Inloggen
FLORA - ID 2239


Kroniekberichten

Datum 10 januari 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 7 januari. Het stoomschip FLORA, van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij, is hier hedenochtend van Hamburg aangekomen en heeft dus thans zijn eerste reis volbracht. Schip en machines hebben, niettegenstaande vooral op de uitreis nog al veel slecht weer werd ondervonden, uitstekend voldaan.

Afbeelding
Datum 15 oktober 1896
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 13 oktober. Het Nederlandse stoomschip FLORA, van Amsterdam naar Malaga, is te Castletown (Portland) binnengelopen, om enige schade aan het stuurtoestel op de bovenbrug te herstellen, doch zal vermoedelijk nog hedenavond de reis kunnen voortzetten.

Afbeelding
Datum 19 mei 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Danzig, 16 mei. Het Nederlandse stoomschip FLORA is alhier bij het vertrek in aanvaring geraakt met het van Rotterdam komende Nederlandse stoomschip ALBLASSERDAM. De FLORA bekwam enige lichte schade aan bakboord verschansing, maar zette dezelfde dag de reis naar Amsterdam voort.

Afbeelding
Datum 18 augustus 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 17 augustus. Hedennacht werd aan boord van het alhier in de Nieuwe Vaart liggende Nederlandse stoomschip FLORA brand ontdekt. Het vuur was echter spoedig door de brandweer geblust. Wat zeilen, touwwerk en bezittingen der bemanning zijn verbrand.

Afbeelding
Datum 22 november 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 21 november. Uit Stettin wordt gemeld, dat het van daar naar Amsterdam bestemde Nederlandse stoomschip FLORA door aanvaring beschadigd is.

Afbeelding
Datum 23 november 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 21 november. Volgens bij de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij alhier ontvangen bericht werd het stoomschip FLORA aangevaren door het Engelse stoomschip TOLEDO en beliep het schade aan bakboord. Het stoomschip TOLEDO, dat met de FLORA in aanvaring is geweest, is ogenschijnlijk onbeschadigd. De FLORA keerde in de haven terug. Door tremming der lading werd het lek boven water gebracht.

Afbeelding
Datum 18 april 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Stettin, 17 april. Op 21 november 1907 heeft in deze haven een aanvaring plaats gehad tussen het Nederlandse stoomschip FLORA en het Engelse stoomschip TOLEDO. Het Seeamt, dat deze zaak behandelde, was van oordeel, dat bij beiden de schuld van de aanvaring lag.

Afbeelding
Datum 19 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Bremen, 17 januari. Het stoomschip FLORA, van Rotterdam hier aangekomen, is zaterdag op de Weser voor anker liggende, met een loodsschoener in aanvaring geweest. De schoener dreef voor de boeg van het stoomschip, waardoor het stoomschip zwaar beschadigd werd. Het stoomschip is heden in het dok geplaatst.

Afbeelding
Datum 28 februari 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 26 februari. Volgens een telegram uit Esbjerg is het Nederlandse stoomschip FLORA van Danzig naar Amsterdam, aldaar binnengelopen met defecte machine.

Afbeelding
Datum 28 februari 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 25 februari. Volgens bericht uit Esbjerg is het Nederlandse stoomschip FLORA, bestemd van Danzig naar Amsterdam, aldaar met machineschade binnengesleept.

Afbeelding
Datum 01 maart 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 27 februari. Het Nederlandse stoomschip FLORA werd te Esbjerg binnengesleept door het Engelse stoomschip BERLIN, van Kopenhagen naar Goole.

Afbeelding
Datum 04 maart 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Esbjerg, 2 maart. Het stoomschip FLORA is voorlopig gerepareerd en zeeklaar.

