Inloggen
DIDAM - ID 1688


Kroniekberichten

Datum 07 januari 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Het fraaie stalen schroefstoomschip PRINS WILLEM III, gebouwd te Fijenoord aan het etablissement van de Nederlandsche Stoombootmaatschappij voor rekening van de Koninklijke West-Indische maildienst te Amsterdam, is thans gereed om, na kolen ingenomen te hebben en het regelen van de kompassen, de 8e dezer naar Amsterdam te vertrekken. Het stoomschip is lang tussen de loodlijnen 264, breed op het grootste spant 36 en hol 23 Engelse voet, heeft een laadvermogen van ongeveer 1600 ton en machines van het triple-expansion-systeem van 1250 paardenkrachten indicateur, welke door middel van de vierbladige schroef het schip een gemiddelde vaart zullen doen lopen van ruim 13 knopen in het uur. De afmetingen van de cilinders zijn 22 duim diameter voor de hoge druk, 34 duim voor de middendruk en 56 duim diameter voor de lage druk, met een zuigerslaglengte van 40 Engelse duim. Twee stalen ketels zullen de nodige stoom voortbrengen; zij zijn gebouwd op een druk van 160 pond per vierkante Engelse duim. Machine en ketels zijn mede aan het etablissement te Fijenoord vervaardigd. Het stoomschip heeft vijf waterdichte schotten, van welke vier van de kiel tot het bovendek en een tot aan het tussendek lopen en verder drie stalen dekken, van welke het bovenste beschoten is met teakhout. Het type van het stoomschip is bakcampagne met gehele overdekking van voor tot achter (Hurricanedeck). Onder de campagne achter op het bovendek bevindt zich het verblijf van de eerste klasse passagiers, waar voor 28 personen gelegenheid is in zeer ruime tweepersoonshutten, met de slaapplaatsen niet boven elkander, maar afzonderlijk tegen de schotten. De hutten zijn zeer comfortabel en geriefelijk ingericht, van twee op Engelse wijze ingerichte wastafels en van sofa's voorzien. Ook de buitengewoon grote patrijspoorten, voor veiligheid van binnen nog met stalen bedekking voorzien, geven ruimschoots licht en lucht. Fraaie tapijten, spiegels en gordijnen voltooien deze weelderige verblijven van de passagiers. Twee grote hutten achter zijn voor één persoon ingericht, overigens op dezelfde wijze gemeubileerd. Achter is aan stuurboord een badkamer voor dames en aan bakboord een voor heren, alles zeer ruim en van al het nodige voorzien. Vóór de hutten van de eerste klasse passagiers bevindt zich de fraaie salon, keurig bewerkt naar de tekening, opgemaakt door de architect C. Muijsken te Amsterdam. De wanden zijn versierd met oud-Nederlandse stadsgezichten en landschappen in Delfts aardewerk, omlijst door kunstig bewerkt teakhout. De beide buffetten zijn ware kunstwerken en het dek boven is met geprest leder, in vakken verdeeld, bedekt. De fraaie hoge kappen, de zes sierlijke, met rood lakens kleed bedekte tafels, met zitplaatsen voorzien van losse leuningen, prachtige lopers waarin het naamcijfer van de maatschappij en de scheepsnaam is gewerkt, vormen, met het keurige en kunstige beschietwerk, een vorstelijk geheel, dat de ontwerper en vervaardigers alle eer aandoet. Vanuit de eetsalon komt men door middel van een zeer gemakkelijke en keurig vervaardigde trap in de damessalon, een waar juweeltje, beschoten met kunstig bewerkte panelen van teak en versierd in het midden met een fraaie staalgravure in lijst, voorstellende het portret van de stadhouder van de verenigde provinciën prins Willem III, koning van Engeland. Rondom zijn sofa's aangebracht van gebloemd damast, van welke de stof mede de gordijnen zijn vervaardigd, welke dit fraaie salonnetje versieren. Rond de trap, van een kunstig hekwerk voorzien, bevinden zich nog twee met Russisch leder beklede, zeer ruime fauteuils. Een en ander is geheel overdekt en vormt met de rookhut, die zich achter de damessalon bevindt en mede zeer geriefelijk is ingericht, een fraai geheel en een waarlijk comfortabel verblijf. Het schip wordt van inrichting voor elektrisch licht voorzien door de heren Van Rietschoten en Houwens. Het meubilair en de stoffering werden geleverd door de firma Allan & Co. Onder de bak en boven de machinekamer bevindt zich het verblijf van de dokter, stuurlieden, machinisten en tweede klasse passagiers, waarvan de hutten zeer ruim en voor twee personen keurig zijn ingericht. Boven op de brug is het stoomstuurtoestel en het comfortabele verblijf van de gezagvoerder, waar, door een groot glas, deze tevens gelegenheid heeft vanuit zijn hut het oog op het roer te houden. Bovendien bevinden zich op de brug de patent kompassen en telegraaf naar de machinekamer. Op het achterschip is ook gelegenheid het schip met de hand te besturen, waarvoor een kolossaal stuurrad met schroefstuurtoestel is geplaatst. Het bewerken van de ankers en het laden geschiedt door stoom; de werktuigen waarmee dit plaats heeft, worden daarvan voorzien door een afzonderlijke ketel op het bovendek. Het anker- en gangspil werd vervaardigd door de firma Harfield & Co te Londen. Vijf boten, waaronder vier zeer grote, zijn voor de veiligheid van de opvarenden aan boord en in de davids hangende. Het stoomschip, dat stalen masten heeft, de voorste voorzien van ra's, zal gevoerd worden door kapt. Sluiter en is bestemd om de 16e van Amsterdam te vertrekken, in plaats van het verongelukte stoomschip Prins Willem I, dat die dag had moeten varen. Het stalen stoomschip, dat in alle delen fraai en solide is afgewerkt en als uitnemend gelukt product van de Nederlandse nijverheid kan worden beschouwd, wordt in de hoogste klasse van Bureau Veritas, Nederlandsche Vereniging en Lloyds opgenomen. Het werd aan de Nederlandsche Stoombootmaatschappij opgedragen om te bouwen de 24e januari 1889 en liep de 19e november 1889 van stapel.
Op het etablissement zijn nog in aanbouw: twee stalen stoomschepen, welke tot de snelvarendste van de Koninklijke Indische pakketvaart behoren: de CARPENTIER en de VAN DIEMEN, welke half juli moeten gereed zijn en waarvan de machines worden vervaardigd bij de heren J. en K. Smit aan de Kinderdijk; het koloniale gouvernementsstoomschip ZEEDUIF, dat 1 augustus moet klaar zijn, en het stoomschip DIDAM van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, dat volgens contract op 1 november moet geleverd worden benevens de machines voor het bij de heren Bonn & Mees voor rekening van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij gebouwd wordende stoomschip DUBBELDAM. Nog worden binnen acht dagen verwacht het stoomschip VEENDAM van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, tot inneming van aan het etablissement vervaardigde stalen ketels en tot hervorming van de machine tot het triple-expansion systeem. Er zijn tegenwoordig ongeveer 1400 man werkzaam.

