Inloggen
DUBBELDAM - ID 1812


Kroniekberichten

Datum 07 januari 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Het fraaie stalen schroefstoomschip PRINS WILLEM III, gebouwd te Fijenoord aan het etablissement van de Nederlandsche Stoombootmaatschappij voor rekening van de Koninklijke West-Indische maildienst te Amsterdam, is thans gereed om, na kolen ingenomen te hebben en het regelen van de kompassen, de 8e dezer naar Amsterdam te vertrekken. Het stoomschip is lang tussen de loodlijnen 264, breed op het grootste spant 36 en hol 23 Engelse voet, heeft een laadvermogen van ongeveer 1600 ton en machines van het triple-expansion-systeem van 1250 paardenkrachten indicateur, welke door middel van de vierbladige schroef het schip een gemiddelde vaart zullen doen lopen van ruim 13 knopen in het uur. De afmetingen van de cilinders zijn 22 duim diameter voor de hoge druk, 34 duim voor de middendruk en 56 duim diameter voor de lage druk, met een zuigerslaglengte van 40 Engelse duim. Twee stalen ketels zullen de nodige stoom voortbrengen; zij zijn gebouwd op een druk van 160 pond per vierkante Engelse duim. Machine en ketels zijn mede aan het etablissement te Fijenoord vervaardigd. Het stoomschip heeft vijf waterdichte schotten, van welke vier van de kiel tot het bovendek en een tot aan het tussendek lopen en verder drie stalen dekken, van welke het bovenste beschoten is met teakhout. Het type van het stoomschip is bakcampagne met gehele overdekking van voor tot achter (Hurricanedeck). Onder de campagne achter op het bovendek bevindt zich het verblijf van de eerste klasse passagiers, waar voor 28 personen gelegenheid is in zeer ruime tweepersoonshutten, met de slaapplaatsen niet boven elkander, maar afzonderlijk tegen de schotten. De hutten zijn zeer comfortabel en geriefelijk ingericht, van twee op Engelse wijze ingerichte wastafels en van sofa's voorzien. Ook de buitengewoon grote patrijspoorten, voor veiligheid van binnen nog met stalen bedekking voorzien, geven ruimschoots licht en lucht. Fraaie tapijten, spiegels en gordijnen voltooien deze weelderige verblijven van de passagiers. Twee grote hutten achter zijn voor één persoon ingericht, overigens op dezelfde wijze gemeubileerd. Achter is aan stuurboord een badkamer voor dames en aan bakboord een voor heren, alles zeer ruim en van al het nodige voorzien. Vóór de hutten van de eerste klasse passagiers bevindt zich de fraaie salon, keurig bewerkt naar de tekening, opgemaakt door de architect C. Muijsken te Amsterdam. De wanden zijn versierd met oud-Nederlandse stadsgezichten en landschappen in Delfts aardewerk, omlijst door kunstig bewerkt teakhout. De beide buffetten zijn ware kunstwerken en het dek boven is met geprest leder, in vakken verdeeld, bedekt. De fraaie hoge kappen, de zes sierlijke, met rood lakens kleed bedekte tafels, met zitplaatsen voorzien van losse leuningen, prachtige lopers waarin het naamcijfer van de maatschappij en de scheepsnaam is gewerkt, vormen, met het keurige en kunstige beschietwerk, een vorstelijk geheel, dat de ontwerper en vervaardigers alle eer aandoet. Vanuit de eetsalon komt men door middel van een zeer gemakkelijke en keurig vervaardigde trap in de damessalon, een waar juweeltje, beschoten met kunstig bewerkte panelen van teak en versierd in het midden met een fraaie staalgravure in lijst, voorstellende het portret van de stadhouder van de verenigde provinciën prins Willem III, koning van Engeland. Rondom zijn sofa's aangebracht van gebloemd damast, van welke de stof mede de gordijnen zijn vervaardigd, welke dit fraaie salonnetje versieren. Rond de trap, van een kunstig hekwerk voorzien, bevinden zich nog twee met Russisch leder beklede, zeer ruime fauteuils. Een en ander is geheel overdekt en vormt met de rookhut, die zich achter de damessalon bevindt en mede zeer geriefelijk is ingericht, een fraai geheel en een waarlijk comfortabel verblijf. Het schip wordt van inrichting voor elektrisch licht voorzien door de heren Van Rietschoten en Houwens. Het meubilair en de stoffering werden geleverd door de firma Allan & Co. Onder de bak en boven de machinekamer bevindt zich het verblijf van de dokter, stuurlieden, machinisten en tweede klasse passagiers, waarvan de hutten zeer ruim en voor twee personen keurig zijn ingericht. Boven op de brug is het stoomstuurtoestel en het comfortabele verblijf van de gezagvoerder, waar, door een groot glas, deze tevens gelegenheid heeft vanuit zijn hut het oog op het roer te houden. Bovendien bevinden zich op de brug de patent kompassen en telegraaf naar de machinekamer. Op het achterschip is ook gelegenheid het schip met de hand te besturen, waarvoor een kolossaal stuurrad met schroefstuurtoestel is geplaatst. Het bewerken van de ankers en het laden geschiedt door stoom; de werktuigen waarmee dit plaats heeft, worden daarvan voorzien door een afzonderlijke ketel op het bovendek. Het anker- en gangspil werd vervaardigd door de firma Harfield & Co te Londen. Vijf boten, waaronder vier zeer grote, zijn voor de veiligheid van de opvarenden aan boord en in de davids hangende. Het stoomschip, dat stalen masten heeft, de voorste voorzien van ra's, zal gevoerd worden door kapt. Sluiter en is bestemd om de 16e van Amsterdam te vertrekken, in plaats van het verongelukte stoomschip Prins Willem I, dat die dag had moeten varen. Het stalen stoomschip, dat in alle delen fraai en solide is afgewerkt en als uitnemend gelukt product van de Nederlandse nijverheid kan worden beschouwd, wordt in de hoogste klasse van Bureau Veritas, Nederlandsche Vereniging en Lloyds opgenomen. Het werd aan de Nederlandsche Stoombootmaatschappij opgedragen om te bouwen de 24e januari 1889 en liep de 19e november 1889 van stapel.
Op het etablissement zijn nog in aanbouw: twee stalen stoomschepen, welke tot de snelvarendste van de Koninklijke Indische pakketvaart behoren: de CARPENTIER en de VAN DIEMEN, welke half juli moeten gereed zijn en waarvan de machines worden vervaardigd bij de heren J. en K. Smit aan de Kinderdijk; het koloniale gouvernementsstoomschip ZEEDUIF, dat 1 augustus moet klaar zijn, en het stoomschip DIDAM van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, dat volgens contract op 1 november moet geleverd worden benevens de machines voor het bij de heren Bonn & Mees voor rekening van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij gebouwd wordende stoomschip DUBBELDAM. Nog worden binnen acht dagen verwacht het stoomschip VEENDAM van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, tot inneming van aan het etablissement vervaardigde stalen ketels en tot hervorming van de machine tot het triple-expansion systeem. Er zijn tegenwoordig ongeveer 1400 man werkzaam.