Afbeelding
Datum 04 maart 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 4 maart. Het stoomschip FLORA vertrok heden van Bremen naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 22 maart 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart ongeval FLORA
De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren in behandeling genomen het ongeval, op 24 februari, in de Oostzee, op de reis van Koningsbergen naar Danzig overkomen aan het stoomschip FLORA, van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam, kapitein D. Klok. Deze werd door de Raad gehoord. Uit zijn verklaring bleek het volgende: In de haven van Neufahrwasser is het schip met kracht door een sleepboot aangevaren, in het midden voorluik, waardoor echter niet zodanige averij is ontstaan, dat de reis niet vervolgd kon worden. Het werd slecht weer, met hevige windvlagen, het schip begon zwaar te slingeren. Op de 24e februari 's middag, kwam de 1e machinist de kapitein mededelen, dat er een groot gat in de uitlaat-circulatie was, waardoor een brede straal water met kracht naar binnen stroomde. De kapitein liet onmiddellijk overal roepen en stelde zich op de hoogte van de toestand. In de stookplaats liepen de mensen tot in de borst in het water, de vuren waren geblust, en werd een voorlopige voorziening voor het gat gemaakt, waarna de pompen het water konden bijhouden. Het schip had 18 of 20 graden slagzij stuurboord gemaakt; noodseinen werden gehesen, daar het hulpeloze schip strandwaarts dreef. Een Duits schip, de BERLIN, nam de FLORA op sleeptouw en sleepte haar binnen in de haven van Esbjerg. De kapitein schreef het ontstaan van het gat toe aan de krachtige zeeën, waardoor de tuit van de uitlaat-circulatie bezweken is. Bij het vertrek van Koningsbergen vroor het 23 graden; er was veel ijs in zee. De kapitein schrijft het ongeval niet toe aan de aanvaring te Neufahrwasser; de plaats waar de sleepboot de FLORA geraakt heeft, was 10 meter van de uitlaat-circulatie. Op 24 februari was het dooiweer. Het schip werd in 1394 gebouwd en heeft zijn 4e survey ondergaan. De machinist Visscher verklaarde gelijkluidend. Hij schreef het gat niet toe aan de strenge vorst, daar de invloed van de koude op de ijzeren platen door de warmte van de machinekamer opgeheven werd.
De uitspraak volgt later.

Afbeelding
Datum 25 maart 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart deed uitspraak inzake het ongeval, op 21 februari jl. overkomen aan het stoomschip FLORA, van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij te Amsterdam. Op weg van Koningsbergen naar Danzig werd, terwijl er een zeer hoge zee stond, in de uitlaat-circulatie een groot gat gevonden, waardoor een brede straal water naar binnen stroomde, die de ruimen onder water zette en een van de vuren bluste. Het schip maakte sterk slagzij over stuurboord en kreeg averij, terwijl een gedeelte van de deklast wegspoelde.
De Raad is niet kunnen komen tot vaststelling van de oorzaak van de ramp. Met de middelen, die daartoe ten dienste stonden, is gewoekerd om het schip te behouden en daaraan is het behoud van het schip ook te danken.

Afbeelding
Datum 29 mei 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Kopenhagen, 25 mei. Het Nederlandse stoomschip FLORA werd op de reis van Neufahrwasser met stukgoed naar Amsterdam, 24 februari met machineschade te Esbjerg binnengesleept door het stoomschip BERLIN, uit Goole.
Het “Seegericht” heeft daarvoor heden aan de BERLIN een bergloon toegekend van 30.000 Kronen, waarbij werd aangenomen dat de FLORA 89.000, de lading van de FLORA 133.000 en de BERLIN met lading 334.000 Kronen waard was.