Afbeelding
Datum 07 mei 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Mededelingen. De 14e a.s. wordt alhier en te Amsterdam de openbare inschrijving opengesteld op 1500 obligaties van NLG 1000 van een 4 pct. lening van de Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. De inschrijvingen worden gegund tot een en dezelfde koers, met dien verstande, dat inschrijvingen, hoger dan de vast te stellen koers, alle worden aangenomen, terwijl de inschrijvingen tot dien koers, indien daarmede het uit te geven bedrag mocht worden overtroffen, pondsgewijze, zo na mogelijk, onder de inschrijvers worden verdeeld.
Inschrijvingen beneden de vast te stellen koers blijven buiten aanmerking, ook dan, wanneer tot die koers niet het volle bedrag mocht worden verkregen.
De gereserveerde NLG 200.000 van de 4½ % geldlening van 1888 worden vernietigd. De maatschappij verbindt zich, zolang deze nieuwe lening niet afgelost is, haar eigendommen of schepen niet door hypotheek of anderszins te zullen bezwaren. De aflossing geschiedt à pari, bij uitloting, voor de eerste maal in 1892, met ten minste NLG 50.000 ’s jaars. De toegewezen obligaties moeten op 1 juni aanstaande betaald en in ontvangst genomen worden, met bijbetaling van rente à 4 % van 1 mei af. Het prospectus, waaraan het bovenstaande ontleend is, behelst het volgende tot toelichting:
In het plan van uitbreiding, uiteen gezet in het prospectus van de laatste kapitaalsuitgifte, lag het voornemen opgesloten, de daartoe benodigde middelen ten dele te vinden door een obligatielening, uit te geven, zodra de betalingen op het aangekochte en de in aanbouw zijnde materieel kasbehoefte zouden doen ontstaan. Dat ogenblik is thans gekomen. De stoomschepen WERKENDAM en SPAARNDAM werden aangekocht, terwijl de stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM in Nederland in aanbouw zijn. Zijn deze schepen afgeleverd, dan vertegenwoordigt het materieel van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij een waarde van ruim 7.000.000 gulden. De winst en verliesrekening liet, na afschrijving van alle kosten en renten, een voordelig saldo in 1886 van circa NLG 125.823; in 1887 van circa NLG 140.148; in 1888 van circa NLG 239.220, en in 1889 van circa NLG 410.646.
De financiële toestand van de maatschappij is dus in alle opzichten gunstig te noemen, zodat de rente en aflossing van deze lening volkomen verzekerd zijn.

Afbeelding
Datum 08 februari 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 7 februari. Heden werd met het beste gevolg te water gelaten van het etablissement van de Ned. Stoomboot Reederij op Fijenoord het van staal gebouwde stoomschip DIDAM, voor rekening van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij en bestemd voor de vaart tussen Nederland en Amerika. Het stoomschip is lang 328, breed 40 en hol 25 Engelse voeten, en zal ongeveer 3.500 ton groot zijn. De machine van 2500 ipk, mede aan de fabriek vervaardigd, is van het triple compound systeem. De stoom, voortgebracht in twee stalen stoomketels, zal door middel van de vierbladige schroef van gegoten staal aan het stoomschip een snelheid geven van 12½ mijl. Het fraaie stoomschip, dat uiterst solide en net is afgewerkt, wordt in de hoogste klasse van Veritas, Lloyd’s en de Ned. Vereeniging van Assuradeuren opgenomen.
Bijna onmiddellijk nadat de laatste beletselen waren weggeslagen liep het kolossale stoomschip te ruim drie uur te water. De doop van het schip werd volbracht door mej. Mathilde Wierdsma, dochter van de directeur van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, door het doen verbrijzelen van een fles champagne voor de boeg van het wegsnellende vaartuig. Behalve de belanghebbenden en de experts van de verschillende verenigingen waarin het stoomschip wordt opgenomen waren een aantal belangstellenden met hun dames op het etablissement aanwezig, terwijl aan de overkant van de Maas vele toeschouwers waren samengevloeid.

Afbeelding
Datum 03 maart 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 2 maart. Door de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij is bepaald dat het nieuwe stoomschip DIDAM zal varen van Amsterdam naar New York. De eerste reis zal woensdag 20 mei plaats hebben.
Het in aanbouw zijnde stoomschip DUBBELDAM, dat in de laatste helft van deze maand te water gelaten zal worden, gaat mede van Amsterdam varen. Het eerste vertrek is bepaald op woensdag 3 juni.