Afbeelding
Datum 13 april 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Katendrecht, 12 april. Het stoomschip, bij de scheepsbouwmeesters Bonn & Mees in aanbouw voor de Nederlandse Amerikaanse Stoomvaart Maatschappij, zal niet LEERDAM heten, maar DUBBELDAM. Het is 330 voet lang en men is reeds geruime tijd met de bouw bezig.

Afbeelding
Datum 07 mei 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Mededelingen. De 14e a.s. wordt alhier en te Amsterdam de openbare inschrijving opengesteld op 1500 obligaties van NLG 1000 van een 4 pct. lening van de Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. De inschrijvingen worden gegund tot een en dezelfde koers, met dien verstande, dat inschrijvingen, hoger dan de vast te stellen koers, alle worden aangenomen, terwijl de inschrijvingen tot dien koers, indien daarmede het uit te geven bedrag mocht worden overtroffen, pondsgewijze, zo na mogelijk, onder de inschrijvers worden verdeeld.
Inschrijvingen beneden de vast te stellen koers blijven buiten aanmerking, ook dan, wanneer tot die koers niet het volle bedrag mocht worden verkregen.
De gereserveerde NLG 200.000 van de 4½ % geldlening van 1888 worden vernietigd. De maatschappij verbindt zich, zolang deze nieuwe lening niet afgelost is, haar eigendommen of schepen niet door hypotheek of anderszins te zullen bezwaren. De aflossing geschiedt à pari, bij uitloting, voor de eerste maal in 1892, met ten minste NLG 50.000 ’s jaars. De toegewezen obligaties moeten op 1 juni aanstaande betaald en in ontvangst genomen worden, met bijbetaling van rente à 4 % van 1 mei af. Het prospectus, waaraan het bovenstaande ontleend is, behelst het volgende tot toelichting:
In het plan van uitbreiding, uiteen gezet in het prospectus van de laatste kapitaalsuitgifte, lag het voornemen opgesloten, de daartoe benodigde middelen ten dele te vinden door een obligatielening, uit te geven, zodra de betalingen op het aangekochte en de in aanbouw zijnde materieel kasbehoefte zouden doen ontstaan. Dat ogenblik is thans gekomen. De stoomschepen WERKENDAM en SPAARNDAM werden aangekocht, terwijl de stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM in Nederland in aanbouw zijn. Zijn deze schepen afgeleverd, dan vertegenwoordigt het materieel van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij een waarde van ruim 7.000.000 gulden. De winst en verliesrekening liet, na afschrijving van alle kosten en renten, een voordelig saldo in 1886 van circa NLG 125.823; in 1887 van circa NLG 140.148; in 1888 van circa NLG 239.220, en in 1889 van circa NLG 410.646.
De financiële toestand van de maatschappij is dus in alle opzichten gunstig te noemen, zodat de rente en aflossing van deze lening volkomen verzekerd zijn.

