Levensloop:
?
1824 Boeroong - Radin Aijoe Latipah, Pekalongan *
1827 Boeroong - Miln, Haswell & Co., Batavia
1837 Boeroong - Peltzer & Lauter, Padang
1837 Corsair (the) - Peltzer & Lauter, Padang
27-10-1842 - Vergaan tijdens een zware storm, ter hoogte van Pondicherrij, India
Kapiteins en RA vermeldingen:
Type:
|
Scheepsnaam:
|
Lasten:
|
Gezagvoerder:
|
Eigenaar/Rederij:
|
Thuishaven:
|
RA jaar:
|
ship
|
BOEROONG
|
169
|
Lister
|
Latipah, Radin Aijoe
|
Pekalongan
|
1825
|
ship
|
BOEROONG
|
169
|
Lister
|
Latipah, Radin Aijoe
|
Pekalongan
|
1826
|
ship
|
BOEROONG
|
169
|
Lister
|
Latipah, Radin Aijoe
|
Pekalongan
|
1827
|
ship
|
BOEROONG
|
169
|
Lister, W.
|
Miln, Haswell en Co.
|
Batavia
|
1827
|
ship
|
BOERONG
|
169
|
Lister, W.
|
Miln, Haswell en Co.
|
Batavia
|
1828
|
ship
|
BOERONG
|
169
|
Lister, W.
|
Miln, Haswell en Co.
|
Batavia
|
1829
|
barque
|
BOEROENG
|
178
|
Rough, P.
|
Miln, Haswell en Co.
|
Batavia
|
1830
|
barque
|
BOEROENG
|
178
|
Rough, P.
|
Min, Haswell en co.
|
Batavia
|
1831
|
barque
|
BOEROENG
|
178
|
Mc.Iver, R.
|
MlnHaswell en Co.
|
Batavia
|
1831
|
barque
|
BOEROENG
|
178
|
Hermanie, F.W.
|
Miln, Haswell en Co.
|
Batavia
|
1833
|
barque
|
BOEROENG
|
178
|
Mc.Iver, R.
|
Miln, Haswell en Co
|
Batavia
|
1834
|
barque
|
BOEROENG
|
178
|
Mc.Iver, R.
|
Miln, Haswell en Co.
|
Batavia
|
1836
|
barque
|
BOEROENG
|
178
|
Mc.Iver, R.
|
Miln, Haswell en Co.
|
Batavia
|
1837
|
barque
|
CORSAIR, THE
|
188
|
Farrow, S.
|
Dasten en Co., J. van
|
Batavia
|
1841
|
*Het is niet helemaal zeker dat het schip ook deze eigenaar gehad heeft. De gegevens passen wel precies in elkaar. Latipah had vanaf 1828 ook een schip BOEROONG, maar deze mat 198 last. Een nog te vinden zeebrief moet uitkomst bieden.
Kronieken:
(Staat de bronvermelding naar een krant voor het bericht dan is dit bericht overgenomen uit de kronieken van marhisdata.nl. Staat er “Delpher” voor de bronvermelding dan is dit opgezocht in delpher.nl en is het vaak een samengevat bericht en is het niet letterlijk overgenomen)
RC 150724 Te Sourabaija lagen (o.a.) Voorts de koopvaardijschepen JOHANNA FREDRIKA, MARZOET, JADUL KARIM, EMILE, MERCURY, ENNORE TRANSIT, BOERONG, BANTJAR en KUMBANG JATIE
BC 010125 Schepen liggende ter rede van Soerabaija: (o.a.) de schepen PAMANOEKAN, PEKIN, LAJU, RACE HORSE, HENRIETTE ELIZABETH, BOEROONG, FATAL RACHMAN, MARY
Delpher BC 210925 Batavia, aangekomen: 15 september, o.a. schip BOEROONG, kapt. W. Lister, van Indramaijoe de 14e september.
BC 051025 Te Batavia ter rede liggende schepen: (o.a.) de schepen HELENA CHRISTINA, de DRIE GEBROEDERS, JADUL KARIEM, BOEROONG, MANSOER, L’ESPÉRANCE, MARZOEK, APOLLO, CAROLINA JACOBA, FATAL RACHMAN, PALEMBANG, CONCORDIA, MAGBAR
Delpher BC 051025 Batavia. Wordt ter kennis van het publiek gebracht, dat aan het postkantoor te Batavia, pakketten voor brieven geopend zijn, om te worden verzonden: (o.a.)