Afbeelding
Datum 29 juli 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De Internationale staking aan de havens, te Amsterdam.
Het conflict met de bootwerkers van de Kon. Ned. Stoombootmaatschappij kan als opgelost worden beschouwd. Hedenmorgen althans werden ongeveer 300 werklieden aangenomen, onder wie een aantal ex-contractwerklieden. Naar het bestuur van Recht en Plicht ons verzekerde, is het aan deze maatschappij nog wel niet zoals het zijn moet, doch hebben de bootwerkers maar met de toestand genoegen genomen.
Bij de Kon. Hollandsche Lloyd werkten hedenmorgen 160 man, er zouden nog meer worden aangenomen. Met de lossing van het stoomschip EEMLAND van deze Mij. was nog niet begonnen. Bij de Hollandsche Lloyd zijn de Duitsers vertrokken.
Aangaande de staking van de zeelieden kan worden gemeld, dat zij, wat betreft de Maatschappij Oceaan, zal worden opgeheven. Tijdens de bootwerkersstaking toch werd een motie aangenomen, waarin genoegen genomen werd met een aangeboden verhoging van NLG 6 per maand, en met de toezegging, dat omtrent de andere eisen nader In overleg zou worden getreden. Deze motie heeft toen geen uitwerking gehad; omdat de directie te kennen had gegeven over de bootwerkers niets te zeggen te hebben, daar dit de cargadoors aanging en de zeelieden aan de staking geen einde wilden maken, als ook de bootwerkers niet tegemoet gekomen werd. Nu de bootwerkersstaking echter afgelopen is, is deze motie van kracht geworden.
Officieel is aan de directie nog geen mededeling gedaan van de opheffing van de staking. Wel werd echter hedenmorgen namens de directie aan de Zeemansbond medegedeeld, dat zij zich aan de onlangs gedane toezegging zou houden, zodat te verwachten is, dat een betrekkelijk groot aantal zeelieden spoedig weer zal aanrnonsteren.
Overigens is in de stand van de zeeliedenstaking geen wijziging gekomen. De Zeemansbond staat nog steeds op hetzelfde standpunt; dit is bemiddeling zal gaarne worden aanvaard, doch daar van de reders op een verzoek om bemiddeling geen of een afwijzend antwoord verwacht, zal er hun niet meer om worden gevraagd.
De bemanning van het s.s. EEMLAND van de Kon. Holl. Lloyd, had heden nog niet afgemonsterd, zodat nog niet bekend is, of zij staken. Men verwacht het echter wel. Maandag komt de ZEELANDIA van dezelfde maatschappij binnen.
Gisteravond en heden zijn te Amsterdam aangekomen de volgende stoomschepen: GRANIT van Newcastle, AMSTELSTROOM van Hull, PLOVER van Londen, LEDA van Frederikshaven, EEMLAND van Zuid Amerika, TENTON van Fleetwood, FLORA van Hamburg, THEMIS van de Middellandse Zee. Vertrokken zijn de stoomschepen BETSY ANNA naar Warkworth, MASCOTTE naar Leith en WESTLAND naar Newcastle,
In Engeland. Onze Londense correspondent seint: In hoeverre de stakers van de andere havens in Zuid Wales de regeling te Cardiff zullen aanvaarden, heeft de stakingscommissie te Newport gisteravond besloten de staking voort te zetten totdat zij een eigen regeling verkregen zouden hebben.
De correspondent van de Times te Cardiff seinde gisteravond, dat de kolentremmers te Cardiff en Barry de regeling afgewezen hebben. De correspondent voegt erbij, dat de algemene hervatting van het werk niet voor maandag zal beginnen, maar dat de regeling veelomvattend en bevredigend genoeg is, om het terugtrekken van de extra politie en de soldaten onmiddellijk mogelijk te maken.
De te Londen tot stand gekomen regeling is gisteravond aan het oordeel van een grote vergadering van Londense bootwerkers onderworpen. De leiders van de stakers waren vóór aanneming, ofschoon zij erkenden, dat de regeling niet geheel bevredigde. Crookes verklaarde, dat de Londense bootwerkers daardoor jaarlijks, honderdvijftigduizend pond loon meer zullen ontvangen. De meerderheid van de vergadering stemde voor aanneming van de regeling, maar velen onthielden zich, terwijl anderen luidkeels hun afkeer te kennen gaven.

Afbeelding
Datum 11 december 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hamburg, 10 december. Het Nederlandse stoomschip FLORA, de 4e dezer van Amsterdam te Neufahrwasser aangekomen, heeft diverse schades, terwijl een gedeelte van de deklast verloren is gegaan.