Afbeelding
Datum 03 maart 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 2 maart. Door de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij is bepaald dat het nieuwe stoomschip DIDAM zal varen van Amsterdam naar New York. De eerste reis zal woensdag 20 mei plaats hebben.
Het in aanbouw zijnde stoomschip DUBBELDAM, dat in de laatste helft van deze maand te water gelaten zal worden, gaat mede van Amsterdam varen. Het eerste vertrek is bepaald op woensdag 3 juni.

Afbeelding
Datum 24 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 23 april. Met het beste gevolg werd heden te Katendrecht, van de werf van de heren Bonn en Mees, te water gelaten het fraaie, van staal gebouwde schroefstoomschip DUBBELDAM, gebouwd voor rekening van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, en bestemd voor de vaart tussen Nederland en Amerika. Het stoomschip is lang 341, breed 40 en hol 25 Eng. voeten en 10 duim en zal ongeveer 3.500 ton groot zijn.
De machine van 2.500 paardenkracht is van het triple compound systeem en wordt benevens de stalen stoomketels, die hydraulisch geklonken worden, aan het etablissement van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Fijenoord vervaardigd. De vierbladige schroef is van gegoten staal, en men rekent op een vaart van 12½ mijl.
Het stoomschip heeft drie dekken, het bovendek is van staal vervaardigd, met teak bedekt, de beide andere dekken zijn van pitch pine. Het schip krijgt twee masten, en alle zware werkzaamheden, zoals lichten van de ankers, lossen, laden en ook het sturen, worden met hulp van stoom verricht. Aan de ventilatie is bijzondere zorg besteed; er loopt een kunstmatige inrichting daartoe door het gehele schip. Behalve een grote ruimte voor 440 tussendek-passagiers worden de grote en de boven salon ingericht voor 50 eerste klasse passagiers, die van alle geriefelijkheden zullen kunnen profiteren, welke op een eerste klasse passagiersboot met redelijkheid zouden kunnen worden verlangd. Alles wordt elektrisch verlicht.
De doop van het stoomschip werd volbracht door het verbrijzelen van een fles champagne tegen de boeg van de DUBBELDAM door freule M.C.G. Reuchlin, dochter van Jhr. Otto Reuchlin, een van de directeuren van de Ned. Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij. Dit solide en zeer net afgewerkte stoomschip zal in de hoogste klasse van Veritas met de ster, Lloyd’s en de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren worden opgenomen. Door het fraaie weer en het altijd belangwekkende van de zaak waren vele toeschouwers met hun dames op de werf. Ook de experts van de verschillende verenigingen, waarin het stoomschip wordt opgenomen, waren op het terrein aanwezig.

Afbeelding
Datum 29 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 28 april. De eerste reis naar New York met het nieuwe stoomschip DUBBELDAM, welke bepaald was op 3 juni, zal niet plaats hebben. Het vertrek is thans bepaald op 15 juli.

