Groningen, 6 maart. Gisteren arriveerde hier het nieuw gebouwd galjootschip
GRIETJE EN TEUNKE, kapt. L. J. Wiersema, van Schiermonnikoog, groot 101 ton, gebouwd bij J. Bodewes, te Sappemeer.

Rendsburg, 26 november. Alhier zijn ingevroren de volgende schepen:
ZWAANTINA MAGRIETA, Kapt. De Vries, Memel naar Bremen; GRIETJE EN TEUNKE, kapt. Wiersma, dito naar Weener; DE JONGE GERRIT, kapt. Hazewinkel, dito naar Geestemünde; DRIE GEBROEDERS, kapt. De Vries, Riga naar Amsterdam; TJALDA SUZANNA, kapt. Lukkien, naar Bremen, alle met hout; MARGARIETHA HILLECHINA, kapt. Pekelder, van Koningsbergen naar Leer, met tarwe; MARTHA MEIJER, kapt. Voordewind, van Reval naar Bremen.
Tussen hier en Holtenau ligt ingevroren: JAN WILLEM, kapt. Koppe, van Amsterdam naar Flensburg met molenstenen.

Rendsburg, 29 januari. Voor de hier liggende schepen, waaronder CATHARINA DE BOER, kapt. Oltmans, MARIA, kapt. Albers en TRIENTJE, kapt. Egberts, is het onmogelijk geweest hun reizen voort te zetten, deels wegens ongunstige wind en de door de laatste westelijke stormen buitengewone hoge waterstand, deels ook wegens het in de laatste dagen weer op de Eider aanwezige drijfijs. De loodsen van de te Pahlhude en andere plaatsen aan de Eider liggende schepen als: GRIETJE EN TEUNKE, kapt. Wiersma, DRIE BROEDERS, kapt. De Vries, ZWAANTINA MARGRIETA, kapt. De Vries, JOHANNA HENDRIKA, kapt. Kramer en anderen, zijn gisteren voor de tweede maal hier geretourneerd, daar het hun wegens het drijfijs in de Eider niet mogelijk was, de reizen met die schepen voort te zetten.
Zowel de Tonninger als de hier thuis behorende sleepboot zijn onder reparatie, zodat ook van die zijde geen assistentie kon worden verwacht.

Veiling van schepen:
- Te Hoogezand op donderdag 25 januari: het schoenerschip SYNE JACOBS, groot 153 ton, gebouwd in 1863, NLG 6.000,-. Koper J. J. Hofman te Bierum.
- Te Sappemeer op vrijdag 26 januari, het Nederlandse galjootschip GRIETJE EN TEUNKE, groot 99 tonnen, gebouwd in 1868, NLG 7.300,-. Opgehouden.

Amsterdam, 25 november. Volgens bij de rederij ontvangen telegram, zou het Nederlandse schip GRIETJE EN TEUNKE, kapt. Forma (opm: galjoot, bouwjaar 1868, kapt. Albert Forma), de 7e dezer van Hamburg op avontuur vertrokken, op Longsand verongelukt, doch het volk gered zijn. (opm: zie ook NRC 261179)

West Hartlepool, 22 november. Kapt. Forma, gevoerd hebbende het galjootschip GRIETJE EN TEUNKE, heden ochtend hier aangekomen, rapporteert dat het schip, op de reis van Hamburg naar Exeter met aardappelen, den 20ste dezer in een hevige sneeuwstorm op het Longsand stootte en onmiddellijk daarna vol water liep. Zij begaven zich om hun leven te redden in de boot en werden, na zes uren daarin doorgebracht te hebben, door het van Londen komende stoomschip LUDWORTH, kapt. Meldrum, opgenomen en hier aangebracht. Kapt. Forma en zijn equipage betuigen hun oprechte dank aan kapt. Meldrum en verdere bemanning van het stoomschip LUDWORTH, voor de goede behandeling daar aan boord ondervonden.