Afbeelding
Datum 01 oktober 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Dankbare Engelsen.
Het stoomschip FLORA arriveerde dinsdagavond te Amsterdam. De gezagvoerder en de bemanning zijn te Leith, door de autoriteiten en de burgerij en namens de Engelse regering bijzonder gehuldigd.
Van de opvarenden hoorden we nog menige bijzonderheid over de redding van de Engelse schipbreukelingen. Een grote moeilijkheid was die dag de voeding van de geredden. In de kombuis kon men zich wenden noch keren, want het was daar, evenals in de machinekamer, stampvol. Verkleumd als zij waren, trachtten de Engelsen zich daar te warmen. Intussen bereidde de kok zo goed en zo kwaad als het ging, het eten. De brood voorraad voor drie dagen ging er aan. Sommigen, die zich zelf helpen konden, gaf de kok maar een bus beschuit met een homp boter en kaas. Zijn helper liep rond, een fles cognac in de ene hand, een fles jenever in de andere hand, teneinde de schipbreukelingen een hartversterking toe te dienen. Tijd om de ontbrekende voorraad in IJmuiden aan te vullen, had men niet. Brood was er niet meer te krijgen, want de gehele voorraad was gerekwireerd voor de geredden.
Alleen kreeg de bemanning nieuwe werkkleding. Alle beschikbare kleren aan boord had men de schipbreukelingen gegeven.
Te Leith verdrong zich langs de kaden een dichte menigte: allen wilden het schip zien, dat zovele dappere landgenoten van een wissen dood gered had.
Tot grote teleurstelling van het publiek werden de dokken echter gesloten en mocht niemand tot het schip worden toegelaten. De bemanning, die niet in het bezit was van een pas, kon het schip niet verlaten. Het was ook niet de moeite waard, want de volgende dag, zondag, vertrok men reeds weer naar Amsterdam. De bootwerkers, die hielpen aan het lossen, waren bijzonder voorkomend. Nauwelijks had men vernomen, dat de voorraad tabak en sigaren uitgeput was, daar men alles aan de drenkelingen had gegeven, of de beste Engelse tabak en sigaren kwamen aan boord voor de dappere, Hollanders.
(opm: Dit waren drenkelingen van de 3 Engelse getorpedeerde kruisers ABOUKIR, HOGUE en de CRESSY. zie ook RN 071014)

Afbeelding
Datum 07 oktober 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Huldiging van de redders.
De Engelse regering is voornemens aan de bemanning van de Nederlandse stoomschepen TITAN en FLORA medailles toe te kennen voor het redden van de schipbreukelingen van de drie, op 22 september in de grond geboorde, kruisers. Het zou tevens in de bedoeling van die regering liggen de redders nog andere bewijzen van haar erkentelijkheid, in de vorm van geschenken, te geven. (opm: zie ook RN 011014)

Afbeelding
Datum 19 december 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Beloning voor schepelingen FLORA.
De Engelse regering heeft aan elke schepeling van het stoomschip FLORA van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij welk vaartuig schipbreukelingen van de getorpedeerde Engelse kruisers CRESSY, HOGUE EN ABOUKIR gered heeft NLG 120 als beloning geschonken.

Afbeelding
Datum 08 januari 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Kapitein Voorham, gezagvoerder van het Nederlandse stoomschip FLORA van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Mij., dat een aantal Engelse zeelieden van de drie onder onze kust in de grond geboorde Engelse oorlogsschepen heeft gered en te IJmuiden binnengebracht, werd woensdag (opm: 6 januari) te ’s-Gravenhage ontvangen door de Engelse gezant, die hem namens de Engelse regering met een hartelijke toespraak een zilveren beker met inscriptie overhandigde, benevens de zilveren St. George-medaille.