Afbeelding
Datum 18 augustus 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 17 augustus. Het fraaie van staal gebouwde schroefstoomschip DUBBELDAM, gebouwd door de scheepsbouwmeesters Bonn en Mees te Katendrecht voor rekening van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, ligt thans geheel gereed op Fijenoord aan de Prins Hendrikkade bij het Poortgebouw. Het is lang 341, breed 40 en 25 Engelse voeten en 10 duim hol en ongeveer 3.500 ton groot. De machine van 2.500 paardenkracht van het triple compound systeem werd benevens de stalen stoomketels die hydraulisch geklonken zijn, vervaardigd aan het etablissement van de Nederlandsche Stoombootrederij te Fijenoord. Het schip heeft drie dekken; het bovendek is van staal met teak bedekt; de beide andere dekken zijn van pitch pine, het is met twee masten als schoenerbrik getuigd en alle zware werkzaamheden, zoals lichten van ankers, laden en lossen en sturen, geschiedt met stoom. In de grote salon zijn uitstekende en weelderig ingerichte gelegenheden voor vijftig eerste klasse passagiers, die reeds alle zijn besproken en voor 440 tussendeks-passagiers, waarvoor de inrichtingen geheel naar de eisen des tijds en zeer geriefelijk zijn. Aan ventilatie is bijzondere zorg besteed; er loopt een kunstmatige inrichting voor luchtverversing door alle delen van het schip. De verlichting is elektrisch en door de heren Van Rietschoten en Houwens geïnstalleerd en voldoet uitstekend. Het stoomschip DUBBELDAM is geheel ingericht als het door de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij aan het etablissement op Fijenoord vervaardigde stoomschip DIDAM, waarvan wij reeds in ons nommer van 16 mei laatstleden een zeer uitvoerige beschrijving gaven. Om niet in herhaling te vervallen zullen wij ons daarvan onthouden. Wij kunnen er alleen dit bijvoegen, dat het ss. DUBBELDAM in genen dele voor het s.s. DIDAM, wat keurigheid van bewerking en soliditeit betreft, behoeft onder te doen en dat het prachtige beschotwerk van de fijnste houtsoorten, vervaardigd aan het etablissement van de heren Bonn en Mees, in het kostbare salon en andere delen van het schip en de keurige dames- en rooksalons, ingericht door de heren H.P. Mutters & Zn te 's Gravenhage, met de fijnste werken van dien aard uit het buitenland kunnen wedijveren. Het geheel vormt een waardig product van de Nederlandse nijverheid en is een belangrijke aanwinst voor de stoomvloot van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij. Het stoomschip dat in de hoogste klasse van Veritas met de ster, Lloyd’s en Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren is opgenomen, zal donderdag aanstaande onder bevel van de in de vaart op Amerika gunstig bekende gezagvoerder de heer A. Potjer naar Amsterdam vertrekken, om daar passagiers en goederen in te nemen naar New York, werwaarts het de 26e augustus zal vertrekken.

Afbeelding
Datum 21 augustus 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Aan de uitnodiging tot het bijwonen van de proeftocht van het bij de heren Bonn & Mees te Katendrecht voor rekening van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij van staal gebouwde stoomschip DUBBELDAM, kapt. A. Potjer, van Rotterdam naar Amsterdam via IJmuiden, hadden vele genodigden en belanghebbenden gevolg gegeven. Dewijl het stoomschip SPAARNDAM des nachts van New York was binnengekomen en de plaats nodig had waar de DUBBELDAM lag, verhaalde deze naar boei no. 19 vóór het droge dok. Een stoombootje lag echter aan de Stieltjeskade gereed om de genodigden onder welke vele dames, naar het gereed liggende stoomschip te vervoeren, dat te 8 uur 40 minuten van de stad vertrok. Het weer was prachtig en de wind zuid-westelijk met matige koelte. In het fraaie salon stond een keurig ontbijt gereed, waaraan door de genodigden alle eer werd bewezen. Te 9 uur werd Schiedam, te 9 uur 12 minuten Vlaardingen en te 9 uur 35 minuten Maassluis gepasseerd. De seinpaal van de Nieuwe Waterweg gaf te 10 uur ongeveer laagtij 79 decimeter aan, wel een bewijs van de voortreffelijke staat van de Nieuwe Waterweg. De gas-ton, de buitenste ton van het zeegat, werd te 10 uur 15 minuten gepasseerd en men zag het vuurschip MAAS in het noordwest ten west. De koers werd toen noordoost, half oost per miswijzend kompas gesteld langs de kust. De loodskotter no. 12 en de loodsafhaalder no. 8, die het kruisende hielden voorgaats, werden op enige afstand gepasseerd. De zee was voortdurend zeer kalm, met nu en dan enige lichte regenbuien. Te 10 uur 40 werd de toren van Den Haag in het oosten per kompas gepeild en te 11 uur het Kurhaus van Scheveningen in het oost-zuid-oost, dat op ongeveer zeven vadem water werd gepasseerd. Er werd van boord met de stoomfluit geblazen, wat zeker aan het strand door de talrijke aanwezigen kon worden gehoord. Het zag er daar recht gezellig uit. Achtereenvolgens werden Katwijk en Noordwijk gepasseerd en te 11 uur 50 kwamen de vuurtorens van IJmuiden in het gezicht. Te 12 uur 45 werd een vaart van 15 mijl gelogd. De machine werkte zacht en gemakkelijk met 72 slagen in de minuut en het luchtledige in de condensor was 27 Engelse duim. De vuurtorens van IJmuiden waren te 12 uur 55 in het zuid-oost ten oost half oost en de DUBBELDAM voer dicht bij de hoofden langs. De signaalvlaggen met de scheepsnaam werden daar gehesen en voor de pieren rond gestoomd, om het stoomschip op alle wijzen te beproeven. Men bevond dat het in alle delen voldeed. Te 1 uur 25 voer de DUBBELDAM de hoofden van de haven van IJmuiden binnen, waar het stoomschip werd vastgemaakt en volmaakt dicht werd bevonden. Een keurig aangerichte lunch, waaraan de genodigden alle eer bewezen en waar het aan de gebruikelijke toosten niet ontbrak, besloot deze genoeglijke tocht. Aan boord bevonden zich de directeuren van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, de heren Wierdsma en Reuchlin, de bouwmeesters van de boot de heren Bonn en Mees en de heer David Croll, directeur van de Nederlandse Stoomboot-Maatschappij, de vervaardiger van de machine, benevens de hoofden van de verschillende afdelingen van hun etablissementen; alsmede de experts van de verschillende verenigingen, waarin het schip is opgenomen. De bouwmeesters van het schip en machine hebben op deze proeftocht getoond een degelijk werk te hebben verricht en voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij een flink stoomschip te hebben gebouwd, waarmee zij eer kunnen inleggen en dat, zo wij hopen, tot voordeel van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij de reizen zal volbrengen.