Naar Calcutta, Nederlands schip BOEROONG,kapt. W. Lister.
BC 280626 Te Batavia ter rede liggende schepen: (o.a.) de Nederlandse koopvaardijschepen DE VROUW CATHARINA ELIZABETH, DE ONDERNEMING, ALEXANDER, VIER GEZUSTERS, CHRISTINA BERNARDINA, JAVA, POZOEN, MARY, ADMIRAAL BUYSKES, MERCURY, JORINA, BOEROONG, OEY SINJO, DIDO, MASTORA, ZEEMEEUW, RECOVERY, STER, MENOWA
BC 030127 Te Batavia gearriveerd: den 30 december het schip BOEROENG, kapt. W. Lister, met een passagier, den 10 december van Soerabaija vertrokken.
BC 030127 Ter rede van Batavia liggende schepen: de Nederlandse koopvaardijschepen VIJF GEZUSTERS, MINERVA, BUITENZORG, ESPARANCE, MARGARETHA, CORNELIA SARA, JESSIJ, FATALKAHIER, THALIA en BOEROENG
JC 010728 Te Soerabaija ter rede liggende schepen: de Nederlandse koopvaardijschepen LOUISA, THE FAIR, ARMENIAN, AURORA, ROSALIE, SUMANAP, FATALKAIR, ANNA AUGUSTINA, en BOEROONG
JC 041028 Ter rede van Batavia liggende schepen: de schepen IDA ALIJDA, BANTJAR, BOEROONG LASSUM, BUITENZORG, IMMAGONDA SARA CLASINA, SUSANNA, MARZOEK, CONCORDIA, FATAL RACHMAN, FATTAL BARIE, SUMANAP
JC 030129 Te Soerabaija zijn gearriveerd: Den 23 december het schip BOEROENG, kapt. W. Lister, van Batavia den 16 december
RC 240329 Amsterdam, 23 maart. Te Batavia ligt ter rede: schepen FATAL RACHMAN, HELENA CHRISTINA, WILHELMINA, DIEDERIKA, CONCORDIA en BOEROONG
JC 040429 Ter rede van Soerabaija liggende schepen: de koopvaardijschepen LOUISA, AURORA, MASTORA, ALIJDA, BOEROENG, TEKSOEN, JESSY, FATAL-KAIR, PHATA RACHMAN, SOPHIA, MERCURY en ESPERANCE
JC 061029 Ter rede van Soerabaija liggende schepen: de barken BUITENZORG, BOEROENG, DE GOEDE INTENTIE
JC 071030 Te Batavia ter rede liggende schepen: de koopvaardijschepen ABEL TASMAN, BARON VAN DER CAPELLEN, GRACE, ANNA AUGUSTINA, BOEROENG, OEMAR OSMAN, SOPHIA, MERCURY, PAKALONGAN en FATAL BARIE
JC 050431 Nederlandse schepen, liggende ter rede van Soerabaija: (o.a.) bark BOEROENG
JC 011031 Ter rede van Batavia liggende schepen: de schepen BATAVIER, ONS GENOEGEN, FATAL RACHMAN, FAIR ARMENIAN, MERCURY, BOEROONG
JC 010435 Te Samarang zijn aangekomen: de 23e maart dito bark BOEROONG, kapt. McIver, met Zr.Ms. troepen, de 14e dito vertrokken van Batavia
JC 010435 Van Samarang zijn vertrokken: de 26e maart dito bark BOEROONG, kapt. McIver, naar Banjermassing
Delpher JC 300837 Samarang, aangekomen: 22 augustus, o.a. Nederlandse bark the CORSAIR, kapt. Farrow, van Batavia de 14e augustus, passagiers, de heer A. Poublon en familie
JC 130937 Soerabaija, 31 augustus. Heden is hier aangekomen de Nederlandse bark BOEROONG,thans genaamd THE CORSAIR,kapt. S. Farrow, met een passagier en Zr.Ms. troepen, de 27e augustus vertrokken van Samarang.
