Inloggen
ALBERTA - ID 166


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1927
Classification Register: Germanischer Lloyd (GL)
IMO nummer: 5045146
Nat. Official Number: 155 Z GRON 1927
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Aux. Sailing Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks
Material Hull: Iron
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Firma Bos en Dijkman, Scheepswerf 'De Onderneming', Ruischerbrug, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 1
Delivery Date: 1927-02-22
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Motorenfabriek 'De Industrie' v/h D. Boot, Alphen aan den Rijn, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 2
Power: 120
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Industrie-gloeikop Type (400x435)
Speed in knots: 7.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 144.01 Gross tonnage
Net Tonnage: 66.00 Net tonnage
Deadweight: 200.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 6710 Cubic Feet
 
Length 1: 31.70 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 29.86 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 5.98 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.27 Meters Depth, moulded
Draught: 2.13 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-00-1961
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Nieuwe hoofdmotor: 2tew 4 cil PK Frederikshavn Type (x)

Datum 00-00-1963
Type: Rebuilt
Omschrijving: Schip gemoderniseerd

Ship History Data

Date/Name Ship 1927-02-22 ALBERTA
Manager: Jacob Klugkist, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jacob Klugkist, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NCDH

Date/Name Ship 1928-04-05 ALBERTA
Manager: Hendrik Bos, Jan Dijkman, 'De Vooruitgang' en "De Industrie', Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Hendrik Bos, Jan Dijkman, 'De Vooruitgang' en "De Industrie', Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NCDH

Date/Name Ship 1928-10-05 GEERTRUIDA
Manager: Edzo Smid, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Edzo Smid, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NSQG

Date/Name Ship 1932-11-10 GEERTRUIDA
Manager: Wolbert Smid, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Wolbert Smid, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NSQG
Additional info: 1934 call sign PEGI

Date/Name Ship 1935-11-05 GERTRUDA
Manager: George Pattison Hall, Alnmonth, Great Britain
Eigenaar: George Pattison Hall, Alnmonth, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain
Callsign: MMJT

Date/Name Ship 1936-12-05 GERTRUDA
Manager: Walter David Tamlyn, London, Great Britain
Eigenaar: Western Coasters Ltd, Plymouth, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain
Callsign: MMJT

Date/Name Ship 1942-08-14 GERTRUDA
Manager: Culliford & Clark Ltd, London, Great Britain
Eigenaar: Culliford's Associated Lines Ltd, London, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain
Callsign: MMJT

Date/Name Ship 1944-06-16 GERTRUDA
Manager: Fred Parkes, London, Great Britain
Eigenaar: Boston Deep Sea Fishing & Ice Company Ltd, London, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain
Callsign: MMJT

Date/Name Ship 1946-12-16 BIRTHE MARIE
Manager: L.J. Kristensen, Ommel, Denmark
Eigenaar: Partrederi Birthe Marie, Ommel, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Ommel / Denmark
Callsign: OXFM

Date/Name Ship 1949-00-00 BIRTHE MARIE
Manager: Robert Staerke Kristensen, Marstal, Denmark
Eigenaar: Robert Staerke Kristensen, Marstal, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Ommel / Denmark
Callsign: OXFM

Date/Name Ship 1966-02-24 STEPHAN
Manager: Helmer Larsen, Marstal, Denmark
Eigenaar: Helmer Larsen, Marstal, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Marstal / Denmark
Callsign: OXFM