Afbeelding
Datum 08 september 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 7 september. Het stoomschip DUBBELDAM, kapt. Potjer, 26 augustus van Amsterdam met passagiers en goederen naar New York vertrokken, keerde zaterdag 5 september te Plymouth uit de oceaan terug. Na het passeren van de Scilly-eilanden had men met stijve west en zuidwestelijke winden en hoge zee te kampen, waarin het schip zwaar werkte. Des ochtends van de 30e augustus begon de barometer snel te dalen en tegen de middag woei er een ontzettende storm met veel regen en hoge zee. De 31e augustus, des ochtends ten 3 ure, werd het stoom- en het gewone stuurtoestel stuk geslagen, waardoor het schip, dwars in de zee viel en daar meer dan dertig uur hulpeloos lag te slingeren. Men gelooft dat het ongeval aan het stuurtoestel veroorzaakt werd doordat het stoomschip op een drijvend wrak heeft gestoten, doch door de duisternis kon men niets onderscheiden. De schok door dit ongeval veroorzaakt, werd door het gehele schip gevoeld en veroorzaakte grote ongerustheid onder de tussendekspassagiers. De zee overstroomde voortdurend het dek en er kwam veel water beneden in het verblijf van de passagiers. Veel zaken werden van dek geslagen en aan de boten en sloep-davits werd door de zee veel schade veroorzaakt.
Dinsdagochtend de 1e september begon de storm te bedaren en kon men een noodstuurtoestel vervaardigen, waarmee de reis naar New York zou voortgezet worden. Door tegenwind en hoge zee vorderde men slechts zeer weinig of niets en had men veel moeite met de ketting van het stuurtoestel, welke schade aan de hut veroorzaakte. Des voormiddags begaf de equipage zich achteruit en verzocht kapt. Potjer om af te houden naar een haven om de geleden schade te herstellen. Na met de stuurlieden geraadpleegd te hebben werd besloten naar Plymouth af te houden waar het stoomschip zaterdagochtend zonder enige assistentie binnenkwam, om in het Great Westerndok de schade te herstellen.

Afbeelding
Datum 13 september 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 12 september. Aan kapt. A. Potjer, gezagvoerder van het stoomschip DUBBELDAM van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, van Amsterdam naar New York bestemd, met schade uit de oceaan teruggekeerd en te Plymouth de 5e september binnengelopen, werd vanwege de Israëlitische gemeente te Plymouth een zilveren lucifers-standaard en een adres van dankbetuiging overhandigd, als bewijs van erkentelijkheid voor de menslievende behandeling van de Joodse emigranten aan boord van het stoomschip DUBBELDAM.
Vanwege de eerste klasse-passagiers werd aan kapt. Potjer, behalve een adres van dankbetuiging voor zijn manmoedig gedrag en betoonde zeemanschap tijdens het stoomschip door het breken van het stuurtoestel hulpeloos in de oceaan lag en het later behouden binnen te brengen te Plymouth van gemelde bodem, een zilveren beker vereerd met inscriptie.
Zoals reeds vermeld is, vertrok gemeld stoomschip de 10e september na de schade hersteld te hebben weer van Plymouth naar New York.

Afbeelding
Datum 27 september 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 26 september. Met de nieuwe stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM zal, naar wij vernemen, door de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij een nieuwe lijn geopend worden tussen Napels en New-York.