Afbeelding
Datum 05 april 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

De FLORA gestrand. Volgens een Lloyd's bericht is het Nederlandse stoomschip FLORA bij Hartland Point (Bristol Kanaal) gestrand. Naar gemeld wordt is het stoomschip totaal verloren. De bemanning werd gered. (De FLORA, groot 725 br. ton, gebouwd in 1894, behoort aan de Kon. Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, alhier, en was 31 maart van hier naar Swansea vertrokken.) Kapitein van de FLORA - op een na het kleinste schip van de Maatschappij - was de heer J. Fooy. De equipage bestond uit 19 man. Het schip was van Amsterdam leeg vertrokken en zou in Swansea kolen laden voor Portugal.

Afbeelding
Datum 07 april 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 5 april. Volgens een Lloyds bericht het Nederlandse stoomschip FLORA bij Hartland Point (Bristol Kanaal) gestrand. Naar gemeld wordt is het stoomschip totaal verloren. De bemanning werd gered. De FLORA groot 725 br. ton, gebouwd in 1894, behoort aan de Kon. Nederlandsche Stoomboot Maatschappij alhier en was 31 maart van hier naar Swansea vertrokken. Kapitein van de FLORA - op een na het kleinste schip van de Maatschappij - was de heer J. Fooy. De equipage bestond uit 19 man. Het schip was van Amsterdam leeg vertrokken en zou in Swansea laden voor Portugal. De FLORA is ook het schip dat een aantal schipbreukelingen redde van de getorpedeerde Engelse kruisers ABOUKIR, CRESSY en HOGUE.
Stoomschip FLORA gestrand.

Afbeelding
Datum 08 april 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Bideford, 4 april. Het stoomschip FLORA (zie vorig No.) is een mijl beneden Hartland Quay gestrand. Met hoogwater staat het stoomschip vol water.