Ship Events Data

1927-02-22: Het schip wordt omschreven als: één deks motorschip, met 1 dek, 2 masten, 1 ruim, een 120/130 PK Industriemotor, waterdichte voor- en achterpiek, roef, stuurhut, volkslogies en machinekamer en verhoogd voor- en achterdek.
1927-02-24: Als ALBERTA, zijnde een motorschip, groot 144.01 ton, liggende te Groningen, ten verzoeke van Jacob Klugkist, schipper te Groningen, door Jan Gerrits, beëdigd scheepsmeter te Groningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 155 Z GRON 1927 op het achterschip bij den ingang motorkamer stuurboodzijde. (Opm.: Het schip is voor den eersten maal te boek gesteld.)
1927-02-26: NvhN 28-02-1927: Zoutkamp, 26 Febr. Heden vertrok van hier de nieuwe motorschoener „ALBERTA", kapt. Klugkist. Dit schip is gebouwd te Ruischerbrug op de werf van fa. de Jong, is 108 ton groot en voorzien van een industrie-motor, cap. 120 P.K. Het schip vertrok ledigscheeps naar Holland.
1927-04-05: Voorwaarts 09-04-1927: ALBERTA. Antwerpen, 5 April. Het Nederlandsche motorzeilschip “Alberta”, van Niel naar Soutend met steenen, is hier in aanvaring gewest en heeft dientengevolge schade bekomen aan stuurboordachterschip, terwijl het bakboord eenige lekkage heeft.
1928-04-05: Eigenaren: Hendrik Bos, aannemer en scheepsbouwer te Groningen & Jan Dijkman, aannemer en scheepsbouwer te Haren, samen ½ deel en Scheepsbouwwerven en Motorenfabriek “De Vooruitgang” & “De Industrie” v/h firma D. Boot en Joh. Boot te Alphen aan de Rijn, samen ½ deel.
1928-11-26: Algemeen Handelsblad 26-11-1928: Verkochte schepen. De motorschoener „ALBERTA" (144 bruto-reg. tons) van den reeder tevens kapitein J. Klugkist te Groningen is onderhands verkocht aan de heer E. Smid aldaar, die het vaartuig onder de naam „GEERTRUIDA" zelf als kapitein bevaren zal.
1930-02-00: Tilburgsche courant 10-02-1930: Het vergaan van de „Oranje”. Verklaringen van kapitein Smit te Roermond. Vrijdagmorgen arriveerde in de haven te Roermond de motorboot „GEERTRUIDA", gezagvoerder de eigenaar kap. Smit, die op zijne laatste reis van Londen naar Roermond op 8 Februari j.l, tegenwoordig was bij het vergaan van het Nederlandscne schip „Oranje" en daarvan den stuurman P. van der Leij uit Groningen wist te redden.
Naar aanleiding dezer door de couranten reeds vermelde scheepsramp hadden wij een onderhoud met kapitein Smit die ons het volgende mededeelde: Ruim 4 jaren reeds vaar ik geregeld met mijn boot, waarvan de laatste l½ jaar met de „Geertruida" tusschen Roermond en Londen via Vlissingen voor rekening van de N.V. Vereenigde Swalmer dakpannenfabrieken, te SWALMEN. Op 8 Februari j.l. was ik op de thuisreis van Londen naar Roermond, met de Geertruida geladen met verfaarde, bestemd voor de Chemische fabriek v.h. Dr. Hagen te Roermond. Daar er een harde O.N.O .-wind stond en we beneden Soudhend niet goed navigeeren konden, zetten wij koers naar Sheerness. Beneden de pier van Soudhend werd wij door kap. W. Bol van het schip “Pallas”, dat daar ter plaatse voor anker lag medegedeeld, dat het Nederlandsche schip „Oranje", vroeger „Broedertrouw" geheeten, in zinkenden toestand was. Direct zetten wij koers naar deze boot. In de nabijheid gekomen, bemerkten wij, dat de „Oranje reeds op sleeptouw was genomen door de regeerings-sleepboot “Firm” uit Sheerness; we bevonden ons op dat moment binnen de lichtboei Sed Reack op ongeveer 3 mijl verwijderd van Soudhendpier. Op mijn vraag aan den kapitein der „Oranje" of er nog assistentie noodig was bekwam ik geen antwoord. Op dat oogenblik zat het voorschip geheel onder water, er vertoonde zich slechts nu en dan de boegspriet van het zinkende schip. Ik achtte het mijn plicht in de nabijheid te blijven, en trachtte met de „Geertruida" zoodanig te manoeuvreeren, dat het wrak zoo weinig mogelijk van den golfslag zou meekrijgen. Daar de bemanning zich nog op het achterschip van de „Oranje" ophield, liet ik alle hulpmiddelen in orde brengen, de reddingsboot klaar om te strijken. Mijn vaste overtuiging was, dat de bemanning zich gereed maakte te water te springen. Op een gegeven moment zagen we, dat de „Oranje" kapseisde. Op mijn dringend verzoek te water te springen aarzelde de bemanning, waaraan het mijns inziens is toe te schrijven, dat twee leden der bemanning, tengevolge der zuiging van het water hun graf in de golven hebben gevonden. De stuurman P. van der Leij uit Groningen konden wij gelukkig aan boord van de „Geertruida" brengen. Nog ongeveer een kwartier bleven we op de plaats, waar het schip was gezonken, doch er was