Afbeelding
Datum 31 maart 1892
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het jaarverslag der Nederlandsch-Amerikaansche-Stoomvaart-Maatschappij over 1891 ontlenen wij het onderstaande.
Als commissarissen zijn aan de beurt van aftreden (en herkiesbaar) de heren Mr. M. Mees, H.V.B. Molenaar en A. de Monchy. “Tot ons leedwezen”, zeggen de commissarissen, “kunnen wij ook dit jaar u geen rooskleurig verslag aanbieden. Wel is het jaar 1891 niet zó ongunstig geweest als 1890, maar toch is het saldo der exploitatierekening niet groot genoeg geweest om, behalve de uitgaven voor administratie en rente, ook de gewone afschrijvingen en de reserve voor ketelvernieuwing geheel te kunnen dekken. Uit de door de directie opgemaakte en door ons goedgekeurde balans en winst en verliesrekening zal u blijken, dat na die afschrijving en reservering voor het ketelfonds een verlies overblijft van NLG 131.256,09½, zodat de winst en verliesrekening NLG 454.045,61½ blijft debet staan.
Bij het verslag der directie voegen commissarissen nog alleen de opmerking, dat de minder gunstige uitkomsten noch aan de directie, noch aan het personeel te wijten is. ,,Integendeel,” zeggen commissarissen: ,,het is alsof de tegenspoed hen voortdurend prikkelt om moeite noch zorg te sparen, om de belangen, die aan hen zijn toevertrouwd, met te meer ijver te behartigen. Een woord van dank zij hun daarvoor toegebracht.”
De directie deelt in haar verslag het volgende mede: ,,In ons vorig jaarverslag werd reeds gezegd, dat de eerste maanden van 1891 nog weinig bevredigende uitkomsten opleverden. Die toestand bleef voortduren tot ver in het tweede halfjaar, en spiegelt zich dan ook af in onze resultaten, welke hierop neerkomen dat, wanneer onze voorstellen tot afschrijving en toevoeging aan ketel en reparatiefonds uw goedkeuring verwerven, de verliespost op onze balans met NLG 131.256,09½ wordt vermeerderd. Zijn de uitkomsten dus zeker niet zo ongunstig als verleden jaar, zij mogen evenmin bevredigend heten. Wij stellen er daarom prijs op de redenen, welke o.i. daartoe leidden, hier kortelijk te vermelden.
In de eerste plaats onze uitvrachten. Deze leverden het ganse jaar in meer dan één opzicht teleurstelling op, zowel door schaarste van zwaar goed, als door de hevige concurrentie in naburige havens, ten aanzien van voor Noord-Amerika bestemde goederen gevoerd, een concurrentie, welke uit de aard der zaak op onze vrachten terugslaat. Ook de invloed van de Mac-Kinley wet deed zich ten aanzien van sommige artikelen vrij sterk gevoelen. Bij gebrek aan voldoende uitgaande lading moest veelal extra steenkolen tot ballast worden aangenomen. Wel is waar kwam, door de behoefte aan granen in Europa, in het najaar verbetering in de thuisvrachten, doch deze trad te laat in, om het aanzicht van het boekjaar nog volkomen van gedaante te doen veranderen.
Tot ver over de eerste helft van 1891 leverden de meeste reizen dan ook, zoal geen verlies, toch nagenoeg geen winst op. Dit gold uit de aard der zaak het meest de vaart op Baltimore, waarbij het gebrek aan uitgaand goed zich, bij de algemene schaarste, dubbel deed gevoelen. Hierbij mag intussen niet worden vergeten, dat van het openen ener geregelde vaart bezwaarlijk reeds dadelijk voordeel is te wachten, zeker althans, dat rekening moet worden gehouden met verhoudingen en toestanden, die eerst gaandeweg zijn te overwinnen, als het blijkt dat het plan voor een geregelde dienst ernstig gemeend is. Inderdaad toont onze Baltimore-vaart dan ook reeds sporen van verbetering en nemen onze relaties in die richting met de dag toe.
Kan, ten aanzien van het goederenvervoer, met weinig voldoening op 1891 worden teruggezien, gans anders is het gesteld met dat van passagiers. Zowel het kajuit- als het tussendekverkeer gaven alle reden tot tevredenheid, en het is dan ook zeker hieraan te danken, dat ons boekjaar niet nog minder gunstig sluit. Intussen gaven de hogere eisen, gaandeweg speciaal aan het vervoer van landverhuizers gesteld, aanleiding tot het denkbeeld om, door onderlinge overeenkomst van de verschillende transatlantische stoomvaartlijnen, met die hogere eisen meer rekening te gaan houden. Gelukte het ook al niet geheel tot overeenstemming te geraken, er kwam toch een regeling der continentale lijnen onderling tot stand, waardoor een niet onbelangrijke verbetering van passageprijzen is verkregen.