Afbeelding
Datum 14 april 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. In de heden gehouden algemene vergadering van deelhebbers waren vertegenwoordigd 677 aandelen, recht gevende tot het uitbrengen van 61 stemmen.
Het jaarverslag (zie Avondblad van 1 april) werd voor kennisgeving aangenomen.
Bij de behandeling van de balans en de winst- en verliesrekening vroeg de heer Ter Kuile enige inlichtingen over de post „nettobedrag van de vaart van de stoomschepen”. Het brutobedrag is bij het vorig jaar niet veel ten achter, maar het nettobedrag is 3 à 4 ton minder dan het vorig jaar. Spreker vraagt of er bijzondere redenen zijn geweest voor de hogere kosten. Door de directie werd hierop geantwoord, dat de oorzaak van het verschil vrij duidelijk in het jaarverslag is uiteengezet. De vrachten zijn in het eerste gedeelte van het jaar laag geweest, daarna kwam de oorlog gepaard met stilstand van het bedrijf, terwijl later de onkosten als gevolg daarvan zeer hoog waren. Eerst in de laatste maanden van het jaar was de gang van zaken weer goed. Frankrijk en Engeland lieten weer diverse artikelen door. Daardoor zijn goedgemaakt de lage vrachten enerzijds en de hoge kosten anderzijds gedurende de rest van het jaar. Alles tezamen genomen, kan dan ook het resultaat bijzonder goed worden genoemd. De heer Ter Kuile wenste daarna inlichtingen over het verschil met het vorig jaar van de post „renterekening", die dit jaar debet staat voor NLG 1.400. De directeur verklaarde dit verschil door er op te wijzen, dat in 1914 een 4½% obligatielening is uitgegeven, waarvan de rente gedeeltelijk op het afgelopen jaar drukt. De heer Ter Kuile wees er vervolgens op, dat het bedrag hetwelk op de balans onder de post „IJkade" voorkomt altijd zeer groot is, doch dit jaar is het tweemaal zo groot, terwijl daartegenover op de winst- en verliesrekening geen bate voorkomt. De directeur achtte het niet denkbaar, om de schepen productief te exploiteren, wanneer de Maatschappij daarvoor geen voldoende inrichtingen zou hebben. Door de snelle uitbreiding van het vervoer zijn die inrichtingen, waarvan ook de West-Indische Maildienst gebruik maakt, steeds uitgebreid. Wanneer de Maatschappij die inrichtingen niet had, zou men de schepen niet kunnen exploiteren als nodig is. Dezelfde aandeelhouder vroeg tenslotte welke reden er bestond om het assurantiefonds niet hoger te nemen dan het vorig jaar en meer in overeenstemming te brengen met de tegenwoordige tijd. De directie antwoordde op deze vraag, dat het assurantiefonds is opgebouwd als risico voor de gewone zeevaart. Dit jaar is het risico geheel anders. Men heeft gemeend, het risico zelf te moeten lopen en uit het verslag blijkt, dat aan premies 6 ton zijn bespaard. Het zou mogelijk geweest zijn een afzonderlijk fonds voor oorlogsrisico te vormen, maar het bedrag zou moeilijk te schatten zijn. De vrachten hebben bovendien in de laatste maanden zoveel baten meer opgeleverd, dat wel enige verliezen kunnen worden gedragen. De balans en de winst- en verliesrekening werden vervolgens goedgekeurd en het dividend werd vastgesteld op 6%.
Aan de orde kwam daarna een voorstel tot statutenwijziging, dat met algemene stemmen werd goedgekeurd. Deze wijziging heeft in hoofdzaak betrekking op art. 16 van de statuten betreffende de winstverdeling voor het bestuur. Tot nu toe krijgen directie en commissarissen tezamen 25%. Het bestuur heeft gemeend, dat het wenselijk is om de verdeling van die 25% door het bestuur onderling te doen geschieden, maar aan aandeelhouders de beslissing over te laten welk deel van commissarissen en welk deel aan de directie toekomt en voorts om het percentage van de directie afzonderlijk te bepalen, n.l. elke directeur 4% en de gezamenlijke commissarissen 10%, tezamen dus 26%.
De aftredende commissaris, de heer C.J.K. van Aalst, werd als zodanig herkozen. Ten slotte vroeg prof. Quack aan de directie of misschien nog berichten zijn ingekomen over het vergaan van het stoomschip FLORA. De directie verklaarde geen verdere inlichtingen te hebben ontvangen. Het schip is op de kust gelopen, vermoedelijk door mist en misleidende stroom. Van de bemanning is niemand teruggekeerd en het schip kan als totaal verloren worden beschouwd.

Afbeelding
Datum 06 mei 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

De bemanning van de FLORA.
Men meldt ons uit Rotterdam: Met de gisteren te Rotterdam aangekomen „Batavier"-boot is meegekomen de equipage van het stoomschip FLORA van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, welk schip de 4e april bij Bristol strandde en verlaten moest worden. De equipage stond, na geland te zijn, voortdurend onder militair toezicht, zonder dat zij echter in haar vrijheid van beweging werd belemmerd. Het staken van de vaart op Engeland heeft er ook toe bijgedragen, dat zij zo lang daar heeft moeten toeven.
Gisteravond met de trein van 09.45 uur kwam gezagvoerder J. Fooy met de 19 man van de FLORA hier uit Rotterdam aan. De stranding bij Hartland Point van het schip, dat in ballast was van Amsterdam naar Swansea, had plaats bij slecht weer. Het schip mag als verloren beschouwd worden. Omtrent de oorzaak van de stranding wilde de gezagvoerder zich liever niet uitlaten; bij de behandeling van de stranding voor de Raad voor de Scheepvaart zal dit wel blijken. Toen gezagvoerder en equipage, die niets van het schip hadden kunnen redden, aan land kwamen, werden ze gevangen gezet (“detained"). De gezagvoerder en twee officieren bleven aan de kust in een hotel onder militaire bewaking, de bemanning werd 3½ uur het land in, onder bewaking gesteld. Men mocht één uur per dag gaan wandelen, ook al begeleid door soldaten. Niemand mocht naar huis brieven schrijven. De behandeling, welke allen tijdens hun maand gevangenschap in Engeland ondervonden, was overigens goed. Wat de reden van deze militaire bewaking was, werd niet aan de gezagvoerder meegedeeld.