Delpher JC 031138 Op de vendutie van maandag de 5e dezer, bij E.S. Voute & Co., zullen mede verkocht worden precies te elf uren, voor rekening van de belanghebbenden, twee gebroken masten, enige gescheurde zeilen, en een partij beschadigd touwwerk, afkomstig van het schip CORSAIR, kapt. Farrow, liggende hetzelve van heden af, voor een ieder ter bezichtiging.
Delpher JC 211138 Soerabaija aangekomen: 10 november, o.a. Nederlandse bark CORSAIR, kapt. J. Schoon, van Batavia de 27e oktober.
Delpher JC 090339 Batavia aangekomen, 5 maart, o.a. Nederlandse bark the CORSAIR, kapt. S. Farrow, van Padang de 26e februari, passagiers, luitenant Servais, en de heren Overdijk en H. Osthoff.
Delpher JC 090339 Batavia, aanvoer: Van Padang, met het Nederlands Indisch schip CORSAIR, kapt. Farrow.
706 pic. koffie, 18 dito specerijen, 87 dito Benzoin, 2 bn, goud- en zilverdraad, 10 kn. meubelen, 66 vn. naturalien, 1 paard en enige goudwerken, diverse personen.
Delpher JC 010140 Straat Sunda doorgezeild. 28 december. Nederlandse brik CORSAIR, kapt. Farrow, van Batavia de 27e december, naar Padang, passagiers, de heer Stockhorst, en luitenants Grootveld, Burrer, de Braband, Engeldbert en Dissert.
(Opm.: Het schip wordt Brik genoemd)
Delpher JC 160940 Straat Sunda doorgezeild 8 september, Nederlandse brik CORSAIR, kapt. S. Ferrow, van …..naar Batavia, passagiers, de heren B. Nedeck en Doctor Loffler.
(Opm.: Het schip wordt Brik genoemd)
Delpher JC 260940 Batavia, vertrokken: 25 september. O.a. Nederlandse bark the CORSAIR, kapt. J. Samson, naar Soerabaija.
Delpher JC 071040 Samarang aangekomen: 30 september o.a. Nederlandse brik the CORSAIR, kapt. J. Samson, van Batavia de 25e september.
Delpher JC 140940 Samarang, vertrokken: 8 oktober, o.a. Nederlandse bark the CORSAIR, kapt. J. Samson, naar Soerabaija, met Zr. Ms. troepen.
JC 171040 Aan het Gouvernement mededeling gedaan zijnde van de buitengewoon goede diensten, tijdens de expeditie tegen Sinkel op Sumatra, bewezen door de gezaghebber S. Farrow van de als transportschip gebezigde bark de CORSAIR, toebehorende aan het te Padang gevestigd handelshuis van Peltzer &Lautier, zo wordt daarvan op hoger last alhier openlijk melding gemaakt als een blijk van ’s Gouvernements goedkeuring en bijzondere tevredenheid over het bedoeld loffelijk en ter navolging voorbeeldig gedrag van genoemde gezagvoerder. Aan dezelve is ter plaatse een gratificatie tot beloning aangeboden.
Delpher AB 261040 Inname van Sinkel door de Nederlandse macht. (Javasche Courant 17 juni ll.)
Het dezer dagen van Sumatra ter rede van Batavia aangekomen stoomschip PHOENIX, heeft de tijding medegebracht van het bemachtigen van Sinkel door onze troepen.
Omtrent deze belangrijke gebeurtenis, welke gelukkig aan slechts een drietal onzer soldaten het leven heeft gekost, zijn de navolgende bijzonderheden vernomen:
De voor de expeditie bestemde troepen, de 17 en 18 mei te Baros en te Tapos ingescheept, debarkeerden de 21 daaraanvolgende bij de Selaga baai, ten zuidoosten, op een dagmars afstand van Sinkel, alwaar enige dagen werd gewacht op de aankomst Zr. Ms. stoomschip PHOENIX, en van Zr. Ms. fregat de RUPEL.
