Holtenau, 21 november. De volgende schepen liggen alhier ingevroren: GEZIENA, kapt. Bontekoe, van Elbing naar Bremen met hout; MARTENSHOEK, kapt. Schut, van Riga naar Termonde met lijnzaad; MARGARETHA ANTINA, kapt. Schoon, van Odessa naar Antwerpen met tarwe en FLORENTINA, kapt. Hintze, van Aarhus naar Amsterdam met gerst.

Tonningen, 11 juni. De tjalk GEZIENA, kapt. Eerkes, is met verlies van anker en met assistentie alhier in de haven gekomen, hebbende nabij Vollerwiek aan de grond gezeten. Het is lek, en moet lossen om te repareren.

Tonningen, 12 juni. Een orkaan uit het zuid-westen, vergezeld van onweder, veroorzaakte onder de vele op onze rede voor anker liggende schepen door drijven etc. vrij wat schade. De tjalk GEZINA, kapt. S.G. Eerkes, uit Wildervank, van Bremen met stukgoederen naar Elbing bestemd, heeft gisteren te Vollerwiek gestoten, is lek geworden en gisteren avond met assistentie en verlies van anker en ketting in de haven gebracht. Het moet lossen om te repareren. Het koftjalkschip AFIENA, kapt. H.C. Broekema, uit Farmsum, heeft het roer verloren en schade aan de ondersteven bekomen.

Bremerhaven, 20 september. Het Nederlandse schip GEZIENA, kapt. Eerkes, van Groningen met haver naar Yarmouth, is alhier lek binnengelopen.

Wolgast, 31 oktober. Het schip GEZIENA, kapt. Eerkens, van hier naar Papenburg vertrokken, is dezelfde dag weder teruggekeerd, zijnde op de rivier in aanvaring geweest met een stoomschip en daarbij de kluiverboom gebroken en meer andere schade bekomen.

Bremerhaven, 13 december. De Nederlandse tjalk GEZINA, kapt. Eerkes, van Wolgast naar Papenburg, is alhier wegens slecht weer binnengelopen.

IJmuiden, 20 mei. Het Nederlandse schip GEZINA, kapt. Bontekoe, van Rostock naar Rotterdam, heeft bij vliegend weer buiten anker en ketting verloren en zeilen gescheurd, en is door de sleepboot SIMSON geassisteerd en hier binnengebracht. Het schip zal de reis binnendoor voortzetten.