Afbeelding
Datum 27 mei 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Gisteren werd het onderzoek voortgezet inzake het vergaan van het stoomschip FLORA van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij op 3 april jl.
Nadat de kapitein, de heer Joh. Fooy, nog een enkele mededeling had gedaan, was het woord aan de inspecteur van de scheepvaart die op grond van de getuigenverklaringen concludeerde. dat het vergaan van de FLORA te wijten is geweest aan nalatigheid van de gezagvoerder, die niet voldoende had doen loden en ook niet had gerekend met wind en getij. De heer Fooy, daarna nog gehoord, verklaarde dat het patentlood onjuist aanwees en dat hij het zwaarlood niet kon gebruiken omdat daardoor het schip dwarsscheeps was gekomen. Mr. Seret, als verdediger optredend, wees er op, hoewel de gezagvoerder om uitstel had verzocht, teneinde zich de hulp van een verdediger te verzekeren, de Raad nochtans gemeend had de zaak onmiddellijk (de 10e mei) te moeten behandelen en daarna de zaak schorste. De controle op de getuigenverklaringen is nu te loor gegaan.
Wat de ingebrachte grieven betreft, meende pleiter dat het beter is niet te loden dan met het patentlood dat hij niet vertrouwde. Het zwaar lood was, gegeven de weersomstandigheden, niet te gebruiken. Ook dat de kapitein geen rekening zou hebben gehouden met wind en getij ontkent pleiter. De gezagvoerder heeft gedaan wat in zijn vermogen was en wat hij moest doen. Trouwens het feit, dat er die zelfde nacht op ongeveer dezelfde plaats een Engels schip verging, geeft wel te denken.
Een onverdacht getuige acht pleiter ook allerminst de stuurman. Deze had toch zeer zeker de aandacht van de uitkijk moeten vestigen op de landvuren. Wanneer de stuurman zelf goed had uitgekeken, had hij het vuur van Hardland Point moeten zien en had men kunnen begrijpen dat men te dicht aan land was. De kapitein zag nog een schip aan stuurboordboeg, dus kon niet vermoeden dat er gevaar was.
Resumerende komt pleiter tot de conclusie dat de gezagvoerder niet enige daad van nalatigheid kan worden ten laste gelegd waarvoor hij gestraft zou moeten worden.
De Raad ging daarop in de raadkamer. Na heropening van de zitting werd de volgende uitspraak gedaan: De Raad is van oordeel, dat de stranding en het verloren gaan van de FLORA veroorzaakt is doordat het schip door de invloed van stroom en wind uit de koers is geraakt en te dicht bij de wal is gekomen. De kapitein heeft verzuimd met deze invloeden rekening te houden en heeft - niet voldoende zeker van de afwijking van het kompas op de voorliggende koers - geen maatregelen genomen om zijn standplaats te controleren toen men de lichten welke volgens het bestek in het gezicht moesten komen. Het lood had hem daar ter plaatse afdoende zekerheid kunnen geven of hij zich op de bank bij Hartland Point bevond. De Raad verwerpt als ongegrond de bewering van de kapitein, dat zwaar lood hem geen zekerheid had kunnen geven en het te bezwaarlijk was dit onder de gegeven omstandigheden te gebruiken, terwijl ook het patentlood, dat - volgens de bewering van de kapitein - 2 vadem mis wees, bij deze loding hem voldoende aanwijzing had kunnen geven. Door bovengenoemde nalatigheid is de ramp veroorzaakt en daarom straft de Raad Jan Fooy, geboren 27 april 1885 te Helder, wonende te Watergraafsmeer, door hem de bevoegdheid te ontnemen als schipper te varen op een schip, als bedoeld in artikel 2 van de Schepenwet, voor de tijd van een maand.

Afbeelding