Daar deze vaartuigen niet kwamen opzetten, en de vrees bestond voor een ongunstige verandering van het weder, bij meer afgaande maan, werd tot het bewerkstelligen van de aanval besloten, - in verband waarmede de beweging der landmacht, sterk ongeveer 700 bajonetten, en met zich voerende een stuk kanon à 3 pond, de 24 een aanvang nam langs het zeestrand, om de hoek van Bawang, met het voornemen,om voort te rukken tot Telo Birame, een plaats beoosten in de bocht van Sinkel, alwaar gelegenheid bestond tot het aan wal zetten, onder dekking der troepen, van het zwaarder geschut, bestaande in twee twaalfponders en twee houwitsers, die derwaarts niet over land hadden kunnen worden gesleept; zijnde de mars voor de troepen, zonde bagage, reeds hoogst moeilijk en afmattend geweest; daar men, ter oorzake van het brandende barre zand, doch vooral wegens de menigte door hoge zeeën en zware branding omver geworpen bomen, welke soms verscheiden uren achter elkander een ondoordringbare natuurlijke verhakking daarstellen, verplicht was buiten om door de zee te lopen. Deze verhinderingen waren oorzaak, dat die dag het punt van bestemming niet ten volle is kunnen worden bereikt, en de troepen, op een klein, doch open terrein, de nacht doorbrachten, terwijl ook het eskader niet vóór het vallen van de avond de rede van Sinkel bereikte. De aanval werd bepaald op de volgende morgen, als wanneer, met het aanbreken van de dag, de landtroepen zich tot dat einde in beweging stelden, waarop kort daarna, op onderscheiden punten der vijandelijke linie, witte vlaggen werden vertoond, terwijl tegelijkertijd een Sampang met een zodanig teken van onderhandeling of onderwerping kwam aanroeien, aan boord hebbende twee zendelingen, met een brief van Radja Moeda van Traeman, verzoekende vrede voor de bevolking van Sinkel, welke laatsten, volgens hun zeggen, tot onderwerping bereid waren.
Intussen was het hoofd der eerste colonne voortgerukt, en, bij nadering der vijandelijke sterkte, met een schroot- en geweervuur begroet geworden, hetgeen voor een ogenblik een achterwaartse beweging ten gevolge had, zijnde het tevens gebleken, dat ’s vijands positie met geschut van zwaar kaliber gewapend was.
In deze staat der zaak de wapenen moetende beslissen, was van onze zijde al zeer spoedig een traverse van zandzakken opgeworpen, ter breedte van het front van een peloton, zodat de in colonne opvolgende troepen voor de eerste aanslag der kogels enigszins gedekt waren, terwijl tevens met kracht werd gearbeid, om zich aan boord van het transportschip CORSAIR bevindende geschut te landen, en van de oorlogsvaartuigen de nodige ammunitie aan te voeren, welke een en ander, met behulp der barkassen en sloepen van het eskader, met een alleszins prijzenswaardige ijver en activiteit werd bewerkstelligd, niettegenstaande het landingspunt nu van nabij onder bereik van het vijandelijke vuur was.
Aan de medewerking van de zijde der marine was dan ook grotendeels te danken, dat in korte ogenblikken een kanon à 12 u, en een houwitser à 24 u ijzer in batterij waren gebracht, en een begin kon worden gemaakt met het beantwoorden van het vijandelijke vuur, waardoor bereids zeven der onzen waren geblesseerd, een verlies, hetwelk als bijzonder gering mag beschouwd worden, als men de geprolongeerde diepte der stelling onzer troepen, en de grote nabijheid der vijandelijke schoten in aanmerking neemt.
Dankzij de goede directie der schoten uit onze 12 ponder gedaan, werd al spoedig niet alleen het voornaamste der vijandelijke stukken, hetgeen een 30 ponder caronade bleek te zijn, geheel gedemonteerd, maar ook het overige vuur des vijands tot zwijgen gebracht, met dit gelukkig gevolg, dat de vijand, hierdoor ontmoedigd, de reeds voorbereide storm niet durfde afwachten, en zijn drie sterkten aan de oostkant der monding van de rivier evacueerde, terwijl de strandbeheersers, gedurende de nacht, hun kampong, met al het zich daarin bevindende, in brand staken.
