de stuurman brandwonden heeft bekomen, heeft hij ook een been gebroken. De andere bemanning heeft bij het redden van hun kooigoed brandwonden gekregen.
NRC 01.12.1906: Bremen, 28 november.
Het vuur in de Nederlandse schoener “Gerrittina” is geblust. De lading benzine, benevens inventaris en kooigoed der bemanning, is geheel verbrand. De schade wordt door assurantie gedekt. De uit staal gebouwde romp is in deze toestand onbruikbaar.
PGC 03.12.1906: Brake, 29 november.
Van het Seeamt alhier werd heden behandeld de zaak betreffende het Groningse schoenerschip “Gerrittina” dat in de haven van Elsfleth door brand werd vernield. Het Seeamt kwam tot de conclusie dat de oorzaak der ontploffing in de lading benzine niet is vast te stellen en de kapitein geen blaam kan treffen. Lof werd toegekend aan de kraanwachter Kerting en enigen der bemanning, die ondanks het dreigend gevaar van verdere ontploffingen, aan boord gingen om de zwaar gekwetste stuurman te helpen. Nogal bedenkelijk werd geacht dat zoals hier het geval was, benzine in houten in plaats van ijzeren vaten verladen wordt.
PGC 04.12.1906: Elsfleth, 30 november.
De schoener “Gerrittina” heeft door het vuur zoveel geleden dat assuradeuren besloten hebben dit voor twee jaar van staal gebouwde schip te verkopen. Welke vreselijke uitwerking de ontploffing heeft gehad blijkt uit het feit dat de tuigage van dit schip geheel vernield is.
Reeds heden heeft die verkoop plaats gehad. Voor een kleine boot met zeil en enige ledige benzinevaten waren talrijke liefhebbers van hier als uit Nederland. De romp met anker en ketting werd door A. Tobias uit Brake gekocht voor 2900 Mark; de kleine boot met zeil bracht 110 Mark op en 209 ledige benzinevaten 500 Mark.
DS 10.04.1907: Brake, 5 april.
De Nederlandse driemast schoener “Gerrittina”, zwaar beschadigd door brand, thans hier aan de kade liggende, zal 9 dezer worden verkocht. |