Afbeelding
Datum 12 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

In het verslag, door de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij aan de commissarissen uitgebracht over het boekjaar 1890, wordt het volgende medegedeeld:
De aanbieding van de rekening en balans over het achttiende boekjaar onzer maatschappij is voor ons geen aangename taak. Werd, aan het slot van ons vorig verslag, reeds gewezen op de waarschijnlijkheid dat de resultaten over 1890 bij die over 1889 zouden ten achterstaan, wij erkennen volmondig niet te hebben verwacht – en ook niet te hebben kunnen verwachten – dat onze winst- en verliesrekening over 1890 met een verliespost zou moeten sluiten. Die post zou geheel kunnen verdwijnen wanneer wij afgeweken waren van de gewone afschrijving op onze stoomschepen. Wij meenden dit niet te moeten voorstellen. De afschrijving, zowel als de toevoeging aan het ketel- en reparatiefonds, hebben dan ook geheel plaats gevonden op de basis van vorige, zelfs de gunstigste jaren.
De redenen die aanleiding gaven tot de min gunstige uitkomsten waren van verschillende aard. In de eerste plaats de ongunstige loop van zaken in de Argentijnse Republiek. Dat de politieke toestand aldaar niet rooskleurig was, en te eniger tijd tot een uitbarsting zou leiden, was bekend. Wij hadden ons intussen altoos gevleid – en zulks ook op grond van de overtuiging, vaststaande bij personen sedert jaren met de verhoudingen aldaar vertrouwd – dat die politieke gisting zich grotendeels, zoniet geheel, bewegen zou buiten het handelsbedrijf om. Te méér reden bestond tot die mening, omdat de onmiddellijke behoeften van de bevolking aldaar noodzaken moesten tot verkoop en uitvoer van de hoofdproducten als granen, zaden, wol, huiden, enz. In die opvatting werden wij, en anderen met ons, bitter teleurgesteld. Bij het uitbreken van de omwenteling bleek al spoedig dat het bankwezen zozeer betrokken was bij de politieke beroeringen, dat het vertrouwen daarin van de handel, ginds zowel als hier, in hoge mate bleek geschokt. Dit gaf, en geeft nog, een blijvende vrees voor het doen van zaken, waarvan onze jeugdige stoomvaartlijn de onmiddellijke gevolgen in ernstige mate ondervond. De Argentijnse regering staakte haar passages op krediet, de gewone emigratie hield, tengevolge van min gunstige berichten van daar, grotendeels op. Het aanbod van uitgaande goederen nam, om de hiervoor genoemde reden, belangrijk af, de thuisvrachten leverden meer en meer teleurstelling op. Het natuurlijk gevolg was dat de reizen naar de Plata meer en meer met betekend verlies sloten.
Toen wij tot de overtuiging kwamen dat, trots de schoonste voorspellingen, in de toestand niet spoedig afdoende verbetering was te wachten, oordeelden wij het geraden u voor te stellen, onze afvaarten naar de Plata tijdelijk te staken. Het besluit daartoe heeft ons veel gekost, omdat wij nog immer van mening zijn, dat voor ons een toekomst in Zuid Amerika ligt. Wij meenden evenwel op dit punt niet te mogen weifelen, en zulks te minder omdat gelijktijdig onze Noordlijn, en wel hoofdzakelijk door daling van de thuisvrachten, ongunstige resultaten ging opleveren.
In die achteruitgang is zeker een niet minder belangrijke oorzaak onzer slechte uitkomsten over 1890 te vinden. Een derde reden is de duurdere exploitatie, tengevolge van de hogere steenkolenprijzen, arbeidslonen, enz. Eindelijk nog had het werkeloos liggen van verschillende stoomschepen, tengevolge van ketelvernieuwing of andere belangrijke voorzieningen, en van sommigen juist in een tijd dat voordelige reizen hadden kunnen worden gemaakt, vrij belangrijke winstderving tengevolge.
Wij hebben gemeend ditmaal enigszins langer bij een en ander te moeten stilstaan, omdat wij er prijs opstellen de oorzaken van de minder gunstige gang van zaken zojuist mogelijk weer te geven.
Tegenover de tegenspoed staan intussen ook lichtpunten. Van grote rampen bleef de maatschappij verschoond. De nieuwe opgenomen of gedeeltelijk vernieuwde schepen voldeden geheel aan de verwachting, hetgeen vooral aan de lijn ten goede kwam op passagegebied, en ook voor de toekomst reden geeft voor de verwachting dat de maatschappij in dit opzicht met rasse schreden vooruit zal gaan. Tot openen van een vaart op Baltimore wordt overgegaan, niet alleen om gebruik te maken van het materieel, tot dusver is de Zuidlijn gebezigd, maar ook van de beide in aanbouw zijnde DIDAM en DUBBELDAM. Gedurende 1890 zijn volbracht 59 reizen naar Noord- en 9 reizen naar Zuid Amerika. Buitendien werden, van New York, 6 stoomschepen gecharterd.
De directie doet opmerken dat het verliescijfer van NLG 322.789,52, op zich zelf belangrijk, toch ternauwernood 8 pct bedraagt van het kapitaal. Vergelijken wij daarbij, zo besluit de directie, onze positie van thans bij die van voor enige jaren, dan menen wij te mogen wijzen op een groot verschil tussen toen en nu. Weliswaar hebben de eerste maanden van 1891 nog weinig bevredigende resultaten opgeleverd, doch onze algemene toestand is thans onbetwist beter. Toen hadden opvolgende tegenspoeden onze reputatie geschaad en stonden wij voor belangrijke voorzieningen aan ons, in die dagen, in menig opzicht bij onze zusterlijnen ten achter staand materieel. Thans hebben wij, dank zij onze zoveel verbeterde vloot, een goede naam gekregen in de passagiers- en vrachtenwereld. Wij zijn dus nu ontwijfelbaar beter berekend om mede te dingen in de wedstrijd en ons deel daarvan te veroveren, daarbij gesteund door ons personeel, over welks activiteit en toewijding – ook al moesten ditmaal de uitkomsten teleurstelling geven – wij niet anders dan met grote lof kunnen gewagen.
In de creditzijde van de winst- en verliesrekening komen voor: de exploitatierekening (voor avans) met NLG 284.479,67, te vermeerderen met NLG 11.300 voor uitdeling op aandelen stoomschip OBDAM, geeft NLG 295.779,67; wissels (voor avans) NLG 4.295,71; brievenvervoer NLG 334,80; saldo van 1889 NLG 3.066,35.
De debetzijde vertoont: voor administratie- en bureaukosten alhier, Amsterdam, New York en Buenos Aires NLG 84.630,20; publiciteitskosten NLG 36.578,03; nadelig saldo interestrekening NLG 65.431,08; en voorts voor afschrijvingen: op materieel NLG 323.695,09; op ameublement NLG 2.289,36; op onkosten uitgifte leningen NLG 4.187,16 en voor reserve, ketel- en reparatiefonds NLG 109.455,13. Het verlies is dus (gelijk reeds gezegd) NLG 322,789.52.
Door commissarissen is bij het verslag van de directie een kort woord gevoegd, waarin dit college verklaart ondanks de ongunstige uitkomsten te hebben ingestemd met de mening van de directie om met de afschrijving op de schepen en de dotatie van het ketelfonds op de gewone wijze voort te gaan, omdat elke andere wijze van handelen een, naar ons inziens, minder juist beeld van de toestand onzer maatschappij zou geven. Wij hebben in vroegere min gunstige jaren evenzo gehandeld, en het is toen gelukt het verliescijfer weer op te verdienen; moge dat ook thans het geval zijn. Van de toekomst kunnen wij natuurlijk niets zeggen; maar onze ijverige directie volhardt in haar streven, om van alle goede kansen te profiteren ten voordele van onze maatschappij. Wij wensen haar daarop het beste succes, en doen dat met te meer vertrouwen, omdat onze vloot, volgens haar oordeel, thans zodanig is samengesteld, dat zij aan alle redelijke eisen kan voldoen.