niets anders te bespeuren dan eenig wrakhout. Het gezonken schip ligt thans op ± 3/4 mijl Z. O. van Soudhendpier, terwijl ae top van de voormast bij laag water is waar te nemen. Daar de stuurman van der Ley, nadat hij van zijn avontuur iets was bekomen en van droge kleeding voorzien in Engeland wenschte te blijven, is hij door ons te Soudhend aan wal gezet. Tot zoover het relaas van kapt. Smit. Dhr Smit, die de laatste dagen door verschillende persmenschen naar aanleiding dezer redding werd gehoord, deelde ons zijn leedwezen mede over het feit, dat in enkele opzichten de gepubliceerde relazen van zijn verklaringen niet juist waren. Allereerst het feit dat b.v. de Telegraaf van Zondagmorgen aan het slot mededeelt, dat dhr. Smit verklaarde te hebben opgemerkt, dat de „Oranje", welke van Antwerpen kwam, niet geheel zeewaardig kon genoemd worden. Dhr. Smit protesteert ten sterkste tegen deze uitlating, als zijnde deze niet door hem gebezigd. Omtrent de zeevaardigheid der „Oranje" kon hij geen oordeel vellen. Voorts heeft dhr. Smit nadat van der Leij te Soudhend aan wal was gezet, zijn gewonen koers naar Vlissingen en niet naar den Nieuwen Waterweg genomen.
NvhN 27-02-1930: Het vergaan van de „Oranje”. Vrijdag arriveerde te Roermond het stoomschip „Geertruida", gezagvoerder kapt. Smit, die op 8 Febr. j.L nabij den Theemsmond, van het in nood verkeerende Nederlandsche schip „Oranje" den stuurman P. van der Leij uit Groningen wist te redden. Over deze scheepsramp had „de Tel."-corr. aldaar een onderhoud met kapitein Smit. — Reeds vier jaren, zoo vertelde de oude gezagvoerder, vaar ik tusschen Roermond en Londen, waarvan drie jaar met de „Geertruida". Voor Engeland heb ik steeds een lading dakpannen aan boord van de Swalmer Dakpannenfabrieken, terwijl ik op de thuisreis z.g. verfaarde geladen heb voor de Chemische fabriek alhier. Op 8 Febr. j.l. kwam ik met mijn schip van Londen met bestemming Roermond. Ter hoogte van de Southendpier, kreeg ik, van den kapitein van het schip „Pallas" een mededeeling, dat het Ned. schip „Oranje" uit Groningen in zinkenden toestand verkeerde nabij de lichtboei Reach, op drie mijl van de Southendpier verwijderd. Wij zetten dadelijk koers in de opgegeven richting, doch bemerkten naderbij gekomen, dat het schip reeds op sleeptouw was genomen door de sleepboot „Firm" uit Sheerness. De zee was tamelijk hol, zoodat het moeite kostte nabij het reeds zinkende schip te komen. Daar het voorschip van de „Oranje" reeds geheel onder water lag, bleef de „Geertruida" aan de loefzijde van het wrak, ten einde den golfslag te breken. Hoewel ik de bemanning van de „Oranje" reeds herhaaldelijk geseind had, het schip te verlaten, gaven zij hieraan geen gevolg, zoodat ik de reddingsboot liet klaar maken, ten einde deze zoo noodig dadelijk te kunnen strijken. Daar het schip steeds meer water maakte en de verbinding met de sleepboot was verbroken, seinde ik nogmaals dringend, dat de opvarenden te water moesten springen. De stuurman Van der Leij gaf hieraan nog tijdig gevolg, doch kapitein Tulp uit Groningen en de Duitsche kok, Walter, verdwenen met het schip in de diepte. Het gelukte ons den stuurman na veel moeite binnen boord te halen. Nadat wij nog ruim een kwartier ter plaatse hebben uitgekeken, zetten wij koers naar Southend, alwaar wij stuurman Van der Leij aan wal hebben gezet. Daarna hebben wij de reis naar den Nieuwe Waterweg voortgezet. Ten slotte merkte kapt. Smit nop op, dat de „Oranje", welke uit Antwerpen kwam z.i. niet geheel zeewaardlg kon genoemd worden.
De Tijd 17-02-1930: Het zinken van de "Oranje". De redding van den stuurman. Van kapitein Smit, die met de „Geertruida" te Roermond is teruggekeerd, vernamen wij nog de volgende bijzonderheden over het zinken van het Nederlandsche schip „Oranje" bij den Theemsmond en over de redding van stuurman v. d Ley. De kapitein vertelde, dat hij 8 Febr. bij de Southandpier bericht kreeg, dat drie mijl verder de „Oranje" in nood was. Hij stevende er op af en constateerde, dichterbij gekomen, dat een Engelsche sleepboot het schip op sleeptouw had. Om den golfslag om de „Oranje"', waarvan het voorschip geheel onder water lag te breken, liet hij de “Geertruida" aan de loefzijde varen. Het hachelijke van den toestand inziende liet hij de reddingsboot gereedmaken en gaf hij den mannen op de „Oranje" den raad zich in veiligheid te stellen. Deze weigerden echter het schip te verlaten. Nog gevaarlijker werd de toestand toen de verbinding met de sleepboot was verbroken. „Spring te water" seinde hij nogmaals, maar enkel v. d. Ley had daarvoor nog den tijd. De kapitein en de kok werden met het zinkend schip meegezogen, en verdronken. Hoewel het niet gemakkelijk viel gelukte het toch den stuurman te redden.