,,Betreuren wij het dus zeker, dat 1891 voor onze aandeelhouders niet lonend is kunnen zijn, wij hebben toch gemeend op het vorenstaande de aandacht te moeten vestigen, omdat het bewijst dat onze onderneming, naast de andere transatlantische lijnen, als zodanig, gaandeweg een betere positie gaat innemen.
In datzelfde licht moeten ook onze vermeerderde afvaarten worden bezien, en mogen deze ongetwijfeld, zowel uit het oogpunt van vracht als van passagiersvervoer, worden beschouwd als strekkende om het verkeer meer en meer over Nederland te trekken.
De toestand in Argentinië bleef zo wisselvallig, dat wij geen vrijheid gevoelen u voor te stellen de vaart derwaarts te hervatten. Dit was zeker dubbel jammer, nu de daarvoor gebouwde stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM in mei en augustus gereed kwamen. Wel is waar werden deze in de noordvaart gebracht, en moeten zij als zodanig gerekend worden daarvan een schakel uit te maken, doch zij konden uit de aard der zaak dáárin minder tot hun recht komen, dan wij in de zuidvaart hadden mogen verwachten. Afgescheiden van het voorgaande, is het o.i. hier de plaats, een woord van waardering uit te spreken over de wijze, waarop door de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij en door de firma Bonn & Mees die stoomschepen zijn gebouwd en voltooid. Dat de stomers kleiner zijn dan voor onze noordvaart gewenst, doet o.i. niets af aan het feit, dat beide een sieraad mogen heten van de arbeid van onze Nederlandse scheeps- en werktuigbouw. Juist ter bestrijding van verschillende dwaze geruchten, rekenden wij ons tot deze openlijke mededeling hier ter plaatse verplicht.
Van grote rampen bleven wij verschoond. Daarentegen hadden wij verschillende averijen, welke weliswaar door assuradeuren werden vergoed, doch niettemin altoos geld kosten, een waarheid dubbel geldend voor een stoomvaartlijn, welke ter wille harer regelmaat, dan steeds tot extra opofferingen of kosten is verplicht.
Gedurende 1891 werden volbracht 65 reizen naar New-York en 13 naar Baltimore, terwijl nog één reis naar de Plata-rivier in dit boekjaar valt. Gecharterd werd een stoomschip van Santos met koffie herwaarts.
In de maand september j.l. kwamen de loodsen aan de Wilhelminakade alhier gereed en is dat etablissement door ons betrokken. Behalve dat daarmede belangrijk meer ruimte van opslag werd verkregen, zijn de ligplaatsen aldaar, voor onze grote stoomschepen, ook uit een nautisch oogpunt, veiliger.
,,Bij het indienen van ons verslag zijn de eerste drie maanden van het boekjaar 1892 vrij wel te overzien. In het kort kan daarvan worden gezegd, dat het aanbod van uitgaande goederen verbeterd is, dat daarentegen de thuisvrachten, hoezeer tegen april stijging wordt verwacht, op dit ogenblik flauwer zijn, terwijl het passagiersverkeer zich laat aanzien weer belangrijk te zullen wezen. Een ander lichtpunt is voorzeker gelegen in het feit, dat er belangrijke daling is gekomen in de prijs der steenkolen; die belangrijke factor in onze exploitatiekosten.
Verwachtingen op te wekken over resultaten, waarop wij zelf slechts in betrekkelijk geringe mate invloed kunnen uitoefenen, mogen wij intussen niet doen. Aan inspanning om tot gunstiger uitkomsten te geraken, heeft het, – wij menen dit in gemoede te mogen verklaren, – noch bij ons personeel, noch bij ons ontbroken.”
De winst en verliesrekening wijst aan de creditzijde aan: exploitatierekening voor avans NLG 517.326,23½ , vermeerderd met uitdeling op de aandelen in het stoomschip OBDAM ad NLG 46.125, makende NLG 563.451,23½, voorts wissels voor avans NLG 5.870,94½, brievenvervoer NLG 231,74 en saldo op nieuwe rekening NLG 454.045,61½.
Aan de debetzijde: saldo aº pº (opm: anno passato, verleden jaar) NLG 322.789,52; administratiekosten NLG 83.907,50½, publiciteitskosten NLG 36.477,56½ ; interestrekening: interest van leningen en in rekening courant NLG 132.192,46, verminderd met gekweekte rente ad NLG 15.372,15, maakt NLG 116.820,31 en voorts aan afschrijvingen: op het materieel NLG 358.707,48; op ameublement NLG 1.061,19; op onkosten uitgifte leningen NLG 3.000 en op reserve ,,ketel en reparatiefonds” NLG 100.835,91.
In de balans staat het materieel (13 stoomschepen) geboekt voor NLG 6.559.176, te verminderen met de som van NLG 550.000 welke nog verschuldigd is aan de bouwmeesters van de DIDAM en de DUBBELDAM, blijft dus NLG 6.009.176. Voorts staat het etablissement Wilhelminakade alhier voor NLG 92.520,65 geboekt.