Afbeelding
Datum 15 mei 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

De stad Rotterdam lag grotendeels nog in diepe rust toen het fraaie, voor de Nederlandsche Stoombootmaatschappij op haar etablissement te Fijenoord gebouwde stalen schroefstoomschip DIDAM, kapt. Potjer, de 14e mei vertrok om een proeftocht te doen op de Noordzee. Juist te 5 uur 30 minuten werd het schip met behulp van een sleepbootje gezwaaid en kwam men onder stoom. Het mede van de stad vertrekkende stoomschip DENHAM kwam toen gevaarlijk dichtbij, doch liep toch vrij van de DIDAM. Het weer was fraai en de wind noordwestelijk. Te 5 uur 50 minuten passeerde men Schiedam en het binnenkomende Engelse stoomschip OPORTO en te 6 uur 20 minuten de haven van Vlaardingen en het binnenkomende stoomschip EUGENE KROHN. Bij Maassluis, dat de DIDAM te 7 uur passeerde, begon het weder te betrekken. Te 7.45 zag men het gezonken stoomschip SEAGULL, dat, plat op zijde liggende, slechts weinig boven water uitstak. Tal van kleine vaartuigen lagen in de nabijheid tot assistentie bij de werkzaamheden om het vaartuig weer boven water te brengen. Te ongeveer 8 uur was men buiten de hoofden en passeerde daar het Engelse stoomschip FRIARY, van Newport, en juist ten 8 uur werd de uiterton van de Nieuwe Waterweg gepasseerd en bevond de DIDAM zich in volle zee. De wind was matig uit het noordwesten, de zee zeer kalm met lichte deining, en de lucht klaarde weder op.
Bij het passeren van de seinpost werd te 7 uur 50 minuten en circa 2 uur na hoog water nog 90 decimeter water geseind, wel een bewijs van de voortreffelijke staat van de Nieuwe Waterweg. De koers werd toen op Noordoost ten Oost gesteld en men hield zo langs de kust. Achtereenvolgens passeerde men Monster met zijn stompe toren, de toren van Delft werd zichtbaar en de toren van Den Haag, steeds een voortreffelijk zeemerk, die te 8 u.50 min. in het Oostzuidoosten gepeild werd. Te 9 uur werd het Kurhuis te Scheveningen gepasseerd. Over het geheel zag het strand er zeer verlaten uit; er waren slechts enige pinken zichtbaar, een groot verschil bij de grote drukte bij fraai weer in het badseizoen. Achtereenvolgens, met de koers van Noordnoordoost, passeerde men bij fraai weer en heldere zonneschijn op matige afstand van de kust Katwijk, Noordwijk en Zandvoort, totdat te 11 uur de vuurtorens en de twee hoofden van IJmuiden in het gezicht kwamen. Te 11 u. 20 waren de vuurtorens van de haven van IJmuiden in het Oostzuidoost en peilde men de geluid gevende of bromton in het Westnoordwest.
Te 11 u.25 werd de koers weer zuidwaarts gesteld en het van Indië komende stoomschip PRINSES SOPHIE der Maatschappij Nederland gepraaid en het gewone saluut gedaan door het driemaal op en neerhalen der Nederlandse vlag op beide stoomschepen. De PRINSES SOPHIE stoomde de haven van IJmuiden binnen. Toen werd de steven weder noordwaarts gewend totdat de vuurtorens van Egmond te 12 u.35 in het oosten werden gepeild, waarna zuidwaarts werd gekoerst en op de Nieuwe Waterweg werd aangehouden. Het weer was prachtig en de zon scheen helder. Vele vissersvaartuigen der verschillende vissersplaatsen aan de Noordzee kwamen achtereenvolgens in zicht, ook enkele stoomschepen werden op verre afstand gezien. Te 1 u.16 min. werd te IJmuiden weer gepasseerd, en te 1 u.40 min. Zandvoort. Te 2 u. gaf de log een vaart aan van 14½ mijl (opm: knopen). Te 3 u. passeerde het barkschip GRAAFSTROOM, dat van Rotterdam naar Newcastle werd gesleept, en tegen half vier was de DIDAM weer bij de uiterton van de Nieuwe Waterweg.
Des ochtends tegen 11 uur verenigden de genodigden zich aan een flinke lunch en tegen vier uren gaf de etensbel het sein voor het diner, dat allerkeurigst was en waaraan men, gescherpt door de frisse zeelucht, alle eer deed, terwijl de gebruikelijke toosten niet ontbraken. Onderwijl stoomde de DIDAM voor de Waterweg op en neer en was te 4 u.25 min. binnen de hoofden en tegen 6 u. voor de stad.
Met gemiddeld 74 omwentelingen werd gedurende ruim vier uur door de triple expansion machine, de grootste die tot heden in ons land werd vervaardigd, een vermogen ontwikkeld van ruim 2.300 paardenkrachten, waardoor een vaart werd verkregen van 14 mijl (opm: knopen). De machine werkte zacht en gemakkelijk; van heetlopen had men niet de minste last en het luchtledige in de condensor was 27 à 27½ duim. Gedurende een uur werd gewerkt met geforceerde trek en toen maakte de schroef 76 omwentelingen in de minuut.
Als belanghebbenden bevonden zich aan boord de directeur der Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, de heer Croll, en de chefs der verschillende afdelingen, de heren Rijnberk, Tideman en Hohn, de commissarissen dier maatschappij de heren Kolf, Delprat en Moens, en vanwege de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij de directeur, de heer Wierdsma, en de heer Mr. M. Mees, commissaris, met de ingenieurs Bijl en Van Veen. De heren experts Van Ollefen en Van Deinse waren ambtshalve mede aan boord. Ook talrijke genodigden hadden van de beleefde uitnodiging der Nederlandsche Stoomboot Maatschappij tot het bijwonen van de proeftocht, niettegenstaande het vroege morgenuur, gebruik gemaakt, en sommigen hadden aan het gastvrije aanbod om aan boord te overnachten gevolg gegeven en een gezellige avond aan boord doorgebracht.
Deze proeftocht, die tot tevredenheid der belanghebbenden en tot genoegen der genodigden in de beste orde afliep, heeft het bewijs geleverd dat door de Nederlandse industrie een fraai stoomschip is geleverd, dat met de beste in het buitenland gebouwde kan wedijveren. Veel geluk wordt de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij gewenst in haar ijverig streven, met het schone en degelijke schroefstoomschip DIDAM.
Van het stoomschip, waarvan wij bij het te water lopen reeds kortelings melding maakten, geven wij in een volgend nummer een uitvoeriger beschrijving.