1930-11-00: Limburger koerier 13-12-1930: Swalmer dakpannen-industrie. De verscheping naar Engeland via Roermond's haven. In de haven alhier arriveerde Vrijdag de motorboot „GEERTRUIDA", eigenaar kapitein Smit, welk schip hiermede dit jaar zijn negentiende reis naar Londen voor rekening der N.V. Swalmer Dakpannenfabrieken beeindigde. Einde volgende week zal dhr. Smit zijn twintigste en laatste reis van dit jaar over de Noordzee naar Engeland aanvaarden. In den loop van Januari van het volgend jaar ziet de Swalmensche fabriek, naar we vernemen, haar 250e lading dakpannen naar Engeland vertrekken. Gedurende het viertal jaren, dat deze firma nu expedieert, zijn reeds millioenen dakpannen verzonden.
Limburgsch dagblad 06-11-1930: Officieele opening nieuwe los- en laadplaats te Asselt. In tegenwoordigheid van een groot aantal belangstellenden, B. en W. en den Raad van Swalmen, had Zaterdagmiddag de officieele opening plaats van de los- en laadplaats te Asselt. De burgemeester hield bij deze gelegenheid een toespraak waarin hij de groote beteekenis van deze los- en laadgelegenheid voor de Swalmer industrie en de heele gemeente schetste. Spr. bracht dank aan de Heide-Mij en den technischen adviseur voor het keurige werk hier tot stand gebracht. Hierna vertrok het eerste schip de „GEERTRUIDA" met Swalmer dakpannen naar Engeland.
1936-03-12: NvhN 12-03-1936: Schepenverkoop. Het ms. „GEERTRUIDA", groot 144 ton bruto, gebouwd in 1927, van W. Smid te Groningen, is verkocht aan G. P. Hall te Londen en verdoopt in „Gertruda".
1940-06-00: Gevorderd door de Britse Regering en in dienst als bevoorradingsschip bij de Admirality.
1959-01-27: SM. BIRTHE MARIE af Ommel, 139 Brt Bygget 1927 af stål. På rejse fra Tuborg havn til Odense. Rørt grunden d. 27. jan. ved Fyns N.-kyst. Rapport fra statens skibstilsyn dat. 29. jan. D. 26. jan. kl. 2308, da B.M. i diset vejr passerede bøje 13 i rute 27 sattes kursen mod Odense fjord. D. 27. jan. kl. 0030, da B.M. efter bestikket skulle være tværs af Korshavn,rørte fartøjet grunden tre gange. Skruen kobledes fri, men da fartøjet fortsatte, og der tilsyneladende ikke var sket skade, fortsattes sejladsen til Odense fjord, hvor der ankredes kl. 0230. En nærmere undersøgelse viste, at fartøjet havde fået en mindre lækage til ballasttanken i forskibet. Anm. Ministeriet må antage, at grundstødningen skyldes strømsætning i forbindelse med usigtbart vejr.
1961-07-11: SM. BIRTHE MARIE af Ommel, 139 Brt Bygget 1927 af stål. På rejse fra Tuborg havn til Kolding med koks. Grundstødt d. 11. juli ved Samsø. (199)Rapport fra statens skibstilsyn dat. 14. juli. Søforklaring og søforhør i Svendborg d.14. juli. Kl. 0630 passerede B.M. under en svag SV.-lig brise Kattegat SW fyrskib, hvorefter der styredes 225° dv. Da afmærkningen på Hatter Rev kl. ca. 0900 endnu ikke var observeret blev skruen koblet fra. Samtidig sås om bb. en rød 3-kost, og maskinen blev straks kastet bak; men umiddelbart efter tog skibet grunden på Hatter Rev og blev stående. D. 12. juli kl. 1110 kom B.M. flot ved hjælp af et bjærgningsfartøj. Ved grundstødningen blev skibets skrue ødelagt,ligesom der skete betydelig skade på ror og bundplader. Anm. Ministeriet må antage, at grundstødningen skyldes, at kursen var opmålt fra Sjællands Rev fyr i stedet for fra Kattegat SW fyrskib i forbindelse med den omstændighed, at sejladsen ikke blev kontrolleret ved pejlinger eller lignende.
1978-03-00: Final Fate:
Verbouwd tot visvaartuig voor de binnenwateren; als STEPHAN eigendom van Stephan Neal Johnson, Claremont (Cal.). Pas in 1992 Lloyds' laat de registratie vervallen omdat het nog bestaan van het schip twijfelachtig is.

Afbeeldingen


Omschrijving: 'Alberta' (bj 1927)
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Geertruida 1927 ex Alberta
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: 'Geertruida' (ex 'Alberta')
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: De 'Geertruida' afgemeerd te Roermond. Het schip aan de binnenkant is de 'Lutgerdina' (1927) van R. Landstra.
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Stephan 1927 (ex Alberta) - foto Marstal, juni 1970.
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Stephan 1927 (ex Alberta) - foto Kopenhagen, 1971.
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown