|
(Geen plaats of datum) In zijn verslag over het boekjaar 1898 – uit te brengen in de algemene vergadering van aandeelhouders op 13 mei – deelt de directeur der alhier (opm: Rotterdam) gevestigde Droogdok Maatschappij Tandjong Priok mede, dat, evenals ten vorigen jare de fabriek te Tandjong Priok weder geregeld werk had. Van het dok werd gebruik gemaakt door de stoomschepen der Koninklijke Paketvaart Maatschappij, verschillende Gouvernements-vaartuigen, de stoomschepen PRINSES MARIE, ARDJOENO, MERAPI, enz. Het verwisselen der pontons werd geregeld voortgezet, zodat thans alle met koolteer bestreken zijn en nu vermoedelijk beter bestand zullen zijn tegen de schadelijke inwerking van het zeewater dan met de eerst toegepaste roestwerende verf. In overleg met de directeur der burgelijke openbare werken te Batavia is overeengekomen voorlopig iedere drie maanden een ponton te verwisselen, totdat gebleken zal zijn, dat met een kleiner aantal verwisselingen zal kunnen worden volstaan. Het gemiddeld aantal werklieden te Tandjong Priok in dienst nam wegens de meerdere werkzaamheden toe, zodat dit cijfer 276 bedroeg, tegen 251 in 1897. Behalve een groot aantal kleinere opdrachten van gouvernement en particulieren, waren de voornaamste werken die uitgevoerd werden de volgende: belangrijke reparatiën aan de stoomschepen MEDAN, REYNST en BAWEAN der Koninklijke Paketvaart Maatschappij, reparatiën aan de zeilschepen THISTLEBANK en DAELEMONA (opm: vermoedelijk het Britse zeilschip DESDEMONA), reparatiën aan de gouvernements-vaartuigen GEDEH, ATJEH, KONINGIN EMMA DER NEDERLANDEN, DE RUYTER, DISSELWERF en de baggermolens SALAK en MERAK. Het aantal dokkingen was 93 met 881 dokdagen, tegen 95 en 998 in 1897. Het nieuwe dok blijft bij voortduring goed voldoen, terwijl het systeem der verwisselbare pontons volkomen geslaagd mag heten, waardoor de Maatschappij in staat is gesteld door systematisch onderhoud periodieke grote herstellingen, die de meeste drijvende dokken in tropische zeeën niet kunnen ontvangen, te voorkomen. Blijkens de winst- en verliesrekening bedraagt de opbrengst der exploitatierekening NLG 109.887,20½. Het dividend zal, gelijk wij vroeger reeds medegedeeld hebben, NLG 100 per aandeel belopen. Van de commissarissen is de heer J.V. Wierdsma aan de beurt van aftreden, doch herkiesbaar (opm.: financieel gedeelte bekort, zie ook NRC 140599)
|