Afbeelding
Datum 16 mei 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Van het stoomschip DIDAM, gebouwd door de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij gaven wij reeds een korte beschrijving toen het te water liep. Ter aanvulling melden wij nog het volgende.
Het schip heeft twee masten en is als schoener-brik getuigd. Voor onder de bak bevindt zich het verblijf der zeelieden en stokers; daar achter zijn twee ruime kappen over een zeer groot luik, die toegang geven tot het hoge tussendek, dat zeer geriefelijk en doelmatig ingericht is tot het vervoer van passagiers. Langs de kolossale van staal vervaardigde lange hut achter dat luik is aan wederzijde een gang welke toegang geeft tot de kombuis, lampenkamer en tot de messroom, het ruime en comfortabele verblijf der stuurlieden en verdere officieren. Achter is in deze hut toegang tot de machinekamer, verblijf van de administrateur en de hut van de dokter. Boven op deze hut is een zeer fraaie kaartenhut en het verblijf van de gezagvoerder, en daarboven de ruime brug waarop de kompassen, seinkist en telegraaf naar de machinekamer. Ook kan daar met stoom worden gestuurd evenals achter, waar met stoom en de hand kan worden gestuurd in de ruime stalen stuurhut aan de voorkant, waarvan een deel der kunstmatige ventilatie, die door het gehele schip loopt, zich bevindt. Van de voorste hut komt men over een brede, van stevige leuningen voorziene brug, op de grote over gehele breedte van het schip zich uitstrekkende kampanje. Daar bevindt zich het verblijf der eerste klasse passagiers en in een kolossale overkapping boven die kampanje is de toegang tot de salon en de hutten onder dek langs een fraaie met zware mahoniehouten leuning versierde trap. Aan de voorkant van die overkapping bevindt zich de damessalon, die licht ontvangt van boven door een zeldzaam fraaie kap met gebogen gekleurde glazen. Rondom deze salon zijn zeer gemakkelijke met bronskleurig fluweel bedekte sofa’s en wordt het beschotwerk van satijnhout afgewisseld door spiegelglas, doorschijnend glas en van Delfts aardewerk met taferelen naar du Chattel, Mesdag en Van de Sande Bakhuyzen.
Een kostbaar Smirna’s tapijt bedekt de grond, terwijl sierlijke melkwitte fraai gevormde glazen voor elektrisch licht boven aan het dek zijn bevestigd. Een kostbare piano is in deze keurige salon niet vergeten. Ter wederzijde van de trap zijn nog twee eenpersoons hutten.
In de overkapping waar men met de zeldzaam fraaie trap naar de salon afdaalt, bevindt zich het portret van onze jeugdige koningin.
Aan de achterkant der overkapping is de toegang tot de zeer comfortabele ingerichte rookkamer met brede, stevige, met donker groen fluweel beklede sofa’s, rondom met teakhout en Delfts aardewerk beschoten, licht ontvangende door een kap van gekleurde gebogen glazen. In die kap is nog een ventilator aangebracht. Het beschotwerk van damessalon en rookkamer is vervaardigd door de heer H.P. Mutters & Zn te ’s-Hage.
In de grote salon, prachtig beschoten met keurig afgewerkt teak- en mahoniehout, zijn acht tafels, waarvoor twee in het midden van de salon voor diners. Rondom al die tafels zijn vaststaande draaiende, zeer gemakkelijke stoelen, terwijl de brede sofa’s rondom de salon met fraaie stoffen zijn bekleed. In het midden aan de voorkant der salon is een allerprachtigst buffet met marmeren blad en kolossale geslepen spiegel, die men kan laten zakken en daardoor een gemeenschap opent met de pantry.
Aan de achterkant der salon is een bibliotheek, waar tussen een fraaie spiegel. Tien zeer grote patrijspoorten geven overvloed van licht in dit fraaie verblijf, dat vooral wat het beschietwerk aangaat een meesterstuk mag heten. Al dit beschietwerk, gekozen uit de fijnste soorten van teak- en mahoniehout, werd vervaardigd aan het etablissement der Ned. Stoomboot Maatschappij, alleen niet, zoals gemeld is, dat van de dames en de rooksalon.
Door een gang aan wederzijde van de pantry komt men ook uit deze salon aan de voorkant der kampanje op het vaste dek. In de kampanje bevinden zich 20 ruime van licht en lucht overvloedig voorziene zeer comfortabel ingerichte hutten, met sofa en twee slaapplaatsen.
Ook is desnoods inrichting voor drie personen in iedere hut. Achter bevinden zich de hut van de hofmeester en hofmeesteres, badkamers, enz. en gelegenheid tot toilet maken, alles geheel op zindelijkheid en comfort berekend.
Door het gehele schip is de verlichting elektrisch, geïnstalleerd door de firma Van Rietschoten & Houwens. Ook een koudelucht-machine met vries- en koelkamer, tot het preserveren van verse proviand, werd door genoemde firma aan boord ingericht. De ankers, het lossen en laden en koken wordt door stoom bewerkt. Het schip heeft twee vaste dekken van staal met teak- en pine-hout bekleed. Zes kolossale reddingboten hangen in de davids, of staan op klampen. Hoewel stevig vastgesjord is dit zodanig ingericht dat ze binnen weinige seconden kunnen overboord worden gezet. Op de waterdichte schotten in het stoomschip zijn de waterdichte deuren, uitgevonden door de heer W. F. D. van Ollefen, Lloyds ingenieur-expert te Amsterdam, toegepast.
Het stoomschip, dat in de Spoorhaven te Fijenoord ligt, en dat woensdag a.s. bestemd is naar New-York te vertrekken, zal dezer dagen vermoedelijk voor het publiek toegankelijk zijn.

Afbeelding
Datum 19 mei 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 mei. Vele genodigden met hunne dames hadden zondagavond tussen 8 en 10 uur van de gelegenheid door de directie der Nederlansch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij aangeboden, gebruik gemaakt tot het bezichtigen van het elektrisch verlichte stoomschip DIDAM. Dit niet alledaagse schouwspel beloonde wel de moeite van een wandeling naar de overzijde der Maas. De grote salon door 24 opaalkleurige gloeilampen verlicht, bood een toverachtig schouwspel aan, en ieder gaf zijn bewondering zowel over de zeldzaam fraaie salons en de overige keurig ingerichte lokalen, als over de verlichting te kennen. Door het gehele schip, ook in het tussendek, was de elektrische verlichting, door de heren Van Rietschoten en Houwens geïnstalleerd, in werking. Deze bestaat uit 160 gloeilampen, een lichtglans vertegenwoordigende van 3.200 normaalkaarsen, en voldeed uitstekend. Als voorbehoedmiddelen tegen brandgevaar en verontreiniging der lucht is de elektrische verlichting vooral aan boord zeer aanbevelingswaardig en zal steeds in ruimere mate op grote stoomschepen, vooral op die welke passagiers vervoeren, toepassing vinden. De directie en het beleefde personeel waren ter plaatse, om ieder des verlangd op de hoogte van het werkelijk bezienswaardige stoomschip te brengen.

Afbeelding
Datum 18 augustus 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 17 augustus. Het fraaie van staal gebouwde schroefstoomschip DUBBELDAM, gebouwd door de scheepsbouwmeesters Bonn en Mees te Katendrecht voor rekening van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, ligt thans geheel gereed op Fijenoord aan de Prins Hendrikkade bij het Poortgebouw. Het is lang 341, breed 40 en 25 Engelse voeten en 10 duim hol en ongeveer 3.500 ton groot. De machine van 2.500 paardenkracht van het triple compound systeem werd benevens de stalen stoomketels die hydraulisch geklonken zijn, vervaardigd aan het etablissement van de Nederlandsche Stoombootrederij te Fijenoord. Het schip heeft drie dekken; het bovendek is van staal met teak bedekt; de beide andere dekken zijn van pitch pine, het is met twee masten als schoenerbrik getuigd en alle zware werkzaamheden, zoals lichten van ankers, laden en lossen en sturen, geschiedt met stoom. In de grote salon zijn uitstekende en weelderig ingerichte gelegenheden voor vijftig eerste klasse passagiers, die reeds alle zijn besproken en voor 440 tussendeks-passagiers, waarvoor de inrichtingen geheel naar de eisen des tijds en zeer geriefelijk zijn. Aan ventilatie is bijzondere zorg besteed; er loopt een kunstmatige inrichting voor luchtverversing door alle delen van het schip. De verlichting is elektrisch en door de heren Van Rietschoten en Houwens geïnstalleerd en voldoet uitstekend. Het stoomschip DUBBELDAM is geheel ingericht als het door de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij aan het etablissement op Fijenoord vervaardigde stoomschip DIDAM, waarvan wij reeds in ons nommer van 16 mei laatstleden een zeer uitvoerige beschrijving gaven. Om niet in herhaling te vervallen zullen wij ons daarvan onthouden. Wij kunnen er alleen dit bijvoegen, dat het ss. DUBBELDAM in genen dele voor het s.s. DIDAM, wat keurigheid van bewerking en soliditeit betreft, behoeft onder te doen en dat het prachtige beschotwerk van de fijnste houtsoorten, vervaardigd aan het etablissement van de heren Bonn en Mees, in het kostbare salon en andere delen van het schip en de keurige dames- en rooksalons, ingericht door de heren H.P. Mutters & Zn te 's Gravenhage, met de fijnste werken van dien aard uit het buitenland kunnen wedijveren. Het geheel vormt een waardig product van de Nederlandse nijverheid en is een belangrijke aanwinst voor de stoomvloot van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij. Het stoomschip dat in de hoogste klasse van Veritas met de ster, Lloyd’s en Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren is opgenomen, zal donderdag aanstaande onder bevel van de in de vaart op Amerika gunstig bekende gezagvoerder de heer A. Potjer naar Amsterdam vertrekken, om daar passagiers en goederen in te nemen naar New York, werwaarts het de 26e augustus zal vertrekken.

Afbeelding
Datum 17 september 1891
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Hembrug, 15 september. Het Engelse stoomschip BRUNSWICK, van Sundsvall naar Zaandam, is hedennacht, terwijl het bij zijkanaal F aan de grond zat, door het van New York komende Nederlandse stoomschip DIDAM aangevaren, waardoor het achterschip tot op de waterlijn werd afgescheurd. Het stoomschip is door twee sleepboten naar Zaandam gesleept. De DIDAM bekwam enige schade aan de boeg.

Afbeelding
Datum 23 september 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Shields, 20 september. Het stoomschip BRUNSWICK arriveerde in de Tyne met belangrijke schade aan het achterschip, veroorzaakt door aanvaring met het stoomschip DIDAM in het Noordzeekanaal.

Afbeelding
Datum 27 september 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 26 september. Met de nieuwe stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM zal, naar wij vernemen, door de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij een nieuwe lijn geopend worden tussen Napels en New-York.

Afbeelding
Datum 19 februari 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 17 februari. Het stoomschip DIDAM is wegens een klein defect aan de machine buiten de sluis vastgemaakt. Het zal echter nog hedenavond vertrekken.

Afbeelding
Datum 20 februari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip ZUID-HOLLAND, laatst van Marseille, arriveerde 18 dezer te Rotterdam; DIDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 18 dezer Dover; WERKENDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 18 dezer Wight.

Afbeelding
Datum 12 maart 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Zeetijdingen. Het stoomschip SPAARNDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 10 dezer Prawlepoint; EDAM, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar Baltimore via New York, arriveerde 9 dezer te New York; DIDAM, van de N.A.S.M, vertrok 9 dezer van New York naar Amsterdam; ZAANDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar Baltimore via New York, passeerde 10 dezer Beachy Head; SAMARANG, van Java naar Rotterdam, vertrok 10 dezer van Colombo; SOERABAJA, van Java naar Rotterdam, arriveerde 9 dezer te Suez; GELDERLAND, van Java naar Rotterdam, vertrok 10 dezer van Padang.