Deze daad van wanhoop en de lafhartige retraite van de vijand moet hoofdzakelijk toegeschreven worden aan de welberaamde maatregelen der onzen bij deze gelegenheid, en aan de indruk, welke de door ons behaalde overwinning op 12 april jl. heeft achtergelaten.
Bij de inbezitneming van Sinkel is een vrij aanzienlijke hoeveelheid geschut, (waaronder verscheiden stukken vernageld) alsmede kruit en ander materieel gevonden.
Het verlies van onze zijde bedraagt in alles drie gesneuvelden en twaalf geblesseerden; dat des vijands is nog onbekend.
Van de volhardende dienstijver, onder buitengewone vermoeienissen en ontberingen, door officieren en manschappen bij deze gelegenheid opnieuw aan de dag gelegd, alsmede van de goede dienst door Zr. Ms. marine gepresteerd, wordt met de meeste lof in de ontvangen berichten melding gemaakt.
Delpher JC 021240 Samarang, aangekomen: 22 november, o.a. Nederlandse bark CORSAIR, kapt. J. Samson, van Soerabaija de 15e november, passagier, 1 weeskind.
Delpher JC 200141 Soerabaija, aangekomen: 11 januari, Nederlandse bark CORSAIR, kapt. S. Farrow, van Batavia de 24e december, met Zr. Ms. troepen – dito bark CORSAIR, kapt. S. Farrow, van Batavia de 24e decembermet Zr. Ms. troepen.
Delpher JC 220941 (advertentie) Post kantoor. Op morgenmiddag precies ten één uur, zullen aan het postkantoor Weltevreden, brieven pakketten worden gesloten, voor Padang, om te worden verzonden met de Nederlandse bark CORSAIR, kapt. Farrow.
De postmeester, bij absentie. De Kommies F. Resner.
Batavia, 21 september 1841.
Delpher JC 221241 Soerabaija, aangekomen: 15 december, Nederlandse bark CORSAIR, kapt. J. Perrij, van Batavia de 5e december, passagier, mevrouw Perrij.
Delpher RC 140143 Uit Pondichery schrijft men, dat een vreselijke storm de 24 oktober van het afgelopen jaar, die stad geteisterd heeft, waardoor alle plantages vernield, vele velden verwoest en de meeste bomen ontworteld zijn. Het verlies, alleen door de grondeigenaars geleden, zonder nog van dat te spreken hetwelk de handel getroffen heeft, wordt op meer dan zesmaalhonderdduizend francs begroot.
Van zes schepen, die de vorige dat uitgezeild waren, hadden slecht drie terug kunnen keren, en later aangespoelde planken en sparren lieten weinig twijfel over of de anderen waren verongelukt. Deze laatsten worden in de ontvangen brieven de CORSAIR, de ANTOINETTE en de APOLLO genoemd, met bijvoeging dat het eerste daarvan een Nederlands vaartuig zou wezen.
In de nabijheid van Madras, waar de storm insgelijks geheerst heeft, zouden vijf of zes grote koopvaardijschepen vergaan zijn.