Afbeelding
Datum 11 januari 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 10 januari. Het stoomschip SUMATRA, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 6 dezer Beachy Head; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, van Amsterdam, arriveerde den 4 dezer te New York; PRINSES WILHELMINA, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 6 dezer van Suez; BROMO, van Rotterdam naar Java, vertrok 6 dezer van Marseille; PRINS WILLEM III, van Paramaribo naar Amsterdam via Havre, arriveerde 6 dezer te Havre.

Afbeelding
Datum 10 mei 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 8 mei. Het stoomschip DUBBELDAM, dat gisteren middag van Amsterdam naar New York vertrok, heeft in het Noordzeekanaal schade aan de remmingswerken van de Velser-voetbrug veroorzaakt. Het stoomschip werd door het personeel van de Waterstaat aangehouden, doch kon, na een borgstelling van NLG 11.000 gesteld te hebben, tegen middernacht de reis voortzetten. Het stoomschip bekwam echter zelf geen schade en vertrok naar zee.

Afbeelding
Datum 20 september 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden. Het stoomschip PRINS WILLEM II arriveerde 16 dezer van Amsterdam te Parimaribo; PRINS FREDERIK HENDRIK vertrok 16 dezer van Parimaribo naar Amsterdam; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 17 dezer, des middag 12 uur, Wight; OBDAM, van de N.A.S.M, vertrok 16 dezer van New York naar Rotterdam met 1150 vaten margarine en 300 vaten lard (opm: varkensreuzel); DIDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 18 dezer, des namiddag 1 uur 20 minuten, Lezard; PRINS HENDRIK, van Amsterdam naar Batavia, passeerde 16 dezer Gibraltar; VOORWAARTS, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17 dezer Dungeness; BROMO, van Rotterdam naar Java, arriveerde 17 dezer te Southampton; SUMATRA, van Batavia, arriveerde 18 dezer te Amsterdam; PRINSES MARIA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 17 dezer te Padang; LOCH LOMOND, der N.A.T.L, vertrok 17 dezer van New York naar Rotterdam; CARLISLE, der N.A.T.L, van New York, arriveerde 17 dezer te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 09 oktober 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 7 oktober. Het stoomschip OBDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 6 dezer des middag 12 uur Wight; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, vertrok 5 dezer van New York naar Rotterdam; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York via Plymouth, arriveerde 4 dezer des namiddag te New York; WERKENDAM, van de N.A.S.M, arriveerde 6 dezer van New York te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 02 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 1 november. Het stoomschip GEDEH van Java naar Rotterdam, vertrok 31 oktober van Port Said; PRINSES SOPHIE, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 31 oktober te Genua; VOORWAARTS arriveerde 31 oktober van Amsterdam te Batavia; AMSTERDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam, arriveerde 29 oktober te New York; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 29 oktober Wight; ZAANDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Amsterdam, passeerde 31 oktober Lizard; P. CALAND, van de N.A.S.M, vertrok 31 oktober van Rotterdam naar New York; SEMARANG, van Rotterdam naar Java, vertrok 31 oktober van Southampton; CONRAD, van Amsterdam naar Batavia, is 30 oktober te Padang aangekomen.

Afbeelding
Datum 16 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 15 november. Het stoomschip GEDEH, arriveerde 14 dezer van Java via Marseille te Rotterdam; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, vertrok 13 dezer van New York naar Rotterdam; EDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 14 dezer Dover; SOENDA, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 13 dezer Carvoeira; SUMATRA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 14 dezer te Padang.

Afbeelding
Datum 06 december 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 5 december. Het stoomschip DUBBELDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 4 dezer des avond te 6 uur Lezard; P. CALAND, van de N.A.S.M, van New York, arriveerde 4 dezer te Rotterdam; EDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam, arriveerde 4 dezer te New York; CARLISLE, van de N.A.T.L, van Rotterdam, arriveerde 3 dezer te New York; MERAPI, van Rotterdam naar Java, vertrok 4 dezer van Perim.

Afbeelding
Datum 12 september 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 10 september. De stoomschepen DUBBELDAM en DIDAM van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij zijn naar Engeland verkocht.

Afbeelding
Datum 20 september 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Naar De Scheepvaart verneemt zijn de stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM tezamen voor GBP 58000 verkocht aan de firma Singlehurst & Co te Liverpool, die een stoomvaartlijn onderhoudt op Para (opm: Belém) en Maranham (opm: São Luis). De beide schepen zullen eveneens op deze lijn gaan varen en moeten de lijn Antwerpen – Para dienen.

Afbeelding
Datum 23 september 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 20 september. De verkochte stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM worden herdoopt in SANTARENSE en MADEIRENSE.

Afbeelding
Datum 13 april 1901
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Para, 10 april. Het stoomschip MADEIRENSE zit 60 mijl van Garupa (opm: zeer ver de Paraná op) aan de grond en moet lichten om vlot te komen. Sleepboten en lichters zijn derwaarts gezonden. Lloyd’s agent vertrok naar de strandingsplaats. (opm: ex-Ned. DUBBELDAM)

Afbeelding