1816

Wanneer, waar, door wie en voor wiens rekening de brik DEUX FRÈRES is gebouwd heeft Marhisdata niet kunnen achterhalen. Serruys was een bekende rederij, dus wellicht heeft het schip in de Franse Tijd reeds gevaren.

Op 10 februari 1816 werd door Jacques Serruys & Cie, Oostende voor de DEUX FRÈRES onder kapt. P.J. Messchaert in Brussel een zeebrief aangevraagd. Ook in 1817 vielen de Zuid-Nederlanders nog onder Brussel, maar vanaf 1818 liepen aanvragen zeebrief via Den Haag.

GVG 110716
Oostende, 10 juli. Den 9^de binnen gekomen LES DEUX FRÈRES (opm: brik), kapt. P.J. Messchaert, van Liverpool met zout, en de UNIE, kapt. Nieschwager, van Wyburg met planken.

1819

Op 04-06-1819 wordt voor de DEUX FRÈRES door Jacques Serruys & Cie, dan gevestigd in Antwerpen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Jacobus Messchaert. De oude zeebrief of Trukse pas  van 10 maart 1817 is dan te komen vervallen.

1820

RC 140320
Amsterdam, 12 maart. Het schip de DRIE GEBROEDERS, kapitein Meesschaert (opm: brik TWEE GEBROEDERS [ook wel DEUX FRÈRES], bouwjaar onbekend, thuishaven Oostende, kapt. P.J. Messchaert, zie ook RC 120820), van Marennes (opm: 45º49’ N.B. 01º06’ W.L.) naar Oostende, is den 5 maart, tussen Veurne en Duinkerken, totaal verongelukt; van het volk zijn slechts drie man gered.
RC 120820
Rotterdam, 11 augustus. Den 2 dezer is er op het Raadhuis te Duinkerken een plegtige vergadering gehouden, bij gelegenheid dat de Heer J.B. Moser, Consul van Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden aldaar, in tegenwoordigheid van de Maire (opm: burgemeester), de Adjunct-Maire, de leden van de stedelijke regering en een grote menigte aanschouwers, aan de Heer Remij, onder-officier der artillerie, opzigter van het bij de zee gelegen fort Risban en ridder van de koninklijke orde van het Legioen van Eer, na het doen van een doelmatige aanspraak, ter hand stelde een som van 500 franken, die gezegde Zijne Majesteit, ten gevolge van een door de Consul ingeleverd rapport, wel aan hem heeft willen toeleggen (opm: uitreiken), ten einde Hoogstderzelver tevredenheid te betuigen voor zijn betoonde hulpvaardigheid en menslievende handelwijze, aan drie Nederlandse matrozen van het schip les DEUX FRÈRES, kapitein Messchaert (opm: brik, ook wel TWEE GEBROEDERS, eigenaar Serruys in Oostende, kapt. Pierre J. Messchaert, zie ook RC 140320), van Oostende, bewezen, welke op den 5 maart laatstleden, enige uren voor dat hun schip aan stukken sloeg, met de kleine boot, meer dood dan levend, aldaar waren komen aandrijven.