Delpher JC 040243 In het Athenaeum van de 1e november ll., worden uittreksels medegedeeld uit een brief van Pondicherij, gedagtekend 27 oktober ll., bevattende mededelingen omtrent een onlangs aldaar gewoed hebbende storm. Het schijnt dat de barometer aldaar, op de avond van de 23e te voren, begon te vallen, maar dat in de morgen van de 24e een tering rijzing werd waargenomen. Ten negen ure stond de kwik echter iets beneden .82 (n.b. 1 of meerdere cijfers weggevallen), de lucht betrok, het werd alom duister, de wind loeide uit het W.N.W. en de zee werd zeer onstuimig. Vijf schepen lagen toen op de rede voor anker. Ten elf ure sloeg de Engelse bark APOLLON van zijn ankers en ging onmiddellijk onder zeil, daar de wind uit het westen ieder ogenblik in hevigheid toenam. Ongeveer een half uur later was hetzelfde schip, door de weersgesteldheid niet meer voor het oog zichtbaar. Ten half één ure stond de kwik op 27-11½ , alles duidde een orkaan aan. Ten twee ure kwam de Gouverneur aan het strand, waarop signalen aan de schepen op de rede gegeven werden om het anker te lichten. De mist was op dat ogenblik zo dik, dat de personen aan het strand niet duidelijk onderscheiden konden wat er in de open zee voorviel. De storm werd aldaar geacht op zijn hoogst te zijn tussen drie en zes uur, en zo verschrikkelijk loeide dezelve, dat enige der schoonste en oudste bomen met de wortels uit de grond werden gerukt, terwijl meest alle huizen min of meer beschadigd werden. Ten zes ure wordt de kwik gezegd te hebben gestaan op 27, waarna gedurende een tijdsverloop van drievierde van een uur, een dodelijke stilte ondervonden werd, wordende gelijktijdig waargenomen dat de wolken snel uit het zuiden voorbij vlogen, terwijl daarna de windvlagen uit die richting kwamen opzetten, met nog groter woede dan vroeger uit het westen. De verwoesting onder de inlandse woningen wordt gezegd groot te zijn geweest, en in vele der straten en op de wegen bewezen de omver gerukte bomen de kracht des winds. Ten acht ure stond de barometer beneden stormachtig, een omstandigheid die sedert vele jaren niet had plaats gehad, Omstreeks middernacht bedaarde het weder enigszins en in de morgen van de 25e waren alle onrustbarende kentekenen geheel verdwenen.
“In het rond ziende, (dus gaat de berichtgever voort) bespeurde men de brik CERVANTES, enige mijlen noordwaarts voor anker liggende, van zijn stengen ontbloot, zonder overigens enige schade geleden te hebben.” – Wij zijn wijders onderricht dat de CORSAIR, bij het onder zeil gaan, tegen de ANTOINETTE geslagen werd, waardoor het laatste vaartuig deszelfs masten geheel en al verloor. Bij de afzending van het bericht, was nog niets aangaande deze twee ongelukkige schepen vernomen, terwijl ook nog geen tijding van de Engelse bark APOLLON ontvangen was. De Franse brik MIRABEAU keerde in de morgen van de 26e op de rede terug, hebbende de grote mast verloren; terwijl de Franse bark NOUVEAU TROPiQUE, die Pondicherij acht dagen te voren had verlaten, op de 27e aldaar terugkeerde, zijnde door de orkaan overvallen op een afstand van honderd en twintig mijlen van land. Behalve andere schade had dit vaartuig ook de bezaansmast verloren. Laatstgenoemd vaartuig werd verondersteld een van die schepen te zijn geweest, die op veertig mijlen zuidwaarts zijn verongelukt; gelukkig echter is dit bericht gebleken onjuist te zijn. Daar er hoegenaamd niet van de ANTOINETTE, APOLLON en CORSAIR vernomen is, zo bestaat er veel vrees dat zij bezweken zijn. Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat zij de een of andere haven, misschien wel Trincomulee, zijn binnengelopen.
Officiële documenten:
Datum ZB:
Naam:
Type:
ex Naam:
Eigenaar:
Kapitein:
Thuishaven:
Reden ZB:
Foto nr.:
Invent. Nr:
Bijzonderheden:
|
1837.06.04 / 17
BOEROONG
bark
Peltzer &Lauter
niet vermeld
Padang
de BOEROONG was gekocht van Miln, Haswell&Co., Batavia (oude ZB 539 van 29.12.1828)
IMG 1279
2571
|
Datum ZB:
Naam:
Type:
ex Naam:
Eigenaar:
Kapitein:
Thuishaven:
Reden ZB:
Foto nr.:
Invent. Nr:
Bijzonderheden:
|
1837.11.09 / 2
CORSAIR, the
bark
ex-BOERONG ? (onleesbaar)
Wilson, Smith & Co.
(onleesbaar), Samuel
Batavia
IMG 1353, 1354
2576
|
Bronnen:
Regeringsalmanakken
Uitgegeven zeebrieven
www.delpher.nl
AB = De Avondbode, algemeen nieuwsblad voor staatkunde, handel, nijverheid, landbouw, kunsten,
wetenschappen, enz.
BC = Bataviasche Courant
JC = Javasche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
|