Afbeelding
Datum 31 maart 1892
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het jaarverslag der Nederlandsch-Amerikaansche-Stoomvaart-Maatschappij over 1891 ontlenen wij het onderstaande.
Als commissarissen zijn aan de beurt van aftreden (en herkiesbaar) de heren Mr. M. Mees, H.V.B. Molenaar en A. de Monchy. “Tot ons leedwezen”, zeggen de commissarissen, “kunnen wij ook dit jaar u geen rooskleurig verslag aanbieden. Wel is het jaar 1891 niet zó ongunstig geweest als 1890, maar toch is het saldo der exploitatierekening niet groot genoeg geweest om, behalve de uitgaven voor administratie en rente, ook de gewone afschrijvingen en de reserve voor ketelvernieuwing geheel te kunnen dekken. Uit de door de directie opgemaakte en door ons goedgekeurde balans en winst en verliesrekening zal u blijken, dat na die afschrijving en reservering voor het ketelfonds een verlies overblijft van NLG 131.256,09½, zodat de winst en verliesrekening NLG 454.045,61½ blijft debet staan.
Bij het verslag der directie voegen commissarissen nog alleen de opmerking, dat de minder gunstige uitkomsten noch aan de directie, noch aan het personeel te wijten is. ,,Integendeel,” zeggen commissarissen: ,,het is alsof de tegenspoed hen voortdurend prikkelt om moeite noch zorg te sparen, om de belangen, die aan hen zijn toevertrouwd, met te meer ijver te behartigen. Een woord van dank zij hun daarvoor toegebracht.”
De directie deelt in haar verslag het volgende mede: ,,In ons vorig jaarverslag werd reeds gezegd, dat de eerste maanden van 1891 nog weinig bevredigende uitkomsten opleverden. Die toestand bleef voortduren tot ver in het tweede halfjaar, en spiegelt zich dan ook af in onze resultaten, welke hierop neerkomen dat, wanneer onze voorstellen tot afschrijving en toevoeging aan ketel en reparatiefonds uw goedkeuring verwerven, de verliespost op onze balans met NLG 131.256,09½ wordt vermeerderd. Zijn de uitkomsten dus zeker niet zo ongunstig als verleden jaar, zij mogen evenmin bevredigend heten. Wij stellen er daarom prijs op de redenen, welke o.i. daartoe leidden, hier kortelijk te vermelden.
In de eerste plaats onze uitvrachten. Deze leverden het ganse jaar in meer dan één opzicht teleurstelling op, zowel door schaarste van zwaar goed, als door de hevige concurrentie in naburige havens, ten aanzien van voor Noord-Amerika bestemde goederen gevoerd, een concurrentie, welke uit de aard der zaak op onze vrachten terugslaat. Ook de invloed van de Mac-Kinley wet deed zich ten aanzien van sommige artikelen vrij sterk gevoelen. Bij gebrek aan voldoende uitgaande lading moest veelal extra steenkolen tot ballast worden aangenomen. Wel is waar kwam, door de behoefte aan granen in Europa, in het najaar verbetering in de thuisvrachten, doch deze trad te laat in, om het aanzicht van het boekjaar nog volkomen van gedaante te doen veranderen.
Tot ver over de eerste helft van 1891 leverden de meeste reizen dan ook, zoal geen verlies, toch nagenoeg geen winst op. Dit gold uit de aard der zaak het meest de vaart op Baltimore, waarbij het gebrek aan uitgaand goed zich, bij de algemene schaarste, dubbel deed gevoelen. Hierbij mag intussen niet worden vergeten, dat van het openen ener geregelde vaart bezwaarlijk reeds dadelijk voordeel is te wachten, zeker althans, dat rekening moet worden gehouden met verhoudingen en toestanden, die eerst gaandeweg zijn te overwinnen, als het blijkt dat het plan voor een geregelde dienst ernstig gemeend is. Inderdaad toont onze Baltimore-vaart dan ook reeds sporen van verbetering en nemen onze relaties in die richting met de dag toe.
Kan, ten aanzien van het goederenvervoer, met weinig voldoening op 1891 worden teruggezien, gans anders is het gesteld met dat van passagiers. Zowel het kajuit- als het tussendekverkeer gaven alle reden tot tevredenheid, en het is dan ook zeker hieraan te danken, dat ons boekjaar niet nog minder gunstig sluit. Intussen gaven de hogere eisen, gaandeweg speciaal aan het vervoer van landverhuizers gesteld, aanleiding tot het denkbeeld om, door onderlinge overeenkomst van de verschillende transatlantische stoomvaartlijnen, met die hogere eisen meer rekening te gaan houden. Gelukte het ook al niet geheel tot overeenstemming te geraken, er kwam toch een regeling der continentale lijnen onderling tot stand, waardoor een niet onbelangrijke verbetering van passageprijzen is verkregen.
,,Betreuren wij het dus zeker, dat 1891 voor onze aandeelhouders niet lonend is kunnen zijn, wij hebben toch gemeend op het vorenstaande de aandacht te moeten vestigen, omdat het bewijst dat onze onderneming, naast de andere transatlantische lijnen, als zodanig, gaandeweg een betere positie gaat innemen.
In datzelfde licht moeten ook onze vermeerderde afvaarten worden bezien, en mogen deze ongetwijfeld, zowel uit het oogpunt van vracht als van passagiersvervoer, worden beschouwd als strekkende om het verkeer meer en meer over Nederland te trekken.
De toestand in Argentinië bleef zo wisselvallig, dat wij geen vrijheid gevoelen u voor te stellen de vaart derwaarts te hervatten. Dit was zeker dubbel jammer, nu de daarvoor gebouwde stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM in mei en augustus gereed kwamen. Wel is waar werden deze in de noordvaart gebracht, en moeten zij als zodanig gerekend worden daarvan een schakel uit te maken, doch zij konden uit de aard der zaak dáárin minder tot hun recht komen, dan wij in de zuidvaart hadden mogen verwachten. Afgescheiden van het voorgaande, is het o.i. hier de plaats, een woord van waardering uit te spreken over de wijze, waarop door de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij en door de firma Bonn & Mees die stoomschepen zijn gebouwd en voltooid. Dat de stomers kleiner zijn dan voor onze noordvaart gewenst, doet o.i. niets af aan het feit, dat beide een sieraad mogen heten van de arbeid van onze Nederlandse scheeps- en werktuigbouw. Juist ter bestrijding van verschillende dwaze geruchten, rekenden wij ons tot deze openlijke mededeling hier ter plaatse verplicht.
Van grote rampen bleven wij verschoond. Daarentegen hadden wij verschillende averijen, welke weliswaar door assuradeuren werden vergoed, doch niettemin altoos geld kosten, een waarheid dubbel geldend voor een stoomvaartlijn, welke ter wille harer regelmaat, dan steeds tot extra opofferingen of kosten is verplicht.
Gedurende 1891 werden volbracht 65 reizen naar New-York en 13 naar Baltimore, terwijl nog één reis naar de Plata-rivier in dit boekjaar valt. Gecharterd werd een stoomschip van Santos met koffie herwaarts.
In de maand september j.l. kwamen de loodsen aan de Wilhelminakade alhier gereed en is dat etablissement door ons betrokken. Behalve dat daarmede belangrijk meer ruimte van opslag werd verkregen, zijn de ligplaatsen aldaar, voor onze grote stoomschepen, ook uit een nautisch oogpunt, veiliger.
,,Bij het indienen van ons verslag zijn de eerste drie maanden van het boekjaar 1892 vrij wel te overzien. In het kort kan daarvan worden gezegd, dat het aanbod van uitgaande goederen verbeterd is, dat daarentegen de thuisvrachten, hoezeer tegen april stijging wordt verwacht, op dit ogenblik flauwer zijn, terwijl het passagiersverkeer zich laat aanzien weer belangrijk te zullen wezen. Een ander lichtpunt is voorzeker gelegen in het feit, dat er belangrijke daling is gekomen in de prijs der steenkolen; die belangrijke factor in onze exploitatiekosten.
Verwachtingen op te wekken over resultaten, waarop wij zelf slechts in betrekkelijk geringe mate invloed kunnen uitoefenen, mogen wij intussen niet doen. Aan inspanning om tot gunstiger uitkomsten te geraken, heeft het, – wij menen dit in gemoede te mogen verklaren, – noch bij ons personeel, noch bij ons ontbroken.”
De winst en verliesrekening wijst aan de creditzijde aan: exploitatierekening voor avans NLG 517.326,23½ , vermeerderd met uitdeling op de aandelen in het stoomschip OBDAM ad NLG 46.125, makende NLG 563.451,23½, voorts wissels voor avans NLG 5.870,94½, brievenvervoer NLG 231,74 en saldo op nieuwe rekening NLG 454.045,61½.
Aan de debetzijde: saldo aº pº (opm: anno passato, verleden jaar) NLG 322.789,52; administratiekosten NLG 83.907,50½, publiciteitskosten NLG 36.477,56½ ; interestrekening: interest van leningen en in rekening courant NLG 132.192,46, verminderd met gekweekte rente ad NLG 15.372,15, maakt NLG 116.820,31 en voorts aan afschrijvingen: op het materieel NLG 358.707,48; op ameublement NLG 1.061,19; op onkosten uitgifte leningen NLG 3.000 en op reserve ,,ketel en reparatiefonds” NLG 100.835,91.
In de balans staat het materieel (13 stoomschepen) geboekt voor NLG 6.559.176, te verminderen met de som van NLG 550.000 welke nog verschuldigd is aan de bouwmeesters van de DIDAM en de DUBBELDAM, blijft dus NLG 6.009.176. Voorts staat het etablissement Wilhelminakade alhier voor NLG 92.520,65 geboekt.

Afbeelding
Datum 29 december 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip PRINSES SOPHIE, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 26 dezer te Padang; PRINSES WILHELMINA, van Amsterdam naar Batavia, passeerde 27 dezer Gibraltar; DIDAM, van de N.A.S.M, arriveerde 27 dezer van New York te Amsterdam; MAASDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 27 dezer Wight; PRINS MAURITS is 27 dezer van West Indië te New York aangekomen.

Afbeelding
Datum 20 september 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden. Het stoomschip PRINS WILLEM II arriveerde 16 dezer van Amsterdam te Parimaribo; PRINS FREDERIK HENDRIK vertrok 16 dezer van Parimaribo naar Amsterdam; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 17 dezer, des middag 12 uur, Wight; OBDAM, van de N.A.S.M, vertrok 16 dezer van New York naar Rotterdam met 1150 vaten margarine en 300 vaten lard (opm: varkensreuzel); DIDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 18 dezer, des namiddag 1 uur 20 minuten, Lezard; PRINS HENDRIK, van Amsterdam naar Batavia, passeerde 16 dezer Gibraltar; VOORWAARTS, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17 dezer Dungeness; BROMO, van Rotterdam naar Java, arriveerde 17 dezer te Southampton; SUMATRA, van Batavia, arriveerde 18 dezer te Amsterdam; PRINSES MARIA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 17 dezer te Padang; LOCH LOMOND, der N.A.T.L, vertrok 17 dezer van New York naar Rotterdam; CARLISLE, der N.A.T.L, van New York, arriveerde 17 dezer te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 01 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 31 oktober. Het stoomschip PRINS WILLEM I vertrok 30 dezer van Parimaribo naar Amsterdam; PRINS WILLEM III arriveerde 30 dezer van Amsterdam te Parimaribo; DIDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 30 dezer Prawle Point; LOCH MAREE, van de N.A.T.L, van New York, arriveerde 30 dezer te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 18 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 17 november. Het stoomschip AMSTERDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 16 dezer Prawle Point; MAASDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 16 dezer Prawle Point; ZUID-HOLLAND, van Java naar Rotterdam, vertrok 15 dezer van Port Said; SAMARANG, van Rotterdam naar Java, arriveerde 15 dezer te Port Said; WERKENDAM, van de N.A.S.M, arriveerde den 16 dezer van New York te Rotterdam; DIDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 16 dezer Wight; PRINS WILLEM I, van West-Indië naar Amsterdam, arriveerde 16 dezer te Havre.

Afbeelding
Datum 20 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 18 november. Het stoomschip SCHIEDAM, van de N.A.S.M, vertrok de 16e dezer van New York naar Amsterdam; ROTTERDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam, arriveerde de 16e dezer te New York; DIDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde de 17e dezer Lezard; AMSTERDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, vertrok de 17e dezer van Boulogne; BURGEMEESTER DEN TEX, van Amsterdam naar Batavia, vertrok de 16e dezer van Genua; SAMARANG, van Rotterdam naar Java, vertrok 16 dezer van Suez; SUMATRA, arriveerde 17 dezer van Amsterdam te Batavia; SOENDA, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17 dezer Dungeness.

Afbeelding
Datum 12 september 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 10 september. De stoomschepen DUBBELDAM en DIDAM van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij zijn naar Engeland verkocht.

Afbeelding
Datum 20 september 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Naar De Scheepvaart verneemt zijn de stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM tezamen voor GBP 58000 verkocht aan de firma Singlehurst & Co te Liverpool, die een stoomvaartlijn onderhoudt op Para (opm: Belém) en Maranham (opm: São Luis). De beide schepen zullen eveneens op deze lijn gaan varen en moeten de lijn Antwerpen – Para dienen.

Afbeelding
Datum 23 september 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 20 september. De verkochte stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM worden herdoopt in SANTARENSE en MADEIRENSE.

Afbeelding
Datum 02 juli 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Para, 30 juni. Het stoomschip SANTARENSE van de rederij Crossline, van Penarth naar Manaos, en het Engelse schip DUNDONALD, van San Francisco naar Hull, zijn met elkaar in aanvaring geweest, waardoor eerste genoemde zonk. De DUNDONALD leed schade en werd lek, de bemanning was door de DUNDONALD gered, en de passagiers door het Noorse barkschip HIA WATHA opgenomen en hier geland. (opm: de SANTARENSE is de vroegere DIDAM van de Holland-Amerika Lijn, gebouwd in 1891 te Rotterdam, groot 2898 registerton; zie ook NRC 040796))

Afbeelding
Datum 04 juli 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Liverpool, 1 juli. De SANTARENSE, ex DIDAM, was voor GBP 35000 verzekerd, waarvan GBP 15.000 te Liverpool en GBP 20.000 te Londen, en was in 1891 gebouwd te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 25 juli 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Queenstown Rochepoint, 23 juli. Het schip DUNDONALD, dat schade leed door aanvaring met het stoomschip SANTARENSE (ex DIDAM) is hier heden aangekomen, de voor- en groot bramstag zijn weg. (opm: zie NRC 020796)

Afbeelding
Datum 25 juli 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 24 juli. De Engelse bark DUNDONALD van San Francisco naar Hull met een lading tarwe, gisteren te Queenstown aangekomen, landde de gezagvoerder en een deel der bemanning van het stoomschip SANTARENSE (ex DIDAM) aan boord, dat 18 juli (opm: 9 juni, zie NRC 040796) laatstleden door aanvaring met eerstgenoemd schip is gezonken. De DUNDONALD heeft schade aan boeg en tuig, de voorste afdeling staat vol water.

Afbeelding
Datum 26 juli 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Queenstown, 24 juli. Na de aanvaring met de SANTARENSE (ex DIDAM) werd door de DUNDONALD ongeveer 200 ton lading geworpen.

Afbeelding
Datum 23 augustus 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 21 augustus. Na gehouden onderzoek door de Board of Trade in de zaak der aanvaring tussen het stoomschip SANTARENSE (ex DIDAM) en het schip DUNDONALD, waardoor eerstgenoemde zonk, heeft de Board of Trade de schuld der aanvaring aan de SANTARENSE geweten.

Afbeelding